Vragen en antwoorden over het pakket aanvullende pensioenen

Waarom stelt u dit pakket aanvullende pensioenen voor?

Het demografische landschap verandert drastisch, met ingrijpende gevolgen voor de pensioenstelsels en de pensioenplanning van de Europeanen. Naarmate de bevolking ouder wordt en de beroepsbevolking krimpt, is het van cruciaal belang ervoor te zorgen dat mensen na hun pensionering een toereikende levensstandaard kunnen handhaven. Overheidspensioenregelingen vormen de ruggengraat van de pensioenstelsels in alle lidstaten. Nu de bevolking snel vergrijst, de beroepsbevolking krimpt en atypisch werk steeds vaker voorkomt, wordt het echter steeds belangrijker om kansen te bevorderen die burgers in staat stellen een toereikender en gediversifieerder pensioeninkomen te bereiken.

Aanvullende pensioenen – bedrijfs- en persoonlijke pensioenregelingen – spelen hierbij een belangrijke rol. Door de overheidspensioenen aan te vullen, kunnen zij ertoe bijdragen dat gepensioneerden een behoorlijke levensstandaard kunnen behouden.

De rol van aanvullende pensioenen neemt toe. De sector aanvullende pensioenen blijft in veel lidstaten echter onderontwikkeld. Volgens de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) neemt slechts 20 % van de Europeanen deel aan bedrijfspensioenregelingen en heeft slechts 18 % een persoonlijk pensioenproduct. Dit brengt veel mensen het risico op een aanzienlijke daling van het inkomen wanneer ze met pensioen gaan, wat een negatieve invloed kan hebben op hun kwaliteit van leven.

Zoals uiteengezet in de strategie voor besparingen en investeringen (SIU), kan een meer ontwikkelde aanvullende pensioensector in de EU een sleutelrol spelen bij het verbeteren van de financiële zekerheid voor burgers tijdens hun pensionering. Tegelijkertijd zal het langetermijnkapitaal stimuleren en de kapitaalmarkten van de EU ondersteunen, waardoor investeringen kunnen worden ingezet om groei en innovatie in de EU te financieren.

Wat stelt de Commissie voor met betrekking tot aanvullende pensioenen?

De Europese Commissie heeft vandaag een pakket maatregelen goedgekeurd om te zorgen voor een toereikend pensioeninkomen voor EU-burgers door de sector aanvullende pensioenen uit te breiden en te versterken. Het doel is de overheidspensioenen aan te vullen - niet te vervangen.

Het pakket omvat een aanbeveling van de Commissie aan de lidstaten over:

  • Pensioenvolgsystemen, die mensen een beter overzicht geven van hun pensioenrechten en verwachte uitkeringen en hen helpen bij het plannen van hun pensionering.
  • Pensioendashboards, die beleidsmakers een uitgebreider en gedetailleerder beeld zullen geven van de houdbaarheid en toereikendheid van de pensioenstelsels, bestaande uit zowel overheidspensioenen als aanvullende pensioenen.
  • Auto-inschrijving in aanvullende pensioenregelingen, waarbij werknemers worden aangesloten bij aanvullende pensioenregelingen, tenzij zij ervoor kiezen zich af te melden, waardoor zij vrij blijven om te beslissen.

Het pakket omvat ook twee wetgevingsvoorstellen die betrekking hebben op gebieden die al onder de EU-regelgeving inzake de financiële markt vallen:

  • Een wijzigingsrichtlijn betreffende instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV II) om IBPV's efficiënter en op grotere schaal te laten werken en tegelijkertijd onnodige beperkingen op beleggingen op te heffen, onder verscherpt toezicht. Deze maatregelen zullen deze regelingen helpen de kosten te verlagen en de waarde voor de burgers te maximaliseren.
  • Een wijzigingsverordening betreffende pan-Europese persoonlijke pensioenproducten (PEPP) om dit persoonlijke pensioenproduct aantrekkelijker te maken voor spaarders en financiëlemarktdeelnemers.

