Mbo-student krijgt gerichte steun bij taal en rekenen

In een samenleving die steeds sneller verandert, zijn de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap essentieel voor jongeren om hun weg te vinden. Door een goede beheersing van basisvaardigheden kunnen mbo-studenten zich beter redden in de maatschappij, hun beroep goed uitoefenen of met succes doorstromen naar een vervolgopleiding.

Maatregelen om basisvaardigheden te versterken worden nu in de praktijk gebracht: studenten die dat nodig hebben krijgen extra begeleiding bij de start van hun opleiding. Rekenen en taal worden nadrukkelijker verbonden met de beroepscontext, zodat oefenen en toepassen samenkomen. Voor taal worden de eisen beter afgestemd op een maximale ontwikkeling van de verschillende groepen mbo-studenten. Tegelijkertijd worden docenten basisvaardigheden extra ondersteund en toegerust via nieuwe opleidingstrajecten en wordt gewerkt aan het verminderen van administratieve lasten. Ook burgerschapsonderwijs krijgt verder vorm, studenten leren meningen te formuleren en dialogen te voeren over onderwerpen die aansluiten bij hun leefwereld.

Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap): “Wie taal en rekenen goed beheerst, staat sterker in het leven en gaat met vertrouwen de toekomst tegemoet. Samen met burgerschap zijn dit onmisbare vaardigheden voor elke mbo-student. We zien echter dat nog veel van hen hiermee worstelen. Juist daarom is het essentieel om gericht en op maat te investeren, waar veel onderwijsinstellingen gelukkig dan ook al voortvarend mee bezig zijn.”

Meer begeleiding en ondersteuning voor startende mbo-studenten

Veel startende mbo-studenten hebben momenteel nog extra ondersteuning nodig op taal en rekenen. Hiervoor is de komende studiejaren 2025/2026 en 2026/2027 in totaal € 47,2 miljoen vrijgemaakt binnen de OCW-begroting. Hiermee kunnen mbo-instellingen investeren in extra begeleiding, bijvoorbeeld door de inzet van extra (onderwijs)personeel. Zo zijn er mbo-instellingen met een taal-en rekencentrum waar onderwijspersoneel of tutoren gericht onderwijs kunnen bieden aan mbo-studenten. Daarbij richten ze zich op de doelgroepen dit het hardst nodig hebben. Het doel is om studievertraging en uitval zoveel mogelijk te voorkomen.

Docenten: professionalisering en meer ruimte voor lesgeven

Goed onderwijs begint bij deskundige en goed toegeruste docenten. Voor docenten Nederlands, rekenen en burgerschap worden daarom aanvullende opleidingstrajecten ontwikkeld. Deze trajecten verdiepen hun vakinhoudelijke en didactische vaardigheden. Voor zittende docenten komt er een overgangstermijn, zodat instellingen dit nu al kunnen opnemen in hun professionaliseringsplannen. Ook wordt ingezet op het verminderen van administratieve lasten. Instellingen worden opgeroepen om kritisch te kijken naar registratietaken, zodat docenten meer ruimte krijgen voor hun kerntaak: goed lesgeven.

Taaleisen beter op mbo student aangepast

In de taaleisen van nu is er onvoldoende aandacht voor verschillen in mbo-studentengroepen en de werksituaties waarvoor zij worden opgeleid. Deze worden straks aangepast, om in het lesprogramma beter aan te sluiten op de behoefte van studenten en op de praktijk. Het taalniveau moet toereikend zijn voor een goede doorstroom binnen het mbo en naar het hbo. Wat dit betekent in de klas wordt steeds concreter. Een student leert niet alleen hoe je een tekst leest, maar ook wat je ermee doet. Bijvoorbeeld in de zorg, waar het begrijpen van een overdrachtsformulier bepalend kan zijn voor het welzijn van een cliënt. Of in de techniek, waar het goed interpreteren van een werkinstructie het verschil maakt tussen veilig of risicovol werken. Het ministerie laat de nieuwe taaleisen de komende periode toetsen in de praktijk en bekijkt of een instellingsexamen voor Nederlands haalbaar is en de algehele examenkwaliteit borgt.

Burgerschap

Verder komen er nieuwe kwalificatie-eisen voor het burgerschapsonderwijs, die studenten helpen zichzelf te ontplooien en hun weg te vinden in de samenleving. Zij leren om te gaan met maatschappelijke vraagstukken, door bijvoorbeeld te oefenen met kritisch denken en te leren luisteren naar de standpunten van anderen. Een mogelijke kwalificatie-eis is het onderbouwen hoe spanning kan ontstaan tussen individuele en collectieve belangen.

Rekenen

Rekenvaardigheid is onmisbaar voor het dagelijkse leven én de beroepspraktijk. Studenten met rekenproblemen krijgen extra aandacht en ondersteuning en instellingen worden gestimuleerd om hiervoor gebruik te maken van bestaande voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan verlengde examentijd, een extra groot beeldscherm of aangepaste toetsvormen zoals mondelinge examens. Daarnaast is rekenen nadrukkelijk gekoppeld aan de beroepscontext en de leefwereld van studenten. Studenten leren rekenen aan de hand van concrete en herkenbare situaties zoals het begrijpen van een kassabon, het lezen van bouwtekeningen of het doseren van medicijnen. Binnen mbo-instellingen worden daarnaast goede voorbeelden ontwikkeld, zoals bij ROC Nijmegen, waar studenten hun rekenvaardigheid versterken via digitale oefenmodules en instructievideo’s.