EU wapent zich met vernieuwde verordening beter voor handhaving van handelsregels

De Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad hebben vandaag een politiek akkoord bereikt over de versterking van de handhavingsverordening van de EU. De Commissie heeft in het kader van dit akkoord toegezegd snel werk te zullen maken van het antidwangmechanisme van de EU.

Dankzij de wijzigingen die overeen zijn gekomen, zal de Europese Unie in staat zijn om ondanks de verlamming van het multilaterale geschillenbeslechtingssysteem in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) haar handelsbelangen te beschermen. De Commissie zal ook kunnen optreden als zich soortgelijke problemen voordoen in het kader van bilaterale overeenkomsten.

Met het definitieve akkoord tussen de medewetgevers wordt ook het toepassingsgebied van de verordening en mogelijke handelsbeleidsmaatregelen uitgebreid tot diensten en bepaalde handelsgerelateerde aspecten van intellectuele-eigendomsrechten (IER). Hierdoor zal de Unie beter gewapend zijn om haar rechten af te dwingen, nu zij op een breder spectrum van terreinen tegenmaatregelen kan nemen.

Valdis Dombrovskis, uitvoerend vicevoorzitter van de Commissie en commissaris voor Handel, zei: “Van dit akkoord gaat een krachtig politiek signaal uit dat de Europese Unie actie zal ondernemen om voor onze bedrijven, werknemers en consumenten op te komen en ze te beschermen telkens wanneer onze partners zich niet aan de spelregels houden. Dit is een bijzonder belangrijke toezegging die we in onze Europese handelsagenda hebben gedaan en die we nu gestand doen. Het akkoord stelt de EU beter in staat om voor haar belangen op te komen wanneer de beslechting van een handelsgeschil in het kader van de WTO of van een van onze bilaterale handelsovereenkomsten wordt geblokkeerd. Bovendien kunnen tegenmaatregelen niet alleen met betrekking tot goederen worden getroffen, maar ook met betrekking tot diensten en bepaalde aspecten van intellectuele-eigendomsrechten. Onze overkoepelende prioriteit bij de aanpak van deze problemen blijft een herzien en goed functionerend multilateraal regelgevingskader waarin een centrale plaats wordt ingeruimd voor geschillenbeslechting in twee fasen; maar wij kunnen het ons in de tussentijd niet veroorloven ons niet te verweren.”

In aansluiting op dit politieke akkoord zullen het Europees Parlement en de Raad de gewijzigde verordening formeel aannemen, zodat deze zo spoedig mogelijk in werking kan treden.

Achtergrond

Overeenkomstig de politieke beleidslijnen van voorzitter Von der Leyen versterkt de Commissie de instrumenten van de Unie verder teneinde zich te kunnen richten op de naleving en de handhaving van de handelsovereenkomsten van de EU.

Het waarborgen van de naleving van de verbintenissen die met andere handelspartners zijn overeengekomen, is een belangrijke prioriteit van voorzitter Von der Leyen. De EU legt daarom meer de nadruk op de handhaving van de verbintenissen die haar partners in multilaterale, regionale en bilaterale handelsovereenkomsten zijn aangegaan. De Unie zal daarbij gebruikmaken van een reeks instrumenten.

Het voorstel tot wijziging van de bestaande handhavingsverordening was een reactie op de blokkering van de werkzaamheden van de WTO-Beroepsinstantie. De huidige verordening – de unierechtelijke grondslag voor de vaststelling van tegenmaatregelen in handelsgeschillen – vereist dat een geschil alle WTO-procedures (inclusief de beroepsfase) doorloopt voordat de Unie kan reageren. Door het ontbreken van een operationele WTO-Beroepsinstantie kunnen WTO-leden hun verplichtingen ontlopen en zich aan een bindende uitspraak onttrekken door eenvoudigweg beroep tegen een panelverslag in te stellen.

De herziene verordening zal de EU in staat stellen zelfs te reageren als de WTO geen definitieve uitspraak heeft gedaan doordat het andere WTO-lid de geschillenbeslechtingsprocedure blokkeert door beroep in te stellen bij de niet-operationele Beroepsinstantie en door niet in te stemmen met alternatieve arbitrage in het kader van het Memorandum inzake geschillenbeslechting van de WTO.

Dit nieuwe mechanisme zal ook van toepassing zijn op de bepalingen inzake geschillenbeslechting die in de regionale of bilaterale handelsovereenkomsten waarbij de EU partij is, zijn opgenomen voor het geval dat zich een vergelijkbare blokkering voordoet. De EU moet vastberaden kunnen optreden als handelspartners de doeltreffende beslechting van geschillen in de weg staan, bijvoorbeeld doordat zij de instelling van een panel blokkeren.

De Commissie heeft in het kader van dit akkoord toegezegd snel werk te zullen maken van het antidwangmechanisme van de EU. Zoals aangekondigd in de intentieverklaring van de voorzitter van de Europese Commissie van 16 september 2020 aan de voorzitter van het Europees Parlement en de fungerend voorzitter van de Raad, zal de Commissie het voorstel inzake het antidwangmechanisme uiterlijk eind 2021 goedkeuren. Dit mechanisme maakt ook deel uit van het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2021.

Om nog meer de nadruk te leggen op de naleving en de handhaving van de handelsovereenkomsten van de EU, heeft de Commissie in juli van dit jaar ook de eerste hoofdfunctionaris voor handhaving in handelszaken (Chief Trade Enforcement Officer) benoemd.

Meer informatie

Commissievoorstel

Memo

Infografiek

Intentieverklaring

Werkprogramma van de Commissie voor 2021