Het pakket gaat ook vergezeld van een mededeling van de Commissie waarin de norm wordt verduidelijkt voor degenen die de activa van pensioenregelingen beheren (hetPrudent Person Principle) om ervoor te zorgen dat beleggingen in aandelen door aanvullende pensioenregelingen niet worden ontmoedigd. Dit zal burgers helpen een hoger langetermijnrendement op hun spaargeld te behalen en nieuwe financieringsbronnen voor de EU-economie vrij te maken.

Wie zal van de voorgestelde maatregelen profiteren en hoe?

Uiteindelijk zou de hele samenleving moeten profiteren van een betere toegang tot effectievere aanvullende pensioenen.

In de eerste plaats zullen burgers meer mogelijkheden krijgen om hun pensioeninkomen te verhogen, waardoor zij meer financiële zekerheid en stabiliteit bij hun pensionering kunnen bereiken. Dit zal de levensstandaard bij pensionering helpen beschermen en de economische veerkracht van EU-huishoudens versterken, met name in het licht van de huidige demografische uitdagingen en de veranderende dynamiek van de arbeidsmarkt, met inbegrip van die waarvoor de aanvullende pensioendekking bijzonder laag is, met name vrouwen, jongere werknemers, deeltijdwerkers en lager betaalde werknemers en zelfstandigen. Zo bedraagt de genderpensioenkloof tussen mannen en vrouwen momenteel 24,5 %.

Verder hebben sterkere aanvullende pensioenregelingen het potentieel om langetermijnsparen te mobiliseren voor productieve investeringen, waardoor het concurrentievermogen en de welvaart van de EU worden gestimuleerd, banen worden gecreëerd en economische groei wordt ondersteund. Een levendigere aanvullende pensioensector kan dienen als verstrekker van langetermijnkapitaal voor ondernemingen, met inbegrip van innovatieve ondernemingen, en kan helpen financiering vrij te maken voor strategische prioriteiten van de EU, zoals de groene transitie, innovatie en veiligheid en defensie.

Tot slot kunnen robuustere aanvullende pensioenen de druk op de houdbaarheid en toereikendheid van de openbare pensioensector helpen verlichten door ervoor te zorgen dat burgers bij hun pensionering een meer gediversifieerd inkomen hebben.

Wat is de rol van de EU bij het bevorderen van aanvullende pensioenen?

Pensioenen en de structuur van pensioenstelsels blijven in de eerste plaats een bevoegdheid van de lidstaten. Dit pakket verandert daar niets aan. Het is aan de lidstaten om de nodige regelingen in te voeren om hun eigen aanvullende pensioensectoren te ontwikkelen en de toegang van burgers tot deze sectoren te vergemakkelijken.

De EU kan een ondersteunende rol spelen door richtsnoeren te verstrekken met voorbeelden van beste praktijken die kunnen helpen aanvullende pensioenen in de hele EU te stimuleren. Dit is de doelstelling van de aanbeveling betreffende pensioenvolgsystemen, pensioendashboards en automatische inschrijving.

Naast nationale wetgeving bevatten EU-regels, zoals de richtlijn betreffende instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV) en de pan-Europese verordening betreffende het persoonlijk pensioenproduct (PEPP), belangrijke gemeenschappelijke normen op de eengemaakte markt op het gebied van bedrijfspensioenen en persoonlijke pensioenen.

Wat is de huidige stand van zaken in de sector aanvullende pensioenen in de EU en hoe verschilt het stelsel van aanvullende pensioenen van lidstaat tot lidstaat?

De relevantie van bedrijfspensioenen en persoonlijke pensioenen in de EU is ongelijk verdeeld over de lidstaten: slechts ongeveer een op de vijf EU-burgers neemt deel aan een bedrijfspensioenregeling en nog minder hebben persoonlijke pensioenproducten.

