Vragen en antwoorden over het eerste verslag over de staat van het digitale decennium

Wat is het verband tussen de index van de digitale economie en samenleving (DESI) en het digitale decennium 2030?

De afgelopen tien jaar heeft de Commissie de jaarlijkse prestaties van de lidstaten op digitaal gebied gemonitord aan de hand van de DESI – de index van de digitale economie en samenleving. In de DESI-jaarverslagen waren landenprofielen en vergelijkingen opgenomen op basis waarvan de lidstaten sterke en zwakke punten konden vaststellen.

In het besluit tot vaststelling van het beleidsprogramma voor het digitale decennium tot 2030 krijgt de DESI een nieuwe rol toebedeeld. De DESI is nu opgenomen in het verslag over de staat van het digitale decennium en vormt een aanvulling op de monitoring van de voortgang van de digitale streefdoelen. Hieruit blijkt dat de focus is verlegd van de beoordeling van de relatieve prestaties van een land naar een collectieve inspanning om de kloof met betrekking tot de streefcijfers en doelstellingen van het digitale decennium voor 2030 te overbruggen.

De DESI 2023 bestaat uit een reeks relevante indicatoren die als een multidimensionaal dashboard worden gepresenteerd en beter zijn afgestemd op de overeengekomen EU-streefdoelen voor 2030 op het gebied van digitale infrastructuur, digitale vaardigheden en digitalisering van bedrijven en overheidsdiensten. De Commissie presenteert de bevindingen in het jaarlijkse verslag over de staat van het digitale decennium, en het eerste verslag is vandaag gepubliceerd.

Hoe bevordert de EU de digitale transformatie?

Het afgelopen jaar heeft de EU actie ondernomen om haar technologische leiderschap te versterken, de digitale transformatie te bevorderen en tegelijkertijd haar veerkracht te vergroten. Voortbouwend op 's werelds grootste geïntegreerde markt heeft de EU meer maatregelen getroffen om strategische afhankelijkheden aan te pakken, met name op het gebied van kritieke grondstoffen, halfgeleiders, cloud- en edgecomputing en cyberbeveiligingstechnologieën. Er zijn hervormingen en investeringen doorgevoerd via NextGenerationEU in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Daarnaast heeft de Europese chipverordening de markt de juiste signalen gegeven en heeft de sector al 100 miljard EUR aan investeringen aangekondigd. Nu moeten deze investeringen worden aangevuld met passende overheidssteun.

Om de digitale transformatie van de EU op basis van de ambitieuze streefdoelen van het digitale decennium met succes te verwezenlijken, zijn aanvullende beleidsmaatregelen, acties en grote investeringen van zowel de publieke als de particuliere sector noodzakelijk, waarbij de nadruk ligt op het bundelen van krachten, met name via meerlandenprojecten. Naast de bestaande uitvoeringsmechanismen voor grootschalige projecten introduceert het beleidsprogramma voor het digitale decennium de consortia voor Europese digitale infrastructuur (EDIC's) om de opzet en uitvoering van meerlandenprojecten te vergemakkelijken.

In het verslag wordt benadrukt dat de Commissie en de lidstaten overeenstemming moeten bereiken over een geïntegreerde en strategische aanpak van digitaal beleid, en dat zij investeringen moeten bevorderen om de digitale streefdoelen voor 2030 te halen. Zonder krachtige en concrete maatregelen kan de digitale transitie niet volledig worden verwezenlijkt vóór 2030.

De Commissie en de lidstaten blijven de vooruitgang evalueren via het ingestelde samenwerkingsmechanisme voor het digitale decennium, waarbij zij aangeven op welke gebieden sneller vooruitgang moet worden geboekt.

Wat zijn de gegevensbronnen voor het verslag en de indicatoren?

De gegevens in het verslag zijn grotendeels verzameld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie (directoraat-generaal Communicatienetwerken, Inhoud en Technologie, en Eurostat) en zijn ook afkomstig uit de volgende door de Commissie opgestarte studies:

Belangrijkste bevindingen van het digitale decennium

Digitale vaardigheden

Liggen we op schema om de streefdoelen voor digitale vaardigheden van het programma voor het digitale decennium te halen?

Volgens het referentietraject zal onder de huidige omstandigheden in 2030 ongeveer 59 % van de bevolking minstens over digitale basisvaardigheden beschikken. Als de groei in het huidige tempo doorzet, wordt het een uitdaging om tegen 2030 het streefdoel van 80 % te halen.

