Inbreukenpakket voor september: voornaamste beslissingen

Overzicht per beleidsterrein

Het periodieke pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht juist wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 135 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Zie de vragen en antwoorden voor meer informatie over de EU-inbreukprocedure. Zie het register van inbreukbeslissingen voor meer details over de geschiedenis van een zaak.

 

1. Milieu en visserij

(meer informatie: Adalbert Jahnz – tel. +32 22953156, Daniela Stoycheva – tel. +32 22953664)

 

Milieu

 

Aanmaningsbrieven

Commissie verzoekt SPANJE Natura 2000-netwerk te voltooien

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen door een aanmaningsbrief te sturen aan Spanje (INFR(2023)2037) omdat het zijn verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) niet nakomt. Krachtens deze richtlijn moeten de lidstaten EU-gebieden van communautair belang (GCB's) voorstellen, die vervolgens worden toegevoegd aan de biogeografische lijsten van de EU. Binnen zes jaar na opneming in deze lijsten moeten de lidstaten GCB's aanwijzen als speciale beschermingszones (SBZ's) en instandhoudingsdoelstellingen en -maatregelen vaststellen om de in de gebieden aanwezige beschermde soorten en habitats in stand te houden of te herstellen, teneinde een gunstige staat van instandhouding op nationaal biogeografisch niveau te bereiken. Het gaat om essentiële vereisten voor de bescherming van de biodiversiteit in de EU. In de Europese Green Deal en de biodiversiteitsstrategie voor 2030 wordt benadrukt dat het van cruciaal belang is dat de EU het biodiversiteitsverlies een halt toeroept door de biodiversiteit te beschermen en te herstellen.

Spanje heeft nagelaten een uitputtende lijst van GCB's voor te stellen en toe te zenden, aangezien het aantal, de grootte en de ligging van de door Spanje voorgestelde GCB's en de daarin beschermde soorten en habitats ontoereikend zijn. Daarom stuurt de Commissie Spanje een aanmaningsbrief, waarna het land twee maanden de tijd heeft om te antwoorden op de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

 

Met redenen omklede adviezen

 

Waterbeheer: Commissie verzoekt BULGARIJE, CYPRUS, IERLAND, SPANJE, MALTA, PORTUGAL, SLOWAKIJE EN SLOVENIË de herziening van hun waterbeheerplannen af te ronden

De Commissie verzoekt 8 lidstaten (Bulgarije (INFR(2022)2189), Cyprus (INFR(2022)2190), Ierland (INFR(2022)2185), Spanje (INFR(2022)2192), Malta (INFR(2022)2195), Portugal (INFR(2022)2197), Slowakije (INFR(2022)2187) en Slovenië (INFR(2022)2199)) de herziening van hun stroomgebiedbeheerplannen zoals vereist op grond van de kaderrichtlijn water (Richtlijn 2000/60/EG) en/of hun overstromingsrisicobeheerplannen zoals vereist op grond van de overstromingsrichtlijn (Richtlijn 2007/60/EG) af te ronden. De lidstaten zijn op grond van beide richtlijnen verplicht deze plannen om de zes jaar te toetsen, bij te werken en daarover verslag uit te brengen. De stroomgebiedbeheerplannen omvatten een programma van maatregelen om een goede toestand van alle waterlichamen te waarborgen. Overstromingsrisicobeheerplannen worden opgesteld op basis van kaarten waarop de mogelijke negatieve gevolgen van overstromingsscenario's worden weergegeven.

In februari 2023 heeft de Commissie deze lidstaten per brief aangemaand hun verplichtingen na te komen en de herziening van hun waterplannen af te ronden. De betrokken lidstaten komen hun verplichtingen uit hoofde van één of beide richtlijnen echter nog steeds niet na. Bulgarije, Cyprus, Spanje, Malta en Portugal zijn te laat met de toetsing en goedkeuring van en de rapportage over de derde stroomgebiedbeheerplannen en de tweede overstromingsrisicobeheerplannen; Ierland en Slovenië zijn te laat met de toetsing en goedkeuring van en de rapportage over de derde stroomgebiedbeheerplannen; Slowakije is te laat met de toetsing en goedkeuring van en de rapportage over de tweede overstromingsrisicobeheerplannen;

De waterwetgeving van de EU moet volledig worden uitgevoerd om de ambities van de EU op het gebied van circulaire economie, biodiversiteit, nulverontreiniging en klimaatverandering te verwezenlijken. De Commissie stuurt deze acht* lidstaten daarom een met redenen omkleed advies. De landen hebben nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie beslissen deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen.

