Vragen en antwoorden over het pakket marktintegratie
- Waarom is marktintegratie belangrijk voor de EU-economie?
Meer geïntegreerde markten zijn van essentieel belang om de economische kracht van de EU nieuw leven in te blazen en ervoor te zorgen dat de Unie haar strategische prioriteiten in verband met concurrentievermogen, veiligheid en de digitale en groene transitie op lange termijn kan verwezenlijken.
Een diepere integratie van de financiële markten van de EU is geen doel op zich, maar een middel om een echte eengemaakte markt voor financiële diensten tot stand te brengen – een markt die de toegang tot de kapitaalmarkten eenvoudiger, efficiënter en aantrekkelijker maakt voor zowel beleggers als bedrijven. De realiteit is duidelijk: geen enkele afzonderlijke lidstaat beschikt over een economie of een financieel stelsel dat groot genoeg is om op zichzelf als een belangrijke mondiale speler op te treden. Alleen door een echt geïntegreerd financieel systeem tot stand te brengen, kunnen we de schaal bereiken die nodig is om een diepere, meer liquide markt te ondersteunen die het spaargeld van de EU-burgers efficiënter verbindt met productieve investeringen.
Het fundamentele doel van integratie is een deugdzame cirkel tot stand te brengen: de kapitaalmarkten worden efficiënter in het verstrekken van eerlijke inkomsten aan burgers die er op hun beurt voor kiezen om te investeren, waardoor wordt voorzien in de financieringsbehoeften van EU-bedrijven, waar zij zich ook bevinden.
Deze toename van efficiëntie, schaal en participatie stimuleert uiteindelijk het concurrentievermogen, helpt de economische activiteit te groeien en stimuleert het scheppen van banen in de hele EU.
- Wat belemmert momenteel de ontwikkeling van een echte interne markt voor financiële diensten? / Welke concrete belemmeringen wil dit pakket aanpakken?
De ontwikkeling van een echte interne markt voor financiële diensten wordt in de eerste plaats belemmerd door aanhoudende versnippering. Deze versnippering belet financiële entiteiten om gebruik te maken van de vrijheden van het Verdrag die inherent moeten zijn aan de eengemaakte markt, waardoor zij potentiële schaalvoordelen en efficiëntiewinsten mislopen. Dit leidt ertoe dat hogere kosten worden doorberekend aan gebruikers van financiële diensten.
De concrete belemmeringen die met dit pakket worden aangepakt, hebben betrekking op:
- Versnippering in handels- en transactieverwerkingsinfrastructuren: Financiële instrumenten worden verhandeld op meer dan 300 handelsplatformen in de EU. Momenteel zijn er 14 centrale tegenpartijen (CTP's) die clearingdiensten verlenen en 32 centrale effectenbewaarinstellingen (CSD's) die afwikkelingsdiensten aanbieden, waaronder 7 CSD's die rechtstreeks door centrale banken of andere publiekrechtelijke lichamen worden geëxploiteerd. Deze complexiteit verhindert het opbouwen van schaalvergroting. De Amerikaanse markt daarentegen is meer geconcentreerd en gespecialiseerd, met name op het gebied van afwikkeling, met 2 CSD's en 8 CTP's. Bovendien zijn de vijf grootste handelsplatformen in de VS goed voor 74 % van de verhandelde handelsvolumes, terwijl in de EU alleen de tien grootste handelsplatformen een vergelijkbaar aandeel hebben (+ 75 %).
- Uiteenlopende regels en omslachtige eisen: Financiële entiteiten worden nog steeds geconfronteerd met dubbele, uiteenlopende, inconsistente of verschillend toegepaste vereisten in de lidstaten. Aanvullende nationale regels en uiteenlopende interpretaties van EU-regels (zoals MiFID II en AIFMD/UCITSD) kunnen het vrije verkeer van kapitaal belemmeren. Voor vermogensbeheerders omvat dit de resterende belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen en operationele belemmeringen voor groepen die actief zijn op de eengemaakte markt.
- Gefragmenteerd toezicht: Uiteenlopende toezichtpraktijken leiden tot extra belemmeringen voor integratie. De beperkte instrumenten en bevoegdheden die op EU-niveau beschikbaar zijn om convergentie af te dwingen, maken het mogelijk dat deze nationale verschillen blijven bestaan, waardoor de kosten van zakendoen stijgen en de consistente beleggersbescherming wordt ondermijnd. Bovendien kunnen nationale toezichthouders, ondanks financiële actoren die in de hele EU actief zijn, synergieën of risico's in verband met grensoverschrijdende activiteiten van onder toezicht staande entiteiten negeren.
- Belemmeringen voor innovatie: Regelgevingsbelemmeringen belemmeren het gebruik van innovatieve digitale technologieën, met name Distributed Ledger Technology (DLT) in de handel en de transactieverwerking. Het bestaande EU-kader voor DLT (de DLT-proefregelingsverordening), dat marktdeelnemers in staat stelt veilig te experimenteren met DLT om effecten uit te geven, te verhandelen en af te wikkelen, is slechts in beperkte mate benut vanwege de restrictieve opzet ervan, met inbegrip van beperkingen van het toepassingsgebied en de omvang ervan, waardoor het innovatiepotentieel wordt belemmerd.
- Waarom is efficiënt toezicht op de interne markt van essentieel belang en hoe is dit gekoppeld aan marktintegratie?
Efficiënt toezicht is een hoeksteen van een goed functionerende interne markt voor financiële diensten.
Tegenwoordig leiden uiteenlopende nationale toezichtsbenaderingen en inconsistente handhaving tot hogere kosten voor grensoverschrijdende activiteiten en dragen zij actief bij tot marktversnippering langs nationale lijnen. Gefragmenteerd toezicht, samen met nationale regels en uiteenlopende interpretaties van EU-regelgeving, vormen wrijvingen die het vrije verkeer van kapitaal belemmeren. Om dit aan te pakken, moet het toezicht doeltreffender zijn, meer bevorderlijk zijn voor grensoverschrijdende activiteiten en beter inspelen op nieuwe risico's.
Het doel is ervoor te zorgen dat financiëlemarktexploitanten, ongeacht hun locatie in de Unie, dezelfde toezichtsbehandeling krijgen, waardoor het vertrouwen van beleggers wordt bevorderd. Het bereiken van samenhang en integratie moet op gerichte en evenredige wijze worden nagestreefd, teneinde de financiële stabiliteit, de marktintegriteit en de beleggersbescherming te behouden en te versterken. Als beleggers niet kunnen vertrouwen op het bestuur en de handhaving van de regels, zullen ze terughoudend zijn om te investeren. Daarom is het versterken van het toezichtkader een fundamentele pijler om de veiligheid en soliditeit van het financiële stelsel van de EU te waarborgen en tegelijkertijd de verdere ontwikkeling en integratie ervan mogelijk te maken.
- Wat zijn de bestaande wetgevingsteksten die dit pakket wijzigt?
Het pakket van vandaag bestaat uit één mededeling van de Commissie en drie wetgevingsvoorstellen.
Een voorstel voor een verordening tot wijziging van:
- De Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)
- De verordening betreffende de Europese marktinfrastructuur (EMIR)
- De verordening markten voor financiële instrumenten (MIFIR)
- De verordening centrale effectenbewaarinstellingen (CSDR)
- De proefverordening voor gedistribueerde grootboektechnologie (Distributed Ledger Technology Pilot Regulation, DLTPR)
- De verordening markten in cryptoactiva (MiCA)
- De verordening inzake de grensoverschrijdende verdeling van fondsen (CBDR)
Dat voorstel voor een verordening zal ook gerichte wijzigingen bevatten, in overeenstemming met de voorgestelde wijzigingen van de ESMA-verordening om het EU-toezicht efficiënter te maken, om:
- De verordening herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen (CCPRRR)
- De verordening effectenfinancieringstransacties (SFTR)
- De verordening inzake ratingbureaus (CRAR)
- Benchmarkverordening (BMR)
- De eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde (STS) securitisatieverordening
- De Europese verordening inzake groene obligaties (EuGB-verordening)
- De verordening inzake de milieu-, sociale en governancerating (ESG-verordening)
Het voorstel voor een richtlijn strekt tot wijziging van:
- Richtlijn betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)
- Richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerdersrichtlijn)
- Richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID)
Tot slot bevat het pakket van vandaag een voorstel voor een verordening tot vervanging van de Finaliteitsrichtlijn en tot wijziging van de richtlijn financiële zekerheden (FCD).
- Wat zijn de voordelen voor burgers en bedrijven?
Dit pakket zal het voor burgers en retailbeleggers gemakkelijker, goedkoper en veiliger maken om toegang te krijgen tot investeringsmogelijkheden in de hele EU. Dit is van cruciaal belang omdat momenteel ongeveer 10 biljoen EUR aan retailsparen in de EU in bankdeposito's wordt aangehouden. Hoewel deze deposito's veilig zijn, genereren ze vaak een relatief laag rendement in vergelijking met investeringen in kapitaalmarktinstrumenten, waardoor het voor burgers moeilijker kan worden om rijkdom op te bouwen.
