Disclaimer: deze transcriptie is geautomatiseerd omgezet vanuit audio en dus geen officieel verslag. Om de transcripties verder te verbeteren wordt constant gewerkt aan optimalisatie van de techniek en het intrainen van namen, afkortingen en termen. Suggesties hiervoor kunnen worden gemaild naar info@1848.nl.

Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)

[0:00:02] Goedemorgen allemaal. Het is tien uur geweest en we wachten nog wel op iemand, maar ik stel

[0:00:09] voor dat we toch even goed al beginnen. We gaan het vandaag hebben over de regels omtrent

[0:00:20] productie, transport en levering van warmte. Daar gaan we het vandaag over hebben. Welkom

[0:00:29] Aan onze rechterzijde, voor de kijkers thuis links, heb ik op een rijtje mevrouw Kollau,

[0:00:36] directeur van de energiemarkt, dan heb ik de heer Koppelaar van het managementteam, dan

[0:00:41] heb ik mevrouw Van den Ende, projectleider, de heer Oldhuis, beleidsmedewerker, mevrouw

[0:00:47] Hasper en mevrouw Koolhoop, beide wetgevingsjurist. Aan de linkerzijde, voor de kijkers thuis

[0:00:54] rechts hebben wij de Kamerleden zitten, dat is mevrouw Postma van Nieuw Sociaal Contract,

[0:00:59] mevrouw Kreuger van GroenLinks B van de A, de heer Vermeer van de BBB en de heer Erkens

[0:01:04] van de VVD. En ik zou zeggen, ik geef het woord aan mevrouw Kolau.

[0:01:12] Dank u wel, voorzitter. En allereerst heel fijn dat wij hier vandaag mogen zijn. We zullen

[0:01:18] u graag meenemen in de wet collectieve warmte. Ik ga het heel kort houden, want ik wil graag

[0:01:24] het woord geven aan Renier, die een presentatie voor u verzorgt. Ik heb begrepen dat die presentatie

[0:01:31] ook beschikbaar komt. Hij staat op scherm. De voorstelronde is al geweest. Na de presentatie

[0:01:40] een klein kwartiertje, denk ik, zijn we graag bereid uw vragen te beantwoorden. Renier,

[0:01:46] Dank u wel. De presentatie staat ook op het scherm, inderdaad. Ik begin bij de eerste

[0:01:56] slide even over het waarom. Het waarom van warmtenetten en ook het waarom van een update

[0:02:02] van de warmtewet. In 2020 verscheen een analyse van het PBL, het planbureau voor de leefomgeving,

[0:02:08] waarin eigenlijk stond dat als Nederland van het aardgas afgaat, dat dan voor ongeveer

[0:02:12] een derde van de gebouwde omgeving collectieve warmtenetten de meest optimale oplossing zijn

[0:02:17] in termen van nationale kosten. Dat is het uitgangspunt waarmee wij werken. Overigens

[0:02:22] vindt eind van dit jaar, begin volgend jaar, een update hiervan plaats en dan gaan we zien

[0:02:25] of dat nog steeds een derde is. Het kan zijn dat het wordt bijgesteld, maar dat weten we

[0:02:29] nu nog niet. In elk geval, het zal hoe dan ook een flinke opschaling betekenen, want

[0:02:32] op dit moment is nog maar zeven procent van de gebouwde omgeving aangesloten op een collectief

[0:02:36] warmtenet. Dat gaat sowieso omhoog. Een andere reden om daarin te investeren is dat ze een

[0:02:45] belangrijke rol kunnen spelen in het energiesysteem van de toekomst. Er zijn bronnen in ons land

[0:02:54] die anders niet ontsloten kunnen worden. Denk aan geothermie, restwarmte uit de industrie

[0:02:59] en aquathermie, dus warmte uit water. Als je een woonwijk aansluit op een collectief

[0:03:07] warmtenet, dan hoef je die woonwijk minder te verzwaren wat betreft het elektriciteitsnetwerk.

[0:03:13] Want anders kies je namelijk voor elektrisch verwarmen, bijvoorbeeld via warmtepompen.

[0:03:18] En dat scheelt dus voor de netbeheerders.

[0:03:21] Dus zo zie je dat er ook interactie is tussen die twee.

[0:03:23] Daarnaast zijn er nog aspecten zoals systeemintegratie, maar dat voert nu misschien even te ver.

[0:03:29] Nou, de huidige warmtewet is niet geschreven voor een situatie waarin misschien wel een

[0:03:33] derde van de Nederlandse huishoudens op een warmtenet wordt aangesloten.

[0:03:36] Daarom is een update noodzakelijk.

[0:03:39] Er zijn een heel aantal zaken die beter moeten worden geregeld en daar ga ik straks op in.

[0:03:43] Ik wil nog één ander punt maken dat niet op de slide staat. Warmte is een ander soort

[0:03:48] sector, een ander soort markt dan elektriciteit en gas. Bij elektriciteit en gas kennen we

[0:03:53] de zogenoemde splitsing tussen netwerk en levering. Bovendien zijn ze heel centraal, landelijk

[0:03:58] en eigenlijk zelfs Europees georganiseerd. Bij warmte zie je eigenlijk dat het karakter,

[0:04:03] ook vanuit de techniek, altijd lokaal is. Het zijn lokale bronnen. Het zijn ook lokale

[0:04:08] systemen waar het water in een bepaalde balans moet worden gehouden qua temperatuur. Bronnen

[0:04:12] zijn ook verschillend van temperatuur. Dus die uitwisselbaarheid, zoals bij elektriciteit

[0:04:16] en bij gas, die bestaat eigenlijk bij warmte veel minder en zou ook belemmerend werken.

[0:04:21] En dat legitimeert een andere ordening. En ik zeg daar ook nog bij, betekent dat concurrentie

[0:04:27] heel ingewikkeld is. En vandaar dat wij zien dat het een natuurlijk monopolie is, een beetje

[0:04:32] vergelijkbaar met zoiets als drinkwater. En de bedrijven die deze dienst leveren meestal

[0:04:39] ook integraal zijn georganiseerd, dat wil zeggen zowel verantwoordelijk voor de inkoop

[0:04:45] van de warmte, de onderhoud en investering van de netwerken en de levering. Daar kom

[0:04:49] ik straks nog op terug. Waar leidt dat toe? Er zijn vijf onderdelen

[0:04:55] waar ik bij stil zal staan van deze wet. De marktoordening, de tariefregulering, dat zijn

[0:05:01] twee grote onderwerpen, daar ga ik wat langer bij stilstaan. Dan zal ik de verduurzaming,

[0:05:05] de leveringszekerheid en consumentenbescherming en ook het overgangsrecht aanstippen.

[0:05:13] Een belangrijke beweging in de wet collectieve warmte ten opzichte van de warmtewet is dat

[0:05:18] de regierol van de gemeente zal worden versterkt. En dat sluit aan bij een keuze die gemaakt

[0:05:23] is, ook rondom het klimaatakkoord 2019, dat de gemeentes de regie hebben van het aardgas

[0:05:29] afhelpen van de burger. Zij bepalen welke wijk welke warmteoplossing krijgt. Dat kunnen

[0:05:34] ze doen in de toekomst als de WGIW is aangenomen in het warmteprogramma onder de omgevingswet.

[0:05:39] Ze kunnen ook eventueel de aanwijzingsbevoegdheid inzetten uit de WGIW, uw Kamer heeft hier volgens

[0:05:44] mij in mei dit jaar over gedeputeerd, de Eerste Kamer moet daar nu nog over beslissen.

[0:05:50] Als dan een wijk is aangewijzen voor een warmtenet, dan stelt de WCW, dus deze wet, de gemeente

[0:05:56] in staat om daar een kavel voor aan te wijzen.

[0:05:59] Dus dat is dan het gebied waar een robuust en samenhangend warmtensysteem kan worden

[0:06:03] aangelegd.

[0:06:04] Als dat warmtekavel is aangewezen, is de volgende stap dat de gemeente een warmtebedrijf kan

[0:06:09] aanwijzen. En aanwijzen gaat dus best ver. Dat betekent niet via een tendensystematiek

[0:06:16] of iets dergelijks, maar echt het aanwijzen welk bedrijf dat gaat doen. Die krijgt namelijk

[0:06:20] een zogeheten dienst van algemeen economisch belang opgedragen. En daar horen bepaalde

[0:06:25] rechten en verplichtingen bij, zoals u daar ziet in dat derde punt.

