Kabinet aan de slag met 22% structurele bezuiniging bij rijksoverheid
Het kabinet wil dat de rijksoverheid effectiever en efficiënter gaat werken, en daarbij duidelijke keuzes maakt. Bijvoorbeeld op het gebied van externe inhuur, administratieve processen en inzet van digitale mogelijkheden. Dat schrijft minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Tweede Kamer.
In het Regeerprogramma is afgesproken om te werken aan een systeemverandering bij de rijksoverheid: minder bureaucratie, minder regels, minder administratie en verantwoordingslasten, en meer werken als één organisatie. Focus daarbij is het belang van burgers en bedrijven. Tegelijk staat de overheid voor grote opgaven én is er sprake van krapte op de arbeidsmarkt. Dit alles samen vraagt volgens het kabinet om een kritische blik op het functioneren van het Rijk. Hieraan is een budgettaire taakstelling van 22% verbonden die oploopt tot 1 miljard euro structureel.
Scherpe keuzes
Per ministerie wordt er gekeken naar de mogelijkheden om te bezuinigen, omdat daar het beste zicht is op de keuzes en de consequenties daarvan. Wel zijn er algemene kaders afgesproken. Voor bezuinigingen op personeel wordt eerst gekeken naar het verminderen van externe inhuur. Verder geldt vooralsnog geen vacaturestop, maar wordt wel kritisch gekeken of extern openstellen van vacatures nodig is. Door vacatures intern te vervullen blijft expertise en kennis bovendien behouden. Ook wordt gekeken naar besparingsmogelijkheden bij de Algemene Bestuursdienst (ABD) waar topambtenaren in dienst zijn. Er volgt nog een aparte Kamerbrief over de hervormingsagenda voor versobering van het ABD-stelsel, zoals in het Regeerprogramma is afgesproken.
Tot slot is er aandacht voor efficiënter werken. Denk aan inzet van capaciteit daar waar dat het meest nodig is en het verminderen van administratieve processen. Maar ook de inzet van artificiële intelligentie kan hier een rol bij spelen. Ook hierover wordt de Kamer nader geïnformeerd.
Kwaliteit voorop
Ministers rapporteren zelf over de keuzes die zij in het kader van de budgettaire taakstelling maken in de departementale begrotingen en jaarverslagen. De financiële doorbelasting van de nu gemaakte keuzes zullen zichtbaar zijn in de suppletoire begrotingen bij Voorjaarsnota 2025. Het rijksbrede beeld komt terug in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (JBR), waarin wordt teruggeblikt op het voorgaande jaar. De eerstvolgende JBR wordt in mei 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd, en gaat over 2024. Voor de uitvoering van de taakstelling geldt 2024 als nulmeting. De ministeriële commissie taakstelling Rijksdienst ziet toe op de uitvoering van de taakstelling en bewaakt de samenhang.