Openingstoespraak van voorzitter Von der Leyen over de Clean Industrial Deal tijdens de Europese Industrietop

Hartelijk dank, geachte mevrouw Dr. Kadri, voor de uitnodiging.

Premier De Wever,

Minister-president Diependaele,

Geachte vertegenwoordigers van het Europese bedrijfsleven en de Europese sociale partners,

Dames en heren,

Het is een plezier om terug te zijn hier in Antwerpen, precies een jaar na onze eerste bijeenkomst. Vorig jaar kwam ik naar Antwerpen om te luisteren, om te horen wat uw zorgen zijn. Dat moment was een nieuwe start voor het industriebeleid in Europa. Sindsdien hebben wij bij de Commissie specifieke dialogen gevoerd met de meeste van uw strategische sectoren, waaronder een sociale dialoog van afgelopen vorige week.

En ik moet u zeggen dat is zeer dankbaar ben voor deze dialogen, omdat de resultaten daarvan de prioriteiten van mijn nieuwe Commissie hebben bepaald. Vandaag hebben we in het college de Clean Industrial Deal goedgekeurd. De Clean Industrial Deal geeft uitvoering aan elke van de tien aanbevelingen in de Verklaring van Antwerpen. Uw belangrijkste verzoek was om een duidelijke businesscase voor Europa te formuleren.

En ik ben bereid dat te doen. Maar voordat ik op de uitdagingen inga, wil ik een kort overzicht geven van de sterke punten die we in Europa hebben. Europa beschikt over talent. Wij produceren een kwart van alle octrooien op het gebied van schone technologie ter wereld. Dat is meer dan de VS, en dat is meer dan China. Europa beschikt over een infrastructuur van topklasse, en wij investeren daarin. Neem bijvoorbeeld de waterstofsector. Vorig jaar zijn de definitieve investeringsbeslissingen voor elektrolyse-installaties in Europa verviervoudigd ten opzichte van het jaar ervoor. Dat is de snelste groei ter wereld. Europa heeft een duidelijke routekaart en we blijven de ingeslagen koers volgen. Vorig jaar zijn onze emissies in de energiesector met bijna 10 % gedaald, terwijl het energieverbruik met 1 % is gestegen. En ja, wij liggen op schema om onze emissiereductiedoelstelling van 55 % voor 2030 te halen. Dit geeft u de voorspelbaarheid die u nodig hebt om uw investeringen te plannen.

Tegelijkertijd weet ik dat u nog steeds te veel obstakels op uw weg vindt. Meneer de eerste minister, u heeft sommigen van die obstakel genoemd, van de structureel te hoge energieprijzen tot de buitensporige bureaucratie – daarover is geen twijfel mogelijk. Wij weten maar al te goed dat de productiekosten zijn gestegen, en vooral voor energie-intensieve sectoren. De vraag naar schone producten is verminderd, en sommige investeringen zijn verschoven naar andere delen van de wereld. Wij moeten het tij keren. En dit is het hoofddoel van de Clean Industrial Deal. Wij willen de hindernissen voor u uit de weg ruimen. Europa moet niet alleen een continent van industriële innovatie zijn, maar ook een continent van industriële productie.

Ik wil aan de hand van vier punten laten zien hoe wij dit willen doen. Ten eerste willen wij en moeten wij meer dan ooit investeren in innovatie. Dat is ook een van de aanbevelingen in het verslag-Draghi: De innovatiekloof moet gedicht worden. Europa is bijvoorbeeld een koploper in de wedloop naar schone technologieën. Ik wil u graag een drie getallen noemen. Hier in Europa hebben we 30 % van alle innovatieve bedrijven ter wereld op het gebied van elektrolyse-technologie; bij koolstofafvang en -opslag is dat 20 %, en bij windenergie- en warmtepomptechnologie zelfs 40 %. Op die manier kunnen wij ons echt doen gelden in de wereldwijde concurrentie.

Maar ik weet dat het voor deze bedrijven vaak al te moeilijk is om te groeien, en hun oplossingen toe te passen op industriële schaal. Daar ligt het probleem. Wat hebben ze dus nodig? In de eerste plaats hebben zij behoefte aan toegang tot kapitaal en financiering. En ik ga er vandaag niet op in, dat we een diepe en liquide kapitaalmarkt nodig hebben. De kapitaalmarktenunie is voor ons van het allergrootste belang. Maar er zij ook overheidsinvesteringen nodig.