[0:06:32] Vervolgens is het bedrijf aan zet om een kavel plan uit te werken. Dus dat wil zeggen hoe

[0:06:36] ziet zo'n systeem er dan uit? Wat gaat het kosten? Welke bronnen worden er gebruikt? Wanneer

[0:06:40] wordt het uitgerold? En dan komt het moment dat er een plan ook wordt voorgelegd aan de

[0:06:46] burger en de bewoner, want die zal moeten kunnen zeggen ja, ik accepteer dit, of nee,

[0:06:50] ik accepteer het niet. Dus die ruimte zit ook in de WCW. Als je het niet accepteert,

[0:06:55] betekent het dat je zelf moet zorgen voor iets anders, want het kan natuurlijk heel

[0:06:58] goed zijn dat in die wijk het aardgas er wel uitgaat, zeker als er een WGW-aanwijsbevoegdheid

[0:07:03] is gebruikt. Maar in principe is er dus een mogelijkheid om ja of nee te zeggen tegen

[0:07:06] het aanbod van een warmtebedrijf. Tweede punt over de marktordeningen is dan

[0:07:12] ga ik even inzoomen op wat voor bedrijven er kunnen worden aangewezen. Twee dingen die

[0:07:17] ik wil highlighten. Allereerst het punt wat ik eigenlijk al gemaakt heb in het begin.

[0:07:21] Het gaat altijd om een integraal warmtebedrijf, dus die integraal verantwoordelijk is voor

[0:07:26] inkoop van de warmte, soms ook productie van de warmte, voor de aanleg, de investering,

[0:07:31] de exploitatie en het onderhoud van het warmtenet en de levering van de warmte aan de burger.

[0:07:35] Voor de burger is dat buitengewoon belangrijk, want die weet dan precies welke partij verantwoordelijk

[0:07:40] is. Je wordt niet van de ene naar de andere partij gestuurd, maar je weet dit is mijn

[0:07:45] warmteleverancier en die is gewoon verantwoordelijk voor het hele integrale systeem.

[0:07:50] Het tweede aspect is dat is besloten in het wetsvoorstel om alleen warmtebedrijven aan

[0:07:56] te wijzen die een publiek meerderheidsbelang kennen. Dat betekent 50% plus 1 van de aandelen

[0:08:02] is in handen van een publieke instantie. Daar hebben we vier overwegingen bij, die staan

[0:08:07] daar in dat kader linksboven. Allereerst publieke zeggenschap over het bedrijf geeft de mogelijkheden

[0:08:13] voor overheden om te sturen op de koers van het warmtebedrijf. Er is een zekere mate van

[0:08:19] gelijkgeschakeldheid, gelijkgerichtheid van de belangen. Tweede overweging is, als je

[0:08:25] alleen zou kiezen voor regulering en toezicht via de ACM, dan is dat vaak op achterafbasis

[0:08:31] reactief en daarmee toch minder effectief dan wanneer je ook bij voorbaat in het bedrijf

[0:08:37] aan de knoppen mee kunt zitten als aandeelhouder.

[0:08:40] De derde overweging is, gelet op het feit dat we de warmtenetten flink gaan opschalen,

[0:08:44] wat ik in het begin heb gezegd, zie je dat het eigenlijk steeds meer een nutsvoorziening

[0:08:48] met een vitaal karakter wordt, vergelijkbaar met bijvoorbeeld drinkwater.

[0:08:52] En ik heb ook al gezegd, het is een natuurlijke monopolie, dus het is dan niet heel vreemd

[0:08:56] om te kiezen voor publieke warmtebedrijven. En als ik zeg publieke warmtebedrijven, bedoel

[0:08:59] ik dus warmtebedrijven met een publiek meerderheidsbelang.

[0:09:04] En de vierde overweging, last but not least, komt eigenlijk ook vanuit ons gesprek met

[0:09:08] gemeenten en wethouders. Als zij naar burgers toegaan in een woonwijk en komen vertellen

[0:09:13] u gaat van aardgas af en u gaat op een warmtenet worden aangesloten, dan blijkt het in de praktijk

[0:09:18] voor hen veel uitlegbaarder en op meer draagvlakte kunnen rekenen wanneer ze kunnen vertellen

[0:09:24] Dit wordt gedaan door een publiek warmtebedrijf, eventueel ook waar ze dan zelf aandeelhouder

[0:09:28] in zijn. Dat wordt overigens ondersteund door recent PBL-onderzoek. We hebben daar een citaat

[0:09:34] opgenomen in de presentatie. In juni, dat is niet te lezen, maar dat kunt u dan laten

[0:09:40] nalezen. Maar daar staat dat het bijdraagt in de ogen van burgers aan de legitimiteit

[0:09:44] wanneer wordt gekozen voor publieke warmtebedrijven. Behalve publieke integrale warmtebedrijven

[0:09:50] kan er ook worden gekozen voor een warmtegemeenschap. Die worden geregeld in de zogeheten richtlijn

[0:09:56] voor energiegemeenschappen, de Europese richtlijn. Die krijgen ook de mogelijkheid om aangewezen

[0:10:04] te worden als warmtebedrijf. Dat betekent ook dat burgers ook lid zijn van die gemeenschappen.

[0:10:09] Dat betekent ook een ander soort dynamiek. Het is niet vreemd dat die ook apart kunnen

[0:10:21] zeven jaar. Daar staat eigenlijk impliciet dat private warmtebedrijven, op dit moment

[0:10:24] wordt de markt zoals u weet gedomineerd door de aantal private warmtebedrijven, die kunnen

[0:10:29] dus zeven jaar na inwerkingstreding van de wet, als we even uitgaan van bijvoorbeeld

[0:10:34] 1 januari 2026, betekent dat tot 2033, nog investeringen plegen als de gemeente daarvoor

[0:10:40] zou kiezen en als er geen sprake is van een publiek warmtebedrijf die dat kan doen. Dus

[0:10:45] de wet regelt dat er nog een uitzonderingsmogelijkheid is voor private warmtebedrijven om door te

[0:10:50] blijven investeren tot 2033. Deze periode kan overigens ook nog drie jaar worden verlengd,

[0:10:55] als namelijk de publieke investeringskracht, de publieke warmtbedrijven op dat moment nog

[0:10:59] onvoldoende op orde zouden zijn. In de wet zit ook nog een klein ander regime. Voor kleine

[0:11:07] collectieve warmtesystemen, beneden 1500 aansluitingen, hebben we lichtere regimes. Het gaat op een

[0:11:12] gegeven moment buiten proportioneel worden als je daar alles eisen stelt die ook gelden

[0:11:15] voor de grote warmtesystemen. En voor warmtentransportbeheerders, dat is een hele aparte categorie eigenlijk,

[0:11:22] We hebben er op dit moment maar eentje van in Nederland, transportnetten. Dat zijn dan

[0:11:28] bovenlokale warmtetransportnetten. En de enige die we nu kennen is Warmte Link, die de Rotterdamse

[0:11:32] havenwarmte verplaatst door Zuid-Holland. Mogelijk komen er nog een aantal bij. Daarom

[0:11:37] hebben we in de wet een regime opgenomen apart voor wie dat mag worden, welke condities, welke

[0:11:42] verantwoordelijkheden en welke rechten en plichten rusten op zo'n transportbeheerder.

[0:11:49] Dan komen we bij een ander belangrijk discussiepunt in de wet, dat is de tariefregulering.

[0:11:55] Ik begin even daaronder aan. U weet, denk ik, op dit moment kennen we een gereguleerd maximumtarief

[0:12:02] door de ACM. Dat is gekoppeld aan de gasreferentie. Dat heeft twee nadelen. Het eerste is dat

[0:12:09] burgers niet precies weten hoe dat tarief zich verhoudt tot de kosten die het bedrijf maakt.

[0:12:14] Voor bedrijven is het ook ingewikkeld dat zij gebonden zijn aan een maximum, terwijl

[0:12:17] ze soms misschien hogere kosten maken en die dan niet goed kunnen terugverdienen. Omgekeerd

[0:12:22] kan het ook zo zijn dat het niet duidelijk is als de kosten veel lager liggen van het

[0:12:25] bedrijf of er dan overrendementen worden gemaakt. Daarom hebben we, net als veel andere

[0:12:30] landen in Europa, de keuze gemaakt voor een kostengebaseerde tariefregulering. Dat heet

[0:12:35] als voordeel dat de verbruikers niet meer betalen dan nodig, ik kom er zo nog op terug,

[0:12:42] dat warmtebedrijven hun efficiënte kosten terug kunnen verdienen met een redelijk rendement.

[0:12:47] In deze zin zitten wat boodschappen verstopt. Efficiënte kosten betekent dat het moet gaan

[0:12:52] om kosten die echt nodig zijn, aantoonbaar voor het laten draaien van het warmtenet.

[0:12:58] En het redelijke rendement gaat erom dat de risico's die worden gelopen op de investeringen

[0:13:02] en op het kapitaal ook kunnen worden terugverdiend. De ACM heeft hier een heel belangrijke rol

[0:13:06] in. Die zal ook die kostige baseerde tariefregulering moeten gaan uitwerken. Die moet inzicht krijgen

[0:13:11] in de kostenstructuur van warmtebedrijven en dan komen met tariefformules, zodat dit

[0:13:16] gaat werken. En dat is niet makkelijk, want op dit moment ontbreekt dat inzicht. En daarom

[0:13:21] is er, zoals u in de tijdlijn daarboven ziet, gekozen voor een fasegewijze introductie.

