Commissie raadpleegt lidstaten over een voorstel tot gedeeltelijke aanpassing van de kalender voor uitfasering van het tijdelijke crisis- en transitiekader voor staatssteun met het oog op het komende stookseizoen van de winter
De Europese Commissie heeft de lidstaten een ontwerpvoorstel toegezonden om hen te raadplegen over de kalender voor het uitfaseren van de bepalingen van het tijdelijke crisis- en transitiekader voor staatssteun. Het is de bedoeling de crisisrespons die geboden wordt ten gevolge van de Russische agressie tegen Oekraïne, gedeeltelijk aan te passen.
Sinds het begin van de Russische oorlog tegen Oekraïne en rekening houdend met de directe en indirecte gevolgen ervan voor de economie van de EU hebben de lidstaten dankzij het tijdelijke crisiskader voor staatssteun van 23 maart 2022 de mogelijkheid om tijdige, gerichte en evenredige steun te verlenen aan bedrijven in nood. Dankzij de kaderregeling konden de lidstaten snel en doeltreffend optreden ter ondersteuning van bedrijven die worden getroffen door de grote economische onzekerheid, de verstoorde handelsstromen en toeleveringsketens, en de uitzonderlijk sterke en onverwachte prijsstijgingen, met name van aardgas, elektriciteit en tal van andere inputs en grondstoffen, en primaire goederen. Deze effecten hebben samen geleid tot een ernstige verstoring van de economie van alle lidstaten en dat in een groot aantal economische sectoren.
Op 9 maart 2023 heeft de Commissie een nieuw tijdelijk crisis- en transitiekader goedgekeurd: het ging deels om een aanpassing en een verlenging van het tijdelijk crisiskader, met steunmaatregelen in sectoren die belangrijk zijn voor de transitie naar een klimaatneutrale economie, in overeenstemming met het industrieel plan voor de Green Deal.
Naarmate de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne voortduurt, toont de economische situatie van de EU veerkracht ten aanzien van de schokken die daardoor teweeg zijn gebracht. In de economische zomerprognoses 2023 van de Commissie wordt opgemerkt dat de economie van de EU blijft groeien, zij het minder dynamisch. De situatie op de energiemarkten, en met name wat de gas- en de gemiddelde elektriciteitsprijzen betreft, lijkt te zijn gestabiliseerd. Daarnaast zijn de risico's van tekorten in de energievoorziening afgenomen, onder meer door de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om de energiebronnen te diversifiëren. Tegelijkertijd wordt in de economische zomerprognose 2023 opgemerkt dat de voortdurende oorlog van Rusland tegen Oekraïne en de bredere geopolitieke spanningen, met name in het Midden-Oosten, risico's blijven inhouden en nog steeds een bron van onzekerheid zijn.
Tegen deze achtergrond stelt de Commissie een beperkte verlenging met drie maanden van de regeling voor zodat de lidstaten de mogelijkheid behouden om tot en met 31 maart 2024 beperkte steunbedragen toe te kennen, alsook steun ter compensatie van de hoge energieprijzen (deel 2.4 van het kader). Zo zullen de lidstaten indien nodig hun steunregelingen kunnen uitbreiden en ervoor kunnen zorgen dat bedrijven die nog steeds onder de crisis lijden, niet van de nodige steun worden uitgesloten in het komende stookseizoen. Volgens deel 2.4 van het kader kunnen de lidstaten steun blijven verlenen door bijkomende energiekosten voor een deel op zich te nemen, alleen voor zover de energieprijzen aanzienlijk uitstijgen boven het niveau van voor de crisis.
