EU verwelkomt definitieve uitspraak van scheidsgerecht over geschil EU-VK over zandspiering
De Europese Commissie is ingenomen met de definitieve uitspraak van het scheidsgerecht, dat is opgericht in het kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK (TCA) om het geschil tussen de EU en het VK over zandspiering te beslechten, en dat het eens is met de interpretatie van de EU van verschillende belangrijke kwesties.
De uitspraak van het scheidsgerecht geeft duidelijkheid over de interpretatie van de handels- en samenwerkingsovereenkomst en de toepassing ervan op visserijbeheers- en instandhoudingsmaatregelen.
De bevindingen van het scheidsgerecht zijn in overeenstemming met de interpretatie van de EU van een aantal belangrijke bepalingen van de handels- en samenwerkingsovereenkomst:
- Het scheidsgerecht heeft bevestigd dat het van belang is rekening te houden met het beginsel van de toepassing van evenredige maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden.
- Het scheidsgerecht oordeelde dat het Britse verbod op de visserij op zandspiering in de Engelse wateren van de Noordzee niet in overeenstemming was met het evenredigheidsbeginsel in het kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Bijgevolg is het verbod in strijd met de verplichting van het VK om EU-vaartuigen volledige toegang tot die wateren te verlenen om op zandspiering te vissen.
- Tegelijkertijd erkende het scheidsgerecht dat zowel de EU als het VK regelgevende autonomie hebben, maar dat de uitoefening van deze autonomie aan beperkingen is onderworpen.
- Ten slotte benadrukte het scheidsgerecht dat besluiten over visserijbeheer en instandhoudingsmaatregelen gebaseerd moeten zijn op de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens en niet-discriminerend moeten zijn.
Het VK is verplicht de definitieve uitspraak onmiddellijk na te leven en stelt de EU binnen 30 dagen in kennis van de maatregelen die het zal nemen.
De EU zal met het VK blijven samenwerken om de duurzaamheid van de visserij op lange termijn te waarborgen en te zorgen voor wederzijds voordelige betrekkingen.
Achtergrond
Sinds 26 maart 2024 verbiedt het VK EU-vissersvaartuigen die actief zijn in de Engelse wateren van de Noordzee en in alle Schotse wateren om in deze gebieden op zandspiering te vissen.
De EU uitte haar bezorgdheid over de verenigbaarheid van het verbod van het VK met de handels- en samenwerkingsovereenkomst.
Daarom heeft de EU in april 2024 om overleg met het VK verzocht. Het doel van dit overleg was een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Het overleg werd echter afgesloten zonder tot een dergelijke onderling overeengekomen oplossing te komen.
Overeenkomstig het geschillenbeslechtingsmechanisme van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is op 18 november 2024 een scheidsgerecht opgericht om uitspraak te doen over het Britse verbod op zandspieringvisserij in de Engelse wateren van de Noordzee en de Schotse wateren. Van 28 tot en met 30 januari vond een hoorzitting plaats in het Vredespaleis in Den Haag, waar de partijen hun argumenten naar voren brachten.
Het Permanent Hof van Arbitrage (PCA) trad op als register in dit geschil, zoals overeengekomen door de EU en het VK. Alle documenten en aanvullende informatie zijn beschikbaar op de website van de PCA.