In de praktijk lopen de nationale stelsels sterk uiteen: gepensioneerden in sommige landen al profiteren van een grote bijdrage van aanvullende pensioenen aan hun pensioeninkomen, vooral als er goed ontwikkelde beroepsfondsen met een hoge dekking en grote activa onder beheer zijn. In andere lidstaten zijn mensen sterker afhankelijk van “pay-as-you-go”-staatspensioenen, waarbij de huidige werknemersbijdragen worden gebruikt om de pensioenen van huidige gepensioneerden te financieren, met een beperkte dekking van bedrijfspensioenen.

Er is geen “typisch” EU-pensioenstelsel en er is ook geen uniforme oplossing om aanvullende pensioenen te stimuleren die op uniforme wijze op elke lidstaat kan worden toegepast. Daarom hebben we een aanbeveling gepubliceerd met beste praktijken die de lidstaten naar eigen goeddunken kunnen aanpassen aan hun binnenlandse omstandigheden.

Wat zijn pensioenvolgsystemen en wat stelt u op dit gebied voor?

Pensioenvolgsystemen zijn onlineplatforms die personen een overzicht kunnen bieden van hun pensioenrechten en verwachte uitkeringen, idealiter voor alle verschillende pensioenregelingen en -aanbieders. Door de transparantie en het pensioenbewustzijn te vergroten, helpen en stimuleren deze systemen burgers om weloverwogen beslissingen te nemen over hun loopbaan, pensioen en spaargeld.

De bestaande pensioeninformatiediensten in de meeste lidstaten blijven echter versnipperd over verschillende pensioenpijlers en bieden vaak onvolledige dekking. Op basis van positieve nationale ervaringen beveelt de Commissie alle lidstaten aan nationale systemen voor het traceren van pensioenen op te zetten of uit te breiden, die betrekking hebben op pensioenrechten uit alle pensioenregelingen, in alle pijlers (publieke, bedrijfs- en persoonlijke pensioenen). Deze dienst moet gratis zijn voor particulieren.

Wat zijn pensioendashboards en wat stelt u op dit gebied voor?

Pensioendashboards bieden beleidsmakers en andere belangrijke belanghebbenden een overzicht van de toereikendheid en duurzaamheid van de nationale pensioenstelsels, waarbij belangrijke indicatoren zoals dekking, bijdragen, pensioeninkomen in verschillende bevolkingsgroepen en begrotingskosten worden geconsolideerd. Dit ondersteunt empirisch onderbouwde beleidsvorming en helpt het vertrouwen van het publiek in pensioenstelsels op te bouwen en hervormingen te sturen.

De Commissie beveelt de lidstaten aan nationale dashboards te ontwikkelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van synergieën met pensioenvolgsystemen. Die nationale dashboards moeten uiteindelijk worden meegenomen in een pensioendashboard op EU-niveau, dat vergelijkingen tussen landen, wederzijds leren en beter geïnformeerde hervormingsstrategieën zou vergemakkelijken.

Wat is auto-inschrijving? Wat zijn de voordelen?

"Automatische inschrijving" is een mechanisme waarmee werknemers automatisch worden opgenomen in aanvullende pensioenregelingen, met de mogelijkheid om af te zien als zij daarvoor kiezen. Deze aanpak pakt de lage participatiegraad in aanvullende pensioenen aan, die vaak het gevolg is van een beperkt financieel bewustzijn en de neiging van individuen om beslissingen over hun pensionering uit te stellen. Het kan de dekking vergroten, vooral onder jongeren, groepen met een lager inkomen en vrouwen, en helpen bij het opbouwen van financiële zekerheid op lange termijn, terwijl individuen nog steeds de mogelijkheid hebben om zich af te melden als ze ervoor kiezen om dit te doen.