Het ontwerpvoorstel van de Commissie dat vandaag aan de lidstaten is toegezonden, doet geen afbreuk aan de resterende bepalingen van het tijdelijke crisis- en transitiekader. De andere crisisgerelateerde onderdelen van de kaderregeling (d.w.z. liquiditeitssteun in de vorm van staatsgaranties en gesubsidieerde leningen, en maatregelen ter ondersteuning van de vermindering van de elektriciteitsvraag) zullen niet worden verlengd tot na hun huidige vervaldatum, namelijk 31 december 2023. De onderdelen die tot doel hebben de groene transitie te versnellen en de afhankelijkheid van brandstof te verminderen, ondergaan geen wijzigingen door het ontwerpvoorstel en zullen op basis van het huidige kader tot en met 31 december 2025 beschikbaar blijven.
De lidstaten krijgen nu de gelegenheid opmerkingen te maken over het ontwerpvoorstel van de Commissie. De Commissie is voornemens de beperkte wijziging van het tijdelijke crisis- en transitiekader vast te stellen in de komende weken, rekening houdend met de feedback van de lidstaten.
Achtergrond
Met het tijdelijke crisiskader voor staatssteun, dat op 23 maart 2022 is vastgesteld, hadden de lidstaten de mogelijkheid om gebruik te maken van de flexibiliteit waarin de staatssteunregels voorzien: het doel was de economie te ondersteunen in de context van de Russische oorlog tegen Oekraïne. Het tijdelijke crisiskader werd gewijzigd op 20 juli 2022 om het winterparaatheidspakket aan te vullen, en is aldus in overeenstemming met de doelstellingen van het REPowerEU-plan. Het tijdelijke crisiskader is op 28 oktober 2022 verder gewijzigd in overeenstemming met de verordening betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen en de verordening ter bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks.
De Commissie heeft op 9 maart 2023 het huidig tijdelijk crisis- en transitiekader goedgekeurd om steunmaatregelen te bevorderen in sectoren die belangrijk zijn voor de transitie naar een klimaatneutrale economie, in overeenstemming met het industrieel plan voor de Green Deal.
Het tijdelijk crisis- en steunkader, zoals dat momenteel van kracht is, voorziet in de volgende vormen van steun die lidstaten kunnen toekennen:
- beperkte steunbedragen (deel 2.1), in welke vorm dan ook, voor ondernemingen die door de huidige crisis of door de daaropvolgende sancties en tegenmaatregelen worden getroffen, tot het bedrag van 250 000 EUR in de landbouw en 300 000 EUR in de visserij en aquacultuur, en tot 2 miljoen EUR in alle andere sectoren;
- liquiditeitssteun in de vorm van staatsgaranties en gesubsidieerde leningen (delen 2.2 en 2.3). In uitzonderlijke gevallen en met inachtneming van strikte waarborgen kunnen de lidstaten aan energiebedrijven voor hun handelsactiviteiten overheidsgaranties van meer dan 90% verstrekken wanneer deze als niet-volgestorte financiële zekerheden aan centrale tegenpartijen of clearingleden worden verstrekt;
- steun ter compensatie van de hoge energieprijzen (deel 2.4). De steun, die in welke vorm dan ook kan worden toegekend, zal ondernemingen, met name intensieve energiegebruikers, gedeeltelijk compenseren voor extra kosten als gevolg van uitzonderlijke stijgingen van de gas- en elektriciteitsprijzen. Het individuele steunbedrag kan worden berekend op basis van het vroegere of het huidige verbruik, rekening houdend met de noodzaak om marktstimulansen voor het verlagen van het energieverbruik te behouden en om de continuïteit van de economische activiteiten te waarborgen. Daarnaast kunnen de lidstaten op flexibele wijze steun verlenen, ook aan bijzonder getroffen energie-intensieve sectoren. Daarbij gelden waarborgen om overcompensatie te voorkomen en de vermindering van de koolstofvoetafdruk te stimuleren in het geval van steunbedragen van meer dan 50 miljoen EUR. De lidstaten wordt tevens verzocht na te gaan of zij op niet-discriminerende wijze vereisten kunnen vaststellen op het gebied van milieubescherming of voorzieningszekerheid. Nadere bijzonderheden over de steunmogelijkheden voor hoge energieprijzen, onder meer over de methode voor de berekening van individuele steunbedragen, zijn hier te vinden;
