Vragen en antwoorden over de verordening betreffende informatieverschaffing over duurzame financiering

Waarom heeft de Commissie een herziening van de verordening betreffende informatieverschaffing over duurzame financiering (SFDR) voorgesteld?

De Commissie heeft in december 2022 haar voornemen meegedeeld om het kader te herzien en heeft vervolgens een uitgebreide beoordeling uitgevoerd, die twee raadplegingen van belanghebbenden omvatte. In dit proces heeft de Commissie verschillende tekortkomingen vastgesteld. Met name de huidige openbaarmakingsvereisten met betrekking tot duurzaamheidskenmerken van financiële producten zijn lang, complex en moeilijk te begrijpen en te vergelijken voor beleggers. Bovendien heeft het onjuiste gebruik van de openbaarmakingsvereisten uit hoofde van de artikelen 8 en 9 van de SFDR als feitelijke productcategorieën geleid tot bezorgdheid over greenwashing en verkeerde verkoop van producten. Financiëlemarktdeelnemers hebben ook moeite gehad om het hoofd te bieden aan de lengte en complexiteit van de openbaarmakingsvereisten, die buitensporige lasten en kosten met zich meebrachten. Als gevolg daarvan concludeerde de Commissie dat het kader niet volledig doeltreffend is geweest bij de verwezenlijking van zijn brede doelstelling om de transparantie te verbeteren en particuliere middelen te helpen mobiliseren voor diverse duurzaamheidsdoelstellingen.

Wat zijn de belangrijkste elementen in de herziene SFDR van vandaag?

De belangrijkste elementen in het voorstel van vandaag zijn:

  • Verwijdering van informatieverschaffing op entiteitsniveau: de verplichting voor financiëlemarktdeelnemers (FMP's) om op hun website te publiceren en te onderhouden wanneer zij de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen, wordt geschrapt, met inbegrip van de bijbehorende templates. Tot nu toe moesten FMP's met meer dan 500 werknemers deze informatie verstrekken.
  • Aanzienlijke vermindering van de informatieverschaffing op productniveau: de informatieverstrekking aan beleggers wordt ingekort en vereenvoudigd. Zo zal het aantal onderwerpen dat in openbaarmakingssjablonen aan bod komt, worden verminderd. Bovendien zal de informatieverschaffing coherent zijn met de nieuwe productcategorieën en berusten op duidelijke, meetbare en bruikbare concepten.
  • Invoering van een indelingssysteem met drie categorieën: Op basis van uitgebreide feedback van belanghebbenden stelt de Commissie drie vrijwillige categorieën voor (zie vraag 3) die voortbouwen op bestaande marktpraktijken. De belangrijkste doelstelling is beleggers duidelijkheid te verschaffen over producten met een duurzaamheidsambitie, zodat zij hun beleggingen kunnen afstemmen op hun duurzaamheidsvoorkeuren. Het belangrijkste is dat de categorieën eenvoudiger, duidelijker en minder gegevensintensief zijn dan de huidige concepten van de SFDR. De complexe openbaarmakingsvereisten van de artikelen 8 en 9 van de SFDR worden geschrapt. Deze hadden geleid tot aanzienlijke onzekerheid en problemen met betrekking tot misleidende verkoop en misbruik van openbaarmakingen als etiketten. ESG-claims in namen en marketingdocumenten zullen nu strikt worden voorbehouden aan gecategoriseerde producten, om ervoor te zorgen dat alle producten die als ESG worden verkocht, voldoen aan gemeenschappelijke EU-minimumcriteria.

Hoe gaan de nieuwe categorieën in de praktijk werken?