Auto-inschrijving is effectief gebleken bij het stimuleren van de participatiegraad in aanvullende pensioenen en bij het helpen verbeteren van de pensioentoereikendheid voor toekomstige gepensioneerden. Bewijs uit landen als het Verenigd Koninkrijk en Nieuw-Zeeland toont aan dat individuen, eenmaal ingeschreven, de neiging hebben om in de regelingen te blijven. Ierland is van plan om in 2026 automatische inschrijving in te voeren en verwacht een sterke invoering, terwijl Italië en Polen al soortgelijke systemen hebben ingevoerd, waarbij de deelname in de loop van de tijd geleidelijk maar gestaag toeneemt.

De mogelijkheid tot opt-out kenmerkt de automatische inschrijving, wat een belangrijk verschil is met verplichte deelname. Sommige lidstaten hebben deelname aan aanvullende pensioenregelingen al verplicht gesteld. De aanbeveling van de Commissie heeft niet tot doel de verplichte stelsels die een effectieve aanvullende pensioendekking bieden, te verstoren. Er kan echter nog steeds een rol zijn weggelegd voor automatische inschrijving in deze lidstaten voor zelfstandigen of voor werknemers die niet onder verplichte medezeggenschap vallen, bijvoorbeeld omdat zij werken met atypische arbeidsovereenkomsten of in sectoren die niet onder collectieve loonovereenkomsten vallen waarbij medezeggenschap verplicht wordt gesteld.

Door de deelname aan aanvullende pensioenen te vergroten en aldus financieel vermogen op te bouwen door middel van regelmatige bijdragen van individuen en hun werkgevers, kan automatische inschrijving aanzienlijk bijdragen tot het waarborgen van een toereikend pensioeninkomen in een vergrijzende bevolking en tot het verminderen van de langdurige druk op de openbare pensioenstelsels.

Wat stelt u voor bij de herziening van de IBPV-richtlijn (instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening) II?

Een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV) is een pensioenfonds of soortgelijk orgaan dat pensioensparen voor werknemers of zelfstandigen op kapitaalbasis beheert en onafhankelijk van de werkgever opereert. Het voorziet in bedrijfspensioenen in overeenstemming met de in het nationale recht vastgestelde regelingen.

In de IBPV II-richtlijn zijn belangrijke gemeenschappelijke normen vastgesteld om een goed beheer van IBPV's te waarborgen, met inachtneming van de specifieke nationale kenmerken, waaronder de rol van de sociale partners. Veel regelingen blijven echter te klein om hun beleggingen te diversifiëren en optimale resultaten voor spaarders te behalen.

Het doel van de herziening is het kader voor bedrijfspensioenvoorziening te versterken en te moderniseren, op basis van het technische advies en de input van Eiopa en de goede praktijken die in de lidstaten zijn vastgesteld.

Een van de doelstellingen van de hervorming is ervoor te zorgen dat IBPV's efficiënter en op grotere schaal werken, zodat deze regelingen op lange termijn waarde opleveren voor spaarders. De herziening zal belemmeringen voor marktgebaseerde consolidatie van IBPV's wegnemen door grensoverschrijdende procedures en overdrachtsregels te vereenvoudigen. Het voorstel zal ook de samenwerking op het gebied van toezicht tussen autoriteiten versterken en het toezicht versterken door middel van een regelmatige toezichtdialoog tussen autoriteiten en IBPV's over structurele uitdagingen, risicobeheer, efficiëntie en duurzaamheid op lange termijn.

Een ander doel van de hervorming is het vertrouwen in bedrijfspensioenen te vergroten. Het voorstel actualiseert de vergunnings- en toezichtprocessen om vanaf het begin consistente prudentiële beoordelingen en effectief toezicht op IBPV's te waarborgen. Het voorstel versterkt de normen voor governance en risicobeheer, met aangescherpte deskundigheids- en betrouwbaarheidsvereisten, duidelijkere verantwoordelijkheden voor sleutelfuncties en regelmatige stresstests voor IBPV's die niet aan risicogebaseerde kapitaalvereisten zijn onderworpen. Het voorstel zal de transparantie, informatie en verantwoordingsplicht ten aanzien van begunstigden verbeteren en de connectiviteit met pensioenvolgsystemen verbeteren. Kortom, de evaluatie zal ervoor zorgen dat het EU-kader een solide en toekomstbestendige basis blijft bieden voor goed bestuur, risicobeheer en bescherming van de leden, terwijl het evenredig en flexibel blijft.