 

Stedelijk afvalwater: Commissie verzoekt PORTUGAL te voldoen aan EU-regels

De Commissie heeft vandaag besloten Portugal (INFR (2022)2028) een met redenen omkleed advies te sturen omdat het niet voldoet aan de vereisten van de EU-richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad).

Om de waterkwaliteit en aquatische ecosystemen te beschermen, moeten de lidstaten de nodige infrastructuur opzetten om hun stedelijk afvalwater op te vangen en te behandelen. Niet-opgevangen of onbehandeld afvalwater kan een risico voor de volksgezondheid vormen en meren, rivieren, de bodem, kustwateren en het grondwater verontreinigen. De Europese Green Deal, met de daarin geformuleerde ambitie om verontreiniging tot nul terug te brengen, streeft ernaar de lucht-, water- en bodemverontreiniging terug te dringen tot een niveau dat niet langer als schadelijk voor de menselijke gezondheid en de natuurlijke ecosystemen wordt beschouwd.

Het vandaag verzonden met redenen omkleed advies heeft betrekking op 18 agglomeraties in Portugal. In 15 van deze agglomeraties zorgt Portugal er niet voor dat stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt, aan een secundaire behandeling of een gelijkwaardige behandeling wordt onderworpen voordat het wordt geloosd. In drie daarvan wordt het afvalwater geloosd in kwetsbare gebieden zonder dat het wordt onderworpen aan een strengere (tertiaire) behandeling.

De Commissie heeft Portugal in juli 2022 een aanmaningsbrief gestuurd. Ondanks enige vooruitgang is tot op heden geen sprake van volledige naleving. Daarom heeft de Commissie besloten Portugal een met redenen omkleed advies te sturen. Het land heeft nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

Industriële emissies: Commissie verzoekt PORTUGAL regels inzake verontreiniging door industriële activiteiten te verbeteren

De Europese Commissie heeft vandaag besloten een met redenen omkleed advies (INFR(2022)2085) te sturen waarin Portugal wordt verzocht zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de richtlijn industriële emissies (Richtlijn 2010/75/EU). Industriële activiteiten hebben aanzienlijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid. De richtlijn industriële emissies stelt regels ter voorkoming en beperking van industriële emissies in lucht, water en bodem en ter voorkoming van het ontstaan van afvalstoffen.

De definitie van “gevaarlijke stoffen” in de Portugese wetgeving is niet in overeenstemming met de richtlijn. Bovendien bevat de Portugese wetgeving geen duidelijke verplichting voor de exploitant van industriële installaties om de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis te stellen van incidenten of ongevallen. Bepaalde andere voorschriften, zoals die met betrekking tot de toetsing en bijstelling van de vergunningsvoorwaarden, alsook die met betrekking tot de toegang tot informatie en deelneming van het publiek aan de vergunningsprocedure, zijn evenmin correct omgezet.

De Commissie heeft Portugal in september 2022 een aanmaningsbrief gestuurd. Sindsdien is nog geen volledige naleving bereikt. Daarom heeft de Commissie besloten Portugal een met redenen omkleed advies te sturen. Het land heeft nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

Omgevingslawaai: Commissie verzoekt FRANKRIJK geluidsactieplannen voor steden en belangrijke wegen vast te stellen

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Frankrijk een met redenen omkleed advies (INFR(2013)2006) te sturen omdat het de EU-regels inzake omgevingslawaai niet naleeft (Richtlijn 2002/49/EG). Langdurige blootstelling aan een hoog niveau van geluidshinder kan leiden tot ernstige gevolgen voor de gezondheid (waaronder hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en vroegtijdige sterfte) en tot aanzienlijke gevolgen voor de lichamelijke gezondheid, de geestelijke gezondheid en het welzijn (met inbegrip van chronische verstoringen, zoals een ernstige slaapverstoring, stress en/of irritatie).

Krachtens de richtlijn omgevingslawaai zijn de lidstaten verplicht geluidsbelastingkaarten en actieplannen beschikbaar te stellen voor agglomeraties (steden), belangrijke wegen, belangrijke spoorwegen en belangrijke luchthavens. Deze moeten ten minste om de vijf jaar worden geëvalueerd en zo nodig herzien.

De Commissie heeft Frankrijk in mei 2013 een aanmaningsbrief en in december 2017 een aanvullende aanmaningsbrief gestuurd omdat sprake was van tekortkomingen bij de naleving van deze voorschriften. Sindsdien hebben de Commissie en Frankrijk regelmatig van gedachten gewisseld over deze kwestie en heeft Frankrijk vooruitgang geboekt met betrekking tot geluidsbelastingkaarten. Frankrijk beschikt echter nog steeds niet over de nodige actieplannen: uit de door de Franse autoriteiten verstrekte informatie blijkt dat er nog 19** actieplannen ontbreken voor agglomeraties en 65** actieplannen voor belangrijke wegen.

