Commissie ingenomen met definitief akkoord over Europese portemonnee voor digitale identiteit
De Commissie is ingenomen met het definitieve akkoord dat het Europees Parlement en de Raad van de EU vandaag hebben bereikt tijdens de laatste trialoog over de verordening waarbij de Europese portemonnee voor digitale identiteit wordt ingevoerd. Hiermee komt er een einde aan het werk van de medewetgevers die uitvoering gaven aan de resultaten van het voorlopige politieke akkoord dat op 29 juni 2023 is bereikt over een rechtskader voor een Europese digitale identiteit – het eerste betrouwbare en veilige kader voor een digitale identiteit voor alle Europeanen.
Dit is een belangrijke stap in de richting van de doelstellingen van het digitale decennium tot 2030 met betrekking tot de digitalisering van overheidsdiensten. Alle EU-burgers krijgen de mogelijkheid om over een Europese portemonnee voor digitale identiteit te beschikken waarmee zij toegang hebben tot publieke en particuliere onlinediensten, met volledige beveiliging en bescherming van hun persoonsgegevens in heel Europa.
Naast overheidsdiensten moeten zeer grote onlineplatforms – die als zodanig zijn aangewezen in het kader van de digitaledienstenverordening (waaronder diensten zoals Amazon, Booking.com en Facebook) – en particuliere diensten die wettelijk verplicht zijn om hun gebruikers te authenticeren, de Europese portemonnee voor digitale identiteit accepteren als inlogmiddel voor hun onlinediensten. Bovendien maken de kenmerken en gemeenschappelijke specificaties van de portemonnee het voor alle particuliere dienstverleners aantrekkelijk om deze voor hun diensten te aanvaarden, waardoor nieuwe zakelijke kansen worden gecreëerd. De portemonnee maakt het voor dienstverleners ook gemakkelijker om aan verschillende wettelijke eisen te voldoen.
Gebruikers kunnen met de portemonnee niet alleen hun digitale identiteit veilig opslaan, maar ook bankrekeningen openen, betalingen verrichten en digitale documenten bewaren, zoals een mobiel rijbewijs, medisch recept, beroepscertificaat of reisticket. De portemonnee biedt een gebruiksvriendelijk en praktisch alternatief voor online-identificatie die door het EU-recht wordt gewaarborgd. De portemonnee respecteert de keuze van gebruikers om persoonsgegevens al dan niet te delen volledig, en biedt een zo hoog mogelijk beveiligingsniveau – dat door onafhankelijke entiteiten op basis van dezelfde normen wordt gecertificeerd. Ook worden belangrijke delen van de code van de portemonnee gepubliceerd als open source om elke mogelijkheid van misbruik en illegale tracering, opsporing of onderschepping door autoriteiten uit te sluiten.
Tijdens de wetgevingsbesprekingen is de ambitie van de verordening versterkt op diverse gebieden die van belang zijn voor burgers. De portemonnee bevat een overzicht van alle transacties die voor de houder toegankelijk zijn, en een optie om vermeende schendingen van de gegevensbescherming te melden. Bovendien zal interactie tussen portemonnees mogelijk zijn. Daarnaast kunnen burgers de portemonnee via bestaande nationale eID-regelingen installeren en gebruikmaken van gratis e-handtekeningen voor niet-professioneel gebruik.
Volgende stappen
Het door de medewetgevers bereikte akkoord moet nu formeel worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad. Zodra het Europees kader voor digitale identiteit formeel is aangenomen, treedt het in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad.
24 maanden na de vaststelling van de uitvoeringshandelingen met de technische specificaties voor de Europese portemonnee voor digitale identiteit en de technische certificeringsspecificaties, moeten de EU-landen de Europese portemonnees voor digitale identiteit ter beschikking stellen van hun burgers. Deze uitvoeringshandelingen – die zes respectievelijk twaalf maanden na de goedkeuring van de verordening moeten worden vastgesteld – bouwen voort op de specificaties die in het kader van de EU-toolbox voor digitale identiteit zijn ontwikkeld, en voorzien in geharmoniseerde voorwaarden voor de invoering van de portemonnees in heel Europa.
Achtergrond
In het beleidsprogramma voor het digitale decennium tot 2030 wordt de ambitie van Europa voor de digitale transformatie tot 2030 uiteengezet. Volgens de doelstellingen van het digitale decennium moeten uiterlijk in 2030 alle essentiële overheidsdiensten online beschikbaar zijn, moeten alle burgers toegang hebben tot hun elektronische medische dossiers en moet iedereen gebruik kunnen maken van veilige, privacybevorderende eID.
De Europese portemonnee voor digitale identiteit bouwt voort op het bestaande grensoverschrijdende rechtskader voor betrouwbare digitale identiteiten, het Europees initiatief voor elektronische identificatie en vertrouwensdiensten (eIDAS-verordening). Dat is in 2014 aangenomen en vormt een eerste basis voor grensoverschrijdende elektronische identificatie, authenticatie en website-certificering binnen de EU.
Het voorstel van de Commissie voor een hernieuwd kader, waarover de medewetgevers vandaag een definitief akkoord hebben bereikt, zal de doeltreffendheid verbeteren en de voordelen van veilige en gemakkelijke digitale identificatie uitbreiden tot de particuliere sector en mobiel gebruik.
Vier grootschalige proefprojecten, waarin meer dan 90 miljoen euro is geïnvesteerd (waarvan 46 miljoen euro als medefinanciering door de Commissie uit het programma Digitaal Europa), zijn begonnen met het testen van de Europese portemonnee voor digitale identiteit in een reeks dagelijkse toepassingen, zoals het mobiele rijbewijs, e-gezondheid, digitale betalingen en onderwijs- en beroepskwalificaties. De proefprojecten zijn op 1 april 2023 van start gegaan en zullen bijdragen tot betere technische specificaties van de portemonnee.
Meer informatie
Europese digitale identiteit – Vragen en antwoorden
Voorlopig politiek akkoord over Europese portemonnee voor digitale identiteit
Voorgestelde verordening Europese digitale identiteit
Aanbeveling Europese digitale identiteit