[0:13:26] We zullen de eerste jaren nog vastzitten aan een wellicht wel gecordiseerde vorm van

[0:13:31] het huidige tariefreguleringssysteem. Daarna gaan we over naar fase twee en dan begin jaren

[0:13:39] dertig in de laatste fase. De tarieven zullen ook worden vastgesteld per kavel, dus dat

[0:13:46] betekent dat aan de voorkant voor de gemeente en ook voor de burger heel duidelijk is wat

[0:13:49] wat ga ik nou betalen als ik op een warmtelnet word aangesloten? Dat is het voordeel daarvan.

[0:13:53] Dat sluit dus aan bij de sturing van de gemeente. Die kabelsystematiek heeft als potentieel

[0:14:00] nadeel dat het zo kan zijn dat, stel, in een bepaalde kabel vindt een bepaalde calamiteit

[0:14:06] plaats. Misschien gaat de bron kapot en er moeten noodmaatregelen worden getroffen. Dan

[0:14:11] kunnen de kosten in dat kabel plotseling behoorlijk stijgen. Hoe kun je dan zorgen dat die kosten

[0:14:16] er niet worden afgewenteld op de bewoners van dat kavel alleen. Daar hebben we over nagedacht.

[0:14:21] Daarvoor is de note van wijziging twee weken geleden naar de Kamer gestuurd met nareen

[0:14:24] van voorgestelde tarieflimiet. Die limiet betekent dat er een maximum voor een excessief tarief

[0:14:31] wordt gesteld en dat bedrijven via de achterkant via een vereveningsfonds worden gecompenseerd

[0:14:36] voor de kosten die ze daarboven maken. Dat is dus een bescherming tegen excessieve kosten.

[0:14:41] Daarmee is de betaalbaarheid nog niet meteen geborgd. Dat is eigenlijk een ander vraagstuk.

[0:14:45] maar dit is dus wel een belangrijke bescherming voor consumenten. Ik kom zo nog even terug

[0:14:50] op die rondvoorwaarden van de betaalbaarheid. Dus de tariefregeling doet twee dingen. Worgen

[0:14:55] dat mensen niet meer betalen dan nodig en bescherming tegen excessieve kosten en ook

[0:14:59] vooral inzicht hebben in wat de kosten zijn ten opzichte van je tarief. Hier ga ik wat

[0:15:05] sneller doorheen. De leveringszekerheid. In de huidige warmtewets staan er een aantal

[0:15:09] bepalingen voor als het misgaat, als er in een bedrijf in problemen komt. In dit wetsvoorstel

[0:15:15] hebben we ingezet op veel meer preventie van risico's op leveringszekerheid. Dus aan de

[0:15:19] voorkant wordt al gevraagd aan warmtebedrijven, wat doe je om leveringszekerheidsproblemen

[0:15:23] te voorkomen? De jaris moet er ook worden gerapporteerd. De gemeente heeft ook een rol

[0:15:29] als er iets van dat soort risico's optreedt. Dus dat is een vergaande verbetering ten opzichte

[0:15:35] van het huidige regime. De consumentenbescherming, ik zeg er twee dingen over. Warmtenetten hebben

[0:15:43] een monopolistisch karakter, dus regulering en bescherming van de consumenten is extra

[0:15:46] belangrijk. Het zijn zogeheten gebonden verbruikers. Wij hebben zoveel mogelijk aangesloten bij

[0:15:54] de consumentenbescherming in de elektriciteit en gasbed. Het aansluitrecht, het afsluitrecht,

[0:16:01] bescherming tegen, bijvoorbeeld afsluiting bij wanbetaling. Al die dingen hebben we zoveel

[0:16:06] mogelijk in het verlengde gebracht met de elektriciteit- en gaswet. Er is meer over

[0:16:10] te zeggen dan... Excuus, de energiewet. U heeft gelijk. De consumentenbescherming in de energiewet.

[0:16:18] U heeft gelijk. Dank. Het volgende thema is de duurzaamheid. Op dit moment heeft de warmtewet

[0:16:26] er eigenlijk niet zo heel veel over geregeld. Uiteraard is de wet collectieve warmte erop

[0:16:31] gericht dat we een klimaatneutrale warmtevoorziening hebben in 2050. Dat betekent dat we in de wet

[0:16:36] de mogelijkheid bieden om jaarlijks oplopende eisen te stellen aan de CO2-uitstoot van warmtesystemen.

[0:16:45] Om te voorkomen dat bestaande investeringen of nieuwe investeringen in problemen komen,

[0:16:52] zijn ook onheffingen mogelijk. Want we willen ook niet dat de kosten zodanig oplopen en

[0:16:55] dat die dan worden afgewenteld op consumenten. Dus er zijn mogelijkheden om ook ontheffingen

[0:17:01] te geven in een overgangssituatie. Dan kom ik op het overgangsrecht. Bestaande

[0:17:09] situaties, dus de huidige warmtesystemen, worden zoveel mogelijk gerespecteerd en omgezet

[0:17:14] in een aanwijzing voor een warmtekavel, wat dus betekent dat het regime van de WCW ook

[0:17:18] van toepassing wordt, ook op bestaande warmtebedrijven. Het gaat gelden voor nieuwe, maar ook voor

[0:17:21] bestaande. Uitgangspunt daarbij is wel dat de kosten kunnen worden terugverdiend. Dus

[0:17:29] de investeringen die zijn gedaan moeten kunnen worden terugverdiend door de huidige bestaande

[0:17:34] bedrijven. Dat is het uitgangspunt. Dat kunnen ze of doen door het warmtenet uit te dienen

[0:17:39] tot de overgangsperiode is minimaal 14 jaar en maximaal 30 jaar. Via de gebaseerde tarieven

[0:17:49] kunnen de investeringen worden terugverdiend. Of als er wordt besloten tot verkoop, dan

[0:17:54] wordt er een restwaardebepaling toegepast en dan kunnen ze op die manier de investering

[0:17:58] terugverdienen. Ik denk dat ik het laatste sheet ga doen.

[0:18:10] Dat gaat eigenlijk een beetje buiten het wetsvoorstel om. We hebben vorige week een kamerbrief gestuurd

[0:18:17] waarin we ook hebben aangegeven dat er een aantal randvoorwaarden op orde moeten worden

[0:18:22] gebracht om deze wet in de praktijk goed te laten vliegen. De eerste is dat de betaalbaarheid

[0:18:29] voor de verbruiker moet worden geborgd. U heeft ook bij het Kamerdebat over de WGW gevraagd

[0:18:33] om uitwerking van opties. Dat hebben we gedaan, zoals u denk ik heeft kunnen zien. De opties

[0:18:37] zijn een ruime investeringssubsidie, wat ook bestaat in de huidige situatie, om te zorgen

[0:18:44] dat de kosten aan de voorkant worden gedrukt. Een prijsplafond die ervoor zorgt dat de consument

[0:18:50] ten opzichte van een alternatief niet meer betaald. En een derde is bescherming van doelgroepen

[0:18:57] als mogelijkheid. In de brief is ook heel duidelijk gezegd, daar is nu op dit moment

[0:19:00] nog geen financiële dekking voor. De besluitvorming daarover zal plaats moeten vinden in het voorjaar

[0:19:05] of in elk geval nader door het kabinet worden. En in de aanloop daarnaartoe zoeken wij uit

[0:19:10] wat er uitvoeringstechnisch en juridisch en financieel allemaal voor nodig is.

[0:19:16] Dan de uitvoeringskraft van publieke warmtebedrijven moet worden vergroot. Eerder is aan uw Kamer

[0:19:21] ook al gemeld dat de gemeenten en provincies netwerkbedrijven aanzet zijn om die publieke

[0:19:28] warmtebedrijven op te gaan richten. U ziet ook in de media allerlei berichten daarover

[0:19:32] verschijnen. Er is veel energie op dit thema. Flankerend denk ik dat het Rijk twee dingen

[0:19:39] kan doen. Dat is een waarborgfonds instellen, waardoor de risico's op de investering worden

[0:19:44] verlaagd. En ook de behoefte aan eigen vermogen gaat dan omlaag. En een tweede is een nationale

[0:19:54] deelneming. Daarvan is ook aan uw Kamer gecommuniceerd dat EBN daarvoor in beeld is, die dan eigenlijk

[0:19:59] kan aansluiten en ook zakelijke kennis aan tafel kan bieden voor de mede-overheden die

[0:20:06] een warmtebedrijf gaan oprichten. En tot slot, de regio van de gemeente kan verder worden

[0:20:11] versterkt. Dat doen we met de wet, met de bevoegdheden. Maar er is bijvoorbeeld ook het nationaal

[0:20:14] programma lokale warmtetransitie die hem met kennis en communicatie ondersteunt.

