Staatssteun: Commissie verzoekt om opmerkingen over voorgestelde herziening van EU-staatssteunregels voor landbouw-, bosbouw- en visserijsector
De Europese Commissie nodigt alle belanghebbenden uit opmerkingen te maken over voorgestelde herziene staatssteunregels voor de landbouw-, de bosbouw-- en de visserijsector. Het doel van de voorgestelde herziening is de huidige regels af te stemmen op de strategische prioriteiten van de EU, met name het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) en de Europese Green Deal. De lidstaten en alle andere belanghebbenden kunnen op de raadpleging antwoorden tot en met zondag 13 maart 2022.
Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager, belast met het mededingingsbeleid: ”Onze voorstellen moeten ervoor zorgen dat onze staatssteunregels voor de landbouw-, de bosbouw- en de visserijsector geschikt zijn voor de groene transitie. Dankzij de herziene regels zullen de lidstaten gemakkelijker en sneller de nodige financiële middelen kunnen verstrekken, zonder dat dit leidt tot buitensporige concurrentieverstoringen op de eengemaakte markt. Wij moedigen alle belanghebbenden aan om hun standpunten mee te delen.”
De raadpleging heeft betrekking op de voorgestelde herzieningen van de verschillende reeksen staatssteunregels die van toepassing zijn op de landbouw-, de bosbouw- en de visserijsector, met name de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020, de groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw(“GVVL”), de richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector, de groepsvrijstellingsverordening voor de visserijsector (“GVVV”) en de de-minimisverordening voor de visserij.
De Commissie heeft een evaluatie uitgevoerd van de bestaande regels voor de landbouw- en de bosbouwsector en de regels voor de visserijsector worden momenteel geëvalueerd. De ontvangen input is verwerkt in de voorstellen waarover de raadpleging gaat.
Op basis daarvan meent de Commissie dat de onderzochte regels goed werken en in grote lijnen geschikt zijn voor het beoogde doel. Zij voldoen immers grotendeels aan de behoeften van de betrokken sectoren en dragen ook bij tot de verwezenlijking van bredere beleidsdoelstellingen van de EU, zoals milieubescherming en de gezondheid van planten, dieren en, meer in het algemeen, volksgezondheid.
Terzelfder tijd is uit de evaluatie gebleken dat de bestaande regels een aantal doelgerichte herzieningen behoeven, zoals verduidelijking van sommige begrippen, verdere stroomlijning en vereenvoudiging, en aanpassingen om rekening te houden met markt- en technologische ontwikkelingen en de huidige strategische prioriteiten van de EU, onder andere de Europese Green Deal, de "van boer tot bord"-strategie en de biodiversiteitsstrategie. Bovendien moeten de regels worden aangepast opdat de lidstaten het hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en het nieuwe Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) snel ten uitvoer kunnen leggen.
In deze context stelt de Commissie een aantal wijzigingen voor van de bestaande regels, onder meer van:
- De richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden. De Commissie stelt voor dat acties van de lidstaten in het kader van het hervormde GLB, die als onderdeel van hun strategische GLB-plannen worden uitgevoerd, worden geacht in overeenstemming te zijn met de EU-staatssteunregels, zodat de vereiste goedkeuringsprocedure voor staatssteun vlot kan worden afgewikkeld. Het voorstel omvat ook de introductie van aan de richtsnoeren te toetsen nieuwe categorieën steun, zoals steun voor de preventie, bestrijding en uitroeiing van overlast door invasieve uitheemse soorten en nieuwe ziekten, ter bescherming van de gezondheid van planten, dieren en mensen. Bovendien bieden de voorgestelde herziene richtsnoeren meer stimulansen voor maatregelen voor bosbeheer die gunstig zijn voor het milieu en het klimaat (de zogenaamde bosmilieu- en klimaatdiensten), door de maximale steunintensiteit te verhogen tot 120 % van de in aanmerking komende kosten voor diensten op het gebied van biodiversiteit, klimaat, water of bodem en regelingen voor koolstoflandbouw.
- De groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw. De Commissie stelt voor om de steunintensiteiten waarbij een maatregel voor de GVVL in aanmerking zou komen, gelijk te trekken met die welke in het kader van de strategische GLB-plannen van het hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) worden verleend. Er worden ook nieuwe categorieën steunmaatregelen voorgesteld, zoals steun voor het herstel van door beschermde diersoorten veroorzaakte schade en steun ter compensatie van extra kosten die worden gemaakt wanneer landbouwgrond in Natura 2000-gebieden is gelegen.
