Vragen en antwoorden over de oproep van het Innovatiefonds 2024 voor nettonultechnologieën*

Welke projecten zijn geselecteerd in het kader van de oproep van het Innovatiefonds voor NetZero-technologieën (IF24-oproep)?

De oproep ondersteunt projecten in vijf verschillende thema's: algemene decarbonisatie voor grootschalige, middelgrote en kleinschalige projecten, cleantechproductie en proefprojecten. 

In het grootschalige thema “algemene” decarbonisatie (voor projecten met CAPEX van meer dan 100 miljoen EUR):

  • Er worden 10 projecten geselecteerd voor subsidies, die in totaal 1,26 miljard euro ontvangen. Het gaat onder meer om projecten uit de volgende sectoren: cement & kalk (5), raffinaderijen (3), chemische stoffen (1) en één met betrekking tot infrastructuur voor koolstofafvang en -opslag. Deze projecten bevinden zich in België, Denemarken, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië en Roemenië. Net als bij de oproep tot het indienen van voorstellen voor het Innovatiefonds 2023 vertoonde dit onderwerp de hoogste overinschrijving op de begroting, waarbij meer dan tien keer de oorspronkelijke begroting van 1,2 miljard EUR werd aangevraagd.

In het “algemene” decarbonisatiethema op middellange termijn (voor projecten met CAPEX tussen 20 miljoen EUR en 100 miljoen EUR):

  • 19 projecten worden geselecteerd voor subsidies en ontvangen in totaal 459 miljoen euro. Het gaat onder meer om projecten uit de volgende sectoren: zes voor raffinaderijen (6), drie voor cement & kalk (3), gebouwen (1), chemische stoffen (1), glas (1), ijzer & staal (1), maritiem (1), wegvervoer (1) en zonne-energie (1), en drie projecten in de categorie “andere” die verband houden met chemische recycling, raffinaderijen en industrieel koolstofbeheer. Ze zijn gevestigd in België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Finland en Zweden.

Voor het kleinschalige thema “algemeen” decarbonisatie (voor projecten met CAPEX tussen 2,5 miljoen EUR en 20 miljoen EUR):

  • Er worden 10 projecten geselecteerd voor subsidies, die gezamenlijk 53 miljoen euro ontvangen. Het gaat onder meer om projecten uit de volgende sectoren:  cement & kalk (2), zonne-energie (2), luchtvaart (1), productie van componenten voor hernieuwbare energie (1), non-ferrometalen (1), andere energieopslag (1) en twee projecten in de categorie “andere” met betrekking tot warmteterugwinning. Ze zijn gevestigd in België, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Italië en Polen.

In het thema “cleantech manufacturing” (voor projecten met CAPEX van meer dan 2,5 miljoen EUR) dat gericht is op de productie van componenten voor hernieuwbare energie, energieopslag, warmtepompen en waterstofproductie:

  • 11 projecten worden geselecteerd voor subsidies, die samen 774 miljoen euro ontvangen. Het gaat onder meer om projecten uit de volgende sectoren: productie van onderdelen voor hernieuwbare energie (6), projecten voor de recycling van batterijen (4) en één project voor onderdelen van de energie-intensieve industrie. Ze zijn gevestigd in Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Finland en Zweden.

In het thema “proefprojecten” (voor projecten met CAPEX van meer dan 2,5 miljoen EUR) die gericht zijn op een diepe decarbonisatie waarbij de relatieve broeikasgasemissievermijding minimaal 75 % moet bedragen:

  • 11 projecten worden geselecteerd voor subsidies en ontvangen in totaal 321 miljoen EUR. Het gaat onder meer om projecten in de volgende sectoren: raffinaderijen (2), zeevaart (2), luchtvaart (1), chemische stoffen (1), geothermische energie (1), waterstof (1), non-ferrometalen (1) en wegvervoer (1), en een ander project in de categorie “overige” met betrekking tot industrieel koolstofbeheer. Ze zijn gevestigd in België, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen en Finland.

 

Hoe draagt de IF24-oproep bij tot de beleidsdoelstellingen van de EU en stimuleert zij de veerkracht en het concurrentievermogen van Europese bedrijven?

Het Innovatiefonds gebruikt de opbrengsten van de veiling van emissierechten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) om te investeren in de schone industriële transitie van Europa. Dit vormt de kern van het klimaatbeleid van Europa, waarbij de emissies op een eerlijke en economisch efficiënte manier worden teruggedrongen en tegelijkertijd de transitie naar schone energie, technologieën en industrieën wordt gestimuleerd.

In 2023 heeft de herziening van de richtlijn betreffende het EU-emissiehandelssysteem het innovatiefonds versterkt om het voortouw te nemen op het gebied van investeringen in schone technologie en wereldwijd het goede voorbeeld te geven om bij te dragen aan de doelstellingen van de Europese Green Deal door het budget ervan te verhogen en nieuwe veilinginstrumenten in te voeren. Het fonds is een van de belangrijkste instrumenten van de Europese Green Deal en de Clean Industrial Deal.