[0:20:20] Hier wil ik het bij laten. Dank u wel.

[0:20:25] Ik dank u hartelijk voor uw presentatie, helder uiteengezet. Ik kan me voorstellen dat er aardig

[0:20:30] wat vragen aan de zijde van de Kamerleden zijn. Ik stel voor dat ik per led een vraag laat

[0:20:39] stellen, of in ieder geval bij mevrouw Posma begin, en dan doorgaan naar het volgende, of

[0:20:43] nee, bij mevrouw Posma begin van een nieuw sociaal contract, krijgt u de mogelijkheid

[0:20:48] om daarop te reageren. Vervolgens krijgt u nog even de mogelijkheid een vervolgvraag

[0:20:52] te bestellen. Mag u daar nog even op antwoorden en dan ga ik door naar mevrouw Kreuger in die

[0:20:58] volgorde. Ik geef het woord aan mevrouw Posma, nieuw sociaal contract.

[0:21:04] Ja, hartelijk dank. Erg fijn om deze technische briefing te kunnen hebben om zo even wat meer

[0:21:09] kennis te krijgen van de belangrijke wet die voor ons ligt. Ik heb veel vragen, maar

[0:21:19] laat ik even beginnen over betaalbaarheid. Dat is voor onze partij een van de belangrijkste

[0:21:24] punten. Er wordt goed gekeken naar de tariefstructuur, begreep ik, maar we gaan werken met kavels.

[0:21:34] Ik ben even heel benieuwd, want ik zie dat de principe is overgenomen van bijvoorbeeld

[0:21:38] Denemarken over het kostengebaseerde tarief, maar de warmtennetwerken zijn daar toch net

[0:21:44] wat anders.

[0:21:45] Ze zijn ook wat ouder.

[0:21:46] Ze zijn al voor een grote afbetaald.

[0:21:48] Hebben jullie ook gewoon doorgerekend wat het zou betekenen voor de gebruiker, bij bijvoorbeeld

[0:21:53] het warmtennet in Ypenburg, wat nog steeds gasgestookt is, maar waar een nieuwe woonwijk

[0:21:58] op is aangesloten, dus verschillende typen huizen.

[0:22:00] Warmtenet in Purmerend, in Rotterdam, in een buurt met sociale huurwoningen, veel appartementen,

[0:22:10] dus weer een heel ander type dan Iepenburg of Rotterdam. Ik ben benieuwd of jullie aan

[0:22:16] mij kunnen delen wat in dat geval, als je deze systematiek zou gebruiken, de bewoners

[0:22:23] dan gaan betalen.

[0:22:28] Dank voor de vraag. Dan geef ik het woord aan de heer Koplas, die kan naar de microfoon

[0:22:33] grijpen.

[0:22:35] Een aanvulling van de collega, die kan er misschien achteraan komen. Het is een hele goede vraag,

[0:22:40] ook een belangrijke vraag. Dit raakt aan het punt wat ik maakte over de invoering van de

[0:22:46] kostgebaseerde tariefregulering. Op dit moment ontbreekt het eigenlijk aan een goed inzicht

[0:22:51] in de kostenstructuren van warmtebedrijven en warmtekafels. Dat is ook de reden waarom

[0:22:57] de ACM tijd nodig zal hebben om die kostenbaseerde tariefregeling in te voeren. Je kan een inschatting

[0:23:05] maken op basis van de rendementen die worden gehaald. Je kan een inschatting maken van

[0:23:11] wat het ongeveer betekent. Daar zijn wel bepaalde cijfers over gedeeld in de memorie van toelichting.

[0:23:17] Heb jij die scherp?

[0:23:24] De ACM heeft onvoldoende inzicht in de kosten van warmtebedrijven om een goede inschatting

[0:23:29] te kunnen maken.

[0:23:30] Daarom gaat kostengebaseerde tariefregulering pas in bij Klein KB, dus op het moment dat

[0:23:35] we er echt klaar voor zijn en ook de consequenties van die kostengebaseerde tariefregulering

[0:23:38] goed kunnen overzien.

[0:23:40] Als je kijkt naar de data die we hebben, die dus heel gebrekkig is, dan zie je wel een

[0:23:46] een factor 3-verschil tussen de goedkoopste en de duurste netten.

[0:23:50] Dus de verschillen kunnen aanzienlijk zijn.

[0:23:52] Die zijn ook zo aanzienlijk in omliggende landen.

[0:23:58] Dan mag u de microfoon weer uitzetten.

[0:24:00] Dank u wel. Vraag ik mevrouw Postma of de vraag daarmee voldoende beantwoord is.

[0:24:04] Of tot ze een vervolgvraag heeft. Woord eens aan mevrouw Postma.

[0:24:07] Ja, dank. Dit vind ik dus een hele gevaarlijke.

[0:24:10] Want we zijn bezig een principe toe te passen...

[0:24:12] waar we niet goed weten hoe die neerdaalt per huishouden.

[0:24:16] Dat betekent dat mensen echt in de knel kunnen komen als dit verkeerd gaat.

[0:24:21] Dus het zou me heel wat waard zijn om deze informatie wel te hebben.

[0:24:25] Een reden dat ik er ook naar vraag is dat ik weet dat bij de opbrengsten van de rendement...

[0:24:30] op dit moment het gemiddelde rendement vrij laag is.

[0:24:33] Die richt rond de vier procent.

[0:24:35] Maar als je naar de mediaan kijkt, dan zie je dat die erg ver afwijkt.

[0:24:40] Dus sommige warmtebedrijven hebben 40 procent winst...

[0:24:43] en anderen echt veel minder en hebben verlies.

[0:24:45] Ik zie hier enorm risicofactor.

[0:24:48] Ik zou heel graag dit naar de Kamer willen hebben...

[0:24:51] voordat wij een besluit nemen over deze tariefstructuur in de wet.

[0:24:54] Is dat mogelijk?

[0:24:56] Het woord is aan de heer Koppelaar.

[0:24:58] Ik kan nog een paar dingen over zeggen.

[0:25:03] De reden...

[0:25:09] Ik schors zelf even voor een minuut.

[0:25:30] Ja, zeker.

[0:25:32] Nee, ik kan...

[0:25:32] Niet politiek.

[0:25:34] Het woord is aan de heer Koppelaar.

[0:25:35] Hij zal de technische beantwoording geven voor zoveel dat mogelijk is.

[0:25:39] En eventueel komt er later nog wel iets schriftelijks op toe.

[0:25:42] En politieke vragen laten we voor de politieke arena.

[0:25:47] Een paar dingen hierover.

[0:25:49] Het risico zien wij natuurlijk ook.

[0:25:51] En dat is precies de reden dat we niet hebben gezegd...

[0:25:54] de wet gaat in en we gaan het gewoon doen.

[0:25:57] Er zit niet voor niks een overgangsperiode in...

[0:25:59] waarin we eerst nog gewoon blijven varen op het huidige principe van niet meer dan anders...

[0:26:03] waarmee de consument beschermd is tegen te hoge tarieven.

[0:26:06] Als je op het moment dat de ACM wel voldoende comfort heeft en weet wat de gevolgen zijn

[0:26:12] voor de tarieven, kunt besluiten tot invoering, dan moet daar eerst nog een apart besluit

[0:26:17] voor worden genomen.

[0:26:18] Wat ook moet worden gepubliceerd en genomen door de minister.

[0:26:24] Dat is wat Eline net maakte, het moet met een koninklijk besluit gedaan worden.

[0:26:29] Pas op dat moment gaan we echt over op het systeem.

[0:26:34] Dus er zit in die zin een behoorlijke veiligheidsmoment, denk ik, in de wet ingebouwd.

[0:26:39] Een ander ding wat ik wil zeggen is dat ik net even sprak over de randvoorwaarden die op

[0:26:45] orde moeten worden gebracht, waarbij betaalbaarheid een vrij belangrijke is.

[0:26:48] Die gaat niet alleen over de absolute betaalbaarheid, van is dit een tarief wat voor de consument

[0:26:53] acceptabel is, maar ook of het uitlegbaar is ten opzichte van een alternatief.

[0:26:56] Het is inderdaad duidelijk dat de kostige basiëre tariefsystematiek, zoals die er zal komen,

[0:27:04] op dat moment geen garantie biedt aan de burger dat het goedkoper of even duur is als een andere

[0:27:14] energiealternatief.

[0:27:16] Als je dat echt wilt doen, dan heb je andere instrumenten nodig en daarover zeggen we iets

[0:27:19] in de Kamerbrief, zoals die prijsgarantie.

[0:27:23] Overigens wil ik ook nog zeggen, we doen ook op een andere manier heel veel aan de betaalbaarheid

[0:27:28] van de warmtenetten. En dat staat ook uitgelegd in de Kamerbrief, subsidies voor de bron, subsidies

[0:27:33] voor de netten en subsidies voor de aansluiting. Dus er zijn veel manieren waarop de kosten

[0:27:38] ook worden gedrukt. En dat is niet zo raar als je over gaat stappen op nieuwe infrastructuur,

[0:27:42] nieuwe systemen. Die aanloopkosten zijn hoog, die moeten worden gemaakt en die moet je ook

[0:27:47] op een manier maken dat die niet op een disproportionele manier worden afgewenteld op de gebruikers.

