Maatregelen voor beter onderscheid tussen huur en short stay

Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) wil het huurrecht wijzigen om duidelijker onderscheid te maken tussen huurcontracten voor bewoning en toeristische verhuur (short stay). Dit versterkt de positie van arbeidsmigranten, expats en studenten op de woningmarkt. De minister kondigt de wijzigingen vandaag aan in een kamerbrief. De maatregelen gaan begin 2026 in consultatie en vervolgens naar de Tweede Kamer.

Short-stay-contracten worden beperkt tot 30 dagen, wat aansluit bij de maximale termijn voor vakantieverhuur. In de huidige wet is de duur niet begrensd. Met name arbeidsmigranten, expats en studenten krijgen daarom soms een short-stay-contract aangeboden. Zo betalen ze vaak meer voor de woning dan volgens het huurrecht is toegestaan. Ook kan de verhuurder een short-stay-contract altijd opzeggen. Dit verstoort de huurmarkt en maakt het voor alle woningzoekenden lastiger om betaalbare woonruimte te vinden. De maximale termijn van 30 dagen maakt het voor gemeenten ook makkelijker om toezicht te houden op het juiste gebruik van de regels.

Daarnaast krijgen arbeidsmigranten de mogelijkheid om een tijdelijk huurcontract aan te gaan, aangezien een vast contract vaak niet past bij hun tijdelijke woonsituatie. Ook wil de minister dat een tijdelijk contract in de toekomst eenmalig kan worden verlengd, met een maximale duur van in totaal twee jaar.

Bij tijdelijke huurcontract geldt huurbescherming. Ook de huurprijs is aan regels gebonden en de verhuurder kan een huurcontract niet zomaar beëindigen. Verder blijft short stay een optie voor arbeidsmigranten die maximaal 30 dagen onderdak nodig hebben, bijvoorbeeld tijdens het oogstseizoen.

“Met deze maatregelen krijgen arbeidsmigranten, expats en studenten meer kans om passende huisvesting te vinden”, zegt minister Mona Keijzer. “Door voor arbeidsmigranten ook tijdelijke contracten mogelijk te maken, kunnen zij hier tijdelijk werken en wonen binnen de regels van de huurbescherming. Dit biedt verhuurders en werkgevers meer ruimte om passende woonruimte aan te bieden.”

Werkgevers die woonruimte op het eigen terrein aanbieden, krijgen de mogelijkheid om een vast huurcontract te beëindigen als de overeenkomst eindigt en de woning nodig is voor een nieuwe werknemer. Dit moet werkgevers verder stimuleren om werknemers huisvesting aan te bieden.

Tijdelijk huurcontract

Een tijdelijk huurcontract mag in het voorstel van de minister alleen worden aangeboden aan een arbeidsmigrant als de huisvesting voldoet aan de zogenoemde Roemer-norm. Dit betekent onder andere dat elke bewoner een eigen slaapkamer van minimaal 5,5 m² heeft, minimaal 15 m² leefruimte per persoon beschikbaar is, en alle voorzieningen onder één dak aanwezig zijn. De woonruimte moet hiervoor gecertificeerd zijn.

De maatregelen zijn aanpassingen in het Burgerlijk Wetboek, de Wet goed verhuurderschap en de Wet vaste huurcontracten.