Door belemmeringen voor versnippering van de kapitaalmarkten weg te nemen en grensoverschrijdende activiteiten te vereenvoudigen, zal dit pakket de concurrentie tussen aanbieders van financiële diensten bevorderen, de kosten verlagen en het assortiment producten voor beleggers verbreden. Burgers zullen profiteren van een echte interne markt voor kapitaal, waar investeringsdiensten gemakkelijker toegankelijk zijn en in de hele EU volgens dezelfde duidelijke en voorspelbare regels functioneren.
Voor bedrijven versterkt dit pakket hun vermogen om toegang te krijgen tot een bredere en meer diverse pool van beleggers in de hele EU, waardoor zij minder afhankelijk worden van bankleningen en hun financieringskosten dalen. Deze gestroomlijnde toegang tot investeringen zal bedrijven in staat stellen overal in de EU kapitaal aan te trekken, ongeacht hun locatie, ter ondersteuning van groei, innovatie en het scheppen van banen. Uiteindelijk draagt dit bij tot de versterking van het concurrentievermogen van Europa op lange termijn door ervoor te zorgen dat de financiering efficiënter kan stromen naar waar deze het hardst nodig is in de Europese economie.
- Wat zijn de voordelen voor marktspelers en financiële instellingen?
Het pakket zal het voor marktdeelnemers en financiële instellingen eenvoudiger en kosteneffectiever maken om in de hele EU actief te zijn. Door onnodige verschillen in regelgeving en overlappingen weg te nemen, zullen bedrijven hun activiteiten kunnen stroomlijnen, de nalevingskosten kunnen verlagen en ten volle gebruik kunnen maken van de eengemaakte markt.
Meer bepaald zullen nieuwe regels inzake synergieën binnen de groep de toewijzing en het delen van middelen, zoals nalevings- of IT-functies, tussen entiteiten binnen dezelfde EU-groepsstructuur vergemakkelijken, zonder dat dit tot complexe regels voor uitbesteding door derden leidt.
Een grotere harmonisatie van de vergunnings-, operationele en toezichtregels zal ondernemingen juridische duidelijkheid en voorspelbaarheid bieden, waardoor zij efficiënter middelen kunnen toewijzen, hun activiteiten kunnen opschalen en doeltreffender kunnen concurreren, zowel binnen de EU als wereldwijd.
Efficiëntere paspoorten zullen bedrijven in staat stellen diensten en producten naadloos aan te bieden in alle lidstaten zonder extra nationale belemmeringen, waardoor het gemakkelijker wordt om nieuwe klanten en investeerders te bereiken. Bovendien zal de nieuwe facultatieve status van pan-Europese marktexploitant (PEMO) groepen met handelsplatformen in meerdere lidstaten in staat stellen onder één vergunning, via één juridische entiteit en in het kader van gestroomlijnde toezichtregelingen te opereren.
Een consistenter en beter gecoördineerd toezichtkader zal de EU ook een stabielere en aantrekkelijkere plaats maken om zaken te doen. Een sterkere convergentie van het toezicht in het kader van de Europese Autoriteit voor effecten en markten zal zorgen voor een gelijk speelveld, een meer voorspelbare handhaving van het gemeenschappelijk rulebook en een coherente aanpak van opkomende risico's.
Vereenvoudigde en onderling verbonden marktstructuren zullen, samen met steun voor innovatie zoals distributed ledger-technologie, de operaties sneller, veiliger en efficiënter maken.
In het algemeen zal het pakket het concurrentievermogen van de Europese financiële sector versterken en de voorwaarden scheppen voor een meer geïntegreerde, innovatieve en wereldwijd aantrekkelijke markt. Deze verbeterde efficiëntie zal bijdragen tot het creëren van een positieve cyclus door diepere liquiditeitspools te bevorderen, wat uiteindelijk betere kansen voor investeerders en meer toegankelijke financiering voor EU-bedrijven zal bieden.
- Wat zijn de voordelen voor kleinere lidstaten?
Kleinere lidstaten zullen aanzienlijk profiteren van een meer geïntegreerde en beter gecontroleerde EU-kapitaalmarkt. Het doel van dit pakket is niet om de financiële activiteiten te concentreren op enkele belangrijke hubs, maar om alle nationale markten met elkaar te verbinden, zodat besparingen en investeringen vrijer door de hele Unie kunnen stromen. Integratie stelt bedrijven en investeerders in kleinere markten in staat toegang te krijgen tot grotere en meer diverse kapitaalpools, waardoor bedrijven financiering kunnen aantrekken voor groei, innovatie en het scheppen van banen. Door lokale financiële ecosystemen te koppelen aan de bredere EU-markt, kunnen kleinere lidstaten profiteren van de schaalvoordelen en tegelijkertijd levendige binnenlandse markten in stand houden die hun specifieke economische sterke punten weerspiegelen.
De integratie zorgt er ook voor dat de locatie niet langer een barrière is, maar een kans. Bedrijven in kleinere of meer afgelegen lidstaten moeten overal in de EU financiering kunnen krijgen, terwijl huishoudens toegang hebben tot een ruimere keuze aan veilige, betaalbare en gebruiksvriendelijke financiële producten. Een sterke convergentie van het toezicht en een consistente toepassing van de EU-regels zullen zorgen voor gelijke behandeling en beleggersbescherming in alle lidstaten, waardoor een echt gelijk speelveld wordt gecreëerd. Op deze manier kunnen kleinere economieën volledig worden aangesloten op de Europese kapitaal- en innovatienetwerken en profiteren van de groei, stabiliteit en veerkracht die gepaard gaan met het deel uitmaken van een eengemaakte, concurrerende kapitaalmarkt.
- Welke rol zullen de lidstaten spelen bij de uitvoering en ondersteuning van dit pakket?
Zoals vanaf het begin in onze strategie voor de spaar- en investeringsunie is verduidelijkt, is de opbouw van meer geïntegreerde EU-kapitaalmarkten zowel een marktgestuurd proces als een gedeelde verantwoordelijkheid van de EU, de lidstaten en marktdeelnemers. Omdat financiële markten en toezicht over de grenzen heen nauw met elkaar verbonden zijn, kan dit pakket alleen slagen door gezamenlijke actie.
Hoewel de Commissie op EU-niveau maatregelen voorstelt om belemmeringen als gevolg van versnipperde regels voor financiële diensten weg te nemen (bv. bij de handel en de transactieverwerking), is de actieve betrokkenheid van de lidstaten van essentieel belang om deze hervormingen in de praktijk te laten slagen. De lidstaten moeten deze inspanningen ondersteunen door de omzettingslasten te verminderen, de regels te vereenvoudigen en de administratieve complexiteit op nationaal niveau te verminderen. Het pakket vermindert al onnodige nationale vereisten en beperkt overregulering, maar de lidstaten blijven van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat het nieuwe kader consequent wordt toegepast en dat er geen nieuwe belemmeringen worden gecreëerd. Hun samenwerking zal ook van vitaal belang zijn om de nationale benaderingen af te stemmen op de EU-regels en om een beter gecoördineerd toezicht in de hele Unie te ondersteunen.
Tegelijkertijd zijn veel van de voorwaarden voor een werkelijk geïntegreerde financiële markt afhankelijk van hervormingen op nationaal niveau. Deze tweeledige aanpak heeft sterke politieke steun: de Eurogroep heeft in haar verklaring van maart 2024 gewezen op dergelijke “bottom-up” nationale maatregelen als “noodzakelijke aanvulling” op EU-acties.
Dit omvat het verbeteren van gebieden zoals belastingen, vennootschaps- en insolventierecht, en de efficiëntie van rechtbanken en administratieve procedures, die van invloed zijn op hoe gemakkelijk kapitaal zich over de grenzen heen kan verplaatsen. Sommige van deze bredere structurele belemmeringen zullen ook worden aangepakt door middel van de komende strategie voor de eengemaakte markt.
De Commissie zal met de lidstaten samenwerken om dergelijke hervormingen in kaart te brengen en uit te voeren, goede praktijken uit te wisselen en coördinatie te ondersteunen waar dit een meerwaarde oplevert. De Commissie kan ook gezamenlijke initiatieven van de lidstaten ondersteunen die de doelstellingen van de spaar- en investeringsunie bevorderen, mits deze inclusief zijn, de EU- en nationale bevoegdheden eerbiedigen en in overeenstemming zijn met de prioriteiten van de EU. Door op deze gecoördineerde manier samen te werken, kunnen de EU en haar lidstaten ervoor zorgen dat burgers en bedrijven overal profiteren van een meer geïntegreerd, concurrerend en veerkrachtig financieel stelsel.
- Hoe draagt dit pakket bij tot de vereenvoudigings- en concurrentieagenda van de Commissie?