Het voorstel moderniseert ook de bestaande optie voor de lidstaten om het IBPV-kader toe te passen op andere kapitaalgedekte pensioeninstellingen die niet anderszins onder de prudentiële wetgeving van de EU vallen, waarbij de samenhang wordt gewaarborgd met inachtneming van de nationale diversiteit.

De hervorming houdt vast aan het feit dat de IBPV II-richtlijn een minimumharmonisatierichtlijn blijft, zonder uniform model, met inachtneming van de nationale bevoegdheden en de rol en autonomie van de sociale partners.

Hoe zullen deelnemers en pensioengerechtigden profiteren van het verbeterde voorstel inzake IBPV's?

De voorgestelde wijzigingen hebben tot doel het vertrouwen in en de efficiëntie van IBPV's te vergroten, wat ten goede zal komen aan spaarders die van plan zijn met pensioen te gaan. Wijzigingen die belemmeringen voor het opbouwen van schaalgrootte of het bundelen van activa wegnemen, kunnen de kosten verlagen en de beleggingen van IBPV's diversifiëren, onder meer in aandelen, waardoor de waarde voor spaarders wordt gemaximaliseerd.

Begunstigden zullen ook profiteren van de verbeterde transparantie en communicatie, met inbegrip van versterkte informatierechten gedurende de accumulatiefase (periode waarin personen hun pensioensparen opbouwen door middel van bijdragen) en de afbouwfase (wanneer personen inkomsten uit hun pensioensparen beginnen te halen). Bovendien introduceert het kader een nieuwe vereiste voor IBPV's om altijd in het belang van hun deelnemers en pensioengerechtigden te handelen en deze te koppelen aan pensioenvolgsystemen om de transparantie en het bewustzijn van rechten te verbeteren. Meer toezicht zal ook bijdragen tot het opbouwen van vertrouwen.

Wat stelt u voor in uw herziening van het PEPP?

De herziening van de PEPP-verordening heeft tot doel het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct aantrekkelijker en toegankelijker te maken voor zowel spaarders als aanbieders. Uit feedback van belanghebbenden is gebleken dat bepaalde ontwerpkenmerken een beperkte marktacceptatie hebben (zie de volgende vraag).

Het herziene kader voorziet daarom in meer flexibiliteit voor aanbieders, met behoud van strenge normen op het gebied van transparantie, informatieverschaffing over kosten en beleggersbescherming. Het zal PEPP's beter geschikt maken voor regelingen op de werkplek en voor automatische inschrijving, zorgen voor een consistente fiscale behandeling van PEPP's en andere persoonlijke pensioenen die op nationaal niveau worden aangeboden, en concurrentie en innovatie aanmoedigen.

In het algemeen wordt met de herziening beoogd van het PEPP een echt Europees, kosteneffectief en flexibel langetermijnspaarproduct te maken.

Hoe verklaart u de beperkte benutting van het PEPP tot nu toe?

Er zijn verschillende redenen voor de geringe benutting van het PEPP. Op basis van de feedback van belanghebbenden heeft de Commissie bepaalde ontwerpkenmerken vastgesteld die de distributie en het gebruik van het basis-PEPP hebben beperkt. Dit is het plafond van 1 % dat bedoeld was om de kosten te beperken in combinatie met de verplichte adviesverplichting en de verplichting om nationale subrekeningen aan te bieden voor ten minste twee lidstaten. Ook de gedetailleerde vereisten inzake de wijze waarop PEPP's een beperkt risico op kapitaalverlies voor PEPP-spaarders moeten waarborgen, zijn voor potentiële PEPP-aanbieders te belastend gebleken om uit te voeren. Deze voorwaarden hebben het PEPP minder aantrekkelijk gemaakt voor aanbieders en distributeurs om aan te bieden in vergelijking met andere persoonlijke pensioenproducten die op nationaal niveau beschikbaar zijn.