De categorieën zullen ESG-financiële producten (milieu-, sociale en governanceproducten) effectief clusteren in drie groepen, afhankelijk van hun ESG-doelstellingen en ambitieniveaus. De drie groepen zijn de volgende:

  1. Duurzame categorie: producten die bijdragen aan duurzaamheidsdoelstellingen (bv. klimaat-, milieu- of sociale doelstellingen), zoals investeringen in bedrijven of projecten die al aan hoge duurzaamheidsnormen voldoen;
  2. Overgangscategorie: producten die investeringen doen in bedrijven en/of projecten die nog niet duurzaam zijn, maar die zich op een geloofwaardig transitiepad bevinden, of investeringen die bijdragen tot verbeteringen op bijvoorbeeld klimaat-, milieu- of sociale gebieden;
  3. ESG-basiscategorie: andere producten die een verscheidenheid aan ESG-beleggingsbenaderingen integreren, maar niet voldoen aan de criteria van de categorieën duurzame beleggingen of transitiebeleggingen (bv. gericht zijn op best presterende ondernemingen op een bepaalde ESG-maatstaf, financieel rendement nastreven zonder de slechtste ESG-uitvoerders uit te sluiten).

Het nieuwe indelingssysteem weerspiegelt de huidige marktpraktijken en bouwt voort op het bestaande wetgevingskader (met inbegrip van de ESMA-richtsnoeren inzake de namen van fondsen en de aanbeveling van de Commissie van 2023 over transitiefinanciering). Bovendien wordt de definitie van “duurzame investeringen” in het kader van de SFDR geschrapt, die in de praktijk aanleiding had gegeven tot uiteenlopende interpretaties en uitvoeringsproblemen. In plaats daarvan verankert het nieuwe kader het concept in eenvoudigere vorm in duidelijke criteria en stelt het marktdeelnemers in staat gebruik te blijven maken van de praktijken die zij hebben ontwikkeld. Bovendien kan de derde categorie mogelijk een grote meerderheid van de ESG-producten omvatten die momenteel op de markt zijn.

Met het nieuwe systeem wordt het beleggingstraject gemakkelijker gemaakt omdat beleggers beter zijn toegerust om financiële producten te begrijpen die ESG-claims doen. Daarnaast krijgen ze een duidelijker inzicht in de duurzaamheidsdoelstellingen en het ambitieniveau van verschillende producten. Dit zal een betere vergelijkbaarheid tussen ESG-producten binnen dezelfde categorie en tussen verschillende categorieën mogelijk maken, wat ook resulteert in een hoger niveau van beleggersbescherming in vergelijking met de huidige situatie.

Aan welke criteria moeten financiële producten in elk van de categorieën voldoen?

De categorieën functioneren op basis van twee belangrijke criteria:

1) uitsluitingen, wat betekent dat producten niet kunnen beleggen in bepaalde sectoren of activiteiten die als onverenigbaar met de categorie worden beschouwd, en 2) positieve bijdrage, wat betekent dat een minimumdeel van 70% van de portefeuille een ESG-strategie moet volgen die overeenkomt met de claims van het product;

De drie categorieën zouden deze als volgt integreren.

  • Duurzame categorie: (1) uitsluiting van investeringen in bedrijven die betrokken zijn bij tabak of verboden wapens, of die worden aangetroffen in strijd met de mensenrechten, of die actief zijn in fossiele brandstoffen of energieactiviteiten met een hoge uitstoot, of die hun activiteiten op het gebied van fossiele brandstoffen uitbreiden; (2) 70% van de portefeuille af te stemmen op de strategie van het product voor een positieve bijdrage aan duurzaamheid. De beoordeling van de prestaties ten opzichte van de doelstelling moet worden gemonitord en openbaar gemaakt en moet gebaseerd zijn op passende indicatoren die door de FMP's zijn gekozen, en alle belangrijkste negatieve effecten op milieu- of sociale factoren moeten worden geïdentificeerd en duidelijk openbaar gemaakt, samen met alle maatregelen die zijn genomen om deze aan te pakken.
  • Overgangscategorie: (1) uitsluiting van bedrijven die betrokken zijn bij tabak of controversiële wapens, of die worden aangetroffen in strijd met de mensenrechten, alsmede bedrijven die aanzienlijke inkomsten genereren uit steenkool of hun activiteiten op het gebied van fossiele brandstoffen uitbreiden; (2) 70% van de portefeuille moet aansluiten bij de strategie van het product om een positieve bijdrage aan de transitie naar duurzamere praktijken aan te tonen. De beoordeling van de prestaties ten opzichte van de doelstelling moet worden gemonitord en openbaar gemaakt en moet gebaseerd zijn op passende indicatoren die door de FMP's zijn gekozen, en alle belangrijkste negatieve effecten op milieu- of sociale factoren moeten worden geïdentificeerd en duidelijk openbaar gemaakt, samen met alle maatregelen die zijn genomen om deze aan te pakken.
  • ESG-basiscategorie: (1) dezelfde sociale uitsluitingen gelden als voor de bovenstaande overgangscategorie, evenals een uitsluiting van ondernemingen die aanzienlijke inkomsten uit steenkool genereren; (2) 70% van de portefeuille in overeenstemming te brengen met de algemene strategie voor de integratie van ESG-factoren. De beoordeling van de prestaties ten opzichte van de doelstelling moet worden gemonitord en openbaar gemaakt op basis van passende indicatoren die door de FMP's zijn gekozen.

