Kabinet van start met meerjarenaanpak voor funderingsproblematiek
Steeds meer woningen in Nederland kampen met funderingsschade en dit heeft grote financiële en maatschappelijke gevolgen. Hoewel funderingsherstel in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van woningeigenaren, ziet het kabinet ook een eigen rol voor het Rijk. Daarom zet het kabinet eerste stappen door onder andere de informatievoorziening te verbeteren, samen te werken met gemeenten waar de problematiek het grootst is en door woningeigenaren te informeren en te ondersteunen met onderzoek en advies. Woningeigenaren die niet in aanmerking komen voor een marktconforme lening voor funderingsherstel, kunnen vanaf 1 juli 2025 terecht bij het Fonds Duurzaam Funderingsherstel. De aanpak is een reactie op het adviesrapport van ABDTOPConsult ‘De Olifant onder de kamer’. Vandaag stuurden de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) hierover een brief aan de Tweede Kamer.
De opgave is fors: naar verwachting krijgen 425.000 gebouwen en woningen in de komende tien jaar te maken met funderingsschade. Richting 2050 loopt dit aantal op tot 780.000. Oorzaken voor de funderingsproblematiek zijn veroudering van gebouwen, bodemdaling en klimaatverandering.
Eigen rol voor het Rijk
In opdracht van de ministeries van VRO, IenW, LVVN en met betrokkenheid van het ministerie van OCW heeft ABDTOPConsult het adviesrapport ‘De Olifant onder de kamer’ opgesteld. Op basis van dit rapport stelt het Rijk, samen met medeoverheden, gebouweigenaren, woningcorporaties, de financiële sector, de bouwsector en kennisinstellingen een gezamenlijke aanpak voor. Dit is een langjarige aanpak die bestaat uit drie sporen: het creëren van noodzakelijke condities op nationaal niveau, ondersteuning van woningeigenaren bij hun aanpak met informatie, onderzoek en advies en ondersteuning van zes koplopergemeenten en -regio’s om een gebiedsgerichte leeraanpak in te richten.
Investeren in kennis en kwaliteit
Tussen 2025 en 2028 investeert het Rijk in kennisontwikkeling, betrouwbare data en risicomodellen. Samen met onder meer het Kadaster, Deltares en TNO werkt zij aan een nationale data-infrastructuur voor funderingsrisico’s. Tegelijk stimuleert het Rijk innovatieve technieken voor funderingsonderzoek en funderingsherstel. Om de kwaliteit van herstel te waarborgen, voert ze samen met betrokken partijen erkenningsregelingen en certificeringen in. Ook ondersteunt het Rijk decentrale overheden door het opstellen van een handreiking met water- en bodemmaatregelen die funderingsschade kunnen helpen voorkomen.
Meer ondersteuning voor woningeigenaren
Het tweede spoor richt zich op eigenaren die funderingsherstel moeilijk zelf kunnen regelen of betalen. Via regionale loketten en publieksvoorlichting ontvangen de eigenaren ondersteuning. Voor mensen die vanwege een ontoereikend inkomen geen lening op de reguliere hypotheekmarkt kunnen krijgen voor noodzakelijke funderingsherstelkosten, is er sinds 1 juli 2025 landelijke toegang tot het Fonds Duurzaam Funderingsherstel (FDF). Voor deze landelijke toegang voegt het kabinet in 2026 20 miljoen euro toe. Dit is een belangrijke stap in het kader van de nationale aanpak. Daarnaast wordt informatie over funderingen beter en eerder beschikbaar gemaakt bij de koop en verkoop van woningen zodat kopers inzicht krijgen in mogelijke risico's.
Gebiedsgerichte aanpak
De woningeigenaar is niet altijd in staat om funderingsproblemen alleen aan te pakken. Bijvoorbeeld omdat de eigenaar onderdeel is van een Vereniging van Eigenaren of in een bouwblok woont waar meerdere huizen verzakken. In sommige gevallen spelen in de hele buurt, naast funderingsproblemen, ook andere maatschappelijke opgaven. Daarom zet het Rijk in op een gebiedsgerichte leeraanpak in de koplopergemeenten en -regio’s Friesland, Emmen, Rivierenland, Rotterdam, Dordrecht en Zaanstad. Door samen te werken met bewoners en lokale partners worden handelingsperspectieven ontwikkeld die ook bruikbaar zijn voor andere gemeenten en regio’s.
Met deze aanpak geeft het kabinet gehoor aan diverse Kamerverzoeken, onder meer over eerlijke kostenverdeling en aandacht voor ondiepe funderingen en bodemdaling. Voor de coördinatie van deze meerjarenaanpak wordt een kwartiermaker aangesteld.