De volgende beleidsdoelstellingen worden als kernprioriteiten aangemerkt:

  1. Cleantech-productie:

Het innovatiefonds ondersteunt het REPowerEU-plan om de afhankelijkheid van Europa van Russische fossiele brandstoffen geleidelijk af te bouwen en is volledig afgestemd op de prioriteiten van de verordening voor een nettonulindustrie (NZIA), door financiering te verstrekken voor een koolstofarme en nettonuleconomie, de kostenkloof tussen conventionele en schone-energiesectoren te helpen overbruggen en de demonstratie en toepassing van innovatieve koolstofarme oplossingen in Europa te versnellen.

De categorie “Cleantech Manufacturing” in het kader van de IF24-oproep is gericht op de productie van componenten voor hernieuwbare energie, energieopslag, warmtepompen en waterstofproductie. Met een totaal budget van 775 miljoen euro zullen 12 projecten een breed scala aan schone oplossingen ontwikkelen, bouwen en exploiteren, zoals elektrolyse-installaties voor de productie van groene waterstof, windturbines en componenten, warmtepompen, membranen voor de productie van biogas, batterijen, en faciliteiten implementeren om batterijen en kritieke grondstoffen te recyclen.

Het Innovatiefonds draagt ook bij aan de NZIA-doelstelling om tegen 2030 een jaarlijkse operationele CO2-injectiecapaciteit van 50 miljoen ton te bereiken. Dit zal de afvang en injectie van CO2 uit diverse moeilijk te verminderen bronnen in energie-intensieve industrieën, zoals cement en kalk, chemicaliën en energiewinning uit afval, vergemakkelijken. Vier projecten die in deze oproep worden geselecteerd, zullen CO2 afvangen en 9 % van de NZIA-doelstelling tegen 2030 of kort daarna opleveren. In het kader van deze oproep is ook de ontwikkeling van een nieuw CO2-opslagproject en een nieuwe tijdelijke CO2-opslaghub geselecteerd voor financiering.

  1. Energie-intensieve industrieën:

De energie-intensieve industrieën van Europa zullen worden ondersteund bij hun transitie naar een koolstofarme economie met een verscheidenheid aan innovatieve technologieën voor klimaatmitigatie. In het kader van deze oproep zijn in totaal 35 projecten geselecteerd die alle sectoren bestrijken die onder het EU-emissiehandelssysteem vallen. Deze projecten hebben betrekking op verschillende onmisbare innovaties zoals de integratie van hernieuwbare energie, oplossingen voor warmte- en energieopslag, recycling/hergebruik en elektrificatie.  

  1. Nettonulmobiliteit:  

Het innovatiefonds biedt brede steun aan de vervoerssector en draagt bij tot de doelstellingen van het decarbonisatiebeleid in het kader van de richtlijn hernieuwbare energie, REFuelEU Luchtvaart, de FuelEU Zeevaart-verordening en het investeringsplan voor duurzaam vervoer (STIP). Met inbegrip van de resultaten van de IF24-oproep ondersteunt het innovatiefonds 89 projecten in verband met de vervoerssector (met inbegrip van nieuwe vervoerstechnologieën, de productie van duurzame brandstoffen en de productie van batterijen voor elektrische voertuigen), die bijna 4,85 miljard EUR aan subsidies ontvangen.

Er zijn 23 geselecteerde projecten in verband met het koolstofvrij maken van de vervoerssector, die in totaal 1 miljard EUR aan subsidies ontvangen.

Tien projecten hebben betrekking op de productie van duurzame brandstoffen voor de vervoerssector. Dit omvat het ontvangen van 153 miljoen euro aan subsidies voor vier projecten die gericht zijn op de productie van elektroduurzame luchtvaartbrandstof (eSAF), alsook aanzienlijke investeringen in andere koolstofarme brandstoffen: 251 miljoen euro voor 3 projecten voor de productie van eMethanol voor de maritieme sector en 78 miljoen euro voor de productie van e-ethanol, biodiesel en bio-LNG.

Er zijn nog eens 13 projecten geselecteerd voor de ontwikkeling van innovatieve vervoerstechnologieën, met een totale investering van 561 miljoen euro. Deze projecten zijn verspreid over drie sectoren: maritiem (5 projecten), weg (6 projecten, met inbegrip van de productie van batterijen voor elektrische voertuigen) en luchtvaart (2 projecten).

Opmerkelijke voorbeelden zijn een project om 15 regionale vliegtuigen aan te passen met waterstof-elektrische aandrijflijnen, zodat ze op nationale vrachtroutes kunnen opereren, en een ander project om waterstofbrandstofcelbussen voor voorstedelijk en regionaal openbaar vervoer te ontwikkelen en te produceren.

