Staatssteun: uit het scorebord 2021 blijkt dat staatssteunmaatregelen in verband met COVID-19 ongekende steunniveaus mogelijk maakten, waarbij wel een gelijk speelveld in stand is gehouden.
Het scorebord voor staatssteun 2021, dat vandaag door de Europese Commissie is gepubliceerd en betrekking heeft op de uitgaven voor staatssteun in 2020, toont het belang van het staatssteunbeleid om een billijke interne markt te behouden. Door dat beleid kunnen de lidstaten ondernemingen ondersteunen in tijden van acute en onvoorziene crises.
In 2020 hebben de lidstaten 384,33 miljard euro aan staatssteunmaatregelen toegekend voor alle doeleinden, waarvan 227,97 miljard euro aan zwaar door de coronapandemie getroffen bedrijven om ze overeind te houden.
Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager, belast met het mededingingsbeleid: “Het vandaag gepubliceerde scorebord voor staatssteun voor uitgaven in 2020 vestigt de aandacht op het ongekende niveau van overheidssteun die nodig was om zwaar door de coronapandemie getroffen bedrijven overeind te houden. Ook komt naar voren dat de tijdelijke maatregelen evenredig en noodzakelijk waren en compensatie boden voor de tijdens de crisis geleden economische schade. Bovendien, en dat is van groot belang, blijkt dat de staatssteunuitgaven voor niet aan de crisis gerelateerde doeleinden binnen de bestaande marges van vóór de pandemie zijn gebleven. Dat bevestigt de cruciale rol van het staatssteunbeleid als hoeksteen van een billijke interne markt.”
Het jaarlijkse scorebord voor staatssteun biedt een algemeen overzicht van de EU-uitgaven voor staatssteun op basis van de verslagen van de lidstaten.
Het scorebord voor staatssteun 2021 bevat de steunuitgaven van de 27 EU-lidstaten plus het Verenigd Koninkrijk in 2020. Het toont met name aan dat:
- de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk in 2020 384,33 miljard euro, ongeveer 2,43% van hun totale bbp van 2020, hebben besteed aan staatssteun voor alle doeleinden, met uitzondering van steun aan spoorwegen en diensten van algemeen economisch belang (“DAEB”). De totale uitgaven voor COVID-19-maatregelen bedroegen 227,97 miljard euro (ongeveer 59% van de totale uitgaven voor staatssteun), en de overheidssteun voor andere maatregelen los van de coronapandemie bedroeg 156,36 miljard euro (ongeveer 41% van de totale uitgaven);
- wat de uitgaven voor staatssteun in de context van de coronapandemie betreft, zijn Polen en Griekenland de lidstaten met het grootste aandeel ten opzichte van het nationale bbp in 2020 (respectievelijk 3,8% en 3,6%), gevolgd door Malta (3%), Slovenië (2,5%), Hongarije (2,1%) en Duitsland (1,9%). Ierland en Zweden (beide 0,2%) zijn de lidstaten die daaraan relatief het minst hebben uitgegeven, gevolgd door Finland (0,3%), België (0,4%) en Nederland (0,58%);
- staatssteunuitgaven voor niet-coronacrisisdoelstellingen zijn in 2020 binnen de grenzen van vóór de pandemie gebleven:
- de uitgaven zijn met 9,12 miljard euro gestegen ten opzichte van 2019. Hoewel deze stijging kleiner is dan die van 2019 ten opzichte van 2018 (13,44 miljard euro), stemt zij wel overeen met de gemiddelde jaarlijkse stijging in de periode 2015–2019 (9,80 miljard euro per jaar);
- net als in voorgaande jaren zijn milieubescherming en energiebesparing ook in 2020 de niet aan de crisis gerelateerde beleidsdoelen waaraan de lidstaten het meest hebben uitgegeven (77 miljard euro), gevolgd door regionale ontwikkeling (18,30 miljard euro) en onderzoek en ontwikkeling, inclusief innovatie (16,40 miljard euro);
- ten opzichte van 2019 zijn de totale uitgaven voor niet aan de crisis gerelateerde projecten die door EU-fondsen en nationale fondsen worden medegefinancierd, gestegen van ongeveer 14,85 miljard euro in 2019 tot ongeveer 17,83 miljard euro in 2020, ofwel een stijging van 2,98 miljard euro (+ 20%). Dat is veel meer dan de jaarlijkse stijging in de twee jaar daarvoor (+ 3% in 2019 en + 9% in 2018). Dat komt bovenop de ongekende bedragen die zijn uitgegeven aan medegefinancierde COVID-19-maatregelen (12,95 miljard euro), waardoor de totale medegefinancierde staatssteunuitgaven in 2020 op het recordniveau van 30,78 miljard euro komen;