[0:27:55] Dank voor de uitvoerige beantwoording. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kreuger van GroenLinks

[0:28:00] PvdA.

[0:28:03] Mijn vraag is eigenlijk dat er een aantal maatschappelijke baten worden genoemd van warmtenetten, die

[0:28:11] op nationaal niveau liggen. Bijvoorbeeld minder investeringen in netten en het tegengaan van

[0:28:18] netcongesti. Alleen hoe worden die nationale baten, in hoeverre profiteren deelnemers

[0:28:27] aan een warmtenet daar in hun individuele kosten? In hoeverre houdt kostprijs plus rekening

[0:28:34] met baten die ergens anders neerslaan, wellicht?

[0:28:40] Het woord is aan de heer Koppelaar.

[0:28:45] Dank u wel. Dat is een hele complexe vraag. Die gaat over de vraag op welke manier socialiseren

[0:28:51] we de kosten van energiegebruik en aansluiting op energienetten over de domeinen van warmte,

[0:28:59] elektriciteit en gas heen. Hoe worden die gesocialiseerd? Ik kan u een heel speculatief verhaal vertellen

[0:29:07] over hoe we dat zouden kunnen doen, maar dat zit niet in de wet. Het is inderdaad, als

[0:29:11] uw vraag is of dat geadresseerd wordt met de kostige baseerde tariefregelering, dan zou

[0:29:15] het antwoord nee zijn. Daar heb je andere dingen voor nodig. En ook daar hebben we iets

[0:29:20] over gezegd in de Kamerbrief, want ook daar zou die prijsgarantie een belangrijke rol

[0:29:24] in kunnen spelen.

[0:29:27] Dan kijk ik naar mevrouw Keuren of ze een volvolgvraag hierop heeft.

[0:29:32] Ja, eigenlijk een vraag over... Cruciaal bij kostengebaseerde tarieven is dus de transparantie

[0:29:39] in hoe de kostenopbouw is voor een warmtebedrijf. Maar in hoeverre is dat niet nu al met niet

[0:29:47] meer dan anders net zo goed? Dus als er op dit moment niet genoeg inzicht is in hoe die

[0:29:52] kosten worden opgebouwd, als het ACM nu op dit moment niet genoeg inzicht erin heeft,

[0:29:58] Is dat nu toch eigenlijk al net zo goed een vraagstuk? Hoe kan de ACM dan nu handhaven

[0:30:04] op redelijke tarieven? De huidige tariefregulering door de ACM werkt

[0:30:13] eigenlijk echt op basis van een gasreferentie. En in die gasreferentie, dat is een methodiek

[0:30:19] waarin wordt berekend wat zou een gemiddelde gebruiker nou kwijt zijn aan de kosten voor

[0:30:25] voor gas, cv-ketels en dergelijke. Die methodiek weet de collega's iets meer over, maar die

[0:30:31] gaan niet over de kosten die gemaakt worden door warmtebedrijven. En is daarmee echt een

[0:30:37] referentiesystematiek. Dat is ook het punt waarom er gebrek aan transparantie is. En

[0:30:41] we willen kiezen voor die kostengebaseerde systematiek.

[0:30:46] Kleine toelichting nog door mevrouw Koloo. Ja, dat lijkt me goed. Volgens mij is de vraag

[0:30:53] brengt ons dat dat nu in de problemen of niet en dat is mevrouw van enden met de wijziging van het

[0:31:03] warmtebesluit die we onder andere via de weg iw mogelijk maken geven we de acm informatie

[0:31:08] bevoegdheden die zij nodig hebben om niet van buitenaf de sector te reguleren maar meer van

[0:31:14] binnen uit inzicht te krijgen in de sector en dat is een eerste stap naar het kunnen opbouwen van

[0:31:19] zo'n kosten gebaseerd tarief wat gebaseerd is op de werkelijke kosten en ook de kosten structuren

[0:31:24] in de sector. De ACM heeft die informatiebevoegdheid echt nodig om kennis te kunnen opbouwen van

[0:31:29] hoe die sector onder de motorkap eruitziet. En die informatiebevoegdheid wordt ook doorgezet

[0:31:35] met de WCW straks. Dus het korte antwoord is, de ACM heeft die kennis van onder de motorkap

[0:31:42] nu niet. En met de wijziging van het warmtebesluit proberen we de ACM zo snel mogelijk de bevoegdheid

[0:31:47] te geven om die kennis wel op te bouwen.

[0:31:52] Ik kijk heel even naar mevrouw Kreuger of daarmee de vraag beantwoord is, of dat er toch nog

[0:31:56] onduidelijkheid bestaat.

[0:31:57] Oké, dan ga ik doorrijden.

[0:31:58] Heer Vermeer.

[0:32:00] Ja, dank u wel, voorzitter.

[0:32:01] En bedankt voor de toelichting.

[0:32:04] Voor ons als Kamerleden is het wel ingewikkeld, want er wordt gesproken over ruime investeringssubsidies,

[0:32:14] prijsplafonds, bescherming, doelgroepen.

[0:32:15] Er wordt net gezegd van met veel subsidies is het mogelijk te maken, maar er zijn ook

[0:32:22] maatschappelijke baten en moet een vereveningsfonds komen waardoor warmte klanten betaald wordt.

[0:32:29] Tenminste, zo hebben wij het begrepen.

[0:32:33] Hoe krijgen wij nou inzichtelijk in een uitlegbaar overzicht ook naar burgers dat dit een goed

[0:32:42] idee is en dat dit echt uiteindelijk goedkoper en beter is voor Nederland dan dat ieder huis

[0:32:49] zijn eigen verwarming regelt. Want als die maatschappelijke noodzaak zo is en het zo

[0:32:58] aantrekkelijk is, waarom zijn dan al die compensatieregelingen en subsidies nodig? En misschien is de vraag

[0:33:05] eerder welke verborgen kosten zitten er dan in ons huidige systeem? Iemand moet het betalen.

[0:33:13] Dank voor de vraag. Dan kijk ik even naar rechts wie de vraag gaat beantwoorden.

[0:33:18] De heer Koppelaar. Ik geef het woord aan de heer Koppelaar.

[0:33:21] Een paar dingen. De berekening waarom warmtenetten de goedkoopste en optimale oplossing zijn

[0:33:31] voor warmtenetten is gedaan door het planbureau van de leefomgeving. In hun modellen stoppen

[0:33:37] zij dus de kosten die gemaakt moeten worden voor de aanleg van de systemen, maar ook

[0:33:42] de aanpassing van de woningen. Er moet ook gerenoveerd worden, het isolatieniveau zal

[0:33:49] omhoog moeten, al dat soort dingen. Die worden dan afgezet tegen de kosten die nodig zouden

[0:33:53] zijn als je elektrisch wilt gaan verwarmen of wanneer je met duurzame gassen zou wil

[0:33:57] gaan verwarmen. Dus inzichtelijk voor de burger moet ik echt verwijzen naar die startanalyse

[0:34:04] van het pbl. Een andere vraag die u volgens mij stelt is hoe komt het nou dat je er zo

[0:34:10] Dat is het gevoel dat nu ontstaat, dat je er zoveel bij moet doen en op verschillende manieren.

[0:34:17] Heel vreemd is dat niet als je bouwt aan een nieuw energiesysteem, dat je aan de voorkant

[0:34:22] een hoop moet investeren en dat je ook wilt dat die kosten door de samenleving worden

[0:34:27] gedragen.

[0:34:27] We noemen dat dan vaak socialiseren.

[0:34:30] En de mechanismes om dat te doen zijn bijvoorbeeld uitstekend op orde voor het aanleggen van

[0:34:33] elektriciteits- en gasnetten, want dat loopt gewoon via het nettarief.

[0:34:37] Zo'n systeem hebben we op dit moment niet voor warmtetarieven.

[0:34:41] Het heeft ook te maken met het feit dat de sector nog heel klein is. Hij zal groter worden.

[0:34:47] En langzamerhand zal die socialisering in de tijd anders worden. Je hebt namelijk ook

[0:34:54] te maken met het feit dat je nu heel veel kosten maakt die je eigenlijk niet wil afwentelen

[0:34:58] op de gebruikers van dit moment, wat vaak een kleinere groep is, maar dat je die eigenlijk

[0:35:01] ook over de toekomstige gebruikers zou willen kunnen uitsmeren. Dus dat socialiseren gaat

[0:35:06] over de domeinen heen en over de tijd heen. Veel me gerust aan.

[0:35:14] Dan krijg ik naar de heer Vermeer van BBB voor een aanvullende vraag.

