EU wint WTO-beroep inzake Colombiaanse antidumpingrechten op diepvriesfrieten
In het eerste WTO-beroep dat is behandeld in het kader van de “tijdelijke regeling met verschillende partijen inzake beroep en arbitrage” (“Multi-party interim appeal arbitration arrangement”, bekendstaand als “MPIA”), hebben de arbiters de EU grotendeels gelijk gegeven. De definitieve en bindende uitspraak bevestigt dat de antidumpingrechten die Colombia heeft ingesteld op diepvriesfrieten uit België, Duitsland en Nederland, in strijd zijn met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de toegang tot de Colombiaanse markt ten onrechte beperken.
De uitspraak is een succes voor de Europese producenten, waarvan de uitvoer naar Colombia met een waarde van ruim 20 miljoen euro door de Colombiaanse rechten werd getroffen.
Dit is voor elk land dat de invoer uit de EU wil beperken een sterk signaal dat antidumpingonderzoeken ten volle moeten voldoen aan de WTO-regels, en benadrukt het systemische belang van de MPIA.
Deze zaak is ook een duidelijk bewijs dat WTO-geschillen snel en efficiënt kunnen worden opgelost, nu de definitieve uitspraak ruim binnen de termijn van 90 dagen is gedaan.
Hoewel de WTO-Beroepsinstantie momenteel vleugellam is gemaakt door een langdurige blokkering van benoemingen, kon dit beroep overeenkomstig de WTO-regels worden behandeld. Zowel Colombia als de EU zijn immers aangesloten bij de MPIA. Zolang de Beroepsinstantie geblokkeerd blijft, staat deze regeling open voor alle WTO-leden. De deelnemende WTO-leden stemmen ermee in om in WTO-geschillen die tussen hen rijzen, gebruik te maken van arbitrage- en beroepsprocedures. Zolang de WTO-Beroepsinstantie niet functioneert, waarborgt dit in dergelijke geschillen hun WTO-recht op een bindende en onafhankelijke geschillenbeslechting in twee instanties. Als zodanig biedt het een belangrijk en tussentijds vangnet voor het multilaterale, op regels gebaseerde handelsstelsel en vermijdt het situaties waarin dit laatste wordt ondermijnd door “beroepen in de leegte”, dat wil zeggen de leegte die is ontstaan doordat de Beroepsinstantie niet functioneert.
Volgende stappen
Colombia moet nu het nodige doen om aan de uitspraak te voldoen, hetzij onmiddellijk, hetzij binnen een termijn die met de EU is overeengekomen of door een WTO-arbiter is vastgesteld. Laat Colombia dat na, dan kan de EU van de WTO toestemming krijgen om tegenmaatregelen te nemen.
Achtergrond
De EU heeft dit geschil met Colombia (DS591) in november 2019 aanhangig gemaakt. Een WTO-panel deed in oktober 2022 uitspraak in het voordeel van de EU, waarop Colombia beroep instelde. De definitieve en bindende uitspraak van de arbiters in beroep bevestigt dat het Colombiaanse antidumpingonderzoek verschillende gebreken vertoonde, onder meer wat de berekening van de dumpingmarge en de schadeanalyse betreft.
De arbiters in beroep in het kader van de MPIA zijn door loting geselecteerd uit een permanente lijst van tien personen met een erkende autoriteit en aantoonbare deskundigheid. De uitspraak werd ruim binnen de termijn van 90 dagen gedaan in de drie officiële talen van de WTO (Engels, Frans en Spaans). De snelheid waarmee in beroep een hoogwaardige uitspraak is gedaan, bevestigt dat beroepsprocedures bij de WTO op gerichte en efficiënte wijze kunnen worden gevoerd met volledige inachtneming van de rechten van de partijen. Deze snelheid was mede te danken aan een aantal innovaties in de MPIA-procedures, zoals de verplichting om alleen kwesties te behandelen die nodig zijn om het geschil op te lossen en de mogelijkheid om maatregelen te nemen of voor te stellen om de procedures te stroomlijnen, waarvan de arbiters in deze zaak hebben gebruikgemaakt.
Naast het waarborgen van het vooruitzicht van een bindende beslechting van geschillen tussen MPIA-deelnemers laat de MPIA de gehechtheid zien aan een op regels gebaseerd internationaal handelsstelsel, waarvan een goed functionerende WTO-geschillenbeslechting de kern vormt. Momenteel zijn 52 van de 164 WTO-leden aangesloten bij de MPIA (Australië, Benin, Brazilië, Canada, China, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, de EU (waarvan de 27 lidstaten ook lid zijn van de WTO), Guatemala, Hongkong, IJsland, Macau, Mexico, Montenegro, Nicaragua, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oekraïne, Pakistan, Peru, Singapore, Uruguay en Zwitserland). Meer dan een derde van alle geschillen die sinds de invoering van de MPIA in april 2020 in de WTO aanhangig zijn gemaakt, waren tussen MPIA-deelnemers.
De uitvoer van diepvriesfrieten uit de drie betrokken EU-lidstaten naar Colombia was in 2016 goed voor 23 miljoen euro. Colombia heeft in november 2018 rechten ingesteld op bijna alle (85 %, of 19,3 miljoen euro) diepvriesfrieten die de EU naar Colombia uitvoerde.
Meer informatie
Volledige gegevens over de zaak en WTO-documenten