- maatregelen om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen (deel 2.5) De lidstaten kunnen regelingen opzetten voor investeringen in alle hernieuwbare energiebronnen, inclusief hernieuwbare waterstof, biogas en biomethaan, opslag en hernieuwbare warmte, onder meer via warmtepompen, met vereenvoudigde aanbestedingsprocedures die snel kunnen worden uitgevoerd en toch voldoende waarborgen bevatten om een gelijk speelveld te vrijwaren. In het bijzonder kunnen de lidstaten regelingen opstellen voor een bepaalde technologie die steun nodig heeft in het licht van de specifieke nationale energiemix. De voorwaarden voor het toekennen van steun aan kleine projecten en minder mature technologieën, zoals hernieuwbare waterstof, zijn vereenvoudigd. De verplichting om een openbare aanbesteding uit te voeren geldt niet langer maar een aantal waarborgen blijft bestaan;
- maatregelen om industriële processen koolstofvrij te maken (deel 2.6) Om de diversificatie van de energievoorziening verder te versnellen, kunnen de lidstaten steun bieden voor investeringen in de uitfasering van fossiele brandstoffen, met name door elektrificatie, energie-efficiëntie en de overschakeling op hernieuwbare en op elektriciteit gebaseerde waterstof die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Ze kunnen de mogelijkheden uitbreiden om steun toe te kennen voor het koolstofvrij maken van industriële processen bij de overschakeling naar van waterstof afgeleide brandstoffen. Zo kunnen de lidstaten ofwel i) nieuwe, op aanbestedingen gebaseerde regelingen opzetten, ofwel ii) projecten rechtstreeks ondersteunen, zonder aanbesteding, waarbij een aantal beperkingen gelden voor het aandeel overheidssteun per investering. Ook wordt voorzien in specifieke extra bonussen voor kleine en middelgrote ondernemingen en voor bijzonder energie-efficiënte oplossingen. Omdat er geen aanbestedingen zijn, is een eenvoudigere methode ingevoerd om het maximale steunniveau te bepalen;
- maatregelen ter ondersteuning van de vermindering van de vraag naar elektriciteit (deel 2.7), in overeenstemming met de EU-verordening betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen; alsmede
- maatregelen om te komen tot snellere investeringen in sectoren die van belang zijn voor de transitie naar een klimaatneutrale economie (deel 2.8), om investeringssteun te kunnen toekennen voor de fabricage van strategische componenten, zoals batterijen, zonnepanelen, windturbines, warmtepompen, elektrolyse-installaties en installaties voor koolstofafvang en -opslag, alsmede voor de productie van belangrijke componenten en voor de productie en recycling van daaraan verbonden kritieke grondstoffen. Meer in het bijzonder kunnen de lidstaten eenvoudige en efficiënte regelingen ontwerpen om tot een bepaald procentueel plafond van de investeringskosten of tot een bepaald nominaal bedrag steun toe te kennen, afhankelijk van de locatie van de investering en de omvang van de begunstigde. Kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen in achterstandsgebieden komen in aanmerking voor hogere steun, zodat afdoende rekening wordt gehouden met cohesiedoelstellingen. Verder kunnen de lidstaten in uitzonderlijke gevallen hogere steun toekennen aan individuele ondernemingen, wanneer het risico reëel is dat investeringen worden verlegd buiten Europa. Hiervoor gelden bepaalde waarborgen. Meer informatie over de steunmogelijkheden voor maatregelen om de transitie naar een klimaatneutrale economie te versnellen is hier te vinden.
Russische, Belarussische en Iraanse entiteiten die sancties opgelegd hebben gekregen wegens activiteiten die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van deze maatregelen.
Meer informatie over het tijdelijk crisis- en transitiekader en andere maatregelen van de Commissie om de economische gevolgen van de Russische oorlog tegen Oekraïne in te perken en de transitie naar een nettonuleconomie te bevorderen, zijn hier te vinden.