Commissie neemt maatregelen om werknemers beter te beschermen met nieuwe grenswaarden voor blootstelling aan lood en diisocyanaten

Vandaag heeft de Commissie maatregelen genomen om werknemers beter te beschermen tegen de gezondheidsrisico's van blootstelling aan de gevaarlijke chemische stoffen lood en diisocyanaten. Een aanzienlijk lagere grenswaarde voor blootstelling aan lood zal gezondheidsproblemen bij werknemers helpen voorkomen, bijvoorbeeld wat de voortplantingsfuncties en de ontwikkeling van de foetus betreft. Wat diisocyanaten betreft, zal een nieuwe grenswaarde gevallen van astma en andere ademhalingsziekten helpen voorkomen.

Concreet stelt de Commissie voor twee richtlijnen te wijzigen: wat lood betreft, de richtlijn betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia op het werk, en, wat lood en diisocyanaten betreft, de richtlijn betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk.

De voorgestelde wijzigingen zullen ook van cruciaal belang zijn om werknemers te beschermen bij de transitie naar klimaatneutraliteit: zowel lood als diisocyanaten zullen bijvoorbeeld mogelijk worden gebruikt bij de productie van batterijen en bij processen om elektrische voertuigen lichter te maken, in windturbines of als isolatiemateriaal bij de renovatie van gebouwen.   

Verdere verlaging van de grenswaarde voor blootstelling aan lood

Lood kan gevolgen hebben voor de seksuele functie en de vruchtbaarheid en kan de ontwikkeling van een foetus of nakomelingen van blootgestelde vrouwen schaden. Het kan ook het zenuwstelsel, de nieren, het hart en het bloed beschadigen van mensen die eraan worden blootgesteld. Uit een effectbeoordeling van de Europese Commissie blijkt dat momenteel naar schatting 100 000 werknemers in de EU op het werk aan lood worden blootgesteld.

De EU heeft sinds 1982 grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vastgesteld om werknemers te beschermen tegen de negatieve gezondheidseffecten van lood. Op basis van de meest recente wetenschappelijke gegevens stelt de Commissie vandaag voor om:

  • de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling verder te verlagen van 0,15 milligram per kubieke meter (0,15mg/m3) tot 0,03 mg/m3, en
  • de biologische grenswaarde te verlagen van 70 microgram per 100 milliliter bloed (70µg/100ml) tot 15µg/100ml.

Hoewel voornamelijk mannelijke werknemers aan lood worden blootgesteld, kunnen vrouwelijke werknemers extra risico's lopen omdat lood schadelijke gevolgen kan hebben voor zwangere vrouwen en de zich ontwikkelende foetus. Daarom herhaalt de Commissie ook dat het voor een betere bescherming van vrouwen van het grootste belang is om vrouwelijke werknemers in de vruchtbare leeftijd te sensibiliseren en om specifieke maatregelen te nemen om alle potentiële risico's tot een minimum te beperken. Daarnaast moet er voor worden gezorgd dat het loodgehalte in het bloed bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd niet hoger is dan de referentiewaarden van de algemene bevolking die in de desbetreffende lidstaat niet beroepsmatig aan lood wordt blootgesteld. Wanneer er geen nationale referentieniveaus beschikbaar zijn, mag het loodgehalte in het bloed bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd niet hoger zijn dan de biologische grenswaarde van 4,5 µg/100ml.

Voor het eerst grenswaarden voor blootstelling aan diisocyanaten

Diisocyanaten zijn verschillende chemische stoffen die vaak worden gegroepeerd op basis van hun gemeenschappelijke eigenschappen en die ademhalingsziekten zoals astma kunnen veroorzaken. Volgens de effectbeoordeling van de Commissie worden momenteel 4,2 miljoen werknemers in de EU aan diisocyanaten blootgesteld. Er zijn momenteel geen grenswaarden voor diisocyanaten op EU-niveau.