Daarnaast is de ontwikkeling van batterijtechnologie voor elektrische voertuigen een belangrijk aandachtsgebied, waarbij vijf projecten 375 miljoen euro aan financiering ontvangen om de productie van batterijen en hun componenten te ondersteunen.

 

Is er sprake van een voorafgaande toewijzing van financiering per lidstaat of van andere maatregelen die gericht zijn op het bereiken van geografisch evenwicht?  

De belangrijkste gunningscriteria voor de oproepen tot het indienen van voorstellen van het innovatiefonds zijn vastgelegd in de onlangs vastgestelde gedelegeerde verordening voor de werking van het fonds. Deze criteria zijn het potentieel om broeikasgasemissies te vermijden, de mate van innovatie, de operationele, financiële en technische maturiteit, de repliceerbaarheid en de kostenefficiëntie. De projecten worden geselecteerd op basis van de hoogste scores voor alle vijf de gunningscriteria. Degenen die het hoogst scoren in het evaluatieproces in elke categorie worden geselecteerd binnen het beschikbare budget, ongeacht de sector of locatie.

Door het Innovatiefonds ondersteunde projecten bevinden zich nu in 27 landen in de Europese Economische Ruimte en het algehele evenwicht verbetert met elke oproep. Deze verbetering is ook het gevolg van andere maatregelen die zijn genomen ter ondersteuning van aanvragen uit alle in aanmerking komende lidstaten, zoals de ondersteuning van nationale infodagen en de versterking van de helpdesk voor aanvragen, alsook de mogelijkheid voor kleinschalige projecten om innovatie te definiëren op basis van de stand van de techniek op nationaal niveau en niet op Europees niveau. 

Om dit bredere geografische evenwicht te stimuleren, zijn er al verschillende initiatieven genomen om de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om een hoogwaardige nationale innovatieve projectpijplijn te ontwikkelen:   

  • Na de herziening van de richtlijn betreffende het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS) wordt specifieke technische bijstand verleend aan lidstaten met een lage effectieve deelname, met als doel de algemene kwaliteit van de aanvragen voor het innovatiefonds te verbeteren.
  • Opleidingssessies voor alle nationale contactpunten van de lidstaten en vertegenwoordigers van de deskundigengroep van het innovatiefonds over gunningscriteria, outreach en communicatie. 
  • Steun uit het instrument voor technische ondersteuning (TSI) van de Commissie.

 

Verstrekt de Commissie projectontwikkelingsbijstand (Project Development Assistance, PDA)?

De Europese Investeringsbank (EIB) biedt via EIB Advisory en de Europese Commissie projectontwikkelingsbijstand aan om de toegang tot financiering te vergemakkelijken voor innovatieve projecten die een aanvraag hebben ingediend bij of onder het toepassingsgebied van het innovatiefonds vallen.

Deze dienst is bedoeld om projecten te helpen hun investeringsbereidheid te verbeteren en zich voor te bereiden op oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van het Innovatiefonds.  Tegen juni 2028 zullen maximaal 250 projecten voor PDA worden geselecteerd.

  • Projecten die nog geen aanvraag hebben ingediend voor een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het Innovatiefonds, maar hun projectvoorstel willen verbeteren met het oog op een toekomstige aanvraag, kunnen een aanvraag voor Open PDA indienen door hier een aanvraag in te dienen bij de EIB.

  • Projecten die reeds een aanvraag voor het innovatiefonds hebben ingediend en niet voor subsidie zijn geselecteerd ondanks het feit dat zij aan de in de oproep gespecificeerde vereisten hebben voldaan, kunnen in aanmerking komen voor PDA. Vandaag heeft de Europese Commissie 183 projecten met de EIB gedeeld voor verdere beoordeling met het oog op mogelijke PDA. De EIB zal normaal gesproken binnen drie maanden contact opnemen met succesvolle projecten.

 

Is het STEP-zegel (Strategic Technologies for Europe Platform) toegekend in het kader van de IF24-oproep?

Het STEP-keurmerk is het EU-kwaliteitskeurmerk  dat wordt toegekend aan projecten die bijdragen aan STEP-doelstellingen en worden ingediend in het kader van STEP-relevante financieringsprogramma's, waaronder het Innovatiefonds. Het STEP-zegel heeft tot doel de toegang van projecten van hoge kwaliteit tot publieke en private financiering te vergemakkelijken. In totaal scoorden 161 projecten boven alle evaluatiedrempels van het Innovatiefonds en aan deze projecten is een STEP-keurmerk toegekend. Naast de 61 projecten die voor een subsidie uit het Innovatiefonds zijn geselecteerd, omvat dit nog eens 100 projecten die niet voor financiering zijn geselecteerd, maar aan alle prestatiecriteria voldoen. 

 

Voor meer informatie

Persbericht

 

*: bijgewerkt op dinsdag 4 november om 11.35 uur