Daarom heeft de Commissie besloten Frankrijk een met redenen omkleed advies te sturen. Het land heeft nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

Waterverontreiniging: Commissie roept BELGIË op zijn bevolking en ecosystemen te beschermen tegen nitraatverontreiniging

De Europese Commissie heeft vandaag besloten een met redenen omkleed advies te sturen waarin België (INFR(2022)2051) wordt verzocht volledig te voldoen aan de nitratenrichtlijn (Richtlijn 91/676/EEG) en dringend actie te ondernemen tegen nitraatverontreiniging in het Vlaamse Gewest. Deze richtlijn heeft tot doel het oppervlakte- en grondwater van Europa tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen te beschermen door de autoriteiten te verplichten maatregelen te treffen om dergelijke verontreiniging te voorkomen.

De nitratenrichtlijn verplicht de lidstaten om hun wateren te controleren en vast te stellen welke door nitraatverontreiniging en eutrofiëring uit agrarische bronnen getroffen zijn. Uit Vlaamse officiële verslagen sinds 2020 blijkt dat de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in het Vlaamse Gewest ernstig is verslechterd en dat bijna alle oppervlaktewateren nu eutroof zijn. De opeenvolgende Vlaamse nitraatactieprogramma's hebben sinds 2015 duidelijk niet de verwachte resultaten opgeleverd. Op grond van artikel 5, lid 5, van de nitratenrichtlijn moet een lidstaat verscherpte maatregelen nemen zodra hij weet dat de bestaande maatregelen geen resultaat opleveren. Tot op heden heeft Vlaanderen dergelijke maatregelen echter niet genomen en blijven de verontreinigingsniveaus buitensporig hoog.

De Commissie heeft België op 15 februari 2023 een aanmaningsbrief gestuurd waarin zij er bij de Vlaamse autoriteiten op aandrong dringend actie te ondernemen tegen nitraatverontreiniging. Hoewel de autoriteiten de urgentie en de noodzaak van maatregelen niet ontkennen, mogen dergelijke maatregelen niet worden verwacht vóór 2024 – vier jaar nadat was erkend dat de actieprogramma's hadden gefaald en dat dus dringende maatregelen moesten worden genomen.

Daarom heeft de Commissie besloten België een met redenen omkleed advies te sturen. Het land heeft nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. 

 

Milieuaansprakelijkheid: Commissie roept BELGIË op te verduidelijken wie bevoegd is om nationale autoriteiten om maatregelen te verzoeken

De Europese Commissie heeft vandaag besloten België een met redenen omkleed advies te sturen (INFR(2020)2107) met het verzoek ervoor te zorgen dat alle in de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn (Richtlijn 2004/35/EG) genoemde categorieën personen het recht hebben de autoriteiten te verzoeken maatregelen te nemen om milieuschade te voorkomen of te herstellen. De richtlijn noemt drie categorieën, die niet op consistente wijze tot uiting komen in de Belgische gewestelijke en federale wetten.

Volgens de richtlijn kan milieuschade worden voorkomen of hersteld door, onder meer, natuurlijke en rechtspersonen het recht toe te kennen om te verzoeken dat de bevoegde instantie een besluit neemt over de door de aansprakelijke exploitant te nemen preventieve en herstelmaatregelen. De richtlijn zorgt er ook voor dat de financiële gevolgen van de herstelmaatregelen worden gedragen door de marktdeelnemer die de milieuschade heeft veroorzaakt.

De Commissie heeft in juli 2020 een aanmaningsbrief gestuurd. Na analyse van het antwoord van België is de Commissie nog steeds van mening dat het Belgische rechtsstelsel niet duidelijk genoeg is ten aanzien van wie om herstelmaatregelen kan verzoeken, aangezien tot op heden niet alle categorieën personen volledig en duidelijk in de nationale wetgeving zijn opgenomen. Met het oog op de bescherming van het milieu is het belangrijk dat elke vorm van onzekerheid over welke personen het recht hebben om de autoriteiten om maatregelen te verzoeken, weg te nemen.

Daarom heeft de Commissie besloten België een met redenen omkleed advies te sturen. Het land heeft nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

Visserij

 

Met redenen omkleed advies

 

Visserij: Commissie verzoekt KROATIË te zorgen voor doeltreffende monitoring en controle van blauwvintonijnkwekerijen

De Commissie heeft vandaag besloten Kroatië een met redenen omkleed advies (INFR(2021)2259) te sturen wegens niet-naleving van de EU-voorschriften om te zorgen voor een doeltreffend monitoring-, controle- en inspectiesysteem voor Kroatische blauwvintonijnkwekerijen (Verordeningen (EG) 1224/2009, 1380/2013, 1005/2008 en 2016/1627).