De Commissie zal de bevoegdheid krijgen om een beperkte reeks uitvoeringsbepalingen te ontwikkelen om deze essentiële elementen aan te vullen met meer technische voorschriften voor de categorieën. Dit omvat indicatoren voor vrijwillig gebruik door financiëlemarktdeelnemers, voortbouwend op die in de bestaande uitvoeringsmaatregelen van de SFDR en in de zich ontwikkelende Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage, om te helpen aantonen dat aan de bovenstaande criteria wordt voldaan.

Hoe ondersteunt de herziene SFDR de spaar- en investeringsunie (SIU)?

De herziene SFDR is in overeenstemming met de prioriteiten van de SIU en draagt bij tot de bredere inspanningen om de integratie van de financiële markten van de EU te verbeteren ter ondersteuning van productieve investeringen. Meer concreet heeft de herziene SFDR tot doel:

(1) de integriteit van de eengemaakte EU-markt voor duurzame financiering te versterken door een deel van de versnippering die met de huidige regels is vastgesteld, weg te nemen en greenwashing efficiënter te bestrijden;

(2) lagere administratieve lasten voor financiëlemarktdeelnemers;

(3) een grotere deelname van de detailhandel aan duurzame financiering en een efficiëntere allocatie van kapitaal voor de duurzame welvaart van Europa aan te moedigen;

(4) particuliere duurzame financiering helpen opschalen als onderdeel van diepere, meer geïntegreerde EU-kapitaalmarkten.

Wat zijn de verwachte voordelen voor EU-investeerders?

De herziene SFDR zal het beleggingstraject vergemakkelijken voor beleggers, met inbegrip van retailbeleggers, die in duurzame producten willen beleggen, en zal de waarborgen tegen greenwashing versterken.

Ten eerste zal de nieuwe indeling van producten het voor beleggers en distributeurs gemakkelijker maken om inzicht te krijgen in financiële producten die ESG-claims doen, door de duurzaamheidsdoelstellingen en het ambitieniveau van verschillende producten duidelijker te maken. Hierdoor wordt het voor beleggers eenvoudiger om producten te vinden met een duurzaamheidsambitie die aansluit bij hun voorkeuren.

Ten tweede zullen EU-investeerders toegang hebben tot kortere en meer gerichte informatie. Dit zal de vergelijkbaarheid tussen producten binnen dezelfde categorie en tussen verschillende categorieën vergemakkelijken.

Ten derde zullen duidelijke voorafgaande uitsluitingen in combinatie met transparantie over alle andere details achter producten negatieve verrassingen voor retailbeleggers verzachten. Bovendien mogen alleen producten die voldoen aan de criteria van de categorie ESG-claims indienen in hun namen en marketingdocumenten. Dit zal greenwashing helpen bestrijden en het niveau van bescherming en vertrouwen van beleggers in ESG-producten verbeteren.

De Commissie zal de markt blijven volgen en is voornemens met de ETA's en consumentenorganisaties samen te werken aan de uitvoering van de regeling. Dit proces zal ervoor zorgen dat de categorieën, de bijbehorende gestroomlijnde informatieverschaffing en de bijbehorende regels voor productdistributeurs de consumenten beter in staat zullen stellen ESG-producten te begrijpen en te vergelijken en beleggers geloofwaardige ESG-informatie te verstrekken.

Wordt het kader door de consument getest?