[0:35:18] De aanvullende vraag is dan, want ik denk dat de heer Koppelaar dat terecht aangeeft,

[0:35:23] bij elektriciteit wordt dat afgewikkeld via de gebruikers op het net zelf. En hier gaan

[0:35:32] we socialisatie kosten over ook de gebruikers van de andere systemen. Dus dit betekent impliciet

[0:35:38] dan toch, als ik het goed begrepen heb, dat de mensen die niet op het warmtenet gaan,

[0:35:44] die twee derde, die betalen de socialisatiekosten mee via een belastingafdracht van de een derde

[0:35:52] die op een ander systeem overgaat. Dus die hebben dan dubbele kosten, toch? Of heb ik

[0:35:56] dat verkeerd begrepen?

[0:36:02] Misschien kan je het volgende daarover zeggen. Wanneer iemand in een gebied woont waar het

[0:36:09] heel duur is om een gasleiling aan te leggen in het verleden, of elektriciteitsnetten te

[0:36:15] verzwaren, dan vinden we het heel acceptabel dat gebruikers van de gebieden waar het veel

[0:36:20] goedkoper is daaraan meebetalen. Zo socialiseren we ook door het land voor elektriciteit en

[0:36:26] voor gas. Voor warmte hebben we dat op die manier nog niet goed geregeld. Dat is ook

[0:36:31] een van de opmerkingen in de Kamerbrief. Dat moeten we wel doen. Dus dat we met elkaar in

[0:36:36] Nederland zorgen voor de meest optimale energiesystemen, dat is de aanname die we hebben vanuit de startanalyse

[0:36:42] voor het planbureau voor de leefomgeving, dat we daar gezamenlijk de kosten voor dragen

[0:36:46] en niet alleen maar afwentelen op een op dit moment nog beperkte groep. Overigens ook

[0:36:52] vaak een groep die woont in sociale huurwoningen. Dat is een keuze die ook aan de politiek is

[0:36:59] om te maken. Dank voor de beantwoording. Dan ga ik naar

[0:37:05] de heer Erkens van de VVD. Dank voor de toelichting aan de kant van

[0:37:11] de ambtenaren hierin. Het is een behoorlijke kluif om deze wet goed op te lossen. Een aantal

[0:37:16] dilemma's die wij opbrengen met elkaar zijn heel complex en volgens mij zijn dat geen makkelijke

[0:37:19] oplossingen. Ik heb een heleboel vragen, ook over de marktoordening, maar ik zal me

[0:37:24] Ik ga even focussen op de volgende.

[0:37:26] Want de heer Van Meer maakte in zijn inleiding een terecht punt.

[0:37:28] Het is een hele complexe systematiek die we uit aan het werken zijn met elkaar...

[0:37:32] om die betaalbaarheid voor de huishoudens te garanderen.

[0:37:35] Vereffeningsfondsen, subsidies aan de voorkant, maximumtarieven gaan zo door.

[0:37:39] Ik zie best wel grote financiële risico's erin.

[0:37:41] En de mogelijkheid dat het inderdaad ook tussen gemeentes enorm kan verschillen qua prijzen.

[0:37:45] Want het raakt vlak ook aan schade.

[0:37:47] Is in dit proces ook gekeken naar de verschillen en voor- en nadelen...

[0:37:51] van een nationaal warmtebedrijf ten opzichte van allemaal gemeentelijke warmtebedrijven,

[0:37:55] omdat ik me dan kan voorstellen dat je die kosten van veel grotere groepen kan uitsmeren.

[0:38:01] Kijk even naar de rechterzijde, wie hier het beste antwoord op kan geven. Dat gaat de heer

[0:38:06] Koppelaar doen.

[0:38:08] We hebben eigenlijk in de wet gezegd dat een warmtebedrijf kan worden aangewezen wat integraal

[0:38:15] is en wat een publiek meerderheidsbelang heeft. We hebben niet een voorwaarde gesteld dat

[0:38:22] een nationaal bedrijf zou moeten zijn of een lokaal of een regionaal, dat is aan de gemeente

[0:38:26] om daarvoor te kiezen. De gemeente mag een keuze maken welk warmtebedrijf wijzen we aan. Dat

[0:38:32] is wat in de wet staat. Eigenlijk kan ik er niet veel aan toevoegen. Dus in de wet staat

[0:38:39] niet inderdaad de keuze voor een nationaal warmtebedrijf.

[0:38:45] Het woord is aan de heer Erkens, VVD.

[0:38:47] Volgens mij moet ik dit voor het politieke debat gaan bewaren. Ik denk wel dat de keuze

[0:38:52] om het bij gemeentes te beleggen, zorgt er natuurlijk ook voor dat deels het financiële

[0:38:56] risico wel bij het Rijk terechtkomt, ook als het de uitleg nu hoort. Dus dat is een afweging

[0:39:00] die wij zullen meenemen in het debat, denk ik dan. Tweede vraag gaat over de kosten

[0:39:04] van de warmtenetten. Is er wel gekeken, de tariefregeling kwam het ook langs, wat zijn

[0:39:09] nou de kosten van een efficiënt warmtenet? Hoe ga je die efficiëntie meten? En wordt

[0:39:15] er ook gekeken in de wet naar hoe je die kosten omlaag kan krijgen, in plaats van dat elke

[0:39:19] gemeente misschien inderdaad naar enorme kostenoverscheidingen toewerkt.

[0:39:24] Het woord is aan mevrouw van den Ende.

[0:39:29] De uitwerking van de kostigbaseerde tariefregulering fase 2 staat in het besluit, die is ter internet

[0:39:35] consultatie al uitgegaan, dus die kunt u ook nalezen.

[0:39:39] We werken nu kostigbaseerde tariefformules uit waarin een deel van de kosten ook genormeerd

[0:39:45] of gebenchmarkt kan worden door de ACM, waardoor de ACM op die manier efficiëntieprikkels

[0:39:50] kan gaan afgeven.

[0:40:08] U noemde in uw presentatie ook de consumentenbescherming en gaf aan dat die net zoals die bij de energiewet

[0:40:18] is.

[0:40:18] Dat is mooi, want die is al beter dan de wet die we daarvoor hadden.

[0:40:22] Ik vroeg me af, zijn er ook extra punten die hier zijn toegevoegd, omdat we toch te maken

[0:40:28] hebben met die monopoliepositie?

[0:40:30] Dus is hij zelfs nog iets sterker dan bij de energiewet?

[0:40:32] Welke punten zijn dat dan?

[0:40:34] En de andere vraag die ik heb, ik ga er eigenlijk vanuit dat dit ook de consultatie is geweest.

[0:40:38] Welke partijen en stakeholders zijn hierbij betrokken of hoe heeft u input vergaard?

[0:40:45] Laat ik hem anders zo zeggen.

[0:40:50] Voor de consumentenbescherming kijk ik even naar mevrouw Koolhop.

[0:40:54] Het woord is aan mevrouw Koolhop.

[0:40:57] Ja, dank u meneer voorzitter.

[0:40:59] De eerste vraag is eigenlijk van ja, is er extra bescherming voor de consumenten?

[0:41:04] Omdat het hier toch wel om een monopole positie gaat van de warmtebedrijven.

[0:41:10] In de lijn van de warmtewet hebben wij dezelfde bescherming gehandhaafd.

[0:41:15] Het is wel zo dat wij in verband met de extra bescherming die in de energiewet werd voorgesteld

[0:41:21] voor de consumenten, dat we daar ook iets van hebben overgenomen in de wet collectieve

[0:41:27] warmtevoorziening.

[0:41:29] Ja, dan moet je eigenlijk denken aan een extra bescherming bovenop het burgerlijk wetboek,

[0:41:33] waar ook allerlei bescherming staat voor verkoop op afstand bijvoorbeeld.

[0:41:38] Extra transparantie voorschriften, informatie die voorafgaand aan de overeenkomst moet worden

[0:41:43] verstrekt. Iets in het kader van een opzegvergoeding die alleen mag worden gevraagd bij bepaalde

[0:41:50] vaste contracten. Dat is dus niet een bescherming die extra komt omdat we hier met een monopoliemarkt

[0:42:01] te maken hebben, maar meer omdat het in het verlengde van de energiewet wenselijk wordt

[0:42:05] gevonden om dit op te nemen. Dat is ook meteen een antwoord op de vraag van hoe is de input

[0:42:13] hiervan gegaan. We hebben gewoon voor gekozen om in de energiewetgeving zoveel mogelijk

[0:42:18] consumentenbescherming gelijk te trekken.

[0:42:25] Een kleine toevoeging van mevrouw Van Ende.

[0:42:28] Daarop aanvullend is er wel intensief contact geweest met het stekelderveld, met verschillende

[0:42:34] type belangenorganisaties.

[0:42:42] Nog een vervolgvraag mevrouw Posma.