Bovendien geniet het PEPP in sommige lidstaten geen nationale belasting- en andere stimulansen die van toepassing zijn op vergelijkbare aanvullende pensioenproducten. Tot slot is een van de belangrijkste potentiële voordelen ervan, de overdraagbaarheid van het PEPP in de hele EU, niet aantrekkelijk genoeg gebleken om een aanzienlijke vraag te creëren.

Wat zijn de verschillen tussen een “basis”-PEPP en een “op maat”-PEPP?

Als het gaat om het basis-PEPP, is het doel om het een gestandaardiseerd betaalbaar, toegankelijk en eenvoudig pensioenproduct te maken dat geschikt is voor niet-aangeraden online verkopen. De herziening zal het bestaande plafond voor vergoedingen en de verplichte adviesverplichting schrappen. Wanneer advies wordt verstrekt met betrekking tot de distributie van het basis-PEPP, zal de evaluatie ervoor zorgen dat dit advies uitsluitend op onafhankelijke basis en op verzoek van PEPP-spaarders wordt verstrekt. Om de bescherming van beleggers te waarborgen, omvat het een levenscyclusbeleggingsbenadering. Dit betekent dat het risico geleidelijk wordt verminderd naarmate de spaarder zijn pensioen nadert. Om het voor gepensioneerden kosteneffectief te maken, vereist de hervorming dat ten minste 95 % van de activa van het basis-PEPP wordt belegd in niet-complexe activa, zoals aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF's) of latere obligaties. Gezien het langetermijnkarakter van het product en de noodzaak om de diversificatie te versterken, zullen PEPP-aanbieders de resterende 5 % kunnen toewijzen aan andere activa, waaronder niet-beursgenoteerde aandelen en infrastructuur. Dit zal de diversificatie van de portefeuille verbeteren en kan het rendement op lange termijn verhogen.

Naast het basis-PEPP kunnen aanbieders “op maat gesneden” PEPP's aanbieden die garanties en complexere strategieën voor de allocatie van activa kunnen omvatten, waarvoor advies nodig is om het begrip voor de consument te waarborgen. "Op maat gemaakte" PEPP's zijn belangrijk omdat zij ervoor zorgen dat aanbieders producten kunnen ontwerpen die de voorkeuren, omstandigheden en risicoprofielen van verschillende PEPP-spaarders weerspiegelen.

Om aanbieders meer flexibiliteit te bieden, wordt voorgesteld de huidige verplichting op te heffen dat basis-PEPP en op maat gesneden PEPP's door dezelfde aanbieder moeten worden aangeboden. Voorts voorziet het voorstel in andere vereenvoudigingsmaatregelen die van toepassing zijn op zowel het basis- als het op maat gesneden PEPP, waaronder de schrapping van de verplichting om op verzoek nationale subrekeningen aan te bieden aan ten minste twee lidstaten, en stelt het voor de strenge kwantitatieve vereisten voor de toepassing van risicolimiteringstechnieken in te trekken.

Om ervoor te zorgen dat zowel het basis- als het op maat gesneden PEPP kosteneffectief zijn en waarde opleveren voor spaarders, versterkt het voorstel de product- en oversightgovernanceregels door deze in overeenstemming te brengen met de regels van de richtlijn verzekeringsdistributie, zoals voorgesteld in het kader van de strategie voor retailbeleggingen.

Het in het PEPP geïnvesteerde geld komt beschikbaar bij pensionering en verschillende vormen van uitbetalingsstructuren zijn mogelijk, ook afhankelijk van het nationale recht.

Om een gelijk speelveld tussen het PEPP en nationale persoonlijke pensioenproducten te waarborgen, bevat het voorstel, als aanvullende maatregel, de verplichting voor de lidstaten om ervoor te zorgen dat PEPP's een vergelijkbare fiscale behandeling krijgen en dezelfde stimulansen krijgen als nationale persoonlijke pensioenproducten.