De Commissie heeft bij de voorbereiding van de SFDR-wijzigingen alle bestaande studies en enquêtes over de duurzaamheidsdoelstellingen van retailbeleggers in de EU en het daarmee samenhangende inzicht in informatieverschaffing geanalyseerd. Zodra de medewetgevers overeenstemming hebben bereikt, moet het resulterende kader verder door de consument worden getest, met als doel met name te informeren hoe productdistributeurs de producten identificeren die overeenkomen met de duurzaamheidsvoorkeuren van beleggers op basis van de categorieën, en ervoor te zorgen dat beleggersgerichte informatie gemakkelijk kan worden begrepen in verschillende EU-talen. De Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) zullen, met de hulp van nationale toezichthouders, een belangrijke rol spelen bij deze tests in alle EU-lidstaten.

Hoe zullen de elementen van de herziene SFDR bijdragen tot de bestrijding van greenwashing?

De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de kwesties in verband met de huidige openbaarmakingsverplichtingen die aanleiding hebben gegeven tot bezorgdheid over greenwashing en misleidende verkoop van beleggingsproducten. Met name zijn de twee openbaarmakingsregelingen uit hoofde van de huidige artikelen 8 en 9 gebruikt als de facto duurzaamheidslabels, zonder gemeenschappelijke criteria voor beleggers om de relatieve ESG-prestaties te vergelijken. Dit heeft tot verwarring geleid, met name onder retailbeleggers, die er vaak van uitgaan dat artikel 9-fondsen noodzakelijkerwijs volledig duurzaam zijn en dat artikel 8-fondsen ESG-factoren sterk integreren, ook al is dit niet noodzakelijkerwijs het geval.

Hoewel de wijzigingen die met de categorieën worden ingevoerd, een kleiner aantal onderwerpen inhouden die in de informatieverschaffing aan bod komen, zullen zij de informatie over beschikbare ESG-producten relevanter en vergelijkbaarder maken voor beleggers, waardoor zowel “greenwashing” als “green hushing” wordt voorkomen (een praktijk waarbij marktdeelnemers duurzaamheidsinspanningen te weinig rapporteren omdat zij bang zijn van greenwashing te worden beschuldigd).

Bovendien kunnen alleen producten die voldoen aan de criteria van de categorieën ESG-claims indienen op hun naam of in hun marketingdocumenten. Dit zal ervoor zorgen dat alle producten die claims indienen bij hun beleggers voldoen aan de minimumnormen van de EU, waardoor greenwashing wordt bestreden en het vertrouwen in ESG-financiële producten wordt versterkt.

De ETA's monitoren samen met de nationale bevoegde autoriteiten (NBA's) reeds de gevallen van greenwashing en houden toezicht op duurzaamheidsclaims. In hun verslagen van 2023 en 2024 wordt beoordeeld op welke gebieden van de waardeketen voor duurzame beleggingen het risico op greenwashing het grootst is. De Commissie zal blijven samenwerken met de ETA's, onder meer om de doeltreffendheid van de toekomstige SFDR als instrument tegen greenwashing te helpen beoordelen.

Wat zijn de voordelen voor andere marktdeelnemers?

Financiëlemarktdeelnemers zoals vermogensbeheerders die onder het toepassingsgebied van de verordening vallen, zullen profiteren van verminderde openbaarmakingsvereisten, zowel op entiteitsniveau als op productniveau. De gewijzigde regels zijn minder gegevensintensief dan de huidige SFDR-vereisten. Hierdoor kunnen FMP's zich concentreren op een beperkt aantal datapunten die relevanter zijn voor hun producten. Het voorstel zal ook overregulering door nationale autoriteiten en marktfragmentatie als gevolg van uiteenlopende vereisten of verwachtingen in de EU tot een minimum beperken.

Op hun beurt zullen productdistributeurs zoals beleggingsondernemingen, banken en verzekeringsmakelaars het ook gemakkelijker vinden om ervoor te zorgen dat beleggers worden gekoppeld aan producten die passen bij hun duurzaamheidsvoorkeuren. In het algemeen moet het voorstel het aanbod van duurzame producten op de financiële markten vergemakkelijken, wat uiteindelijk ten goede zal komen aan beleggers en aan de toegang van ondernemingen tot duurzame financiering en transitiefinanciering.