Dit pakket ondersteunt rechtstreeks de doelstelling van de Commissie om Europa concurrerender te maken en een bedrijfsvriendelijker klimaat te creëren. Het vermindert de administratieve lasten en de complexiteit van de regelgeving door grensoverschrijdende activiteiten eenvoudiger, sneller en voorspelbaarder te maken voor bedrijven en beleggers. Het doel is niet deregulering, maar slimmere en consistentere regelgeving die onnodige complexiteit en versnippering wegneemt. Door richtlijnen te vervangen door rechtstreeks toepasselijke verordeningen, overregulering te verminderen, bevoegdheden voor gedelegeerde wetgeving te verfijnen en te schrappen en overlappende toezichtregelingen te stroomlijnen, maakt het pakket het voor marktdeelnemers eenvoudiger om over de grenzen heen actief te zijn en ervoor te zorgen dat beleggers, met inbegrip van retailbeleggers, overal waar zij beleggen met dezelfde duidelijke en voorspelbare regels worden geconfronteerd.
Het pakket heeft bijvoorbeeld tot doel de regels voor handelsplatformen te harmoniseren en complexe paspoort- en verhandelingsregels voor beleggingsfondsen (icbe's/abi's) te stroomlijnen. Het stroomlijnt ook de toezichtprocessen door het directe toezicht van de ESMA op bepaalde belangrijke grensoverschrijdende entiteiten op het gebied van handel en transactieverwerking uit te breiden, de instrumenten voor toezichtconvergentie te versterken en de coördinatie tussen de nationale autoriteiten te verbeteren. Dit zorgt ervoor dat eenvoudigere regels niet leiden tot een zwakkere bescherming.
Bovendien wordt vereenvoudiging gebruikt als instrument om wereldwijde investeringen en innovatie aan te trekken: maatregelen tot hervorming van de DLT-proefregeling (DLTPR) nemen specifiek de complexiteit weg en bieden zekerheid op lange termijn om ervoor te zorgen dat de financiële sector van de EU nieuwe technologieën kan omarmen en wereldwijd concurrerend kan blijven.
Samen vormen deze maatregelen een kader waarbinnen markten efficiënter kunnen functioneren, burgers goed beschermd blijven en het financiële stelsel van de EU stabiliteit en groei op lange termijn blijft ondersteunen. Dit is van vitaal belang omdat aanhoudende versnippering enorme kosten met zich meebrengt voor de economie van de EU; alleen al voor financiële diensten schat het IMF dat interne belemmeringen voor de interne markt gelijk zijn aan een tarief van meer dan 100 %. Door de administratieve rompslomp te verminderen en de juridische duidelijkheid te verbeteren, helpt het pakket deze kosten te verminderen, waardoor besparingen efficiënter naar productieve investeringen kunnen stromen en het concurrentievermogen en de veerkracht van de EU-economie worden versterkt. Het krachtigste vereenvoudigingsinstrument is inderdaad het verminderen en wegnemen van belemmeringen voor de eengemaakte markt.
Sectorspecifieke secties:
Handel
- Hoe draagt dit voorstel bij tot het concurrentievermogen van de handel in de EU?
Handelsplatformen worden op EU-niveau gereguleerd in het kader van de richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID) en de verordening (MiFIR), die het overkoepelende kader vormen voor hun werking en toezicht. Vandaag de dag is het handelslandschap van de EU echter nog steeds sterk versnipperd langs nationale lijnen.
Deze versnippering blijft bestaan, enerzijds omdat de regels die van toepassing zijn op gereglementeerde markten niet volledig geharmoniseerd zijn op EU-niveau en anderzijds omdat exploitanten onderworpen blijven aan uiteenlopende nationale toezichtpraktijken. Dit belet exploitanten die in verschillende lidstaten actief zijn om volledige synergieën tot stand te brengen, doeltreffend op te schalen, efficiëntieverbeteringen te realiseren en deze voordelen door te geven aan eindklanten. Als gevolg hiervan worden marktdeelnemers die grensoverschrijdend willen handelen, gedwongen door een complexe omgeving te navigeren en op meerdere tussenpersonen te vertrouwen, wat de transactiekosten verhoogt. Uiteindelijk belemmert dit de investeringsstromen en leidt het ertoe dat minder bedrijven de kapitaalmarkten van de EU aanboren voor financiering. Uiteindelijk wordt de EU een minder aantrekkelijke plaats om handel te drijven en een lijst op te stellen.
Om deze uitdagingen aan te pakken, zal het voorstel de regels voor handelsplatformen harmoniseren en uiteenlopende nationale vereisten en “gold plating” elimineren. Grotere grensoverschrijdende exploitanten profiteren ook van gemeenschappelijk EU-toezicht, waardoor de kosten voor de naleving van meerdere en uiteenlopende toezichtprocessen in verschillende lidstaten worden weggenomen.
Daarnaast zal het voorstel exploitanten van handelsplatformen die in meerdere lidstaten actief zijn, een regelgevingsinstrumentarium bieden om hun activiteiten in de Unie efficiënter te beheren, met name door:
- gefaciliteerde toewijzing van middelen binnen de groep voor entiteiten die als groep actief willen zijn of al actief zijn;
- verbeterde en verder verduidelijkte paspoortmogelijkheden voor handelsplatformen om hun diensten gemakkelijker aan uitgevende instellingen en beleggers in andere lidstaten te verlenen;
- nieuwe facultatieve status “Pan-European Market Operator” (PEMO) voor entiteiten die hun bedrijfsstructuur en licenties willen stroomlijnen tot één entiteit/één licentieformaat.
In het voorstel wordt ook verduidelijkt dat de lidstaten exploitanten van handelsplatformen niet kunnen verplichten op hun grondgebied een dochteronderneming op te richten, in overeenstemming met de Verdragsbeginselen van de vrijheid van vestiging, en door hun mogelijkheid te verduidelijken om een beroep te doen op bijkantoren om beleggers en uitgevende instellingen in andere lidstaten van dienst te zijn.
Belangrijk is dat het voorstel niet voorschrijft hoe exploitanten van handelsplatformen zichzelf juridisch of operationeel moeten structureren. In plaats daarvan biedt het alternatieven voor grotere exploitanten met een belangrijke grensoverschrijdende voetafdruk in de Unie om zich efficiënt te organiseren, naadloos over de grenzen heen te opereren en uiteindelijk schaalvergroting te bereiken.
Deze maatregelen zullen een meer geïntegreerd, efficiënt, concurrerend en uiteindelijk aantrekkelijker EU-handelsklimaat bevorderen, waardoor de kosten voor beleggers en beursgenoteerde ondernemingen zullen dalen en grensoverschrijdende investeringsstromen zullen worden aangemoedigd.
- Hoe draagt dit voorstel bij tot lastenvermindering/vereenvoudiging?
Ten eerste zal het feit dat de regels op EU-niveau zullen worden geharmoniseerd, het leven van groepen die in verschillende lidstaten actief zijn, veel gemakkelijker maken.
Ten tweede wordt in dit voorstel een innovatieve oplossing voorgesteld om groepen handelsplatformen die grensoverschrijdend actief zijn, in staat te stellen hun bedrijfsstructuur radicaal te vereenvoudigen. Dankzij de PEMO-vergunning zullen dergelijke groepen als één rechtspersoon kunnen opereren, op basis van één enkele vergunning – iets wat op basis van het huidige regelgevingskader niet mogelijk is.
Ten derde zal de overdracht van het toezicht op belangrijke handelsplatformen aan de ESMA de grensoverschrijdende activiteiten van groepen handelsplatformen vergemakkelijken. Dit betekent minder papierwerk, vereenvoudigde procedures en volledige consistentie in toezichtbenaderingen. Voorts zullen exploitanten van handelsplatformen gebruikmaken van een volledig digitaal interactief platform om de indiening en daaropvolgende raadpleging van vergunningen en andere toezichtdocumenten te vergemakkelijken.
Tot slot zal een “gestroomlijnde lidmaatschapsprocedure” het mogelijk maken snel lidmaatschapsaanvragen in te dienen voor makelaars die al lid zijn van handelsplatformen, waardoor het proces van meerdere lidmaatschappen in de hele Unie wordt vereenvoudigd.
- Wat zijn "pan-Europese marktexploitanten"?
Volgens het huidige regelgevingskader moeten marktdeelnemers afzonderlijke vergunningen verkrijgen voor elke gereglementeerde markt die zij exploiteren — elk onder toezicht van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat. Dit betekent dat moet worden voldaan aan zowel organisatorische als operationele vereisten in elk rechtsgebied.
Deze versnipperde aanpak voorkomt dat groepen die locaties in meerdere lidstaten exploiteren, hun structuren en toezichtregelingen stroomlijnen. Dit verhoogt de operationele kosten en leidt uiteindelijk tot hogere handelskosten in de hele EU.
De nieuwe status van pan-Europese marktexploitant (PEMO) zal deze inefficiënties aanpakken door groepen met handelsplatformen in meerdere lidstaten in staat te stellen te kiezen voor activiteiten onder één vergunning, via één juridische entiteit en onder toezicht van één toezichthouder - ESMA.
Belangrijk is dat de PEMO-regeling facultatief is — zij vervangt niet de bestaande vergunningsvereisten voor gereglementeerde markten, maar biedt een vrijwillig alternatief voor exploitanten die op zoek zijn naar een efficiënter pan-Europees model.
