Vragen en antwoorden over het voorkeursrecht voor de defensielocaties

Op 23 mei 2025 heeft de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) besluiten genomen over de vestiging van voorkeursrechten op een groot aantal percelen (gronden) in Nederland. Dit besluit nam de minister van VRO met het oog op de mogelijke toekomstige verwerving van deze gronden door de Staat, om te voorzien in de ruimtebehoefte van het ministerie van Defensie. Het gaat hier om gronden die in het ontwerp van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie zijn aangewezen als voorkeurslocatie voor defensiedoeleinden. De grondeigenaren en andere rechthebbenden zijn of worden individueel geïnformeerd over de gevolgen van het voorkeursrecht voor hun rechtspositie. In aanvulling hierop wordt door de minister van VRO aanvullende informatie gegeven in de vorm van de beantwoording van vragen die het vestigen van het voorkeursrecht in deze situatie kan oproepen.

Wat is een voorkeursrecht?

Een voorkeursrecht zorgt ervoor dat de overheid gronden (met eventueel woningen) kan aanwijzen waarbij die overheid het recht krijgt om als eerste die grond te mogen kopen als de eigenaar besluit het te willen verkopen. Het voorkeursrecht verplicht eigenaren van een stuk grond niet tot verkoop. Het voorkeursrecht heeft betrekking op grond en zaken die op de grond staan zoals woningen en gebouwen.

In dit geval heeft de Minister van VRO een voorkeursrecht gevestigd. Het voorkeursrecht voorkomt dat de grond aan een andere partij wordt verkocht, voordat de Staatssecretaris van Defensie de plannen van het NPRD kan uitvoeren.

Wat is een voorkeursrechtbeschikking?

Een voorkeursrechtbeschikking is een besluit van de overheid waarmee het een voorkeursrecht op gronden legt. Tegen zulke beschikkingen kunnen ‘belanghebbenden’ in bezwaar. Hieronder staat wie dat zijn.

Hoe weet ik of mijn perceel (grond) of gebouw valt onder de voorkeursrechtbeschikking van de minister van VRO?

Als het voorkeursrecht betrekking heeft op uw gronden, dan heeft u hierover een aangetekende brief ontvangen. De brief bevat de voorkeursrechtbeschikking van de minister van VRO. Een bijlage bij die brief is een lijst met een overzicht van alle kadastrale percelen (gronden) waarop het voorkeursrecht betrekking heeft. Ook zit bij de brief een luchtfoto die aangeeft om welke gronden het gaat. Daarnaast is ook een brief meegestuurd met daarin informatie over wat het voorkeursrecht betekent voor eigenaren.

Behalve dat de eigenaren van gronden een aangetekende brief hebben ontvangen, zijn de voorkeursrechtbeschikkingen ook ingeschreven in de openbare registers van het Kadaster. Daarnaast kunt u de voorkeursrechtbeschikkingen vinden op de website Ruimte voor Defensie (Defensie.nl) en via onderstaande links:

  1. Nieuwe centrale kazerne te Zeewolde;
  2. Munitieopslag te Staphorst;
  3. Nieuwe munitieopslag voor snel inzetbare capaciteit te Kollumerwaard-West;
  4. Uitbreiding Vliegbasis Leeuwarden;
  5. Vergroting oefenterrein De Haar;
  6. Nieuwe locatie huisvesting Militaire Politie Eskadron Koninklijke Marechaussee te Apeldoorn;
  7. Uitbreiding brandstofdepot Markelo;
  8. Uitbreiding brandstofdepot Klaphek;
  9. Uitbreiding brandstofdepot Poortugaal;
  10. Uitbreiding oefenterrein Oirschotse Heide;
  11. Uitbreiding raccordement Acht;
  12. Uitbreiding oefenterrein Weerterheide.

Waarom heeft de minister van VRO voorkeursrechtbeschikkingen genomen?

Defensie heeft meer ruimte nodig om te kunnen oefenen zodat Nederland en bondgenoten veilig blijven. Het gaat om ruimte voor bijvoorbeeld de uitbreiding van de infrastructuur voor het huisvesten, opleiden en oefenen van de krijgsmacht. Om ruimte voor Defensieactiviteiten te zoeken, werkt de Staatssecretaris van Defensie op dit moment aan een programma: het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). In dat programma schrijft Defensie op hoe zij die ruimte zoekt en op welke locaties Defensie daarvoor op het oog heeft. In het kader van het ontwerp-NRPD zijn behoeften met een ruimtevraag (ruimtebehoeften) in beeld gebracht. Voor elk van die behoeften wijst Defensie zogeheten voorkeurlocaties aan.