Ondanks de aanhoudende groei in de afgelopen tien jaar bedroeg het aantal ICT-specialisten in de EU in 2022 9,37 miljoen. Onder de huidige omstandigheden zal het aantal ICT-specialisten in de EU tegen 2030 bijna 12 miljoen bedragen, oftewel ongeveer 8 miljoen minder dan het streefdoel voor 2030 (minstens 20 miljoen werkzame ICT-specialisten). Voorts was de genderkloof onder ICT-specialisten in 2022 nog altijd aanzienlijk, aangezien slechts 19 % van het ICT-personeelsbestand vrouw was.

Welke maatregelen nemen de EU en de lidstaten om de kloof met betrekking tot de streefdoelen voor digitale vaardigheden te overbruggen?

Willen we de streefdoelen van het digitale decennium vóór 2030 halen, dan zijn grootschalige investeringen en beleidsmaatregelen nodig om opleidings- en bijscholingsregelingen actief te bevorderen en de ontwikkeling van digitale vaardigheden vanaf jonge leeftijd te stimuleren, met bijzondere aandacht voor het aanmoedigen van vrouwen en meisjes om zich voor STEM-opleidingen in te schrijven.

Alle lidstaten hebben stappen ondernomen om het formele basis- en beroepsonderwijs alsook niet-formele opleidingsinitiatieven (via openbare diensten voor arbeidsvoorziening, bijscholingsinitiatieven enz.) op het gebied van digitale vaardigheden te bevorderen.  Om het tekort aan ICT-specialisten verder aan te pakken, omvatten de initiatieven op nationaal niveau ook de opzet van kortere/flexibelere cursussen die beter zijn afgestemd op de uiteenlopende behoeften van lerenden, en gesubsidieerde cursussen.

De Commissie heeft veel extra maatregelen genomen om digitale vaardigheden te bevorderen, bijvoorbeeld via het actieplan voor digitaal onderwijs 2021-2027, het aangenomen pakket digitaal onderwijs en digitale vaardigheden en de academie voor cyberbeveiligingsvaardigheden.

Daarnaast zijn diverse EU-financieringsinstrumenten, samen met de herstel- en veerkrachtfaciliteit, gericht op het versterken van digitale capaciteiten en de vaardigheden die vereist zijn voor het gebruik daarvan, zoals het programma Digitaal Europa, het Europees Sociaal Fonds Plus, Horizon Europa en Erasmus+.

Digitale infrastructuur – connectiviteit, halfgeleiders, edge nodes en kwantum

Connectiviteit

Hoe presteert de EU bij de totstandbrenging van brede connectiviteitsdekking?

In 2022 bereikten vaste netwerken met zeer hoge capaciteit, waaronder glasvezelnetwerken, 73 % van de huishoudens in de EU, en waren 5G-netwerken beschikbaar voor 81 % van de huishoudens. De uitrol van op zichzelf staande 5G-netwerken verloopt echter traag en de kwaliteit van 5G blijft nog altijd achter bij de verwachtingen van eindgebruikers en de behoeften van de industrie.

Wat het dichten van de connectiviteitskloof in plattelandsgebieden betreft, bestaan er nog steeds grote uitdagingen. In de plattelandsgebieden van de EU is 9 % van de huishoudens niet verbonden met een vast netwerk en heeft 55 % geen toegang tot een vast netwerk met zeer hoge capaciteit. 5G-netwerken bereikten 51 % van de bevolkte plattelandsgebieden, een stijging ten opzichte van de 33 % in het voorgaande jaar.

Hoe ondersteunt de EU de connectiviteitsdoelstellingen?

Uit gegevens blijkt dat er grote investeringen in connectiviteit nodig zijn om de doelstellingen voor 2030 te halen. De EU trekt investeringen in connectiviteit aan via het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO, 2,4 miljard EUR), het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), InvestEU en EIB-leningen, en via de Connecting Europe Facility (CEF) Digital (2,1 miljard EUR tot 2027). Bovendien hebben investeringen in digitale connectiviteit ongeveer 13 % van de digitale uitgaven van de herstel- en veerkrachtfaciliteit – ten belope van ongeveer 16,4 miljard EUR – aangetrokken, waarvan 13 miljard EUR specifiek wordt ingezet om de uitrol van gigabitnetwerken te financieren.

