Kabinetsreactie ROB-advies Naar een uitvoerende macht

Het kabinet heeft een reactie gegeven op het advies ‘Naar een uitvoerende macht’ van de Raad voor het Openbaar Bestuur. De ROB pleitte hierin voor een grotere rol voor uitvoerende professionals, zodat beleid beter aansluit bij wat de samenleving vraagt. Het kabinet stelt diverse acties voor die daarvoor moeten gaan zorgen.

De ROB stelt in het advies dat de uitvoering te vaak gezien wordt als iets technisch. Ook wordt de stem van professionals te weinig gehoord en hebben zij te weinig ruimte om zelf keuzes te maken. Verder is er een te strikte scheiding tussen beleid en uitvoering. Hierdoor sluit beleid niet altijd goed aan bij de praktijk.

Het kabinet herkent dit beeld, en geeft aan dat publieke dienstverlening waarin de behoeften van de samenleving centraal staan, een andere manier van werken van de overheid vraagt. Uitvoerders hebben hierin een cruciale rol. Zij moeten daarom de ruimte hebben om beleid en wet- en regelgeving zo toe te passen dat deze recht doet aan de specifieke context en vanaf het begin worden betrokken bij beleidsvorming en wetgeving. Deze manier van werken kan tegelijk bijdragen aan herstel van vertrouwen in de overheid.

Activiteiten in de organisatie

Het kabinet stelt diverse activiteiten voor om hier werk van te maken. Bijvoorbeeld als het gaat om de rol die ambtenaren hierin hebben. Via diverse programma’s over ambtelijk vakmanschap worden zij hierbij ondersteund. Denk aan het bespreekbaar maken van dilemma’s of het betrekken van burgers en bedrijven bij het maken van beleid. Daarbij komt er ook specifiek aandacht voor ambtelijke samenspraak met uitvoeringsorganisaties.

Een belangrijke maatregel is verder de wettelijke verankering van een andere, moderne sturings- en verantwoordingsvisie binnen de rijksoverheid. Zo krijgen ‘dienstbaarheid aan de samenleving’ en ‘waarden gedreven werken’ een expliciete plek in wetgeving en kaders op het gebied van financiering, sturing en verantwoording. Doel is dat de dienstverlening van de overheid gericht is op het maatschappelijke effect, en niet slechts op doeltreffendheid en doelmatigheid. Bijvoorbeeld in de Kaderwet op de rijksinspecties, met daarin focus op de maatschappelijke impact van het toezicht. Verder wordt gewerkt aan de modernisering van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Hierin wil het kabinet uitvoeringsorganisaties een versterkte rol geven bij beleid en wetgeving. Ook zal gekeken worden naar de uitwerking van een 'noodsignaal', als ultimum remedium om te voorkomen dat besluiten worden genomen zonder expliciet mee te wegen dat uitvoeringsorganisaties al hebben aangegeven dat uitvoering niet haalbaar is.

Activiteiten op bestuurlijk niveau

Veel beleid dat door het Rijk wordt gemaakt, wordt uitgevoerd door gemeenten, provincies en waterschappen. Goede samenwerking is essentieel om samen invulling te geven aan de grote maatschappelijke opgaven. Daarom wordt onder meer een interbestuurlijk leernetwerk opgezet tussen centrale en decentrale overheden. Dit moet zorgen voor structurele feedback vanuit de praktijk naar beleid. Verder werkt de rijksoverheid met de Uitvoeringstoets Decentrale Overheden. Deze zorgt voor vroegtijdig gesprek tussen Rijk en medeoverheden over uitvoerbaar  beleid.