Voor handelsgroepen die ervoor kiezen om te blijven opereren als een groep van individuele entiteiten (onder voorbehoud van individuele vergunningverlening), biedt het voorstel ook oplossingen, waaronder meer gestroomlijnde procedures die hen in staat zullen stellen zich efficiënter binnen dezelfde groep te organiseren.
- Zal de ESMA toezicht houden op alle handelsplatformen?
Nee. ESMA houdt toezicht op “belangrijke” handelsplatformen. Een handelsplatform wordt als “significant” beschouwd als het belangrijk is voor de economie van de EU of als het niet alleen aanzienlijk van omvang is, maar ook een aanzienlijke grensoverschrijdende dimensie heeft. Dit voorstel bevat duidelijke criteria om te bepalen onder welke voorwaarden een handelsplatform aan die criteria voldoet. Daarnaast zal de ESMA toezicht houden op exploitanten van handelsplatformen die voor de PEMO-status zullen kiezen.
Op basis van de huidige ramingen zouden ongeveer 9 handelsgroepen onder toezicht van de ESMA staan.
- Is er een rol weggelegd voor de nationale autoriteiten als het gaat om belangrijke locaties?
Na overeenstemming te hebben bereikt over een passend tijdschema voor de overdracht van verantwoordelijkheden tussen nationale toezichthouders en de ESMA, zal de ESMA belast zijn met het toezicht op de naleving van de organisatorische en operationele vereisten voor belangrijke handelsplatformen. De nationale toezichthouders zullen echter een sleutelrol blijven spelen als nationale toezichthoudende autoriteiten, die verantwoordelijk blijven voor het markttoezicht op markten die in hun lidstaat worden geëxploiteerd of zich daar bevinden. Meer concreet zullen de nationale toezichthouders verantwoordelijk zijn voor het voorkomen en opsporen van mogelijke gevallen van marktmisbruik en ervoor zorgen dat de markten over het algemeen ordelijk functioneren. Om deze taken uit te voeren, zullen de nationale toezichthouders transactiegegevens blijven ontvangen, de mogelijkheid behouden om orderboekgegevens op te vragen en, indien nodig, dringende maatregelen nemen, zoals het verplicht stellen van tijdelijke handelsstops in noodsituaties of het opschorten van de handel in financiële instrumenten.
- De “equity tape” wordt naar verwachting in 2026 gelanceerd: Waarom stelt de Commissie al wijzigingen van de toepasselijke regels voor?
Consolidated tapes zijn gecentraliseerde datafeeds die de prijzen en volumes van financiële instrumenten van handelsplatformen in alle lidstaten samenbrengen in één informatiestroom die voor iedereen gelijkelijk toegankelijk is. Door informatie te verstrekken over de prijsvoorwaarden op alle EU-platforms, stellen consolidated tapes gebruikers in staat beter geïnformeerde beslissingen te nemen. Ze kunnen ook de concurrentie verbeteren door de handel naar handelsplatformen te drijven met betere prijzen en een betere liquiditeit.
Een goed functionerende consolidated tape voor eigen vermogen is daarom een belangrijke voorwaarde voor een geïntegreerd en efficiënt EU-handelslandschap. Om ervoor te zorgen dat de consolidated tape haar beleidsdoelstelling volledig verwezenlijkt, is het van essentieel belang haar oorspronkelijke ontwerpfouten aan te pakken die het gebruik ervan als instrument voor optimale uitvoering aanzienlijk zouden beperken, d.w.z. de verplichting voor makelaars om binnen de heersende marktomgeving de gunstigste voorwaarden te zoeken wanneer zij de orders van hun cliënten uitvoeren.
Daarom zal het voorstel i) de diepte van de weergegeven informatie vergroten, ii) het handelsplatform met de beste prijs identificeren en iii) de prijzen weergeven die beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling (d.w.z. beleggingsondernemingen die voor eigen rekening handelen en orders van cliënten buiten een handelsplatform uitvoeren) aan cliënten aanbieden. Door deze veranderingen door te voeren, verwachten we dat makelaars hun uitvoeringsbeleid verfijnen, wat uiteindelijk ten goede komt aan eindbeleggers en bijdraagt aan een efficiënter handelslandschap in de Unie.
Post-trading
- Wat is de CSDR en waarom stelt de Commissie voor deze te wijzigen?
De verordening centrale effectenbewaarinstellingen (CSDR) is een essentieel onderdeel van de financiële wetgeving van de EU met het oog op de harmonisatie van de afwikkeling van effectentransacties, waarbij de reeks processen aan het einde waarvan een verkoper in een effectentransactie de contanten ontvangt en de koper het effect ontvangt. Het zorgt voor een veilige en efficiënte effecteninfrastructuur in alle lidstaten. Zij stelt uniforme vereisten vast voor de vergunningverlening aan en het toezicht op centrale effectenbewaarinstellingen (CSD's) die de afwikkeling van effecten waarborgen, waardoor de juridische en operationele zekerheden op de Europese financiële markten worden versterkt.
De Commissie stelt wijzigingen van de CSDR voor om aanhoudende inefficiënties en versnippering aan te pakken die de naadloze afwikkeling van grensoverschrijdende effectentransacties belemmeren.
- Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in de CSDR die de Commissie voorstelt?
De voorgestelde wijzigingen van de CSDR zijn uitgebreid en veelzijdig. Belangrijke wijzigingen zijn onder meer het verminderen van belemmeringen voor de vrijheid van uitgifte, door het beperken van het vermogen van de lidstaten om aanvullende vereisten op te leggen aan uitgevende instellingen van effecten (bv. ondernemingen die kapitaal aantrekken via obligaties of aandelen) en het vereenvoudigen van paspoortprocedures om de verlening van grensoverschrijdende CSD-diensten te verbeteren.
Daarnaast heeft het voorstel tot doel de versnippering in het afwikkelingslandschap aan te pakken door de concepten van CSD-hubs en -spaken in te voeren. CSD's die diensten verlenen in verschillende lidstaten en CSD's die afwikkelingsinstructies met een hoge waarde verwerken ten opzichte van alle afwikkelingen in de EU, zullen optreden als hub-CSD's. Zij moeten onderlinge koppelingen tot stand brengen, terwijl de resterende CSD's die als spaak-CSD's optreden, verbonden moeten zijn met ten minste één van deze hubs (voor zover een dergelijke koppeling nog niet bestaat). Deze verbeterde verwevenheid in het afwikkelingsgebied zal de toegang tot alle in EU-CSD's uitgegeven financiële instrumenten vergemakkelijken.
Het gebruik van TARGET2-Securities (T2S), het door het Eurosysteem geëxploiteerde afwikkelingsplatform, wordt ook bevorderd door EU-CSD's die zich in een van de door het platform ondersteunde valuta's vestigen, te verplichten verbinding te maken met T2S en T2S-afwikkeling aan haar deelnemers aan te bieden.
Bovendien wordt met het voorstel beoogd Distributed Ledger Technology (DLT) in het regelgevingskader van de CSD te integreren en definities bij te werken om ze technologieneutraal te maken. Het heeft ook tot doel het toepassingsgebied uit te breiden van activa die kunnen worden gebruikt om de geldzijde van een effectentransactie af te wikkelen buiten het centralebankgeld door bepaalde getokeniseerde activa op te nemen.
De wijzigingen verlenen de ESMA ook de bevoegdheid om rechtstreeks toezicht uit te oefenen op belangrijke CSD's, door gestructureerde toezichtvergoedingen en -procedures in te voeren. Er worden ook transparantiemaatregelen voorgesteld, die duidelijke informatieverschaffing over prijzen en vergoedingen van CSD's vereisen, die bedoeld zijn om de concurrentie te vergroten en de marktefficiëntie te verbeteren.
Deze wijzigingen weerspiegelen de toezegging van de Commissie om de financiële infrastructuur te ontwikkelen om aan de moderne behoeften te voldoen en tegelijkertijd de financiële stabiliteit te waarborgen.
- Wat is EMIR en waarom stelt de Commissie voor het te wijzigen?
De verordening betreffende de Europese marktinfrastructuur (EMIR) is een cruciaal regelgevingskader dat is vastgesteld om de transparantie te vergroten, systeemrisico's te beperken en de veiligheid van de derivatenmarkt in de Europese Unie te versterken. EMIR, dat oorspronkelijk werd ingevoerd als reactie op de wereldwijde financiële crisis, reguleert de over-the-counter (OTC) derivatenmarkt en centrale tegenpartijen (CTP's), waarbij ervoor wordt gezorgd dat transacties worden gerapporteerd en relevante risico's op passende wijze worden beheerd. De verordening verplicht tot clearing van de meest gestandaardiseerde en liquide klasse van otc-derivaten via CTP's (“clearingverplichting”), stelt risicolimiteringstechnieken vast voor otc-derivaten die niet via CTP's worden gecleard, vereist de rapportage van alle derivatentransacties aan transactieregisters en schetst vereisten voor CTP's en transactieregisters.