Ook bevordert het Europees wetboek voor elektronische communicatie investeringen en pakt het langetermijnuitdagingen in de sector elektronische communicatie aan. De recente ontwerpverordening gigabitinfrastructuur heeft tot doel de kosten van de uitrol van gigabitinfrastructuur in de EU te verlagen door de procedures voor de uitrol van netwerken te stroomlijnen, te digitaliseren en goedkoper te maken.

Halfgeleiders

Hoe biedt de EU het hoofd aan de uitdagingen bij de uitbreiding van de productie van halfgeleiders in Europa?

Er zijn diverse maatregelen getroffen om de uitdagingen op het gebied van de productie van halfgeleiders aan te pakken. De Europese chipverordening, die op 21 september 2023 in werking is getreden, versterkt het ecosysteem voor halfgeleiders in de EU, waarborgt de veerkracht van toeleveringsketens en vermindert de externe afhankelijkheid. 

Voorts hebben de lidstaten samen met de Commissie een eerste succesvol belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) op het gebied van micro-elektronica en communicatietechnologie gelanceerd, dat 21 miljard EUR aan particuliere en publieke investeringen beschikbaar stelt, en een tweede IPCEI op het gebied van micro-elektronica en communicatietechnologie waaraan 56 bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen (“kmo's”) en start-ups zullen deelnemen.

Wil de EU haar beoogde marktaandeel van 20 % van de wereldwijde waarde van chips bereiken, dan moet zij tegen 2030 haar inkomsten verviervoudigen. Om dit doel te halen, moet de EU de investeringen verder opvoeren en binnenlandse ontwerp- en productiecapaciteit voor chips stimuleren, alsook de industrie achter het ontwerpen, testen en valideren van microchips versterken.

Edge nodes

Hoe presteert de EU bij de uitrol van edge nodes voor gedecentraliseerde gegevensverwerking dichter bij de gebruikers? 

Het streefdoel van het digitale decennium voor edge en cloud houdt in dat er tegen 2030 10 000 klimaatneutrale, zeer beveiligde edge nodes in gebruik moeten worden genomen.

In de Europese datastrategie is erop gewezen dat het paradigma op het gebied van gegevensverwerking moet worden gewijzigd, en is edgecomputing – dat gegevensverwerking dichter bij de gebruiker brengt – aangemerkt als essentiële technologie om de behoefte aan sterk gedistribueerde en gedecentraliseerde gegevensverwerking te vervullen.

In Europa bevindt de ontwikkeling van het ecosysteem voor edgecomputing zich nog in een vroeg stadium: in 2022 waren er in totaal slechts drie commerciële toepassingen van edgecomputing. Om het streefdoel van 10 000 edge nodes tegen 2030 te kunnen halen, moet er een collectieve focus liggen op de opzet van een volledig ecosysteem op basis van een combinatie van vaardigheden, infrastructuur, beveiliging, innovatie en publiek-private samenwerking.

Verwacht wordt dat de door het IPCEI gefaciliteerde investeringen in cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (CIS) in de periode 2025-2027 edgecomputingtechnologieën en -oplossingen commercieel beschikbaar maken voor de markt.

Kwantumcomputing

Hoe presteert de EU op het gebied van de ontwikkeling van kwantumcomputing en supercomputers?

Volgens de streefdoelen van het programma voor het digitale decennium wil de EU tegen 2025 een eerste computer met kwantumacceleratie hebben, zodat zij tegen 2030 een voortrekkersrol kan spelen op het gebied van kwantumcapaciteit.

In 2022 kondigde de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC JU) aan welke zes locaties in de EU (Tsjechië, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië en Polen) de eerste EuroHPC-kwantumcomputers – die in hoogwaardige supercomputers worden geïntegreerd – zullen ontvangen en exploiteren. 

Er kan echter een aanzienlijke kloof worden waargenomen tussen de EU en diverse andere belangrijke regio's in de wereld (bv. de VS) wat betreft particuliere investeringen in kwantum: ongeveer 25 % van alle deelnemers aan de kwantumindustrie is in Europa gevestigd, maar minder dan 5 % van de wereldwijde financiering komt er vandaan.

Digitalisering van bedrijven

In hoeverre halen Europese kmo's een basisniveau van digitale intensiteit?