Hoe zullen de nieuwe regels financiëlemarktdeelnemers helpen die problemen kunnen ondervinden bij de toegang tot ESG-gegevens?

In vergelijking met het bestaande kader zullen de herziene regels eenvoudiger toe te passen zijn en minder gegevenspunten nodig hebben. Er zal minder informatie moeten worden verkregen en openbaar gemaakt, met gegevens die momenteel algemeen beschikbaar zijn en die volgens verschillende consumentenstudies van het grootste belang zijn voor beleggers. Daarnaast zullen financiëlemarktdeelnemers de mogelijkheid hebben om te vertrouwen op schattingen waar gedetailleerde gegevens ontbreken, verkregen van externe gegevensverstrekkers of intern gegenereerd, met transparantie ten aanzien van beleggers over hoe dit in de praktijk wordt gedaan.

Externe gegevensverstrekkers vallen zelf buiten het toepassingsgebied van de herziene SFDR, die zich richt op financiëlemarktdeelnemers en de financiële producten die zij aanbieden. De passende regelgevende behandeling van externe aanbieders van ESG-gegevens zal worden onderzocht in het kader van de evaluatie in het kader van de ESG-ratingverordening.

Wat gebeurt er met de huidige uitvoeringsmaatregelen en templates van de SFDR? Zullen ze helemaal verdwijnen?

In overeenstemming met de doelstelling om de complexiteit en de administratieve lasten die voortvloeien uit het EU-acquis inzake financiële diensten te verminderen, vereenvoudigt het voorstel voor een herziene SFDR het kader ook met betrekking tot toekomstige uitvoeringsmaatregelen. Dit is in overeenstemming met de stappen die in dit verband begin oktober 2025 zijn aangekondigd. Het herziene kader voorziet slechts in beperkte details voor de uitvoeringsvoorschriften, zodra het kader door de medewetgevers is goedgekeurd. Deze omvatten het opstellen van openbaarmakingsmodellen voor gecategoriseerde producten (beperkt tot twee bladzijden) en, voor verdere nauwkeurigheid en vergelijkbaarheid, mogelijke beperkte specificaties voor de beleggingsbenaderingen in de productcategorieën. Dit zou gebeuren in combinatie met de wijzigingen in de uitvoeringsregels voor de wijze waarop productdistributeurs rekening moeten houden met de herziene SFDR bij het identificeren van producten die voldoen aan de duurzaamheidsvoorkeuren van beleggers.

Hoe dragen de nieuwe regels bij tot vereenvoudiging en lastenvermindering?

Het voorstel van de Commissie betekent een belangrijke verbetering in de richting van vereenvoudiging en lastenvermindering. Ten eerste worden er eenvoudigere en duidelijkere regels ingevoerd die de administratieve lasten in verband met duurzaamheidsrapportage verminderen, wat op zijn beurt een eenvoudigere en uniformere handhaving vergemakkelijkt. Ten tweede verlicht het opzetten van vrijwillige categorieën, vergezeld van een duidelijke reeks nieuwe criteria, de uitvoeringslast in de loop van de tijd en zorgt het tegelijkertijd voor een robuust niveau van beleggersbescherming.

Al met al zal de vermindering van de rapportage, het voorkomen van overlappingen en de aanpassing aan bestaande marktpraktijken door middel van het nieuwe categoriseringssysteem het kader aanzienlijk vereenvoudigen.

Zo zal het schrappen van informatieverschaffing op entiteitsniveau naar verwachting de jaarlijkse informatieverschaffingskosten voor financiëlemarktdeelnemers met 25 % doen dalen, wat overeenkomt met 56 miljoen EUR aan terugkerende jaarlijkse besparingen. Bovendien zullen de vermindering van de informatieverschaffing op productniveau en de vereenvoudiging via productcategorieën naar verwachting de besparingen verder doen toenemen.

Hoe zorgen de nieuwe regels voor samenhang met de omnibusvereenvoudigingen voor duurzaamheidsinformatie van ondernemingen?