Ter voorbereiding van het definitieve NPRD ligt het ontwerp ervan vanaf 28 mei 2025 ter inzage. Als u het niet eens bent met de keuzes van Defensie, dan kunt een zienswijze indienen tegen het ontwerp-NPRD. Uw zienswijze kunt u indienen via: Ruimte voor Defensie (Defensie.nl). Het ministerie van Defensie verwerkt de reacties (ingediende zienswijzen) over het NPRD in een “Nota van Antwoord”. Hierin staat de reactie van Defensie op die ingediende zienswijzen. Deze informatie kan een reden zijn om het Ontwerp Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) aan te vullen of aan te passen. Als dat klaar is, stelt het kabinet het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) vast. De wet voorziet niet in de mogelijkheid bezwaar te maken en/of beroep in te stellen tegen het (definitieve) NRPD.

Ter ondersteuning van het ontwerp-NPRD heeft de minister van VRO op 23 mei 2025 12 beschikkingen (besluiten) genomen die strekken tot het vestigen van voorkeursrechten op een groot aantal kadastrale percelen (in totaal circa 450 percelen). Iedere beschikking vestigt voorkeurrechten ten behoeve van de Staat op de gronden die naar verwachting nodig zullen zijn voor Defensie.

Waar kan ik vragen stellen over de voorkeursrechtbeschikking die ik heb ontvangen?

Als een voorkeursrechtbeschikking betrekking heeft op uw grond, dan heeft u ook een brief gehad van Defensie. In die brief staat een contactpersoon die u kunt benaderen. Deze contactpersoon (een rentmeester) kan u alles uitleggen over het voorkeursrecht. U kunt ook een e-mail sturen naar postbus.rvb.NPRD@rijksoverheid.nl.

Daarnaast kunt u op deze website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) algemene informatie vinden: Voorkeursrecht en de Omgevingswet (IPLO.nl).

Wat zijn de gevolgen van de voorkeursrechtbeschikking?

Het voorkeursrecht verplicht eigenaren van de gronden niet tot verkoop. Het gevolg van het voorkeursrecht is dat als de eigenaar besluit de grond te verkopen, deze de grond eerst te koop moet aanbieden aan de minister van VRO. De Omgevingswet schrijft voor hoe dat proces precies verloopt.

Ik wil mijn gronden verkopen: hoe bied ik mijn gronden aan wat gebeurt er vervolgens?

De Omgevingswet geeft aan hoe eigenaren van gronden die aan de Staat kunnen aanbieden. Een beschrijving van dat proces is te vinden op:

Is het voorkeursrecht alleen van toepassing op de verkoop van grond/een pand of woning?

Het voorkeursrecht heeft gevolgen voor de verkoop van grond, een pand of woning. Behalve verkoop heeft het voorkeursrecht ook invloed op de situatie dat de eigenaar zijn gronden anderszins wil overdragen, verdelen of op zijn gronden een (beperkt) zakelijk recht wil vestigen. Het gaat dan bijvoorbeeld om opstal, erfpacht of vruchtgebruik.

Het voorkeursrecht heeft niet alleen invloed op de eigenaar van de gronden maar ook de (anderszins) zakelijk gerechtigde. Ook de eventuele (erf)pachter of de houder van een opstalrecht wordt dus beperkt in de overdraagbaarheid van zijn recht.

Heeft het voorkeursrecht gevolgen voor het gebruik van mijn gronden, woning of ander gebouw?

Het voorkeursrecht heeft geen gevolgen voor hoe men gebruik kan maken van de gronden, woning of andere gebouwen die op die grond staan. In alle situaties gelden de gebruikelijke “regels” die ook gelden zonder dat sprake is van een voorkeursrecht.

Zijn er ook uitzonderingen zodat ik de grond niet eerst aan de Staat hoef aan te bieden?

Niet in alle gevallen is de eigenaar van grond verplicht die grond eerst aan de Staat aan te bieden, er zijn uitzonderingen. De uitzonderingen houden in dat het aanbieden van de grond aan de Staat niet hoeft wanneer:

