Stijgende lijn stagevergoedingen voor studenten

Studenten ontvangen vaker een stagevergoeding en in steeds meer cao’s zijn afspraken gemaakt over stagevergoedingen. Maar het is nog niet genoeg. Dat laat minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Eppo Bruins weten in een brief aan de Tweede Kamer. Hij is blij dat vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, onderwijs, studenten en overheid zich inzetten voor goede stages, maar de voortgang op het gebied van stagevergoedingen moet beter. Als deze ontwikkeling achterblijft heroverweegt Bruins in 2027, bij het aflopen van het Stagepact mbo, het treffen van wettelijke maatregelen. 

Minister Bruins: “Elke student verdient een goede stageplek, waarbij sprake is van vakkundige begeleiding en een passende stagevergoeding. Hier heb ik met het bedrijfsleven, onderwijs en studenten afspraken over gemaakt in het Stagepact mbo. Ik zie dat er stappen gezet worden, maar het kan en moet echt beter. We hebben alle arbeidskrachten in deze samenleving ontzettend hard nodig. Een passende stagevergoeding is de verantwoordelijkheid van de sociale partners dus ik roep hen dan ook nogmaals op om hier afspraken over te maken in hun cao’s en daadwerkelijk een passende stagevergoeding te geven aan hun stagiairs. Als de positief ingezette lijn van meer afspraken over stagevergoedingen en daadwerkelijk gegeven stagevergoedingen stagneert, overweeg ik in 2027 of dit wettelijk vastgelegd moet worden.”

Steeds vaker stagevergoedingen en afspraken in cao’s

Afspraken in cao’s over stagevergoedingen kunnen het daadwerkelijk geven van stagevergoedingen bevorderen. In 2024 zijn er steeds meer afspraken hierover gemaakt. In bijvoorbeeld de grootste cao van de sector horeca zijn afgelopen jaar afspraken opgenomen over een minimumstagevergoeding. In bijna 17% van de cao’s zijn inmiddels afspraken gemaakt over een stagevergoeding. Dat was 10% in 2023. Hierbij gaat het met name om de grote cao’s. Ruim 48% van de werkenden werkt in de sectoren waar nu al afspraken voor gemaakt zijn.

Daarnaast wordt er in 2024 bijna dubbel zo vaak (81 keer) als in 2023 (48 keer) een bedrag voor stagevergoedingen genoemd in de 607 onderzochte cao’s. De bedragen variëren tussen de € 150 en € 750 waarbij € 400 net als in 2023 het meest voorkomend is. In 2024 is in bijna vier keer zoveel cao’s (39 ten opzichte van 11 in 2023) afgesproken dat de bedragen gelijk worden getrokken voor alle studenten, ongeacht opleidingsniveau. 42% van de mbo-studenten ontving een stagevergoeding op de peildatum in maart 2024. Een jaar eerder was dit 40,5%.

In het hbo ontvangt naar schatting 75% een stagevergoeding. In het wo is dat 65% van de studenten die een verplichte stage liep en 91% voor de studenten die een facultatieve stage liep. In de CBS-cijfers zijn nog niet de nieuwe afspraken in cao’s van 2024 meegenomen. We zien daar een trend: naar verwachting gaat dit leiden tot hogere daadwerkelijke stagevergoedingen, bij de volgende CBS cijfers.

Het aantal afspraken over een onkostenvergoeding is iets toegenomen, maar blijft erg laag (8%). Een onkostenvergoeding is iets anders dan een stagevergoeding en gaat om de kosten die een student moet maken om stage te kunnen lopen, zoals reiskosten en een VOG. In het Stagepact mbo is afgesproken dat deze onkosten vergoed dienen te worden.

Wettelijk verplichte stagevergoeding onderzocht

Minister Bruins heeft naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer laten onderzoeken op welke manier een minimumstagevergoeding wettelijk verankerd kan worden. Op basis van het onderzoek zijn er geen sluitende conclusies te trekken. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat moeilijk is vast te stellen of de financiële positie, motivatie en schoolresultaten van stagiairs verbeteren door een stagevergoeding. Het invoeren van een verplichte stagevergoeding zou daarnaast kunnen leiden tot minder stageplekken, vooral bij kleine bedrijven, zelfstandigen en bedrijven in sectoren waar nu weinig stagevergoedingen worden gegeven.

Het invoeren van een verplichte stagevergoeding in andere Europese landen laat op dit vlak wisselende beelden zien. Waar in Duitsland het aantal stageplekken verminderde na invoering van een minimumstagevergoeding, nam deze in Frankrijk juist toe. Er zijn verschillende manieren onderzocht om een passende stagevergoeding te realiseren. Stages vallen onder onderwijswetgeving omdat ze onderdeel zijn van de opleiding.

Maar onderwijswetgeving is gericht op onderwijsinstellingen, terwijl de stageplek over de hoogte van een stagevergoeding gaat. Arbeidswetgeving ligt niet voor de hand omdat stagiaires geen arbeidsovereenkomst, maar een stageovereenkomst hebben. Dit brengt ook complicaties met zich mee voor toezicht en handhaving door de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Afspraken over stages in het vervolgonderwijs

In 2023 zijn er in het Stagepact mbo afspraken gemaakt met vertegenwoordigers van bedrijfsleven, onderwijs, studenten en overheid die zich inzetten voor goede stages. Er is afgesproken dat iedere student een passende vergoeding dient te krijgen, die minimaal bestaat uit een onkostenvergoeding. Daarbovenop maken werkgevers en werknemers afspraken in cao’s over stagevergoedingen. Deze afspraken moeten gelijk zijn voor mbo-, hbo-, en wo-studenten. Ik spreek deze partijen aan op hun verantwoordelijkheid..

In het hbo en wo ondernemen veel partijen, zoals onderwijsinstellingen en jongerenorganisaties, actie om stages te verbeteren. Zo trekken VH en VNO-NCW samen op om hierover afspraken te maken en zijn in het Manifest tegengaan stagediscriminatie al afspraken vastgelegd voor het tegengaan stagediscriminatie. Werkgevers en studenten kunnen ook gebruik maken van voorbeeldstagecontracten van voorbeeldstagecontracten van UNL en voorbeeldstagecontracten van studentenorganisaties ISO en CNV Jongeren.