Een basisniveau van digitale intensiteit houdt in dat ondernemingen gebruikmaken van digitale technologieën zoals onlinehandel, sociale media enz. Het gemiddelde percentage kmo's dat minstens een basisniveau van digitale intensiteit registreerde, schommelde de afgelopen jaren weliswaar rond 56 %, maar steeg in 2022 tot 69 %. Dit kan een eerste teken zijn van het positieve effect van de geïntensiveerde beleidsinspanningen op nationaal en EU-niveau ter ondersteuning van de digitalisering van bedrijven in de afgelopen jaren. Het streefdoel dat 90 % van de kmo's minstens een basisniveau van digitale intensiteit heeft, is echter nog lang niet bereikt, wat betekent dat de monitoring en inspanningen moeten worden voortgezet.

Welke EU-initiatieven ondersteunen de digitalisering van bedrijven?

Er zijn aanzienlijke EU-middelen vrijgemaakt om de digitalisering van bedrijven te ondersteunen. Het programma Digitaal Europa (Digital) voorziet in 7,5 miljard EUR voor projecten op vijf belangrijke capaciteitsgebieden, en 19 % van de herstel- en veerkrachtfaciliteit die is toegewezen aan de digitale transformatie – oftewel 24 miljard EUR – is bestemd voor de digitalisering van bedrijven.

Tot de initiatieven die gericht zijn op de digitalisering van de industrie en industriële ecosystemen behoren de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” (KDT), het publiek-private partnerschap Made in Europe en diverse meerlandenprojecten, zoals het netwerk van Europese digitale-innovatiehubs (EDIH's) in het kader van het programma Digitaal Europa en het belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang op het gebied van cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie (IPCEI-CIS).

Samen met de lidstaten investeert de Commissie over een periode van zeven jaar 1,5 miljard EUR in een netwerk van Europese digitale-innovatiehubs (EDIH's) om kmo's en organisaties uit de publieke sector op maat gesneden digitaliseringssteun te bieden.

Het vooraf aangemelde IPCEI op het gebied van cloudinfrastructuur en -diensten van de volgende generatie omvat 13 lidstaten en meer dan honderd ondernemingen in de Europese Unie.

Hoe presteren EU-ondernemingen op het gebied van de invoering van AI-, cloud- en big data-technologie?

Wat het streefdoel voor artificiële intelligentie (AI) betreft, blijkt uit de recentste gegevens van 2021 dat slechts 8 %, dus niet eens één op de tien ondernemingen in de EU, een AI-technologie heeft ingevoerd. Als de huidige trends aanhouden en er geen verdere investeringen en stimulansen komen, volgt uit het verwachte referentietraject dat tegen 2030 slechts 66 % van de bedrijven gebruik zal maken van cloud, 34 % van big data en 20 % van AI, terwijl volgens het streefdoel minstens 75 % van de EU-ondernemingen tegen 2030 gebruik moet maken van cloudcomputingdiensten, big data en/of AI.

In 2021 kocht 34 % van de EU-ondernemingen – oftewel een op de drie EU-ondernemingen – geavanceerde of intermediaire cloudcomputingdiensten (bv. software voor financiële of boekhoudkundige doeleinden, middelenplanning, klantenbeheer, beveiliging enz.).

Wat big data betreft, dateren de recentste gegevens van 2020. In dat jaar registreerden de analyse-instrumenten voor big data het laagste niveau: slechts 14 % van de EU-ondernemingen maakte er gebruik van, waarvan de meeste (34 %) grote ondernemingen waren, gevolgd door middelgrote (21 %) en kleine ondernemingen (13 %).

Hoe ondersteunt de EU eenhoorns en een ecosysteem voor start-ups in de EU?

Eenhoorns zijn een belangrijke bron van innovatie, nieuwe producten en diensten, werkgelegenheid en economische groei. Het aantal eenhoorns wordt daarom gebruikt als indicator voor innovatieprestaties. Begin 2023 waren er 249 eenhoorns in de EU gevestigd. Het aantal eenhoorns is de afgelopen tien jaar aanzienlijk toegenomen. Als deze trend zich doorzet, kan de EU haar streefdoel vóór 2030 halen, maar dit is geen reden voor zelfgenoegzaamheid op volatiele markten. Op EU-niveau heeft de EU Start-up Nations Standard (EU SNS) de lidstaten aangezet om overeenstemming te bereiken over beste praktijken om een stabiel, voorspelbaar en ondersteunend regelgevingsklimaat voor start-ups tot stand te brengen. Deze ambitie wordt nu geoperationaliseerd door de European Start-up Nations Alliance (ESNA). De digitalemarktenverordening van de EU biedt nieuwe kansen voor start-ups vanaf maart 2024, wanneer de verplichtingen voor grote onlinemarktplaatsen van kracht worden.