De vandaag voorgestelde wijzigingen weerspiegelen de omnibus I en beogen overlapping met de richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD) uit te bannen. De schrapping van de informatieverschaffing op entiteitsniveau is volledig in overeenstemming met de wijzigingen die via de voorgestelde omnibus zijn ingevoerd, met name het toekomstige toepassingsgebied van de informatieverschaffing over ondernemingen in het kader van de CSRD. In de toekomst zullen alleen de grootste financiëlemarktdeelnemers, onder voorbehoud van de geactualiseerde drempels in het kader van de CSRD, hun effecten op bedrijfsniveau op het milieu en de samenleving openbaar moeten maken.

Het nieuwe categoriseringssysteem is ook gebaseerd op minder gegevenspunten dan de huidige regels en helpt zo lacunes in de gegevens op te vullen, aangezien de SFDR-openbaarmakingen zijn aangepast aan gegevens die beschikbaar zijn in het kader van de herziene CSRD en uit andere bronnen of die anderszins betrouwbaar kunnen worden geraamd.

Hoe zorgen de nieuwe regels ervoor dat de uitvoeringskosten en marktverstoringen beperkt blijven?

De nieuwe regels zullen alle kosten in verband met informatieverschaffing op entiteitsniveau wegnemen en de kosten in verband met informatieverschaffing op productniveau aanzienlijk verminderen. Volgens het effectbeoordelingsverslag bij de wijzigingsverordening kunnen de voorgestelde wijzigingen beperkte initiële eenmalige aanpassingskosten voor FMP's met zich meebrengen, die zullen worden gecompenseerd door de terugkerende langetermijnbesparingen die door de beperkte openbaarmakingen worden gerealiseerd.

Voor het nieuwe systeem voor de indeling van ESG-producten zullen de regels naar verwachting duidelijker zijn, waardoor overregulering door nationale toezichthouders wordt beperkt en de nalevingskosten als gevolg van onzekerheid en verschillen in nationale regelingen lager uitvallen. De criteria bouwen voort op elementen die reeds door een groot deel van de financiële producten worden toegepast (bijvoorbeeld alle fondsen die onder de ESMA-richtsnoeren inzake fondsnamen vallen). Als gevolg daarvan wordt niet verwacht dat de nieuwe categorieën aanzienlijke marktverstoringen zullen veroorzaken.

Ten slotte zijn de gewijzigde regels minder gegevensintensief dan de huidige SFDR-vereisten. Hierdoor kunnen FMP's zich concentreren op een beperkt aantal datapunten die relevanter zijn voor hun producten. Zij zal zich ook baseren op gegevens die beschikbaar zijn van bedrijven die onder de richtlijn maatschappelijk verantwoord ondernemen vallen, naar aanleiding van de wijzigingen die zullen worden aangebracht door de omnibusvoorstellen inzake duurzaamheid of die anderszins betrouwbaar kunnen worden geraamd.

Zullen de wijzigingen in de SFDR de investeringen in defensie helpen stimuleren?

Zoals de Commissie eerder heeft verduidelijkt, vormt het EU-kader voor duurzame financiering geen belemmering voor particuliere investeringen in de defensiesector. Dit blijft het geval met de herziene SFDR. De enige uitsluiting met betrekking tot defensie-investeringen in het kader van de herziene SFDR is dat in categorieën ingedeelde producten niet in staat zouden zijn wapens te financieren die in de meeste lidstaten verboden zijn, zoals chemische en biologische wapens.

Wie heeft de Commissie geraadpleegd bij de voorbereiding van het voorstel?

De Commissie heeft uitgebreid overleg gepleegd met verschillende belanghebbenden, waaronder financiëlemarktdeelnemers, beleggersgroepen en -verenigingen, het maatschappelijk middenveld, academici, nationale autoriteiten en toezichthouders. De belanghebbenden zijn geraadpleegd, zowel tijdens de open en gerichte raadplegingen van 2023 over de SFDR-beoordeling, het verzoek om input in het voorjaar van 2025, als in voortdurende bilaterale en gerichte contacten met deskundigen uit de financiële sector, ngo's/het maatschappelijk middenveld en academici over de belangrijkste elementen van het voorstel, onder meer over de wijze waarop productcategorieën moeten worden opgezet. Belangrijke input werd ook geleverd in de vorm van verslagen van de Europese toezichthoudende autoriteiten en het Platform voor duurzame financiering, een deskundigengroep van de Commissie.