- net als in voorgaande jaren maken de lidstaten steeds vaker gebruik van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV), die de mogelijkheid biedt om bepaalde maatregelen met een beperkte impact op de interne markt uit te voeren zonder voorafgaande goedkeuring door de Commissie, en ook van andere sectorale groepsvrijstellingen (d.w.z. de groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw en de groepsvrijstellingsverordening voor de visserij). In 2020 werd 79% van de nieuwe staatssteunmaatregelen uitgevoerd op grond van groepsvrijstellingsverordeningen. Hoewel het absolute aantal nieuwe maatregelen onder een groepsvrijstelling in 2020 is toegenomen (2091 maatregelen in 2020 tegen 1815 maatregelen in 2019), is het aandeel van het totale aantal nieuwe maatregelen in vergelijking met voorgaande jaren afgenomen (nieuwe maatregelen onder een groepsvrijstelling vertegenwoordigden + 98,8% van het totale aantal nieuwe maatregelen in 2019). Dit hangt samen met de sterke toename van het aantal aangemelde COVID-19-maatregelen in 2020. De AGVV-uitgaven zijn in 2020 gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar (+ 9%, 59,5 miljard euro), maar wel langzamer dan in de twee voorgaande jaren (+ 13% in 2018 en + 12% in 2019).
Achtergrond
Het tijdelijk steunkader is op 19 maart 2020 aangenomen, waardoor de lidstaten de ruimte kregen om maximaal gebruik te maken van de flexibiliteit van de staatssteunregels om de economie te stutten bij de uitbraak van het coronavirus. Het tijdelijke steunkader voor COVID is op 3 april, 8 mei, 29 juni, 13 oktober 2020, 28 januari en 18 november 2021 gewijzigd. Zoals in mei 2022 aangekondigd, is het tijdelijke steunkader voor COVID, op enkele uitzonderingen na, niet verlengd tot na de vastgestelde vervaldatum van 30 juni 2022.
Het tijdelijke steunkader voor COVID vormde een aanvulling op de talrijke mogelijkheden waarover de lidstaten beschikken, zoals maatregelen om bedrijven te vergoeden voor schade die rechtstreeks het gevolg is van uitzonderlijke omstandigheden of maatregelen om hulp te bieden aan bedrijven met liquiditeitstekorten die dringende reddingssteun nodig hebben.
De Commissie heeft bovendien op 23 maart 2022 een tijdelijk crisiskader staatssteun aangenomen, zodat de lidstaten de flexibiliteit binnen de staatssteunregels kunnen benutten om de economie te ondersteunen in de context van de Russische invasie van Oekraïne. Dit tijdelijk crisiskader is op 20 juli 2022 gewijzigd in aanvulling op het pakket winterparaatheid en conform het REPoweEU-plan.
Tot slot heeft de Commissie sinds mei 2012 een ambitieus programma voor de hervorming van het staatssteunbeleid geïmplementeerd (“modernisering van het staatssteunbeleid”) met drie nauw verbonden doelstellingen: i) groei bevorderen op een versterkte, dynamische en concurrerende interne markt; ii) handhaving toespitsen op zaken met de grootste impact op de interne markt; en iii) regels stroomlijnen met het oog op snellere besluitvorming.
Door de modernisering van het staatssteunbeleid hebben de lidstaten snel staatssteun kunnen bieden ter bevordering van investeringen, economische groei en baancreatie, waardoor de Commissie haar staatssteuntoezicht kan toespitsen op de gevallen die de mededinging het meest dreigen te verstoren.
Op 7 januari 2019 is de Commissie, conform haar richtsnoeren voor betere regelgeving, begonnen met de evaluatie van de regels die zijn vastgesteld in het kader van de modernisering van het staatssteunbeleid, waaronder de richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming en energie en de mededeling over belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang, onder meer. De evaluatie vond plaats in de vorm van een “geschiktheidscontrole”. De bedoeling was een basis te leggen voor besluiten over de verdere verlenging of een eventuele actualisering van de bestaande regels.
De resultaten van de evaluatie zijn samengevat in een werkdocument van de diensten van de Commissie. De mijlpalen van de geschiktheidscontrole staan op het portaal voor betere regelgeving. Alle toepasselijke staatssteunregels, met inbegrip van de reeds gewijzigde regels, zijn hier te vinden.