Als eerste stap zullen wij onze Europese financieringsinstrumenten aanzienlijk versterken. Ons Innovatiefonds heeft veel baanbrekende projecten gefinancierd, waaronder projecten hier, in de haven van Antwerpen. Maar we zien ook dat elke oproep in het kader van het Innovatiefonds op een overweldigend aantal aanvragen kan rekenen, en dat we veel van uw goede projecten moeten afwijzen. Daar moet verandering in komen! Daarom zullen wij een budget van 100 miljard EUR vrijmaken om een nieuwe decarbonisatiebank op te richten. Wij zullen binnenkort nieuwe veilingen voor industriële decarbonisatie organiseren, voortbouwend op het zeer succesvolle model dat u allen kent: de waterstofbank. De decarbonisatiebank zal dus volgens hetzelfde beginsel functioneren. Het is belangrijk dat dit een op de markt gebaseerd systeem is, dat de meest innovatieve en meest concurrerende ondernemingen beloont. Dit is net wat we nodig hebben — we hebben behoefte aan concurrentie, we hebben behoefte aan innovatie, maar de ondernemingen hebben toegang tot financiering nodig. Wij zullen hen financieren met middelen uit ons emissiehandelssysteem. De boodschap die u mij vorig jaar heeft meegegeven, was luid en duidelijk: U zei: Dit geld dat afkomstig is van de sector, moet in de sector worden geherinvesteerd. Dat is precies wat we nu doen. Wij komen dus de belofte na die ik u vorig jaar heb gedaan.

Daarnaast zullen wij een nieuw staatssteunkader presenteren. Staatssteun voor decarbonisatie en schone technologie zal sneller worden goedgekeurd en langduriger zijn, en zal u meer voorspelbaarheid bieden om de innovatie te versnellen. En laat ik u dit vertellen: Ik begrijp zeer goed dat het bij staatssteun niet alleen om concurrentie op Europees niveau gaat, maar ook om wereldwijde concurrentie. We hebben dus lering getrokken uit de laatste mandaatsperiode, we moeten het kader veranderen en aanpassen, en we moeten sneller en voorspelbaarder voor u worden.

Er is één innovatieve sector waarop ik een bijzondere nadruk wil leggen – en dat is circulariteit. Europa heeft hier duidelijk een pioniersvoordeel. Een derde van alle circulaire technologiebedrijven is Europees. En ik weet dat sommige daarvan in deze zaal zijn vertegenwoordigd. Laten we naar de cijfers kijken: meer dan 50 % van ons staal, ijzer, zink en platina is gemaakt van schroot. Dit is goed voor meer dan 25 % van het Europese verbruik. Maar wij moeten sneller en verder gaan. China heeft bijvoorbeeld 80 % van de wereldwijde recyclingcapaciteit voor batterijen in handen. En wij sturen nog steeds enorme hoeveelheden waardevol afval terug naar China. In plaats daarvan zouden afgedankte batterijen bijna 15 % kunnen leveren van het lithium dat we al in 2030 nodig hebben. Dat is voldoende zijn om 2 miljoen accu's voor elektrische voertuigen te produceren.

Wij hebben dus een paradigmaverschuiving nodig op het gebied van de circulaire economie. Om deze beweging te ondersteunen, zullen wij wetgeving voor de circulaire economie presenteren. Wij moeten afval van kritieke grondstoffen in Europa behouden en hier een nieuw leven geven. Dit is niet alleen goed voor de planeet, maar het ondersteunt ook onze open strategische autonomie.

Dames en heren,

De tweede pijler van de Clean Industrial Deal is vereenvoudiging. Wij komen de belofte na die ik vorig jaar aan u heb gedaan. Vereenvoudiging is essentieel voor het concurrentievermogen van Europa. Vandaag hebben wij onze eerste twee omnibus-voorstellen, dus bundels van verordeningen, ingediend. De omnibus verlaagt aanzienlijk de rapportageverplichtingen voor deze magische driehoek, namelijk taxonomie, CRSD, CSDDD, en wij hebben ook CBAM toegevoegd. Dit zou de Europese bedrijven tot 6 miljard euro per jaar kunnen besparen. Dit is meer dan de jaarlijkse begrotingsreductiedoelstelling die we aanvankelijk hadden vastgesteld.

Wat zijn de cijfers? Wat de CRSD en CSDDD betreft: ongeveer 80 % van de ondernemingen komt buiten het toepassingsgebied van de CSRD en de CSDDD te vallen. Ongeveer 90 % van de ondernemingen zal worden vrijgesteld van de verplichte taxonomie. En ons CBAM-voorstel zal 90 % van de importeurs vrijstellen. Wat kunt u nu zeggen over de koolstofvoetafdruk? Laten we naar de cijfers kijken: Samen vertegenwoordigen deze 90 % bedrijven van de bedrijven die wij nu van de CBAM uitsluiten, minder dan 1 % van de invoervolumes en de daarmee samenhangende emissies. Het klimaateffect van deze wijziging is dus minimaal. Maar het positieve effect op kmo's is enorm.

En er zijn nog meer vereenvoudigingen in voorbereiding. Ik wil mijn oproep herhalen die ik vorig jaar heb gedaan: Als u goede en haalbare suggesties doet, zijn wij daar dankbaar voor, wij willen deze, en – zoals u ziet – is in de eerste omnibus-voorstellen al veel opgenomen van wat u ons geschreven heeft. Een hele reeks voorstellen zal een einde maken aan administratieve rompslomp op een aantal gebieden. Maar laat mij duidelijk zijn. Onze doelstellingen voor het klimaat en op sociaal gebied veranderen niet. Onze inzet voor de sociale markteconomie is onwrikbaar. De sociale markteconomie is de basis van onze Europese Eengemaakte Markt. Omdat de komende generaties het ons nooit zouden vergeven als we de uitdaging van de opwarming van de aarde niet aangaan. En tot slot omdat u, de industrie, behoefte aan voorspelbaarheid. In andere delen van de wereld zien we nu welke gevolgen politieke ombuigingen hebben voor de investeringen. Wij blijven op onze weg naar onze decarbonisatiedoelstellingen. Maar op de weg om deze doelstellingen te bereiken, zullen wij flexibel, pragmatisch en technologieneutraal zijn. Deze sessie vandaag is het bewijs van het begin van deze attitude.