De Commissie heeft ook rekening gehouden met de feedback van de deskundigengroep van de lidstaten inzake duurzame financiering en met de input van de door de commissie ECON van het Europees Parlement gevraagde studie over de huidige uitvoering van de SFDR.

In hoeverre is het herziene kader gebaseerd op de EU-taxonomie en andere instrumenten in het EU-kader voor duurzame financiering?

De EU-taxonomie blijft een belangrijke rol spelen bij de classificatie van ecologisch duurzame economische activiteiten en helpt zo beleggingen door ESG-financiële producten te sturen. In overeenstemming met de feedback van belanghebbenden is in de herziene SFDR bepaald dat financiële producten de taxonomie op vrijwillige wijze kunnen gebruiken, met name als een van de beleggingsbenaderingen in het kader van de transitie- en duurzame categorieën. Om het gebruik ervan aan te moedigen, worden producten waarvan 15 % of meer is geïnvesteerd in op de taxonomie afgestemde activa geacht te voldoen aan het criterium van 70 % positieve bijdrage in de categorieën duurzaamheid en transitie. Deze producten zouden nog steeds de uitsluitingen moeten toepassen die zijn opgelegd in de categorie waaraan zij willen voldoen op het deel van de portefeuille dat niet in overeenstemming is met de EU-taxonomie, alsook de verplichting om de negatieve effecten van hun beleggingen op andere duurzaamheidsfactoren vast te stellen en openbaar te maken, en alle maatregelen die zijn genomen om deze aan te pakken. De drempel van 15 % is gebaseerd op bevindingen van het platform voor duurzame financiering die suggereren dat dit een voldoende ambitieuze drempel is voor huidige duurzame producten, en ook continuïteit biedt door te kunnen worden bereikt door ongeveer de helft van de huidige beleggingsfondsen die op grond van artikel 9 van de SFDR openbaar worden gemaakt. De drempel zou over drie jaar worden herzien.

Evenzo voorziet het voorstel in speciale erkenning voor producten die worden gerepliceerd of beheerd op basis van de EU-klimaatbenchmarks, d.w.z. op de Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks en klimaattransitiebenchmarks. Die producten komen in aanmerking voor de categorie “duurzame producten” respectievelijk “overgangsproducten”, zonder dat zij ook hoeven te controleren of de uitsluitingen worden nageleefd en zonder dat zij in elk afzonderlijk geval de negatieve effecten van hun investeringen openbaar hoeven te maken.

Wat stelt de Commissie voor om de verordening betreffende verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) te wijzigen?

Aan beleggers aangeboden verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) kunnen onder meer financiële producten omvatten die onder de SFDR vallen, zoals beleggingsfondsen of verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten. Om beleggers te informeren over de vraag of PRIIP's die hun kunnen worden aangeboden, onder een categorie in het kader van de herziene SFDR vallen, wijzigt het voorstel de PRIIP-verordening door te eisen dat in het essentiële-informatiedocument van PRIIP's wordt vermeld onder welke categorie zij vallen. Meer in het bijzonder zal het bestaande algemene informatievereiste over de vraag of een PRIIP belegt in overeenstemming met specifieke milieu- of sociale doelstellingen worden vervangen door een nauwkeuriger en gestructureerder informatiepunt voor beleggers: een korte nieuwe rubriek in het essentiële-informatiedocument op grond waarvan een PRIIP dat onder een categorie van de herziene SFDR valt, verplicht zou zijn deze informatie te vermelden.

Wat ziet de Commissie als volgende stappen?

Over het voorstel van de Commissie zal nu door de medewetgevers worden onderhandeld. Latere uitvoeringsmaatregelen om specifieke details van het kader vast te stellen, zouden in een tweede stap worden ontwikkeld, met inbegrip van de wijze waarop de herziene regels door distributeurs van financiële producten (beleggingsondernemingen, banken en verzekeringstussenpersonen) moeten worden toegepast, om ervoor te zorgen dat alle onderdelen van het rechtskader coherent en tegelijkertijd worden toegepast.

Voor meer informatie

Persbericht