De Commissie stelt voor EMIR te wijzigen om de huidige uitdagingen in het toezicht op CTP's aan te pakken, door de ESMA de mogelijkheid te geven rechtstreeks toezicht uit te oefenen op belangrijke CTP's. Deze wijzigingen zijn bedoeld om de versnippering van de regelgeving te verminderen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de clearingsector van de EU robuust blijft in het licht van de veranderende marktdynamiek.
- Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in EMIR die de Commissie voorstelt?
De voorgestelde wijzigingen van EMIR zijn in de eerste plaats gericht op het versterken van het toezichtkader voor CTP's. Een van de centrale wijzigingen is dat de ESMA rechtstreeks toezicht houdt op belangrijke CTP's. Deze wijziging heeft tot doel een meer geharmoniseerde benadering van het toezicht tot stand te brengen, waarbij wordt gezorgd voor een consistente toepassing van normen in de hele EU. Daartoe worden nieuwe processen ingevoerd om de betekenis van CTP's te bepalen. De lidstaten krijgen ook de mogelijkheid om de ESMA aan te wijzen als toezichthouder van de CTP, ook voor hun minder belangrijke CTP's. Voor minder belangrijke CTP's zal de ESMA de enige voorzitter van toezichtcolleges worden, wat samenhangend toezicht en de uitvoering van regelgeving zal vergemakkelijken. Om eerlijke concurrentie en marktintegratie te bevorderen, breidt het voorstel ook de rol van de ESMA uit bij de behandeling van verzoeken om open toegang tot een CTP of een handelsplatform en bij de goedkeuring van interoperabiliteitsregelingen tussen CTP's.
Deze wijzigingen zijn bedoeld om consistent toezicht te waarborgen, een efficiënte werking van de markt te vergemakkelijken en de financiële stabiliteit in de hele EU te versterken.
- Op welke wijze dragen de voorgestelde wijzigingen van de CSDR bij tot het bevorderen van innovatie en het vergemakkelijken van het gebruik van nieuwe technologieën bij het verlenen van CSD-diensten?
De voorgestelde wijzigingen van de CSDR voorzien uitdrukkelijk in de integratie van nieuwe technologieën, met name DLT, door de belangrijkste regelgevingsdefinities zoals “boekingsformulier” en “effectenrekening” te moderniseren. Deze wijzigingen hebben tot doel een regelgevingskader tot stand te brengen dat niet alleen de invoering van DLT in CSD-diensten mogelijk maakt, maar ook vergemakkelijkt, en tegelijkertijd DLT-specifieke vereisten in te voeren die ervoor zorgen dat de bijbehorende risico's op passende wijze worden beperkt. Door juridische belemmeringen weg te nemen en te zorgen voor duidelijkheid over de wijze waarop deze technologieën binnen het regelgevingskader kunnen worden toegepast, zullen de wijzigingen innovatie bevorderen en nieuwe producten en diensten in de vestigingsruimte mogelijk maken.
- Wat is de interactie tussen de CSDR en de DLTPR in het kader van het gebruik van technologieën zoals DLT bij het verlenen van CSD-diensten?
De interactie tussen de CSDR en de Distributed Ledger Technology Pilot Regulation (DLTPR) is essentieel voor het creëren van een samenhangend ecosysteem voor de vooruitgang van financiële technologie. Hoewel de DLTPR een veilig rechtskader biedt voor experimenten met DLT op het gebied van financiële diensten voor handel en afwikkeling, hebben de CSDR-wijzigingen tot doel deze experimentele vorderingen te integreren in het algemene regelgevingskader voor afwikkeling. De DLTPR dient als incubator voor innovatie, waardoor bedrijven DLT-toepassingen binnen een regelgevingskader met ruime discretie kunnen testen en opschalen, terwijl essentiële waarborgen worden gewaarborgd.
Zelfs met de wijzigingen van vandaag zal de DLTPR echter een proefkader blijven, met bepaalde activiteitsgerelateerde drempels die het experimentele karakter van sommige bedrijfsmodellen weerspiegelen en een bredere groep deelnemers mogelijk maken die in het kader daarvan actief zijn (bv. CASP's, beleggingsondernemingen). Ondertussen zullen de wijzigingen van de CSDR onbeperkte schaal in DLT-gebaseerde CSD-activiteiten mogelijk maken binnen een alomvattend regelgevingskader dat van toepassing is op CSD's en dat nu expliciet rekening houdt met het gebruik van DLT en de grootschalige uitrol ervan ondersteunt. De twee kaders zullen nauw met elkaar verbonden blijven, met de beleidsdoelstelling op lange termijn om ervoor te zorgen dat zij in één rulebook worden geïntegreerd.
- Hoe zal het voorstel van de Commissie van invloed zijn op het toezichtskader voor csd's en ctp's?
Het toezichtskader voor belangrijke csd's en ctp's zal ingrijpend worden herzien, aangezien het voorstel van de Commissie de ESMA directe toezichtbevoegdheden verleent ten aanzien van belangrijke csd's en ctp's. Deze verschuiving heeft tot doel een meer geharmoniseerde benadering van het toezicht in de hele EU tot stand te brengen, discrepanties tussen nationale rechtsgebieden te verminderen en de grensoverschrijdende consistentie en activiteit te verbeteren. Dit gecentraliseerde toezicht zal de doelstelling van de Commissie vergemakkelijken om een geïntegreerde kapitaalmarkt te bevorderen, ook op het gebied van clearing en effectenafwikkeling. In het voorstel zullen ook duidelijke criteria worden vastgesteld voor wat een significante CSD en significante CTP is, waardoor duidelijkheid en structuur wordt geboden aan de toezichthoudende taak van de ESMA.
- Hoe wordt in het voorstel van de Commissie bepaald welke csd's en ctp's als significant moeten worden beschouwd en dus aan het toezicht van de ESMA moeten worden onderworpen?
Het voorstel van de Commissie bevat duidelijke criteria om te bepalen welke csd's en ctp's als significant worden beschouwd, hetgeen direct toezicht door de ESMA rechtvaardigt.
Voor CTP's omvatten deze criteria overwegingen met betrekking tot het volume van de behandelde transacties, initiëlemargevereisten, bijdragen aan het wanbetalingsfonds en de vraag of de CTP behoort tot een groep bestaande uit een andere CTP uit de EU, een tier 2-CTP uit een derde land, of een CSD of handelsplatform waarvoor de ESMA de bevoegde autoriteit is.
Voor csd's omvatten deze criteria overwegingen met betrekking tot de totale waarde van uitgegeven, afgewikkelde en aangehouden effecten ten opzichte van het totaal in de EU, de vraag of de csd een effectenafwikkelingssysteem exploiteert dat onder het recht van een andere lidstaat valt, en of zij behoort tot een groep bestaande uit een andere csd uit de EU, dan wel een ctp of handelsplatform waarvoor de ESMA de bevoegde autoriteit is.
De alomvattende criteria zorgen ervoor dat alleen entiteiten die gevolgen hebben voor het bredere marktecosysteem, onderworpen zijn aan gecentraliseerd toezicht op EU-niveau, waardoor de harmonisatie van toezichtpraktijken en de veerkracht op de financiële markten van de EU worden versterkt.
Het voorstel schetst gedetailleerde procedures voor deze vaststelling. Zodra deze entiteiten als significant worden beschouwd, vallen zij onder het versterkte toezichtskader van de ESMA, dat bedoeld is om consistent toezicht te bieden en de risico's in verband met grootschalige, systeemrelevante activiteiten beter te beperken.
Op basis van de in het voorstel van de Commissie vastgestelde criteria zouden 15 csd's en 9 ctp's onder gecentraliseerd toezicht van de ESMA vallen.
Voor zowel csd's als ctp's krijgen de lidstaten de keuze om de toezichthoudende autoriteit aan de ESMA over te dragen, zelfs als die csd's en ctp's niet aan een van de criteria voor significantie voldoen.
- Op welke wijze zullen nationale autoriteiten, zoals nationale centrale banken, overeenkomstig dit voorstel worden betrokken bij het toezicht op csd's en ctp's?
Het voorstel verplicht de ESMA om samenwerkingsregelingen vast te stellen en nauw samen te werken met belangrijke autoriteiten, met name centrale banken die een belangrijke rol spelen als toezichthouders op CSD's en CTP's, om toezicht te houden op belangrijke CTP's en CSD's. De ESMA zal onder meer toezicht uitoefenen op basis van de deskundigheid van en in samenwerking met nationale toezichthouders en centrale banken van uitgifte.
- Welke gevolgen zal het voorstel van de Commissie hebben voor het nederzettingenlandschap?
Het voorstel van de Commissie heeft tot doel de inter-CSD-connectiviteit aanzienlijk te verbeteren door de totstandbrenging van koppelingen tussen CSD's verplicht te stellen. Dergelijke koppelingen bieden een CSD toegang tot de diensten van een andere CSD, zodat haar deelnemers effecten kunnen aanhouden, afwikkelen of overdragen die zijn uitgegeven of aangehouden in de CSD waarmee een koppeling tot stand is gebracht. Als onderdeel van dit voorstel moeten koppelingen tot stand worden gebracht tussen de CSD's die als hubs zijn aangemerkt, en tussen CSD-hubs en -spaaks. De hubs zullen fungeren als centrale knooppunten van activiteiten, die gestroomlijnde toegang tot effectenmarkten over de nationale grenzen heen bieden en de transactiekosten en complexiteit verminderen.