De Commissie heeft Kroatië in februari 2022 een aanmaningsbrief gestuurd omdat ernstige tekortkomingen waren geconstateerd bij de monitoring van verrichtingen voor het overhevelen en kooien van blauwvintonijn. Bovendien heeft Kroatië nagelaten alle gegevens kruislings te controleren, mogelijke gevallen van niet-naleving te onderzoeken en administratieve of strafrechtelijke maatregelen te nemen tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor inbreuken op het EU-recht.

De Commissie is van oordeel dat Kroatië niet de nodige stappen heeft ondernomen om de bovengenoemde tekortkomingen te verhelpen. Kroatië heeft nu twee maanden de tijd om op het met redenen omklede advies te reageren en de nodige maatregelen te nemen om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

2. Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Johannes Bahrke – Tel.: +32 22958615; Ana Martinez Sanjurjo – Tel.: +32 22963066)

 

Aanmaningsbrief

 

Beroepskwalificaties: Commissie roept IERLAND op aan EU-voorschriften te voldoen

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen (INFR(2023)2037) door een aanmaningsbrief te sturen aan Ierland omdat het zijn verplichtingen uit hoofde van de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG) niet nakomt. Deze richtlijn bevordert de beroepsmobiliteit en de erkenning van kwalificaties over de binnengrenzen van de EU heen. Deze EU-regels spelen een essentiële rol bij de aanpak van het tekort aan geschoolde arbeidskrachten overal in de EU. Dit geldt met name voor de gezondheidszorg, die in het bijzonder is getroffen door de COVID-19-pandemie, door te helpen geschoolde professionals waar nodig te herverdelen. Volgens de Commissie legt Ierland ongerechtvaardigde beperkingen op aan verpleegkundigen en verloskundigen uit andere EU-lidstaten door het soort bewijs waarmee zij hun taalkennis mogen aantonen op buitensporige wijze in te perken.

Ierland heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te antwoorden; als het dat niet doet, kan de Commissie besluiten Ierland een met redenen omkleed advies te sturen.

 

 

3. Migratie, binnenlandse zaken en veiligheidsunie

(meer informatie: Anitta Hipper – Tel.: +32 22985691; Yuliya Matsyk – tel.: +32 22913173)

 

Aanmaningsbrieven

 

Documentbeveiliging en Schengenuitvoeringsovereenkomst: Commissie verzoekt PORTUGAL de bepalingen van de mobiliteitsovereenkomst van de Gemeenschap van Portugeestalige landen (CPLP) in overeenstemming te brengen met het EU-recht

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen door Portugal een aanmaningsbrief te sturen (INFR(2023)4012) met betrekking tot de bepalingen van de mobiliteitsovereenkomst van de Gemeenschap van Portugeestalige landen (CPLP). De Commissie is van mening dat Portugal zijn verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen en uit hoofde van de Overeenkomst ter uitvoering van het in juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 265/2010, niet is nagekomen. De mobiliteitsovereenkomst van de CPLP voorziet in een verblijfstitel die niet in overeenstemming is met het uniforme model van Verordening (EG) nr. 1030/2002. Bovendien mogen houders van zowel de verblijfstitels als de visa voor verblijf van langere duur die aan onderdanen van de CPLP-staten worden afgegeven zodat ze werk kunnen zoeken, daarmee niet binnen het Schengengebied reizen. Portugal heeft nu twee maanden de tijd om te reageren en de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

 

Documentbeveiliging: Commissie verzoekt BULGARIJE, GRIEKENLAND, CYPRUS en LITOUWEN de tweedimensionale streepjescode op het uniforme visummodel ten uitvoer te leggen

De Europese Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure in te stellen door een aanmaningsbrief te sturen aan Bulgarije (INFR(2023)2101), Griekenland (INFR(2023)2103), Cyprus (INFR(2023)2102) en Litouwen (INFR(2023)2104) omdat zij de tweedimensionale streepjescode op het uniforme visummodel niet ten uitvoer leggen. De tweedimensionale streepjescode is ingevoerd om de vermeldingen op de visumsticker te beschermen tegen vervalsing. Alle lidstaten zijn op 30 april 2020 in kennis gesteld van Uitvoeringsbesluit C (2020) 2672 van de Commissie tot invoering van een tweedimensionale streepjescode op het uniforme visummodel. De uitvoeringstermijn liep af in mei 2022. Alle vier de betrokken lidstaten drukken de tweedimensionale streepjescode nog steeds niet af op de visumstickers die zij afgeven. Bulgarije, Griekenland, Cyprus en Litouwen hebben nu twee maanden de tijd om op de brief te reageren en de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