Daarom stelt de Commissie voor om voor het eerst grenswaarden in te voeren om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan diisocyanaten op het werk. Deze grenswaarden hebben betrekking op de NCO-groep (stikstof-, koolstof- en zuurstofgroep) van diisocyanaten, die schadelijk zijn voor de gezondheid:

  • een totale grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling van 6 µg NCO/m³ (dit is de maximale concentratie van een stof in de lucht die een werknemer gedurende een referentieperiode van acht uur inademt), en
  • een grenswaarde voor kortstondige blootstelling van 12µg NCO/m3 (die geldt voor een kortere referentieperiode, van 15 minuten, en van toepassing is wanneer de negatieve gevolgen voor de gezondheid van een stof met een grenswaarde voor de totale blootstelling niet afdoende onder controle kunnen worden gehouden, bijvoorbeeld gedurende een korte, maar intensieve blootstelling).

Naast de grenswaarden stelt de Commissie zogenaamde “notaties” voor.  Notaties zijn aan de grenswaarden toegevoegde aanwijzingen die werkgevers en werknemers waarschuwen voor mogelijke blootstelling via andere wegen dan inademing, bijvoorbeeld via de huid, en waarschuwen om beschermende maatregelen te nemen.

Volgende stappen

Het voorstel van de Commissie zal nu worden besproken door het Europees Parlement en de Raad. Zodra de richtlijn is goedgekeurd, hebben de lidstaten twee jaar tijd om deze in nationaal recht om te zetten.

Achtergrond

Het voorstel van vandaag is het resultaat van een uitgebreid raadplegingsproces — met inbegrip van overleg met de sociale partners in twee fasen — en nauwe samenwerking met wetenschappers en vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en de lidstaten.

Het sluit aan bij de toezeggingen in het strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021-2027, waarin de Commissie een voorstel voor grenswaarden voor lood en diisocyanaten heeft aangekondigd. Het vloeit ook voort uit de vierde herziening van de richtlijn carcinogene en mutagene agentia in maart 2022, waarbij het toepassingsgebied ervan werd uitgebreid tot reprotoxische stoffen, die de voortplantingsfuncties aantasten. Door dit voorstel valt lood onder het toepassingsgebied van de tot richtlijn carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia omgedoopte richtlijn. De maatregelen zullen ook bijdragen tot de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten.

Lood is verantwoordelijk voor ongeveer de helft van alle gevallen van beroepsmatige blootstelling aan reprotoxische stoffen. In de EU doen zich jaarlijks ongeveer 300 ziektegevallen voor als gevolg van blootstelling aan lood in het verleden. Blootstelling vindt plaats bij de winning en primaire verwerking van lood en het daaropvolgende gebruik ervan in producten zoals batterijen. Bovendien kunnen werknemers bij renovaties, afvalinzameling, recycling en milieuherstel aan lood worden blootgesteld als gevolg van het gebruik ervan in het verleden.

Beroepsmatige blootstelling aan diisocyanaten veroorzaakt 9 % tot 15 % van alle astmagevallen bij volwassenen in de werkende leeftijd. Piekblootstelling (d.w.z. van korte duur en met een hoge intensiteit) draagt in belangrijke mate bij tot de ontwikkeling van astma. Daarom wordt, naast een algemene grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling, een grenswaarde voor kortstondige blootstelling voorgesteld. Beroepsmatige blootstelling aan diisocyanaten komt voornamelijk voor bij de vervaardiging van polyurethaan, dat wordt gebruikt voor producten zoals schuim, kunststoffen, coatings, vernissen, tweecomponentenverf en kleefstoffen.

Aangezien er momenteel geen grenswaarden voor diisocyanaten bestaan, stelt de Commissie een overgangsperiode tot en met 31 december 2028 voor om bedrijven te ondersteunen bij de uitvoering. Tot dan zal de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling 10µg NCO/m3 zijn en moet kortstondige blootstelling beperkt zijn tot 20µg NCO /m3.

Meer informatie

Voorstel voor een richtlijn houdende wijziging van Richtlijn 98/24/EG van de Raad en van Richtlijn 2004/37/EG wat de grenswaarden voor lood en de anorganische verbindingen daarvan en diisocyanaten betreft

Effectbeoordeling bij het voorstel voor een richtlijn

Strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk

Volg Nicolas Schmit op Twitter

Abonneer u op de gratis e-nieuwsbrief van de Europese Commissie over werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie