Eerste najaarspakket van het Europees Semester op grond van het nieuwe kader voor economische governance bepaalt de route naar gezonde overheidsfinanciën en duurzame en inclusieve groei
De Commissie heeft het eerste najaarspakket van het Europees Semester gepresenteerd na de inwerkingtreding van de ambitieuze en alomvattende hervorming van het nieuwe EU-kader voor economische governance in april 2024. Het is een essentiële stap in de verwezenlijking van de doelstellingen van de hervorming om het kader eenvoudiger, transparanter en doeltreffender te maken, met een grotere nationale verantwoordelijkheid.
Het nieuwe kader ondersteunt de lidstaten bij het bereiken van macro-economische stabiliteit, groei en houdbaarheid van de overheidsfinanciën, wat van cruciaal belang is voor de economische kracht van de EU in het huidige uitdagende mondiale klimaat. Ook worden hervormingen en investeringen gestimuleerd die de basis vormen voor economische stabiliteit en duurzame groei op lange termijn. Het uiteindelijke doel is dat het kader bijdraagt tot een veerkrachtigere, billijkere, concurrerendere en veiligere economie van de EU ten behoeve van de burgers.
Het najaarspakket van het Europees Semester verschijnt op het moment dat de economie van de EU na een langere periode van stagnatie weer licht groeit. Terwijl de lidstaten, waar nodig, een begrotingsaanpassing nastreven, zullen met de blik op de toekomst in 2025 groeibevorderende overheidsinvesteringen in bijna alle lidstaten naar verwachting toenemen, met een aanzienlijke bijdrage uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit van NextGenerationEU en de EU-fondsen in verscheidene lidstaten.
Eenvoudigere regels die rekening houden met uiteenlopende budgettaire uitdagingen
Het nieuwe kader voor economische governance biedt eenvoudigere en transparantere begrotingsregels. Er wordt één operationele indicator gebruikt, te weten het meerjarige netto-uitgavenpad van de lidstaat, waardoor de naleving gemakkelijker kan worden gevolgd. In het nieuwe kader wordt ook risicogebaseerd toezicht ingevoerd, dat op de individuele begrotingssituatie van de lidstaten is toegesneden en een geleidelijker begrotingsaanpassing mogelijk maakt, mits door specifieke hervormingen en investeringen geschraagd.
Het nieuwe kader zet in op een geleidelijke en realistische verlaging van de overheidsschulden, die na de COVID-19-pandemie en de daaropvolgende energiecrisis aanzienlijk zijn gestegen. Gezonde overheidsfinanciën zijn een randvoorwaarde voor macro-economische stabiliteit en duurzame economische groei.
Bevordering van groeibevorderende hervormingen en investeringen
In het nieuwe kader nemen de lidstaten hervormingen en investeringen in hun plannen voor de middellange termijn op om de gemeenschappelijke prioriteiten van de EU en de structurele uitdagingen in de landspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester aan te pakken. Dit omvat de groene en de digitale transitie, sociale en economische veerkracht, energiezekerheid en de opbouw van defensievermogens.
Beoordeling van de plannen voor de middellange termijn
De plannen voor de middellange termijn vormen de hoeksteen van het nieuwe kader voor economische governance. De integratie van begrotings-, hervormings- en investeringsdoelstellingen in één middellangetermijnplan zorgt voor een samenhangend en gestroomlijnd proces.
De Commissie heeft haar beoordeling voor 21 van de 22 ingediende plannen afgerond.
Van de 21 plannen oordeelde de Commissie dat er 20 aan de voorwaarden van het nieuwe kader voldoen en een geloofwaardig begrotingspad uitstippelen zodat het schuldniveau van de respectieve lidstaten op een houdbaar neerwaarts pad wordt gebracht of op een prudent niveau wordt gehouden. Dit betreft de volgende lidstaten: Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Luxemburg, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden. Voor deze lidstaten beveelt de Commissie de Raad aan het in die plannen opgenomen netto-uitgavenpad goed te keuren. Voor Nederland heeft de Commissie voorgesteld dat de Raad een netto-uitgavenpad aanbeveelt dat in overeenstemming is met de technische informatie die de Commissie in juni heeft verstrekt.
De Commissie is nog bezig met de beoordeling van het middellangetermijnplan van Hongarije.
Voor 5 van de 20 plannen voor de middellange termijn die door de Commissie positief zijn beoordeeld, is het netto-uitgavenpad gebaseerd op een verlenging van de aanpassingsperiode van vier tot zeven jaar. De verlenging wordt geschraagd door hervormings- en investeringstoezeggingen die in de plannen zijn opgenomen. In die vijf gevallen oordeelde de Commissie dat de maatregelen in hun plannen voldeden aan de criteria om een verlenging te rechtvaardigen. Dit betreft de plannen voor de middellange termijn van Finland, Frankrijk, Italië, Spanje en Roemenië.
Beoordeling van de ontwerpbegrotingsplannen voor 2025
De Commissie heeft ook de door 17 lidstaten van de eurozone ingediende ontwerpbegrotingsplannen (OBP's) voor 2025 beoordeeld, en heeft onderzocht of die passende eerste stappen vormen om de respectieve plannen voor de middellange termijn uit te voeren.
De beoordeling van de OBP's door de Commissie is gericht op de groei van de netto-uitgaven in 2024-2025, waarbij wordt beoordeeld of de netto-uitgaven onder de in de plannen voor de middellange termijn van de lidstaten vastgestelde maxima blijven, op voorwaarde dat een dergelijk plan beschikbaar is en in overeenstemming met het nieuwe kader wordt geacht.