Daarnaast moeten CSD's die zich in een door T2S ondersteunde valuta vestigen, verbinding maken met het platform en hun deelnemers de mogelijkheid bieden om zich in T2S te vestigen. Dit model is bedoeld om de onderlinge verwevenheid van de financiële markten van de EU te versterken, schaalvoordelen, efficiënte afwikkelingsprocessen en een bredere marktparticipatie voor zowel kleinere entiteiten als grotere financiële instellingen te bevorderen. Door deze verbindingen verplicht te stellen, streven de wijzigingen ernaar de versnippering binnen het posttransactionele landschap van de EU te verminderen en naadloze grensoverschrijdende effectenafwikkeling te vergemakkelijken, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak van evenredigheid.
Bovendien wordt met het voorstel de vergunning voor interoperabele csd-koppelingen – waarbij csd's overeenkomen wederzijdse technische oplossingen voor effectenafwikkeling vast te stellen – onder de bevoegdheid van de ESMA gebracht, waarbij wordt gezorgd voor een gestroomlijnd en efficiënt proces waarbij prioriteit wordt gegeven aan interoperabiliteits- en communicatienormen voor alle csd's. Deze ontwikkeling belooft de markttoegang, liquiditeit en efficiëntie te verbeteren en een meer geïntegreerd en robuust financieel ecosysteem in de hele Unie te bevorderen.
- Wordt de regeling voor CTP's uit derde landen beïnvloed door het voorstel van de Commissie?
De regeling voor CTP's uit derde landen in het kader van EMIR blijft ongewijzigd. Het voorstel bevat alleen gerichte wijzigingen om rekening te houden met de nieuwe governancestructuur van de ESMA, met name de oprichting van de directie en de schrapping van het comité voor toezicht op CTP's. Dit heeft alleen te maken met procedurele kwesties en heeft geen wezenlijke invloed op de behandeling van CTP's uit derde landen die diensten verlenen binnen de EU.
- Wat is de Finaliteitsrichtlijn en waarom stelt de Commissie voor deze te wijzigen en om te zetten in een verordening?
De Finaliteitsrichtlijn heeft tot doel het systeemrisico te verminderen dat voortvloeit uit de insolventie van deelnemers aan betalingssystemen (zoals T2) en effectenafwikkelingssystemen (zoals die welke door CTP's en CSD's worden geëxploiteerd). Het werd in 1998 goedgekeurd en is sindsdien zes keer gewijzigd. De SFD maakt het mogelijk betalingen en effectentransacties veilig te verrichten en af te wikkelen in systeemrelevante betalings- en effectenafwikkelingssystemen. Het beschermt met name systemen door bepaalde nationale insolventieregels buiten toepassing te laten indien een partij bij een transactie insolvent wordt. Op die manier zorgt de SFD ervoor dat betalings- en zekerheidsoverboekingsopdrachten definitief worden (d.w.z. dat het “afwikkelingsfinaliteit” waarborgt) en dat salderingsregelingen afdwingbaar zijn, zelfs als de instruerende partij insolvent wordt. De SFD beschermt ook zekerheden die door de insolvente partij in verband met het systeem worden verstrekt en verduidelijkt welk recht in bepaalde grensoverschrijdende situaties van toepassing is.
De Commissie stelt voor de SFD om te vormen tot een verordening (de Finaliteitsverordening; SFR) om te zorgen voor meer harmonisatie, een gelijk speelveld te waarborgen en de rechtszekerheid te verbeteren. Het SFR is belangrijk voor de SIU, aangezien het grensoverschrijdende belemmeringen helpt verminderen door harmonisatie te bevorderen en de rechtszekerheid te vergroten. Bovendien ondersteunt het innovatie, in overeenstemming met de doelstellingen van de SIU.
- Wat zijn de belangrijkste wijzigingen die de Commissie voorstelt ten opzichte van de bestaande regels?
Belangrijke wijzigingen zijn meer rechtszekerheid voor digitale innovatie, een duidelijkere collisiebepaling om een uniforme interpretatie door de lidstaten mogelijk te maken, vereenvoudiging, formalisering en harmonisatie van het proces om de bescherming van de SFR uit te breiden tot EU-deelnemers aan systemen van derde landen, harmonisatie van de lijst van in aanmerking komende deelnemers en in aanmerking komende financiële instrumenten om ervoor te zorgen dat de reikwijdte van de bescherming uit hoofde van de SFR in alle lidstaten gelijk is, harmonisatie van de aanwijzingsprocedure en de voorwaarden voor EU-systemen, meer transparantie, het gebruik van een centrale databank voor de indiening van informatie en documenten voor de aanwijzing en registratie van systemen, alsook een grotere harmonisatie van de momenten waarop de afwikkeling definitief is.
- Op welke manier maken de voorgestelde wijzigingen de wetgeving toekomstbestendiger en technologisch neutraal?
De voorgestelde wijzigingen vergemakkelijken innovatie door duidelijkheid te verschaffen over concepten die momenteel in de KRW worden gebruikt en door op DLT gebaseerde systemen te vergemakkelijken die in het kader van de nieuwe SFR moeten worden aangewezen, mits aan bepaalde vereisten wordt voldaan. Aangezien de definitie van zekerheden in het kader van de SFD en de SFR nauw verband houdt met de definitie van financiële zekerheden in het kader van de richtlijn financiële zekerheden (FCD), is de definitie van financiële zekerheden in het kader van de FCD met betrekking tot DLT geactualiseerd om deze af te stemmen op de DLT-gerelateerde actualiseringen die in het kader van de SFR zijn ingevoerd. Dit maakt een gelijk speelveld mogelijk voor de bescherming die in het kader van de SFR wordt geboden, ongeacht de technologie die voor overboekingsopdrachten wordt gebruikt. Door definities, concepten en daarmee verband houdende vereisten te harmoniseren, wordt de wildgroei van verschillende nationale benaderingen met betrekking tot op DLT gebaseerde systemen voorkomen en worden marktintegratie en innovatie ondersteund, in overeenstemming met de doelstellingen van de SIU.
- Wie profiteert van de wijzigingen in het definitieve karakter van de afwikkeling?
Systeembeheerders, marktdeelnemers en EU-investeerders zullen profiteren van meer rechtszekerheid en harmonisatie, zoals bepaald in het SFR. De voorgestelde wijzigingen zullen tegelijkertijd de financiële stabiliteit versterken en tegelijkertijd het concurrentievermogen van de EU waarborgen.
Beheer van activa
- Wat zijn de problemen met de huidige regels inzake de grensoverschrijdende verhandeling van fondsen?
Hoewel de Richtlijnen 2009/65/EG (icbe) en 2011/61/EU (abi-beheerdersrichtlijn) een geharmoniseerd kader vaststellen voor het verhandelen van EU-beleggingsfondsen binnen de Unie, blijven de regels en procedures met betrekking tot verhandelingskennisgevingen, de-kennisgevingen en preverhandeling onnodig lang, complex en uiteenlopend. Deze complexiteit blijft de naadloze grensoverschrijdende werking van icbe's en abi's op de eengemaakte markt belemmeren.
De feedback van marktdeelnemers bevestigt dat zowel de EU- als de nationale vereisten de toegang tot en het op de markt brengen van EU-investeringsfondsen nog steeds moeilijk maken. Een belangrijke reden is dat de richtlijnen de lidstaten een ruime beoordelingsmarge bieden, zodat zij hun eigen procedures, regelgevingsvergoedingen, IT-systemen en andere ad-hocvereisten kunnen opleggen. Bovendien kunnen de lidstaten, wanneer de EU-regels lacunes achterlaten, nationale regels invoeren. Aangezien het EU-kader grotendeels op beginselen is gebaseerd (informatie moet bijvoorbeeld duidelijk, eerlijk, niet misleidend en in overeenstemming met precontractuele openbaarmakingen zijn), stellen veel lidstaten gedetailleerde en prescriptieve marketingregels vast, die uiteindelijk van invloed kunnen zijn op het productontwerp. Bijgevolg moeten abi-beheerders en icbe's die fondsen in de hele Unie willen verhandelen, te maken krijgen met een lappendeken van uiteenlopende nationale vereisten. Dit leidt tot rechtsonzekerheid, verhoogt de nalevingskosten, vertraagt de markttoegang en beperkt de schaalbaarheid van fondsen.
- Hoe zou de automatische paspoortregistratie op basis van een vergunning voor icbe's en abi-beheerders werken?