 

Met redenen omkleed advies

 

Terrorismebestrijding: Commissie roept BELGIË en ITALIË op te zorgen voor correcte omzetting van EU-regels inzake terrorismebestrijding

De Europese Commissie heeft vandaag besloten België (INFR(2021)2179) en Italië (INFR(2021)2180) een met redenen omkleed advies te sturen omdat deze landen bepaalde EU-regels inzake terrorismebestrijding (Richtlijn (EU) 2017/541) niet correct hebben omgezet. De richtlijn inzake terrorismebestrijding is een essentieel onderdeel van de agenda inzake terrorismebestrijding voor de EU en bevat bepalingen die met terrorisme samenhangende misdrijven strafbaar stellen en bestraffen, zoals het reizen naar het buitenland om een terroristisch misdrijf te plegen, het terugkeren naar of reizen binnen de EU voor dergelijke activiteiten, het ontvangen van training voor terroristische doeleinden en het financieren van terrorisme. Daarnaast omvatten de EU-regels speciale bepalingen om ervoor te zorgen dat slachtoffers van terrorisme onmiddellijk na een aanslag en zolang dat nodig is toegang hebben tot betrouwbare informatie en tot professionele en gespecialiseerde slachtofferhulp. De lidstaten hadden tot september 2018 de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten. De Commissie heeft België en Italië in december 2021 een aanmaningsbrief gestuurd en hen verzocht de nodige maatregelen te nemen om de tekortkomingen te verhelpen. In de antwoorden van deze lidstaten werd onvoldoende tegemoetgekomen aan de bezwaren van de Commissie. Daarom heeft de Commissie besloten België en Italië een met redenen omkleed advies te sturen. De landen hebben nu twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Indien de antwoorden niet bevredigend zijn, kan de Commissie besluiten de betrokken lidstaten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen.

 

4. Justitie

(meer informatie: Christian Wigand – Tel.: +32 22962253; Cristina Torres Castillo – Tel.: +32 22990679; Yuliya Matsyk – tel.: +32 22913173)

 

Aanmaningsbrieven

 

Procedurele rechten in strafprocedures: Commissie start inbreukprocedure tegen BELGIË, BULGARIJE en KROATIË wegens onjuiste omzetting van EU-regels inzake vermoeden van onschuld

De Europese Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure in te stellen door België (INFR(2023)2094), Bulgarije (INFR(2023)2093) en Kroatië (INFR(2023)2092) een aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de richtlijn inzake de versterking van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn (Richtlijn (EU) 2016/343). De richtlijn is één van de zes door de EU goedgekeurde richtlijnen om gemeenschappelijke minimumnormen tot stand te brengen die ervoor moeten zorgen dat de rechten van verdachten en beklaagden op een eerlijk proces in strafzaken voldoende worden beschermd in de hele EU. De Commissie is van mening dat bepaalde door de drie lidstaten meegedeelde nationale omzettingsmaatregelen niet voldoen aan de vereisten van de richtlijn, met name die betreffende publieke verwijzingen naar schuld (België, Bulgarije en Kroatië); verstekprocedures (België en Kroatië); het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen (Kroatië); het recht om zichzelf niet te belasten (Kroatië en Bulgarije); voorzieningen in rechte bij schendingen van de rechten uit hoofde van de richtlijn (België en Bulgarije). Bovendien is de Commissie van mening dat in de Bulgaarse wetgeving het toepassingsgebied van de richtlijn niet correct is omgezet, aangezien niet in hechtenis genomen verdachten naar Bulgaars recht niet de rechten genieten waarin de richtlijn voorziet. België, Bulgarije, en Kroatië hebben nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Als de Commissie geen bevredigend antwoord ontvangt, kan zij besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

 

Met redenen omklede adviezen

 

Procedurele rechten: Commissie verzoekt TSJECHIË en FRANKRIJK de EU-regels inzake het recht op toegang tot een advocaat en op communicatie bij aanhouding correct om te zetten in nationaal recht