[0:42:44] Ja, een hele kleine is ook gekeken wat er in het buitenland gedaan wordt bijvoorbeeld

[0:42:48] aan consumentenbescherming en daar ook de goeie dingen mee genomen, zou ik zeggen?

[0:42:56] Het woord is aan mevrouw Kollerop.

[0:42:57] Sorry, dank u, meneer voorzitter.

[0:43:00] Indirect, zeker.

[0:43:02] Wat ik zei, het is voornamelijk ingegeven vanuit de bescherming die ook wordt geboden

[0:43:08] in de energiewet.

[0:43:10] En de energiewet is natuurlijk heel Europees rechtelijk georiënteerd.

[0:43:14] Daar zijn extra voorschriften voor de consumenten in opgenomen

[0:43:19] maar die voortvloeien ook uit de Europese richtlijn op dat vlak.

[0:43:25] Dus in die zin is het inderdaad ook ingegeven op het standaard

[0:43:30] wat in het buitenland wordt gebouwd.

[0:43:34] Dank voor de beantwoording.

[0:43:35] Dan geef ik het woord aan mevrouw Kreuger, GroenLinks BWA.

[0:43:39] Dank u wel.

[0:43:39] Ik zit toch nog even te puzzelen op die tariefregulering,

[0:43:44] want ik lees dan dat dat prijsplafond, zoals beschreven in de brief,

[0:43:47] moet ik dat eigenlijk opvatten als een soort van gasreferentie, eenzelfde functie, namelijk

[0:43:56] dat je eigenlijk een maximum erop zet, waarbij je dus de prijs berekent op basis van reële

[0:44:04] kosten, maar dat er een max op zit gerelateerd aan wat een alternatief zou kosten. Is dat

[0:44:10] de denkrichting? Probeer ik te snappen. Waarbij ook die vraag terugkomt van, ook in de huidige

[0:44:17] systematiek, waarbij er de gasreferentie is, maar er mogen ook geen onredelijke rendementen

[0:44:24] gemaakt worden, is natuurlijk de transparantie over hoe die kostenstructuur er daadwerkelijk

[0:44:29] uitziet cruciaal. Dus hou je dat toch? Dus ik probeer even te snappen het verschil. Stel

[0:44:36] je zou kostprijs plus hebben met een prijsplafon, hoe anders is dat dan wat we nu hebben?

[0:44:48] Het grootste verschil is dat we met de kostgebaseerde tariefregulering wel inzicht hebben in de efficiënte

[0:44:54] kosten van warmtebedrijven, dat je dus weet dat je niet meer betaalt dan nodig is voor

[0:44:58] dat kavel en dat warmtebedrijven zelf ook zekerheid hebben om te kunnen investeren.

[0:45:05] Ze weten namelijk dat ze hun efficiënte kosten ook kunnen terugverdienen.

[0:45:08] Dat ontbreekt op dit moment echt ten ene male.

[0:45:12] En het feit dat je het via een kavel regelt, stelt dus de gemeente in staat om aan de voorkant

[0:45:18] bij de aanwijzing van een wijk voor een warmtenet duidelijk te maken, dit is wat het gaat worden,

[0:45:23] dit is wat het gaat kosten, dit is waar u ja tegen kunt zeggen.

[0:45:27] Vervolgens hebben wij ons ook de vraag gesteld, in de overgangsperiode zit je ermee dat mensen

[0:45:34] die nu overgaan op een warmtenet en bijvoorbeeld iets hogers moeten gaan betalen dan wat ze

[0:45:40] nu gewend zijn voor gas, hoe ga je daarmee om? Hoe ga je ermee om dat in een overgangssituatie

[0:45:46] daar een bepaald gevoel van onrechtvaardigheid over bestaat? We kennen de situaties in het

[0:45:52] recente verleden die in de media hebben gestaan. En hoe ga je ermee om dat mensen zich ook

[0:45:57] vergelijken ten opzichte van een duurzaam alternatief, zoals een warmtepomp? En dan

[0:46:00] zoeken mensen ook naar zekerheid. Bestuurders die een aanbod doen zoeken ook naar zekerheid.

[0:46:05] Daar komt de prijsgarantie om de hoek kijken. Dat je de consument dan duidelijk kunt maken

[0:46:13] tegen deze referentie zet je af wat je zelf gaat betalen. Aan de achterkant vereven je

[0:46:19] vervolgens bedrijven voor de daadwerkelijke kosten die worden gemaakt.

[0:46:31] In zoverre, als er toezicht wordt gehouden via een redelijk rendement, wat nu al het

[0:46:40] geval is... Wat ik nu hoor, is dat er op dit moment helemaal geen inzicht is in die efficiënte

[0:46:48] kosten. Dus dat het nu toezicht houden op een redelijk rendement, dat is een zeer moeilijke

[0:46:54] opgave is, het systeem dat we nu hebben, dan zou je zo direct via die transparantie alleen

[0:47:01] op het moment dat je dan zo'n prijsplafond zet... Hoe zeg ik dat? Dat is toch best ingewikkeld

[0:47:09] op het moment dat je je kosten systematiek op kavelniveau baseert, terwijl heel veel van

[0:47:13] je baten buiten je kavel liggen. Dus bijvoorbeeld, de baat van een gemeente wijst een kavel aan,

[0:47:22] dan hoeft er minder geïnvesteerd te worden in het net. Dat zou dan toch iets zijn wat

[0:47:27] een gemeente mee zou kunnen nemen in de totale balans.

[0:47:36] De heer Koppelaar, gaan we dat nog snappen? Ja, ik probeer de vraag goed te begrijpen.

[0:47:48] Het laatste punt waar u op doelt, ik denk dat dat raakt aan het probleem wat we ook

[0:47:54] hebben gesignaleerd. Bijvoorbeeld in de gemeente Den Haag is daar een onderzoek over geweest.

[0:47:57] We hebben er ook nog een onderzoek over lopen. Hoe komt het nou dat, ondanks het feit dat

[0:48:01] warmtenetten de maatschappelijk geziene goedkoopste oplossing zijn voor een wijk, conform planbureau

[0:48:08] van de leefomgeving, dat zich dat dan toch niet altijd vertaalt tot een aantrekkelijk

[0:48:13] tarief voor de gebruiker? Het onderliggende probleem daarbij is hoe socialiseren we die

[0:48:20] kosten en doen we dat niet over een te kleine groep in de tijd ook. Dus die twee dingen

[0:48:24] die ik ook in reactie op de heer Vermeer noemde. Dat zijn we aan het oplossen. Volgens mij kan

[0:48:36] ik daar alleen maar herhalen over wat we doen om inzichtelijk te maken wat de kosten zijn

[0:48:43] die warmtebedrijven maken via die kostgebaseerde tariefsystematiek. En wat we vervolgens ook

[0:48:49] nog kunnen doen om de consument te beschermen tegen situaties waarin toch het tarief op

[0:48:56] zo'n niveau komt te liggen, ondanks het feit dat het efficiënte kosten zijn, om die dan

[0:49:02] te beschermen. Ik voel me gerust aan als jullie denken dat ik het helderder had kunnen zeggen.

[0:49:10] Het woord is aan mevrouw Van der Enden. De rendementstoets is reactief en de kostig

[0:49:18] baseerde tariefregelering is proactief. Het is achteraf lastiger om te corrigeren. Dat

[0:49:27] is een groot verschil. Nu heb je NMDA met een rendementstoets. Straks keren we het eigenlijk

[0:49:31] om waarbij de zekerheid dat je investeringen kunt doen en dat je de kosten ook terug kunt

[0:49:39] verdienen via kostenbaseerde tariefregelering veel groter is dan bij NMDA. Dat zit nu echt

[0:49:43] niet in NMDA. Je ziet ook dat de rendementen van bedrijven enorm uiteenlopen.

[0:49:59] We hebben het over dat een gemeente een kavel aanwijst en we hebben het over een publiek

[0:50:04] warmtebedrijf. Die gemeente maakt ook andere kosten in de warmtetransitie. Kosten die als

[0:50:09] je niet een warmtenet zou hebben misschien veel hoger zouden liggen. In hoeverre kan

[0:50:14] die baten betrokken worden in een kostprijsberekening? Dus als een gemeente zegt in deze wijk doen

[0:50:20] een warmtenet en hoeven niet via de netbeheerder bedrag X te investeren in het net, kan dat

[0:50:29] betrokken worden, omdat je het qua publieke partijen hebt? Of is dat gewoon een totale

[0:50:35] niet mogelijkheid?

[0:50:40] Ik begrijp wat u zegt. Het voert misschien een beetje te ver, want het is een beetje

[0:50:44] buiten de scope van het wetvoorstel, maar er loopt op dit moment ook een onderzoek naar

[0:50:48] maar wat kan je doen om nettarieven te differentiëren? Dat zou dat probleem deels kunnen adresseren.