Het voorstel verduidelijkt de mogelijkheid voor werkgevers om vrijwillig bij te dragen aan het PEPP en dat de lidstaten kunnen toestaan dat het PEPP wordt gebruikt als in aanmerking komende regeling voor automatische inschrijving wanneer dit in overeenstemming is met de nationale sociale en arbeidswetgeving en geen afbreuk doet aan de bestaande bedrijfspensioenregelingen.

Wat is het voorzichtigheidsbeginsel en wat zijn de verduidelijkingen die u brengt?

Het prudent person-beginsel regelt hoe pensioenaanbieders hun activaportefeuilles moeten beleggen en beheren. Het betekent dat investeringen moeten worden gedaan in het belang van de deelnemers en pensioengerechtigden op lange termijn, rekening houdend met risico's, diversificatie en veiligheid. Het beginsel is echter zeer verschillend geïnterpreteerd en toegepast in de lidstaten. Deze verschillen hebben vaak de manier beperkt waarop pensioenregelingen hun beleggingen kunnen diversifiëren of in aandelen kunnen beleggen, met negatieve gevolgen voor hun vermogen om een toereikend pensioeninkomen te genereren.

In de mededeling van de Commissie wordt aangegeven hoe dit beginsel moet worden toegepast. Zij onderstreept dat alle pensioenregelingen moeten handelen in het belang van de deelnemers en pensioengerechtigden op lange termijn, en niet alleen in het belang van de pensioenregelingen die onder de IBPV II-richtlijn en de PEPP-verordening vallen. In de mededeling wordt ook verduidelijkt dat aandelenbeleggingen door alle pensioenregelingen als onderdeel van hun portefeuille moeten worden beschouwd. Grotere fondsen met voldoende schaal en risicoabsorptiecapaciteit moeten ook particuliere activa, zoals private equity-, durfkapitaal- en groeikapitaalfondsen, in aanmerking nemen als onderdeel van een goed gediversifieerde investeringsstrategie die het rendement op lange termijn voor hun leden en begunstigden ondersteunt.

Deze verduidelijking zal ervoor zorgen dat aandelenbeleggingen door aanvullende pensioenregelingen niet worden ontmoedigd, waardoor burgers een hoger langetermijnrendement op hun spaargeld kunnen behalen en nieuwe financieringsbronnen voor de EU-economie vrijkomen.

Hoe zal de Commissie toezien op de doeltreffendheid van de voorgestelde maatregelen?

De Commissie zal de uitvoering en doeltreffendheid monitoren via verschillende mechanismen, waaronder het Europees Semester. Het zal de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen de lidstaten bevorderen.

De Commissie is bereid met de medewetgevers samen te werken om snel een politiek akkoord over de twee wetgevingshervormingen te bereiken.

Een beoordeling van de voorgestelde maatregelen zal ook worden uitgevoerd in het kader van de tussentijdse evaluatie van de strategie voor de spaar- en investeringsunie (SIU), die in 2027 zal worden gepubliceerd.

Wat zijn de volgende stappen?

De herziening van de PEPP-verordening en IBPV II zal nu in het wetgevingsproces worden opgenomen, waarbij de voorstellen ter bespreking en bespreking aan het Europees Parlement en de Raad zullen worden voorgelegd.

Wat de aanbeveling betreft, zal de Commissie de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen de lidstaten vergemakkelijken om de kwestie hoog op de beleidsagenda te houden. De Commissie zal de lidstaten ook aanmoedigen om verslag uit te brengen over de maatregelen die zijn genomen om de aanbeveling uit te voeren via de bestaande monitoringprocessen, met inbegrip van de SIU-gerelateerde processen, het kader van de Eurogroep voor het monitoren van nationale hervormingen en het proces van het Europees Semester.

Voor meer informatie

Persbericht