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Tsjechië (INFR(2021)2107) en Frankrijk (INFR(2021)2109) een met redenen omkleed advies te sturen wegens onjuiste omzetting van de richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat en op communicatie bij aanhouding (Richtlijn 2013/48/EU). Het doel van deze richtlijn is ervoor te zorgen dat verdachten en beklaagden in strafprocedures en personen tegen wie een Europees aanhoudingsbevel (EAB) is uitgevaardigd, vanaf de eerste fasen van de procedure toegang hebben tot een advocaat, en dat degenen van wie de vrijheid is ontnomen, derde personen, zoals hun werkgever of familieleden, alsmede hun consulaire autoriteiten, kunnen informeren en met hen kunnen communiceren. De Commissie heeft Tsjechië en Frankrijk in juli 2021 een aanmaningsbrief gestuurd. Zij is van mening dat bepaalde door de twee lidstaten meegedeelde nationale omzettingsmaatregelen niet voldoen aan de vereisten van de richtlijn, waaronder de vereiste om een andere volwassene die daarvoor in aanmerking komt in kennis te stellen van de vrijheidsbeneming van een kind indien het in strijd zou zijn met het belang van het kind om de persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid draagt in kennis te stellen (in Tsjechië); het recht van volwassenen om een derde op de hoogte te laten brengen van de vrijheidsbeneming en het recht om met derden te communiceren (in Frankrijk); alsook afwijkingen van het recht op toegang tot een advocaat in beide lidstaten. Tsjechië en Frankrijk hebben nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie besluiten Tsjechië en Frankrijk voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen.

 

Procedurele rechten: Commissie verzoekt BULGARIJE en LETLAND de EU-regels inzake het recht op toegang tot informatie in strafprocedures correct om te zetten in nationaal recht

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije (INFR(2021)2098) en Letland (INFR(2021)2100) een met redenen omkleed advies te sturen wegens onjuiste omzetting van de richtlijn betreffende het recht op informatie in strafprocedures (Richtlijn 2012/13/EU). Deze richtlijn heeft tot doel ervoor te zorgen dat personen die verdachte of beklaagde in een strafprocedure zijn of tegen wie een Europees aanhoudingsbevel (EAB) is uitgevaardigd, adequate informatie krijgen over hun rechten. De Commissie heeft Bulgarije en Letland in september 2021 een aanmaningsbrief gestuurd. Zij is van mening dat de door de twee lidstaten meegedeelde nationale omzettingsmaatregelen niet voldoen aan de vereisten van de richtlijn, en wel met betrekking tot het recht op toegang tot de stukken van het dossier, die essentieel zijn om de rechtmatigheid van de aanhouding of detentie doeltreffend aan te vechten. De Commissie constateert voorts dat in Bulgarije het toepassingsgebied van de richtlijn, het recht op informatie over rechten en de bepalingen betreffende de verklaring van rechten bij aanhouding nog steeds niet correct zijn omgezet. Bulgarije en Letland hebben nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om de resterende door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie besluiten Bulgarije en Letland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen.

 

Vennootschapsrecht: Commissie verzoekt BULGARIJE en CYPRUS te zorgen voor volledige en tijdige omzetting van regels inzake het gebruik van digitale instrumenten en processen in het vennootschapsrecht

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije (INFR(2022)0337) en Cyprus (INFR(2022)0339) een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-omzetting van de EU-regels met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht (Richtlijn 2019/1151/EU). De richtlijn verplicht de lidstaten volledig online procedures in te voeren voor de oprichting van bepaalde vennootschapsvormen, de registratie van grensoverschrijdende bijkantoren en de indiening van documenten bij ondernemingsregisters. Zij heeft er ook voor gezorgd dat meer bedrijfsgegevens uit ondernemingsregisters gratis beschikbaar zijn via het systeem van gekoppelde registers. In september 2022 heeft de Commissie aan Bulgarije en Cyprus een aanmaningsbrief gestuurd, omdat zij de nationale maatregelen tot volledige omzetting van de richtlijn niet vóór de uiterste datum, d.w.z. 1 augustus 2022, hadden meegedeeld. Naar aanleiding van hun antwoorden concludeerde de Commissie dat Bulgarije en Cyprus hebben nagelaten nationale maatregelen mee te delen die de volledige omzetting van de richtlijn waarborgen. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie beslissen hen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen.

 

 

5. Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Adalbert Jahnz – Tel.: + 32 22953156, Deborah Almerge Ruckert – Tel.: +32 22987986)

 

Aanmaningsbrief

 

Onbemande luchtvaartuigsystemen: Commissie verzoekt SLOWAKIJE een registratiesysteem voor exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen op te zetten en een bevoegde autoriteit aan te wijzen

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen door Slowakije een aanmaningsbrief te sturen (INFR(2023)2105) wegens niet-naleving van de vereisten van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen. Slowakije heeft niet voldaan aan de wettelijke voorschriften inzake de aanwijzing van een bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de algehele handhaving van de verordening alsook belangrijke veiligheidstaken zoals de afgifte en intrekking van certificaten, en inzake de instelling van een registratiesysteem voor exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen. De huidige situatie zorgt niet voor een gelijk speelveld in de hele EU en kan zelfs leiden tot onveilige omstandigheden voor vluchtuitvoeringen van onbemande luchtvaartuigen. Slowakije heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

