DUO en OCW verbeteren dienstverlening voor studenten

Het studiefinancieringsstelsel moet duidelijker en eerlijker worden voor studenten. Sommige regels worden simpeler, communicatie wordt verbeterd en in andere gevallen wordt de wet aangepast. Dat staat in de Stand van de Uitvoering OCW, die minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. DUO en het ministerie van OCW hebben sinds 2022 signalen opgehaald over wat er beter kan. Oud-studenten, studentenorganisaties en andere betrokkenen hebben hierover mee gedacht.

Minister Bruins (OCW): “We willen het makkelijker maken voor (oud-)studenten om hun weg te vinden in de regels en dat ze sneller de hulp krijgen waar ze recht op hebben. Dat past bij de menselijke en dienstbare overheid die we willen zijn. Ik wil ook eerlijk aangeven dat we nu niet gelijk alle signalen die we hebben opgehaald kunnen oplossen, omdat we daar nu geen geld voor kunnen vrijmaken. We maken nu een begin, hebben helder op de kaart staan wat er nog meer verbeterd kan worden en wat daarvoor nodig is.”

Weigerachtige ouders en alimentatie

Een belangrijke verbetering is dat studenten van wie een ouder uit beeld is makkelijker toegang krijgen tot een aanvullende beurs. Het gaat bijvoorbeeld om studenten die geen contact meer hebben met een of beide ouders. De student moest in zulke gevallen een verklaring van die ouder aanleveren, wat vaak als erg lastig en pijnlijk werd ervaren. DUO vraagt deze verklaring daarom in de praktijk al niet meer. Die verplichting wordt nu ook formeel in de wet- en regelgeving geschrapt zodat dit voor iedereen helder is. Ook wordt vastgelegd dat als een student minder dan 15% van de afgesproken alimentatie ontvangt, dit bedrag als oninbaar wordt gezien. Zo krijgen studenten van wie de ouders nauwelijks alimentatie betalen toch een hogere aanvullende beurs. Het doel is om het wetsvoorstel waar onder andere deze regels in aangepast worden in 2026 naar de Kamer te sturen.

Regels gelijkgetrokken

Ook worden in deze wet verschillen in de regels over wie als ‘ouder’ wordt gezien, en welk inkomen meetelt voor het berekenen van de aanvullende beurs, gelijkgetrokken voor scholieren en studenten. Doordat die regels nu verschillen, kunnen er ongelijke situaties ontstaan wanneer iemand de overstap maakt van de middelbare school naar het vervolgonderwijs. Daardoor kon bijvoorbeeld bij een middelbare scholier het inkomen van een stiefouder mede bepalen of iemand recht had op een aanvullende tegemoetkoming, maar als student niet op een aanvullende beurs. Door dit soort regels gelijk te trekken, wordt het studiefinancieringssysteem duidelijker en rechtvaardiger.

Minder aflossen per maand

Een andere verbetering die DUO gaat doorvoeren is het bekender maken van de zogenoemde draagkrachtregeling voor oud-studenten waarbij dit niet al automatisch wordt berekend. Voor sommige mensen kan het maandbedrag dat ze moeten aflossen te hoog zijn. Dit geldt vooral voor mensen met een laag of middeninkomen die onder terugbetalingsregels van voor 2012 vallen. Toch maken ruim 200.000 mensen in deze groep nog geen gebruik van de draagkrachtregeling. DUO gaat deze regeling daarom beter onder de aandacht brengen met gerichte communicatie zodat mensen niet onnodig in de knel komen. Ook krijgen de mensen die hiervoor in aanmerking komen een extra brief thuisgestuurd.

Niet alle signalen nu oplossen

Voor de maatregelen die nu genomen worden heeft Bruins € 1,2 miljoen beschikbaar gesteld. Een aantal zaken die verkend zijn, kunnen nu nog niet worden opgelost, omdat hier nu geen geld voor vrijgemaakt is. Een van de signalen is bijvoorbeeld dat mbo-studenten hun lesgeld alleen op aanvraag kunnen terugkrijgen wanneer zij eerder stoppen met hun studie. Hbo- en wo studenten krijgen dit automatisch terug, maar mbo-studenten niet. De oorspronkelijke reden daarachter is dat mbo-studenten vaak nog geen startkwalificatie hebben, hbo- en wo studenten wel, en mbo-studenten zo gestimuleerd worden hun opleiding af te maken. Uit de Verkenning Studiefinanciering blijkt dat het restitutiebeleid aanpassen structureel € 25,4 miljoen per jaar kost. Daar is op dit moment geen dekking voor. DUO en OCW willen de maatregelen die nu niet genomen kunnen worden wel periodiek heroverwegen en ook nieuwe signalen blijven verzamelen en uitwerken.

Stand van de Uitvoering OCW

De Stand van de Uitvoering OCW is een rapportage die specifiek gericht is op de uitvoeringsorganisaties van OCW en geeft inzicht in de actualiteiten, ontwikkelingen, uitdagingen en dilemma’s bij de uitvoering van het beleid. Om burgers en instellingen goed te kunnen blijven bedienen, is het belangrijk om werk te maken van een vereenvoudiging van beleid en uitvoering. Het ministerie van OCW wil daarom in gesprek blijven met de uitvoeringsorganisaties om knelpunten vroegtijdig aan te pakken en zo de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers, instellingen en bedrijven blijvend te verbeteren. De afgelopen jaren bracht alleen DUO een Stand van de Uitvoering uit. In de Stand van de Uitvoering OCW is ruimte voor inbreng van alle OCW-dienstverleners. Nu zijn DUO en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hierin opgenomen. De komende jaren worden daar meer uitvoeringsorganisaties van OCW aan toegevoegd.