Acht lidstaten van de eurozone worden in overeenstemming met de begrotingsaanbevelingen geacht, zeven niet volledig in overeenstemming en één niet in overeenstemming, terwijl één lidstaat niet in overeenstemming dreigt te zijn:
- Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Kroatië, Letland, Slovenië en Slowakije worden in overeenstemming geacht met de aanbevelingen, aangezien hun netto-uitgaven naar verwachting onder de maxima zullen liggen.
- Duitsland, Estland, Finland en Ierland worden niet volledig in overeenstemming geacht, aangezien hun jaarlijkse (Finland, Ierland) en/of cumulatieve (Duitsland, Estland, Ierland) netto-uitgaven naar verwachting boven de respectieve maxima zullen liggen.
- Luxemburg, Malta en Portugal worden niet volledig in overeenstemming met de aanbeveling geacht: hun netto-uitgaven worden onder de maxima geraamd, maar de noodhulp voor energie wordt niet uiterlijk winter 2024-2025 afgebouwd, zoals aanbevolen door de Raad.
- Nederland wordt niet in overeenstemming met de aanbeveling geacht, aangezien de netto-uitgaven naar verwachting boven de maxima liggen.
- Litouwen dreigt niet in overeenstemming met de aanbeveling te zijn, aangezien de netto-uitgaven naar verwachting hoger zijn dan de percentages die de Commissie als een passende eerste stap in de uitvoering van het nieuwe kader voor economische governance beschouwt.
De volgende stappen in het kader van de buitensporigtekortprocedure
De buitensporigtekortprocedure (BTP) is het zogenaamde “correctief deel” van het stabiliteits- en groeipact.
Dit najaarspakket bevat de aanbevelingen van de Commissie voor meerjarige netto-uitgavenpaden om het buitensporige tekort te corrigeren voor de acht lidstaten (België, Frankrijk, Hongarije, Italië, Malta, Polen, Roemenië en Slowakije) die momenteel onder de BTP vallen.
Voor de meeste van deze lidstaten zijn de correctieve paden gebaseerd op de netto-uitgavenpaden die de lidstaat in zijn plannen voor de middellange termijn heeft vastgelegd. Dit is in overeenstemming met de sterke nadruk op de eigen nationale verantwoordelijkheid voor begrotingstoezeggingen binnen het nieuwe kader voor economische governance.
Bij gebrek aan een plan of aanbeveling voor het plan voor de middellange termijn, zoals in het geval van België en Hongarije, is het correctieve pad in de BTP-aanbeveling gebaseerd op het vierjarige referentiepad van de Commissie, geactualiseerd op basis van de recentste gegevens.
Het pakket omvat ook een verslag uit hoofde van artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voor Oostenrijk en Finland, waarin wordt beoordeeld of deze lidstaten aan het tekortcriterium voldoen.
Oostenrijk heeft gemeld dat het tekort in 2024 boven de referentiewaarde van 3% van het bbp uitkomt en volgens de prognoses van de Commissie zal het bij ongewijzigd beleid in 2025 of 2026 niet onder de referentiewaarde van 3% van het bbp dalen. De Commissie zal derhalve overwegen de Raad voor te stellen om vast te stellen dat er in Oostenrijk een buitensporig tekort bestaat. De Oostenrijkse autoriteiten hebben aangekondigd de nodige maatregelen te nemen om het tekort in 2025 tot onder de 3% terug te dringen. De Commissie is bereid nieuwe maatregelen te beoordelen zodra die formeel door de regering zijn goedgekeurd en voldoende gedetailleerd zijn.
In het geval van Finland, dat ook een gepland tekort van meer dan 3% van het bbp voor 2024 heeft gemeld, is de Commissie niet voornemens voor te stellen een buitensporigtekortprocedure op te starten, omdat het tekort naar verwachting zonder aanvullende beleidsmaatregelen vanaf 2025 niet langer de referentiewaarde zal overschrijden.
Verslagen over het post-programmatoezicht
In het kader van de verslagen over het post-programmatoezicht wordt de economische, budgettaire en financiële situatie beoordeeld van lidstaten die programma's voor financiële bijstand hebben doorlopen (Cyprus, Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje), waarbij vooral gekeken wordt naar hun terugbetalingscapaciteit. In de verslagen wordt geconcludeerd dat de vijf lidstaten in staat blijven om hun schuld terug te betalen.
Volgende stappen
De Raad en de Eurogroep zullen nu de elementen van het najaarspakket van het Europees Semester bespreken.
Nadat de plannen voor de middellange termijn door de Raad zijn goedgekeurd, controleert de Commissie of de lidstaten de toezegging in die plannen nakomen voor de gehele periode waarop het plan betrekking heeft. De lidstaten moeten jaarlijks voortgangsverslagen indienen, met het oog op doeltreffend toezicht en handhaving.
De Commissie zal de komende weken het tweede deel van het najaarspakket van het Europees Semester voorstellen, met inbegrip van de jaarlijkse strategie voor duurzame groei, de aanbeveling voor de eurozone, het waarschuwingsmechanismeverslag en het voorstel voor een gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid.
Meer informatie
Vragen en antwoorden met betrekking tot het najaarspakket van het Europees Semester 2024
Najaarspakket Europees Semester 2024 – Documenten
Economische najaarsprognoses 2024
Vragen en antwoorden over het nieuwe kader voor economische governance