[0:50:59] U heeft het over investeringen van de gemeente, maar het zijn natuurlijk investeringen van

[0:51:02] de netbeheerders. Zo hebben we het geregeld. Wat je in rekening kunt brengen als netbeheerder

[0:51:05] wordt ook Europees gereguleerd. Daar kun je ook niet zomaar allerlei componenten in gaan

[0:51:10] stoppen die iets te maken hebben met investeringen in andere energievoorzieningen. Dus daar zit

[0:51:16] ook nog wel een schot tussen. Vandaar dat wij zoeken naar manieren om de socialisering

[0:51:21] op te lossen.

[0:51:29] Dank u wel, voorzitter. Het wordt steeds complexer, vrees ik. Met elk nieuw antwoord komen er

[0:51:36] weer nieuwe vragen. We gaan dus oplossen dat de uitklomsten van het model niet overeenkomen

[0:51:42] met de realiteit van de kosten in de praktijk. Ik denk dan dat het model niet klopt, maar

[0:51:47] Dan gaan we nog wel even induiken.

[0:51:50] Hoe kan het nu zijn dat we het ontbreken aan het inzicht om het goed uit te kunnen voeren?

[0:51:56] Toch gaan we zeggen dat u gaat te horen krijgen aan de voorkant wat u gaat betalen.

[0:52:01] U gaat ook meebetalen aan vereveningskosten die we nog niet kennen.

[0:52:05] Dus dat komt er nog bovenop.

[0:52:08] En we gaan voor doelgroepen compenseren.

[0:52:10] Ik vraag mij af hoe we kunnen ja zeggen tegen een wetsvoorstel...

[0:52:18] waarvan we nog niet weten wat de consequenties zijn straks voor de gebruiker.

[0:52:24] En welke informatie...

[0:52:26] Ja, ik probeer te voorkomen dat het dit is.

[0:52:28] Ik wil geen politieke vraag stellen, maar hoe kunnen wij als Kamerleden

[0:52:32] de juiste berekeningen krijgen van wat dit voor burgers gaat betekenen?

[0:52:41] En dan moeten we toch even weer verder dan dat model van het PBL,

[0:52:46] want het blijkt dat we daar alweer oplossingen voor moeten verzinnen.

[0:52:51] Dus als u...

[0:52:54] Absoluut niet politiek antwoorden, hoor, maar het gaat erom van...

[0:52:57] welke instrumenten kunnen de Kamerleden krijgen...

[0:53:00] om dit goed te kunnen berekenen, zeg maar.

[0:53:04] Het woord is aan de heer Koppelaar.

[0:53:06] Ja, ik denk dat we daar even op moeten kauwen...

[0:53:09] omdat uw vraag niet makkelijk te beantwoorden is...

[0:53:12] vanuit wat we hebben opgeschreven in het wetsvoorstel.

[0:53:15] Ik denk wel dat de uitgangspunten van het wetsvoorstel zo moeten worden gezien dat de instrumenten

[0:53:20] die we aan het inrichten zijn ertoe leiden dat er transparantie is aan de voorkant, voor

[0:53:29] consumenten.

[0:53:30] Overigens, op dit moment, als warmtretten worden aangelegd, dan wordt het consumenten

[0:53:34] ook verteld.

[0:53:35] Dit is wat je kunt verwachten.

[0:53:38] Dus op basis van business cases kun je natuurlijk ook al een heleboel doen.

[0:53:42] Maar goed, ik denk dat we een heleboel hebben uitgelegd over wat het wetvoorstel kan doen

[0:53:49] aan bescherming van de consument, aan het uitlegbaar krijgen van de tariezen. Dus daar

[0:53:55] laat ik het voor dit moment even bij.

[0:53:59] Kort een vervalligvraag. Gezien de complexiteit die ik in ieder geval zelf ervaar, hebben

[0:54:09] de gemeentes, de mensen en de expertise om dit soort projecten uit te rollen en ook nog

[0:54:14] uit te leggen. En daar draagvlak voor te zoeken op deze manier.

[0:54:20] Het woord is aan de heer Koppelaar.

[0:54:25] Ja, dat is een van de dingen die we ook genoemd hebben in de Kamerbrief. Dat gemeentes in

[0:54:29] staat moeten zijn de regie ook te voeren. En je ziet dat ze daar een heleboel goede

[0:54:34] mensen rondlopen. Ze hebben ook soms noodzaak om daar partijen voor in te huren. Maar ze

[0:54:40] hebben vooral behoefte aan publieke warmtebedrijven die ze kunnen aanwijzen. De ondersteuning die

[0:54:48] geboden wordt vanuit het Rijk op de regie van de gemeente zit aan de ene kant in de bevoegdheden

[0:54:52] en aan de andere kant ook in ondersteuning in de uitvoeringskosten via de klimaatmiddelen

[0:54:57] die gedaan zijn. En het nationaal programma lokale warmtetransitie ondersteunt de gemeentes

[0:55:02] ook hierbij.

[0:55:09] Het gaat over de overgangsperiode. U gaf aan dat voor zeven jaar private partijen met

[0:55:17] zijn gemeente dat zelf ook wil door kunnen gaan met projecten, daar zelf nog in kunnen

[0:55:21] investeren. Begrijp ik het dan goed dat dat wel betekent dat in die periode er nog een

[0:55:25] privaat meerderheidsbelang is? En zo ja, wat is dan het overgangsrecht na die zeven jaar?

[0:55:31] Wat gebeurt er met dit project? Het woord is aan de heer Olthuis.

[0:55:39] In die ingroeiperiode waar we het over hebben, die is inderdaad zeven jaar, dan kan inderdaad

[0:55:44] een warmtebedrijf met een privaat meerderheidsaandeel worden aangewezen. En die wordt gewoon weer

[0:55:51] aangewezen voor een periode van twintig tot dertig jaar. Dus dat kan doorlopen tot 2056

[0:55:57] als de WCW in 2026 in werking zou treden.

[0:56:04] Dat zou ook voldoende moeten zijn om de hele business case uit te zetten

[0:56:07] van het warmteproject.

[0:56:10] Nog een toevoeging van mevrouw van der Emden.

[0:56:12] Kleine aanvulling, in de ingroeiperiode kan er alleen een warmtebedrijf

[0:56:15] met een privaat meerderheidsbelang worden aangewezen op het moment

[0:56:18] dat er geen warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang

[0:56:20] of een warmtegemeenschap beschikbaar is.

[0:56:25] De heer Erkens heeft een verwolgvraag.

[0:56:27] Ja, en een vervolgvraag, want dit gaat waarschijnlijk om gemeentes die zelf nog geen warmtebedrijf

[0:56:32] hebben kunnen oprichten of die er ook niet door de staats hebben kortetermijn, zodat

[0:56:35] die transitie niet stilvalt die plekken. Dus dat lijkt mij persoonlijk verstandig, maar

[0:56:38] één vraag erover na die twintig, dertig jaar, die periode. Daarna gaat het naar een publiek

[0:56:46] meerderheidsbelang over natuurlijk. Zijn daar ook al in de wet richtlijnen voor opgesteld

[0:56:51] wat dan inderdaad het overgangsrecht zal zijn in de vergoedingen of de systematiek daarvoor?

[0:56:55] Het woord is aan de heer Oldhuis.

[0:56:58] Ja, die zijn er inderdaad.

[0:57:02] We hebben voor de duur van de overgangstermijn een periode gefaciliteerd waarbij ze sowieso

[0:57:07] hun investeringen terug kunnen verdienen.

[0:57:10] En daar geldt dus ook bij dat aan het eind van die periode, mocht de investeringen nog

[0:57:16] niet volledig zijn terugverdiend, dat we een restwaardebepaling hebben uitgewerkt en die

[0:57:22] moet een vergoeding geven voor de marktwaarde.

[0:57:24] voor zover de investeringen nog niet trein terugverdiend. Dat geldt overigens voor zowel

[0:57:29] situaties waarbij er een overgangstermijn geldt voor bestaande infrastructuur als ook

[0:57:34] voor situaties waarbij tijdens de ingroeiperiode nog een warmtebedrijf met een privaat meerderheidsaandeel

[0:57:41] wordt aangewezen. Dus in beide gevallen is er aan het eind van de periode een restwaardemethodiek

[0:57:46] voorgeschreven die de nog niet terugverdiende investeringen, in het begin zou dat al meer

[0:57:53] een deel terugverdiend moeten kunnen zijn, dan nog vergoed.

[0:57:56] En dat wordt vergoed door het nieuw aangewezen warmtebedrijf.

[0:57:59] Dus die betaalt de restwaarde aan het zittende warmtebedrijf.

[0:58:05] Dan dank ik u allen voor de aanwezigheid, de beantwoording,

[0:58:08] de uitstekende vragen van de Kamerleden.

[0:58:11] Ik constateer dat 60 minuten veel te weinig minuten en een uur zijn.

[0:58:15] Er zijn nog vele vragen en er zal nog veel over gesproken worden.

[0:58:18] Ik sluit deze technische briefing.