 

Met redenen omklede adviezen

 

Wegvervoer: Commissie verzoekt LITOUWEN volledig uitvoering te geven aan EU-voorschriften betreffende maximaal toegestane gewichten en afmetingen van bepaalde wegvoertuigen

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Litouwen een met redenen omkleed advies te sturen (INFR(2020)2284) met het verzoek de bijgewerkte Europese regels inzake het maximumgewicht en de maximumafmetingen van bepaalde wegvoertuigen (Richtlijn (EU) 2015/719) om te zetten in nationale wetgeving. Naast andere maatregelen voorziet de richtlijn in afwijkingen voor zware vrachtwagens die op alternatieve brandstoffen rijden of die betrokken zijn bij intermodaal vervoer. De afwijkingen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat schonere voertuigen niet worden benadeeld als ze langer of zwaarder zijn dan conventionele voertuigen, en om intermodale vervoersverrichtingen aan te moedigen. De Commissie is van mening dat de Litouwse wetgeving ook na de aanmaningsbrief van oktober 2020 en de aanvullende aanmaningsbrief van juni 2021 nog steeds niet strookt met de richtlijn. Litouwen heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren; anders kan de Commissie Litouwen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie dagen.

 

Binnenvaart: Commissie verzoekt DENEMARKEN en SPANJE EU-voorschriften inzake beroepskwalificaties in binnenvaart om te zetten

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Denemarken (INFR(2022)0207) en Spanje (INFR(2022)2042) een met redenen omkleed advies te sturen omdat zij Richtlijn (EU) 2017/2397 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart niet hebben omgezet. Bij die richtlijn zijn de voorwaarden en procedures vastgesteld voor de certificering van de kwalificaties van personen die betrokken zijn bij het bedienen van een vaartuig op de binnenwateren van de EU, en voor de erkenning van dergelijke kwalificaties in andere lidstaten. Bovendien zijn overgangsmaatregelen vastgesteld om ervoor te zorgen dat kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken die vóór het einde van de omzettingsperiode van de richtlijn zijn afgegeven, geldig blijven. Na de aanmaningsbrieven van 24 maart 2022 aan Denemarken en van 15 juli 2022 aan Spanje heeft de Commissie van deze lidstaten geen mededeling ontvangen waaruit blijkt dat zij de richtlijn volledig in nationaal recht hebben omgezet. De Commissie is dan ook van mening dat het nationale recht van deze lidstaten niet volledig in overeenstemming is met de richtlijn.

Daarnaast heeft de Europese Commissie besloten Denemarken een met redenen omkleed advies sturen (INFR(2022)0210) omdat het Richtlijn (EU) 2021/1233 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/2397 inzake overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van derde landen in de binnenvaart niet heeft omgezet. Om te zorgen voor een soepele overgang naar het systeem voor de erkenning van documenten van derde landen, voorziet de richtlijn in overgangsmaatregelen. Volgens de kennisgevingen aan de Commissie heeft Denemarken die overgangsmaatregelen nog niet omgezet. Na de aanmaningsbrief van 24 maart 2022 heeft de Commissie van deze lidstaten van Denemarken geen mededeling ontvangen waaruit blijkt dat het de richtlijn volledig in nationaal recht heeft omgezet. De Commissie is dan ook van mening dat het nationale recht van Denemarken niet volledig in overeenstemming is met de richtlijn.

Denemarken en Spanje hebben twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie besluiten de zaken aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

Veiligheid van de burgerluchtvaart: Commissie dringt bij SPANJE aan op naleving van EU-regels

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Spanje een met redenen omkleed advies te sturen (INFR(2022)2001) wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de artikelen 34 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) inzake het vrije verkeer van goederen en diensten, Verordening (EU) 2018/1139 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de burgerluchtvaart en Verordening (EU) nr. 1178/2011 inzake organisaties voor de opleiding van piloten. De door Spanje opgelegde verplichting om alle in Spanje gestationeerde luchtvaartuigen te registreren, inclusief luchtvaartuigen die al in andere lidstaten zijn geregistreerd, leidt tot aanzienlijke administratieve lasten voor eigenaars van luchtvaartuigen en zijn in strijd met het vrije verkeer van goederen en diensten zoals gewaarborgd door de artikelen 34 en 56 VWEU. De Commissie had Spanje in april 2022 een aanmaningsbrief over deze zaak gestuurd. De Commissie achtte het antwoord van Spanje op de aanmaningsbrief niet geheel bevredigend en heeft nu een met redenen omkleed advies gestuurd. Spanje heeft twee maanden de tijd om te reageren en de nodige maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

