Zorgvuldige afbouw interlandelijke adoptie in 6 jaar tijd
Interlandelijke adoptie wordt in een periode van 6 jaar zorgvuldig afgebouwd. Op deze manier kunnen landen van herkomst en vergunninghouders zich voorbereiden op de situatie waarin Nederland stopt met interlandelijke adoptie. Daarnaast krijgen aspirant-adoptiefouders met deze afbouwtermijn een redelijke periode om hun adoptieprocedure voort te zetten. Met dit afbouwplan geeft staatssecretaris Struycken uitvoering aan de motie die op 16 april jl. door de Tweede Kamer is aangenomen om interlandelijke adoptie af te bouwen. Deze motie volgt op het rapport van de Commissie Joustra uit 2021 waarbij is vastgesteld dat ook in een strenger ingericht systeem de kans op misstanden niet kan worden uitgesloten
Het uitgangspunt van de Kamer om te stoppen met interlandelijke adoptie is dat interlandelijke adoptie geen duurzame oplossing meer vormt om de belangen van kinderen te beschermen. De belangen van kinderen worden het beste gediend wanneer zij kunnen opgroeien in een veilige omgeving in het eigen land, regio of cultuur.
Staatssecretaris Struycken: “De afgelopen maanden is mij duidelijk geworden dat adoptie een breed pallet van emoties oproept en dat dit onderwerp verschillende invalshoeken kent. In de uitwerking van het afbouwplan zijn de belangen van alle betrokkenen meegewogen, met name het belang van het kind. Met het afbouwplan komt er duidelijkheid voor alle betrokkenen en wordt interlandelijke adoptie op een zorgvuldige wijze afgebouwd.”
Afbouwtermijn
In een periode van 6 jaar krijgen landen waarmee Nederland een adoptierelatie heeft voldoende tijd om procedures waar kinderen nu al in beeld zijn voor adoptie zorgvuldig af te ronden. Omdat zorgvuldige afbouw niet realiseerbaar is binnen het huidige contract, krijgen de vergunninghouders de mogelijkheid hun vergunning nog eenmaal met 5 jaar te verlengen. Hierdoor kunnen zij tot 1 mei 2030 een matchingsvoorstel voor een adoptie doen bij de Centrale autoriteit. Eind 2030 neemt de Centrale autoriteit eventuele afrondende taken van de vergunninghouders over.
Aspirant-adoptiefouders
Voor aspirant-adoptiefouders is het belangrijk dat er duidelijkheid komt. Het proces dat zij doorlopen is doorgaans langdurig en emotioneel. Alle aspirant-adoptiefouders die op dit moment een adoptieprocedure hebben lopen, krijgen gedurende de afbouw de mogelijkheid deze procedure voort te zetten. Gezien het beperkte aantal adopties per jaar is de kans om een adoptie te realiseren voor een deel van deze aspirant-adoptiefouders zeer klein. Dit betreft vooral aspirant-adoptiefouders die in het begin van het adoptieproces zitten.
Vervolgproces
Door het besluit om interlandelijke adoptie te beëindigen, is het noodzakelijk om de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) te vervangen door aangepaste wet- en regelgeving. De nieuwe wet treedt uiterlijk aan het einde van de afbouwtermijn in werking en bevat onder meer regelgeving om adoptiedossiers met zorg over te dragen aan het Nationaal Archief. Tijdens de afbouwperiode houden de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het ministerie van Justitie en Veiligheid toezicht op de kwaliteit van de adoptieprocedures. Bovendien blijft er ook na 2030 structureel aandacht voor ondersteuning en nazorg voor geadopteerden en adoptiefouders.