De derde prioriteit van de Clean Industrial Deal is het verlagen van de energieprijzen. U heeft allemaal gezegd dat zij structureel te hoog zijn. De afhankelijkheid van Europa van ingevoerde fossiele brandstoffen is de belangrijkste oorzaak van deze hogere en meer volatiele energieprijzen. Hoe meer fossiele brandstoffen moeten worden ingevoerd, des te afhankelijker zijn wij op de wereldmarkt. We moeten deze prijzen naar een lager peil brengen. Uiteraard beginnen we daarbij niet van nul af aan. Sinds de lancering van de Europese Green Deal hebben wij 60 miljard euro bespaard op de invoer van fossiele brandstoffen. Hoe was dit mogelijk? Door een omschakeling op koolstofarme energie; dankzij goedkope, plaatselijk beschikbare hernieuwbare energie; en als basislast, kernenergie. Maar we hebben behoefte aan prijzen die meer voorspelbaar zijn dan nu het geval is. Het is goed dat we de prijzen hebben verlaagd, maar ze moeten beter voorspelbare en structureel lager worden. We hebben dus meer connectie in heel Europa nodig, meer energie-afname en meer energie-efficiëntie. Dit alles en nog meer staat centraal in het zogenoemde Actieplan voor betaalbare energie dat we vandaag ook hebben gepresenteerd en dat de Clean Industrial Deal vergezelt.

Het Actieplan voor betaalbare energie is gericht op het versnellen van de uitrol van schone energie en elektrificatie. Het is gericht op het waarborgen van goed functionerende gasmarkten – we hebben soms te maken met vreemde verstoringen van de gasmarkt – en het is gericht op de voltooiing van interconnecties en netwerken.

Eerder deze maand was ik in Litouwen om met dat land de daar onlangs verworven energieonafhankelijkheid te vieren. Het land heeft eindelijk zijn elektriciteitsnet losgekoppeld van dat van Rusland, en het volledig gekoppeld aan het Europese net. Voor de Baltische staten gaat het niet alleen om energie. Dit ging ging in zeer sterke mate om soevereiniteit. Dit is van vitaal en strategisch belang. Wij moeten hetzelfde doen op ons hele continent: onze energiesystemen koppelen, onze netwerken verbeteren, onze vergunningprocedures versnellen – hierbij richt ik me tot mijzelf en tot mijn collega's in politieke functies –, en onze koolstofarme energie overal in Europa beschikbaar stellen. Wij zullen – met het Actieplan voor betaalbare energie – de resterende belemmeringen systematisch wegnemen, zodat we een echte Energie-unie tot stand brengen.

Dames en heren,

De laatste prioriteit van de Clean Industrial Deal die ik wil noemen, is aanpassing aan een hardere wereldwijde concurrentie. Het is belangrijk om open te blijven staan voor de wereld – dat is altijd een belangrijk kenmerk van de Europese Unie geweest. Het benutten van de nieuwe kansen die er zijn en de verbinding met groeicentra.

Sinds haar aantreden in december jongstleden heeft de nieuwe Commissie deze toezegging gestand gedaan. In de eerste week van december hebben wij de laatste hand gelegd aan een baanbrekende partnerschapsovereenkomst met Mercosur. Vóór Kerstmis hebben we een overeenkomst met Zwitserland gesloten. In januari van dit jaar hebben we de handelsbesprekingen met Mexico afgerond en onderhandelingen met Maleisië gestart. Wij onderhandelen ook over een vrijhandelsovereenkomst met India. Vanavond zal het college van commissarissen naar India reizen om de banden met de grootste democratie ter wereld te versterken en de handel uit te breiden. We hebben over de hele wereld veel vrienden die zaken willen doen met ons, en het is mijn opgave om dit voor u mogelijk te maken en te vergemakkelijken met zakenpartners in andere delen van de wereld.

Europa is al eeuwenlang een industriële leider, want wij zijn er altijd in geslaagd mee te gaan op de golven van verandering. Onze industrieën hebben zich voortdurend vernieuwd en aangepast. Door families, die hun kennis van generatie op generatie hebben doorgegeven. En door kritische geesten, die het oude pad durfden te verlaten om nieuwe wegen in te slaan.

Vandaag staan wij weer op een kruispunt in onze geschiedenis. Ik weet dat wij samen klaar zijn voor verandering. Zodat ook de industrie van de toekomst “made in Europe” zal kunnen blijven. Volgend jaar zou ik graag terugkomen, om verslag uit te brengen over wat we intussen hebben bereikt, en om te luisteren naar uw ervaringen uit de praktijk.

Hartelijk dank voor de uitnodiging, en lang leve Europa!