Tijdens de vergunningsprocedure moet een aanvragende icbe haar bevoegde autoriteit van herkomst informeren over de lidstaten waar zij voornemens is te verhandelen. De informatie en documentatie die in het kader van het vergunningsproces worden ingediend (zoals het prospectus, het essentiële-informatiedocument en gestandaardiseerd marketingmateriaal) zullen worden gebruikt om de icbe vanaf de dag van de vergunning in die lidstaten van ontvangst een paspoort aan te bieden. Hierdoor wordt de huidige procedure voor het opstellen van afzonderlijke kennisgevingspakketten voor elke lidstaat van ontvangst na toestemming geschrapt. Evenzo moet elke abi-beheerder tijdens de vergunningsprocedure zijn bevoegde autoriteit van herkomst in kennis stellen van de door hem beheerde EU-abi's en van de lidstaten waar hij voornemens is deze aan professionele beleggers te verhandelen.
Op de dag van de vergunningverlening moet de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een vergunningsbrief opstellen met een bijlage waarin de lidstaten van ontvangst worden vermeld waarin de icbe voornemens is te worden verhandeld of de abi-beheerder voornemens is abi's te verhandelen. De brief zal, samen met bewijsstukken en informatie, met de betrokken bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst worden gedeeld via het centrale ESMA-kennisgevingssysteem en de betrokken icbe's en abi's kunnen vanaf die dag in die lidstaten van ontvangst op de markt worden gebracht.
- Hoe zou het kennisgevingssysteem van de ESMA, het dataplatform genoemd, voor de grensoverschrijdende verhandeling van icbe's en abi's werken?
Om de uitwisseling van informatie en documenten tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst te vergemakkelijken en vertragingen als gevolg van bilaterale doorgiften tussen de bevoegde autoriteiten te voorkomen, zal de ESMA een interactief IT-systeem ontwikkelen, het gegevensplatform genoemd, dat als centraal toegangspunt dient voor de grensoverschrijdende verhandeling van icbe's en abi's, waaronder Europese durfkapitaalfondsen (EuVECA's), Europese sociaalondernemerschapsfondsen (EuSEF's) en Europese langetermijnbeleggingsfondsen (ELTIF's).
Via dit platform zullen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst alle informatie en documentatie die relevant is voor de grensoverschrijdende verhandeling van icbe's en abi's kunnen delen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst ontvangen onmiddellijk een kennisgeving via het platform en hebben rechtstreeks toegang tot alle relevante documentatie. Eventuele latere materiële wijzigingen in de documentatie en intrekkingen van kennisgevingen met betrekking tot icbe's en abi's moeten ook door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst via het platform worden gedeeld. Om de administratieve lasten in verband met vertaling te verminderen, zal het platform een automatische vertaalfunctie omvatten, zodat de autoriteiten alle documenten zo nodig in hun lokale taal kunnen bekijken. Bovendien zal het platform de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst in staat stellen rechtstreeks met elkaar in contact te treden, onder meer bij het coördineren van acties met betrekking tot icbe's of abi's die op grensoverschrijdende basis worden verhandeld of wanneer zich problemen voordoen met betrekking tot toezichtmaatregelen.
- Waarom zijn de bepalingen van het essentiële-informatiedocument voor beleggers (KIID) van de icbe-richtlijn geschrapt?
In de PRIIP-verordening is bepaald dat een PRIIP-essentiële-informatiedocument (KID) verplicht is wanneer een icbe aan niet-professionele beleggers wordt gedistribueerd. In de icbe-richtlijn is bepaald dat wanneer een PRIIP-essentiële-informatiedocument voor niet-professionele beleggers beschikbaar wordt gesteld, wordt voldaan aan de verplichting om een icbe-essentiële-informatiedocument te verstrekken. Daarom blijft het praktische gebruik van het ICBE-essentiële-informatiedocument alleen bij professionele cliënten. Professionele beleggers hebben echter geen generieke ICBE-KIID nodig. De verplichting om een ICBE-essentiële-informatiedocument te verstrekken wanneer er geen PRIIP-essentiële-informatiedocument is, is dus niet langer nodig. De schrapping van het ICBE-essentiële-informatiedocument draagt bij tot de vereenvoudigingsdoelstelling van de Commissie zonder afbreuk te doen aan de bescherming van beleggers.
- Wat zou een bewaarderspaspoort in de praktijk betekenen?
Momenteel moeten EU-beleggingsfondsen een bewaarder aanstellen die in hun lidstaat van herkomst is gevestigd. Een bewaarderspaspoort zou betekenen dat icbe's en abi's overal in de Unie een bewaarder kunnen aanwijzen, voor zover die bewaarder kwalificeert als een kredietinstelling waaraan uit hoofde van Richtlijn 2013/36/EU vergunning is verleend of als een beleggingsonderneming waaraan uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU vergunning is verleend.
- Waarom stelt de Commissie vereenvoudigde regels voor EU-groepen van icbe-beheermaatschappijen en abi-beheerders voor?
Feedback van marktdeelnemers bevestigt dat vermogensbeheerders vaak opereren binnen groepsstructuren die bestaan uit verschillende abi-beheerders en icbe-beheermaatschappijen die in de hele Unie zijn gevestigd. Deze entiteiten werken vaak op onderling verbonden wijze en wijzen gewoonlijk beheerfuncties toe aan andere entiteiten binnen dezelfde groep. Tot deze groepen kunnen ook kredietinstellingen en beleggingsondernemingen behoren die namens abi-beheerders beheerfuncties vervullen en icbe-beheermaatschappijen. In de Richtlijnen 2009/65/EG (icbe) en 2011/61/EU (AFMD) wordt het begrip “groep” van icbe-beheermaatschappijen of abi-beheerders echter niet erkend en komen deze geïntegreerde organisatiestructuren derhalve niet tot uiting. Dit betekent dat voor de toewijzing van functies binnen de groep momenteel dezelfde strenge delegatievereisten gelden als voor derden (zoals due diligence, monitoring en beoordelingen van middelen). Dit is onevenredig en inefficiënt, met name wanneer de gedelegeerde een andere door de EU gemachtigde vermogensbeheerder, beleggingsonderneming of kredietinstelling binnen dezelfde groep is.
Om dit aan te pakken, stelt de Commissie een vereenvoudigd kader voor EU-groepen van icbe-beheermaatschappijen en abi-beheerders voor. In dit kader zouden entiteiten binnen de EU-groep elkaars personele en technische middelen kunnen delen en erop kunnen vertrouwen en functies binnen de groep kunnen toewijzen zonder onderworpen te zijn aan de delegatievereisten uit hoofde van de icbe-richtlijn en de abi-beheerdersrichtlijn. Icbe-beheermaatschappijen en abi-beheerders blijven echter volledig verantwoordelijk voor de functies of diensten die worden uitgevoerd door andere entiteiten binnen de groep en moeten ervoor zorgen dat dit vertrouwen hen niet beperkt tot louter brievenbusentiteiten.
- Zal ESMA rechtstreeks toezicht houden op beleggingsfondsen en fondsbeheerders?
Nee, de ESMA zal niet rechtstreeks toezicht houden op beleggingsfondsen en fondsbeheerders; zij blijven onder toezicht staan van de nationale bevoegde autoriteiten.
De voorstellen hebben echter tot doel de rol van de ESMA te versterken bij het bevorderen van toezichtconvergentie in de sector vermogensbeheer en bij het verbeteren van de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de lidstaat van ontvangst. De ESMA krijgt een grotere toezichthoudende rol ten aanzien van grote groepen voor activabeheer door samen met de relevante bevoegde autoriteiten jaarlijkse evaluaties van die groepen uit te voeren om uiteenlopende, overlappende, overbodige of gebrekkige toezichtpraktijken vast te stellen en aan te pakken en de naadloze werking van die groepen te vergemakkelijken. Dergelijke jaarlijkse evaluaties omvatten de analyse van gegevens, informatie en documentatie waarover de ESMA en de nationale bevoegde autoriteiten reeds beschikken via bestaande rapportagekanalen.
De ESMA zal ook aanvullende bevoegdheden krijgen om uiteenlopende, dubbele, overbodige en gebrekkige toezichtmaatregelen aan te pakken die het effectieve gebruik van de uitoefening van paspoortrechten door beleggingsfondsen, fondsbeheerders en bewaarders in het algemeen belemmeren, ongeacht hun omvang. In dat verband zal de ESMA bijvoorbeeld besprekingen en bemiddeling tussen nationale bevoegde autoriteiten vergemakkelijken wanneer er meningsverschillen over grensoverschrijdende aangelegenheden ontstaan en, als uiterste middel, het recht van beleggingsfondsen, fondsbeheerders of bewaarders om grensoverschrijdend actief te zijn, opschorten.
DLT-proefregeling
- Waarom heropent u de pilotregeling voor distributed ledger-technologie al zo snel na de inwerkingtreding ervan?
De DLT-proefverordening (DLTPR) wordt sinds 2023 toegepast. Zij heeft een EU-brede flexibele regeling ingevoerd die marktdeelnemers in staat stelt te experimenteren met het gebruik van DLT voor de handel in en afwikkeling van financiële instrumenten. Het gebruik ervan blijft echter gematigd, met een beperkt aantal goedgekeurde aanvragers, ondanks een groeiende belangstelling voor de markt voor het gebruik van DLT voor financiële diensten.