 

6. Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Daniel Ferry – Tel.: +32 22986500, Aikaterini Apostola – tel.: +32 22987624)

 

Aanmaningsbrieven

 

Bestrijding van witwassen: Commissie roept HONGARIJE op tot correcte omzetting van de vijfde antiwitwasrichtlijn

De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen doorHongarije een aanmaningsbrief te sturen (INFR(2023)2098) wegens onjuiste omzetting van de vijfde antiwitwasrichtlijn. Hoewel Hongarije de volledige omzetting van de richtlijn had meegedeeld, heeft de Commissie geconstateerd dat de richtlijn in een opzicht onjuist in nationaal recht is omgezet. Het betreft de verplichting om dienstverleners te registreren, een vergunning te verlenen of te reguleren: volgens Hongaars recht is er namelijk geen registratie- of vergunningsplicht voor aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta. De antiwitwasvoorschriften zijn van essentieel belang voor de bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering. Lacunes in de wetgeving in een lidstaat hebben gevolgen voor de EU als geheel. Voorts is het, gezien de sancties die de EU naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne heeft opgelegd, absoluut noodzakelijk dat de uiteindelijke begunstigden van aan sancties onderworpen ondernemingen worden geïdentificeerd. Om die reden moeten de EU-regels efficiënt worden uitgevoerd en gecontroleerd om criminaliteit te bestrijden, het financiële stelsel van de Unie te beschermen en de handhaving van EU-sancties te waarborgen. Als Hongarije binnen twee maanden geen bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie besluiten de inbreukprocedure voort te zetten en een met redenen omkleed advies te sturen.

 

Financiële markten: Commissie dringt er bij SPANJE op aan de omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten te voltooien

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen door Spanje een aanmaningsbrief te sturen (INFR(2099)2023) wegens onvolledige omzetting in nationaal recht van wijzigingen van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten. De wijzigingen houden in dat de definitie van “financieel instrument” in artikel 4, lid 1, punt 15, van Richtlijn 2014/65/EU is vervangen. De omzettingstermijn voor de richtlijn was 23 maart 2023 en op die datum had Spanje de omzetting nog niet voltooid. De Commissie verzoekt Spanje derhalve de nodige maatregelen te nemen en mee te delen. Als Spanje binnen twee maanden geen bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie besluiten de inbreukprocedure voort te zetten en een met redenen omkleed advies te sturen.

 

 

7. Werkgelegenheid en sociale rechten

(meer informatie: Veerle Nuyts – Tel.: +32 22996302; Flora Matthaes – Tel.: +32 22983951)

 

Aanmaningsbrief

 

Bescherming van werknemers: Commissie verzoekt DUITSLAND zijn wetgeving inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen in overeenstemming te brengen met EU-wetgeving

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen door Duitsland een aanmaningsbrief te sturen (INFR(2023)2043) wegens onjuiste omzetting in nationaal recht van de richtlijn tot vaststelling van een vierde lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen (Richtlijn (EU) 2017/164). Deze EU-grenswaarden zijn vastgesteld op basis van de meest recente wetenschappelijke gegevens en vertegenwoordigen drempelniveaus voor blootstelling waaronder geen schadelijke effecten voor werknemers worden verwacht, zelfs bij herhaalde kortstondige of dagelijkse blootstelling. De lidstaten moeten bij de vaststelling van hun nationale grenswaarden rekening houden met deze EU-waarden. Voor acrylaldehyde is in de Duitse wetgeving een nationale grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling vastgesteld die vier keer zo hoog is als de EU-grenswaarde. Voor zwaveldioxide is de Duitse grenswaarde het dubbele van het door de EU vastgestelde niveau. De richtlijn chemische agentia (Richtlijn 98/24/EG van de Raad) laat de lidstaten de vrijheid om de aard van hun nationale grenswaarden te bepalen, met name of zij de indicatieve blootstellingsgrenswaarden van de EU als indicatief of bindend zullen opnemen, overeenkomstig hun nationale wetgeving en praktijk. Hoewel Duitsland voor deze twee stoffen bindende grenswaarden heeft ingevoerd, heeft het de door de EU vastgestelde indicatieve grenswaarden en de wetenschappelijke overwegingen waarop deze zijn gebaseerd, genegeerd. Bovendien heeft Duitsland de vaststelling van hogere waarden niet naar behoren gemotiveerd; met name is niet uitgelegd waarom het voor Duitsland niet haalbaar zou zijn om de EU-grenswaarden toe te passen. Duitsland heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren. Doet het dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

* Bijgewerkt op 28.9.23 om 16:40.

** Bijgewerkt op 29.9.23 om 10:30.