- De richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector. De Commissie stelt voor nieuwe steuncategorieën in te voeren die door de Commissie aan de richtsnoeren zouden moeten worden getoetst, met name steun voor de preventie, bestrijding en uitroeiing van overlast door invasieve uitheemse soorten en nieuwe ziekten en steun voor de vergoeding van schade door beschermde diersoorten (tenzij deze onder een groepsvrijstelling vallen). Tevens verduidelijken en stroomlijnen de voorgestelde ontwerprichtsnoeren de regels op een aantal gebieden, zoals de regels met betrekking tot steun voor de vernieuwing van de vissersvloot in ultraperifere gebieden. Bedoeling is de ontwerprichtsnoeren begrijpelijker te maken, en zodoende de toepassing ervan te vergemakkelijken en de lidstaten meer duidelijkheid te verschaffen, mede in het licht van de opgedane ervaring.
- De groepsvrijstellingsverordening voor de visserijsector. De Commissie stelt voor nieuwe categorieën steunmaatregelen vrij te stellen van de verplichting tot aanmelding bij en goedkeuring door de Commissie, met name steun ter vergoeding van door beschermde diersoorten veroorzaakte schade en steun ter vergoeding van schade als gevolg van bepaalde ongunstige weersomstandigheden.
- De de-minimisverordening voor de visserijsector. De Commissie stelt een actualisering op basis van recentere sectorale gegevens voor van de maximale cumulatieve bedragen aan de-minimissteun die per lidstaat kunnen worden toegekend.
De voorliggende voorstellen en alle bijzonderheden van de openbare raadpleging zijn te vinden:
- op deze plaats voor wat betreft landbouw en bosbouw en plattelandsgebieden, en
- hier voor wat betreft de visserijsector.
Volgende stappen
Er is niet alleen de vandaag gelanceerde raadpleging. De ontwerpen voor de herziene teksten van de GVVL en GVVV en de herziene de-minimisverordening voor de visserijsector zullen ook worden besproken in twee vergaderingen tussen de Commissie en de lidstaten: de eerste zal plaatsvinden aan het einde van de raadplegingsperiode en de tweede na de herziening van het ontwerp op basis van de input die tijdens de openbare raadpleging is gegeven. De ontwerprichtsnoeren zullen ook worden besproken in een multilaterale vergadering met de lidstaten aan het einde van de raadplegingsperiode.
Zo krijgen zowel de lidstaten als andere belanghebbenden voldoende gelegenheid om opmerkingen over de ontwerpvoorstellen van de Commissie te maken.
Het is de bedoeling de herziene regels tegen eind 2022 goed te keuren.
Achtergrond
De groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw (GVVL) en de groepsvrijstellingsverordening voor de visserijsector (GVVV) verklaren specifieke categorieën steunmaatregelen verenigbaar met het Verdrag, mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoen, en stellen deze categorieën vrij van het vereiste van voorafgaande aanmelding bij en goedkeuring door de Commissie.
Deze vrijstelling is een belangrijke vereenvoudiging, die lidstaten in staat stelt snel steun ter beschikking stellen indien aan de voorwaarden voor beperking van concurrentieverstoring in de eengemaakte markt wordt voldaan. Als gevolg daarvan wordt nu een flink percentage van alle staatssteunmaatregelen door de lidstaten ten uitvoer gelegd zonder dat voorafgaande goedkeuring door de Commissie nodig is. In de landbouwsector bijvoorbeeld, gaat het om 80 %. Dit strookt met de insteek van de Commissie om te focussen op meer en snellere resultaten, en minder te doen waar zij geen meerwaarde kan bieden.
De in de GVVL en GVVV neergelegde regels vormen een aanvulling op de regels van de staatssteunrichtsnoeren voor de landbouw-, de bosbouw- en de visserijsector waarin wordt vastgesteld onder welke voorwaarden de Commissie oordeelt dat niet onder een groepsvrijstelling vallende en daarom aan de aanmeldingsplicht onderworpen staatssteunmaatregelen verenigbaar met de eengemaakte markt zijn. Samen vormen deze twee reeksen regels een alomvattend rulebook voor de toekenning van staatssteun in de landbouw-, de bosbouw- en de visserijsector.
Door de de-minimisverordeningen worden kleine steunbedragen vrijgesteld van de controle op staatssteun omdat wordt aangenomen dat zij geen impact hebben op de mededinging en het handelsverkeer op de eengemaakte markt. De-minimissteun kan derhalve worden toegekend zonder voorafgaande aanmelding bij en goedkeuring door de Commissie.