  • De eigenaar de grond wil overdragen aan de echtgenoot of de geregistreerd partner, aan bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn tot in de tweede graad of aan een pleegkind dat duurzaam als een eigen kind is onderhouden en opgevoed (artikel 9.8, onder a, van de Omgevingswet),
  • vanwege de verdeling van een gemeenschap als bedoeld in artikel 166 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (artikel 9.8, onder b, van de Omgevingswet),
  • vanwege een uiterste wilsbeschikking (testament) (artikel 9.8, onder c, van de Omgevingswet),
  • aan een gemeente, waterschap of provincie of de Staat of een door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen rechtspersoon (artikel 9.8, onder d, van de Omgevingswet),
  • vanwege een verkoop op grond van een wettelijke bepaling, een rechterlijk bevel of een executoriale verkoop (artikel 9.8, onder e, van de Omgevingswet),
  • vervreemding op grond van een overeenkomst die voorafgaand aan het voorkeursrecht met een pachter is gesloten, mits die aan bepaalde voorwaarden voldoet (artikel 9.8, onder f, van de Omgevingswet).vervreemding plaatsvindt op grond van een in de openbare registers ingeschreven overeenkomst die voorafgaand aan het voorkeursrecht is gesloten, mits de levering binnen zes maanden na die inschrijving, mits aan de in de overeenkomst genoemde partij en voor de daarin bepaalde of bepaalbare prijs, plaatsvindt (artikel 9.9 van de Omgevingswet).
  • Ook kan een eigenaar van grond de minister van VRO verzoeken om in een individueel geval een uitzonding te maken (artikel 9.10 van de Omgevingswet). Hiervoor moet de verzoeker “gewichtige redenen” aanvoeren. De minister maakt een beoordeling per individueel geval of de aangevoerde gewichtige redenen aannemelijk zijn gemaakt.

Hoelang blijft het voorkeursrecht gelden?

De voorkeursrechtbeschikking heeft een beperkte geldingsduur (looptijd). Dat betekent dat de gevolgen van het voorkeursrecht niet voor een onbepaalde tijd gelden. In dit geval zijn de voorkeursrechten gevestigd voor een periode van maximaal drie jaar. Na het verstrijken van de termijn van drie jaar (na bekendmaking) vervalt het voorkeursrecht.

Het voorkeursrecht kan worden verlengd. Daarvoor is echter een nieuw besluit nodig van de minister. Het kan ook voorkomen dat het voorkeursrecht eerder ophoudt dan de maximale geldende looptijd van drie jaar, bijvoorbeeld omdat de minister de voorkeursrechtbeschikking intrekt. Ook dit vereist een afzonderlijk besluit van de minister.

Wat als ik mijn gronden aan een derde verkoop, zonder dat ik deze eerst aanbied aan de Staat?

Het voorkeursrecht is ingeschreven in het Kadaster. Als de eigenaar van de gronden die grond wil verkopen, zonder deze eerst aan te bieden aan de Staat, dan zal de overdracht door de notaris worden geweigerd. Onder elke notariële leveringsakte moet namelijk een verklaring van de notaris worden opgenomen dat op de betreffende onroerende zaak geen voorkeursrecht is gevestigd. Als dit wel het geval is, dan moet worden verklaard dat de verkoop niet in strijd is met de Omgevingswet. Als een dergelijke verklaring uitblijft, kan de onroerende zaak niet aan een derde worden overgedragen.

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met de voorkeursrechtbeschikking?

De voorkeursrechtbeschikking die is verzonden bevat volledige toelichting op de mogelijkheden voor rechtsbescherming. Belanghebbenden kunnen tegen de voorkeursrechtbeschikking bezwaar maken. De eigenaar van de gronden of de zaak waarop het voorkeursrecht is gevestigd is belanghebbende. Dat geldt ook voor de (anderszins) zakelijk gerechtigde, bijvoorbeeld de (erf)pachter of houder van het opstalrecht. De minister van VRO beslist over uw bezwaar. Als u het niet eens bent met het besluit op bezwaar, dan kunt u daartegen beroep instellen bij de rechtbank. Tegen de uitspraak van de rechtbank staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Het voorkeurecht heeft geen gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van de gronden. Ook verplicht het voorkeursrecht de eigenaar niet tot verkoop. Eigenaren van gronden waarop een voorkeursrecht betrekking heeft hebben vaak zorgen en bezwaren die voorkomen uit de vrees hun gronden te moeten verkopen. Het gaat dan specifiek om de vrees voor een eventuele toekomstige onteigening. Een onteigeningstraject kent een aparte procedure met rechtsbescherming. Als dat aan de orde is wordt daarvoor door Defensie een afzonderlijk proces doorlopen.

Gaat op mijn gronden de door defensie gewenste ontwikkeling daadwerkelijk plaatsvinden?

Het vestigen van een voorkeursrecht op de gronden betekent niet automatisch dat de plannen van defensie ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Op dit moment is dat nog niet zeker. De voorkeursrechtbeschikkingen van de minister van VRO geven nog geen antwoord op de vraag of de gronden waarop het voorkeursrecht is gevestigd uiteindelijk wel of niet nodig zullen zijn. Dit zal blijken uit de nadere planuitwerking van Defensie.

Mocht u vragen hebben die hieronder niet (voldoende) worden beantwoord, dan kunt u contact met ons opnemen via postbus.rvb.NPRD@rijksoverheid.nl.

Algemene informatie over het voorkeursrecht en de Omgevingswet kunt u vinden op de webpagina van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO): Voorkeursrecht en de Omgevingswet (IPLO.nl).