Digitalisering van overheidsdiensten

Hoe presteren de EU-landen in het algemeen op het gebied van de digitalisering van overheidsdiensten voor bedrijven en burgers en medische dossiers?

Veel lidstaten bevinden zich in een relatief goede positie om het streefdoel van 100 % onlinebeschikbaarheid van overheidsdiensten voor bedrijven en burgers te halen. In het algemeen speelt 88 % van de centrale overheidsdiensten zich volledig online af, tegenover 76 % van de regionale overheidsdiensten en 62 % van de lokale overheidsdiensten.

Het EU-gemiddelde is weliswaar gestegen van 75 in 2021 tot 77 in 2022, maar 15 landen scoren onder de 80 (van de 100) en zijn dus nog ver verwijderd van het streefdoel van het digitale decennium dat tegen 2030 moet worden bereikt.

De investeringen in overheidsopdrachten voor innovatieve digitale oplossingen (bv. op basis van AI of big data) zijn bovendien ontoereikend en moeten aanzienlijk worden verhoogd, van 118 miljard EUR tot 295 miljard EUR, om innovatieve digitale oplossingen bij overheidsdiensten beschikbaar te maken.

Wat de toegang tot e-patiëntendossiers betreft, presteert de EU goed en ligt zij op schema om het EU-streefdoel te halen – dat inhoudt dat 100 % van de EU-burgers toegang tot zijn elektronische patiëntendossier moet hebben – met een gemiddelde EU-score van 72 in 2022.

Hoe presteren de EU-landen in het algemeen op het gebied de invoering van maatregelen voor elektronische identificatie (eID)?

De verwezenlijking van dit streefdoel van het digitale decennium hangt nauw samen met de tijdige invoering van de Europese portemonnee voor digitale identiteit door de lidstaten. De portemonnees, die de belangrijkste nieuwigheid in de voorgestelde herziening van de eIDAS-verordening zijn, zullen op gemeenschappelijke normen gebaseerd zijn en EU-burgers in staat stellen hun identiteit en andere persoonlijke attributen aan te tonen om toegang te krijgen tot onlinediensten.

Digitale portemonnees worden mogelijk in de loop van 2026 beschikbaar (onder voorbehoud van instemming van de medewetgevers).

Ondertussen hadden in september 2023 in totaal 21 EU-landen ten minste één nationale eID-regeling aangemeld in het kader van de huidige eIDAS-verordening. Vier van de overige landen zijn momenteel betrokken bij ten minste één grootschalig proefproject, medegefinancierd door het programma Digitaal Europa, voor het testen van de Europese portemonnee voor digitale identiteit in een aantal dagelijkse situaties en de integratie ervan in de nationale eID-infrastructuur in 26 lidstaten en IJsland, Noorwegen en Oekraïne.

Digitale rechten en beginselen

Wat is de rol van de Europese verklaring over digitale rechten en beginselen?

Dit verslag omvat ook de follow-up van de Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium, waarin de visie van de EU op de digitale transformatie wordt omgezet in beginselen en verbintenissen. De verklaring biedt burgers een referentiepunt voor hun onlinerechten en -vrijheden in de digitale transformatie, en geeft aan beleidsmakers en bedrijven aan hoe zij moeten omgaan met nieuwe technologie.

Is de verklaring bindend?

De verklaring is weliswaar niet bindend, maar is op het hoogste niveau ondertekend door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De verklaring herinnert aan de meest relevante onlinerechten en bevat toezeggingen voor de EU en de lidstaten. De rechten in de verklaring zijn op bestaande EU-regels gebaseerd en moeten ook op deze grondslag worden gehandhaafd. Dankzij de follow-up van de verklaring kan de vooruitgang bij de uitvoering ervan worden gemeten.

Meer informatie

Persbericht: Eerste verslag over de staat van het digitale decennium roept op tot collectieve actie om de digitale transitie vorm te geven

Factsheet over de staat van het digitale decennium

Eerste verslag over de staat van het digitale decennium

Landverslagen van het digitale decennium