De DLTPR was altijd bedoeld als een iteratief kader dat inspeelt op en evolueert met de behoeften van de markt. De Commissie heeft duidelijke elementen vastgesteld die kunnen worden verbeterd om een grotere deelname aan het proefproject te ondersteunen en zo meer op DLT gebaseerde innovatie op onze financiële markten mogelijk te maken. Aangezien het wegnemen van belemmeringen voor innovatie een van de belangrijkste elementen van het SIU-pakket is, heeft de Commissie besloten het proefproject vroegtijdig te herzien als onderdeel van de bredere herziening van de handels- en transactieverwerkingsregels in het pakket van vandaag om maatregelen voor te stellen die de tokenisering van financiële instrumenten zullen ondersteunen.
- Wat zijn de belangrijkste doelstellingen van de voorgestelde wijzigingen?
De herziening omvat in grote lijnen drie reeksen amendementen: ten eerste die welke tot doel hebben de omvang en het toepassingsgebied ervan uit te breiden; ten tweede die welke tot doel hebben de flexibiliteit en evenredigheid van het kader te vergroten; en ten derde die welke gericht zijn op het aanpakken van de aanhoudende bezorgdheid over de duurzaamheid van de proefregeling. Het doel van deze amendementen is drieledig. Zij moeten ervoor zorgen dat financiële ondernemingen profiteren van een aan DLT aangepast kader dat een verscheidenheid aan bedrijfsmodellen en technische oplossingen kan ondersteunen die gebruikmaken van DLT. Daarnaast hebben de voorgestelde wijzigingen tot doel ervoor te zorgen dat deelnemers aan het proefproject hun activiteiten veel verder kunnen opschalen dan de activiteitenbeperkingen waarin het huidige proefproject voorziet en kunnen investeren in het opzetten van DLT-marktinfrastructuren zonder zich zorgen te maken over het aflopen van het kader.
- Welke wijzigingen worden voorgesteld om het toepassingsgebied en de schaal van het DLT-proefproject te vergroten?
Het toepassingsgebied van in aanmerking komende activa, dat momenteel beperkt is tot aandelen, obligaties en rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging (icbe's), zal worden uitgebreid tot alle financiële instrumenten, ongeacht hun soort, mits de regels inzake beleggersbescherming op passende wijze worden toegepast. De reikwijdte van de in aanmerking komende deelnemers zal ook worden herzien om aanbieders van cryptoactivadiensten (CASP's) in staat te stellen deel te nemen aan het proefproject, mits wordt voldaan aan de sectorale regels die van toepassing zijn op de activiteit waarvoor zij in het kader van het proefproject kiezen.
De omvang van de activiteiten waarop het proefproject betrekking heeft, is ook aanzienlijk toegenomen, met de afschaffing van alle bestaande activaspecifieke plafonds (aandelen, obligaties en icbe's) en een aanzienlijke stijging van de totale waarde van financiële instrumenten die een DLT-marktinfrastructuur in het kader van het proefproject kan bemiddelen, van 6 miljard EUR tot 100 miljard EUR.
- Welke wijzigingen zijn gepland om de flexibiliteit en evenredigheid van het kader te vergroten?
De voorgestelde herziening zal kleine ondernemingen, die tot 10 miljard EUR aan geaggregeerde marktwaarde van DLT-financieringsinstrumenten bedienen, de mogelijkheid bieden om een DLT-marktinfrastructuur onder een vereenvoudigde regeling te exploiteren, met verplichtingen die in verhouding staan tot hun risico en omvang.
Daarnaast zal het proefproject een breed scala aan financiële entiteiten (beleggingsondernemingen, gereglementeerde markten, kredietinstellingen, CSD's en CASP's) in staat stellen individueel bepaalde CSD-diensten (DLT-notarisdienst of DLT-centrale aanhouding) te verlenen, die normaliter alleen door centrale effectenbewaarinstellingen worden verleend.
Bovendien zullen houders van DLT-rekeningen die toegang hebben tot geld van de centrale bank – in feite kredietinstellingen waaraan in het kader van het proefproject vergunning is verleend om bewaarders van het hoogste niveau te zijn – dankzij het proefproject gezamenlijk een nieuw soort marktinfrastructuur kunnen opzetten. Om activa onderling af te wikkelen, zullen deze DLT-rekeninghouders een “afwikkelingsregeling” moeten opzetten, een reeks onderling overeengekomen regels en normen die robuuste afwikkelingsresultaten waarborgen, onder toezicht van de ESMA ten aanzien van gespecificeerde vereisten. Dit nieuwe type marktinfrastructuurkader, met sleutelrollen verdeeld over verschillende deelnemers, is bedoeld om tegemoet te komen aan het feit dat de voordelen van distributed ledgers bijzonder opvallend kunnen zijn wanneer sleutelrollen in de posttransactionele waardeketen worden verdeeld over meerdere gereguleerde entiteiten die op een gemeenschappelijk platform actief zijn, in overeenstemming met vooraf overeengekomen normen en protocollen.
Ten slotte zullen de huidige termijnen voor de duur van de in het kader van het proefproject verleende vergunningen worden geschrapt om de levensvatbaarheid van de proefregeling voor de deelnemers op lange termijn te waarborgen.
- Waarom moeten de drempels in het proefproject worden gehandhaafd? Waarom niet helemaal verwijderen?
De vereenvoudigde regeling is er om ervoor te zorgen dat kleine ondernemingen die de markt voor CSD-diensten betreden, profiteren van een evenredige nalevingslast naarmate zij hun diensten opschalen. De vereisten van de vereenvoudigde regeling zijn ook vaak algemener van aard, waardoor er meer flexibiliteit is in de wijze waarop kleine pilotdeelnemers aan hun verplichtingen voldoen. De drempel die van toepassing is op de vereenvoudigde regeling (10 miljard EUR) zorgt ervoor dat de entiteiten die ervan profiteren kleinschalige CSD-activiteiten verrichten.
De drempel voor de reguliere regeling (100 miljard EUR) is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van de huidige proefdrempels, waardoor in het kader van het proefproject grootschalige DLT-activiteiten kunnen worden ontwikkeld. Gezien de beperkte benutting tot dusver zijn de lessen van het huidige proefproject echter nog steeds beperkt. Bovendien zijn op DLT gebaseerde infrastructuren nog steeds niet op grote schaal getest. Daarom blijft een, zij het zeer hoge, drempel gerechtvaardigd om ervoor te zorgen dat de zorgen over innovatie en financiële stabiliteit op passende wijze in evenwicht zijn. Belangrijk is dat de Commissie de proefdrempels kan wijzigen in het licht van bijvoorbeeld marktontwikkelingen. Dit zorgt voor het wendbare aanpassingsvermogen van Pilot-parameters.
Toezicht
Rechtstreeks toezicht
- Welke soorten entiteiten vallen onder de directe toezichtsverantwoordelijkheid van ESMA?
Op grond van de voorgestelde wijzigingen zal de ESMA rechtstreeks toezicht uitoefenen op de financiëlemarktinfrastructuren en -dienstverleners waarvan de activiteiten als belangrijk voor de economie of de financiële stabiliteit van de EU worden beschouwd. Dit omvat belangrijke centrale tegenpartijen (CTP's), belangrijke centrale effectenbewaarinstellingen (CSD's), belangrijke handelsplatformen en pan-Europese marktexploitanten (en handelsplatformen die door dergelijke PEMO's worden geëxploiteerd). De betekenis zal worden beoordeeld op basis van gedetailleerde criteria die in de verschillende sectorale wetgevingen zijn vastgesteld. De criteria omvatten schaal, grensoverschrijdende activiteiten, verwevenheid met andere infrastructuren of markten en de mogelijke gevolgen voor de financiële stabiliteit.
Daarnaast zullen alle aanbieders van cryptoactivadiensten (CASP's) een vergunning krijgen van en rechtstreeks onder toezicht staan van de ESMA, wat het aangeboren grensoverschrijdende karakter van cryptoactivaactiviteiten weerspiegelt.
Door dit te doen, introduceert de hervorming een sterk element van vereenvoudiging voor de betrokken entiteiten, waarbij talrijke uiteenlopende nationale procedures worden vervangen door één EU-toezichtproces. De ESMA wordt het centrale punt van vergunningverlening aan en toezicht op CASP's en belangrijke marktinfrastructuren, waardoor dubbel nationaal toezicht wordt geëlimineerd en de administratieve lasten worden verminderd. De hervorming zorgt voor een duidelijker en voorspelbaarder toezichtklimaat voor marktdeelnemers die in de hele Unie actief zijn.
- Wat stelt de Commissie voor met betrekking tot aanbieders van cryptoactivadiensten in het kader van de verordening betreffende de markt voor cryptoactiva (MiCA)?
In de wijzigingen van MiCA wordt voorgesteld het toezicht op aanbieders van cryptoactivadiensten (CASP's) over te dragen van de nationale bevoegde autoriteiten naar de ESMA. De ESMA wordt verantwoordelijk voor de vergunningverlening aan, het doorlopend toezicht op en de handhaving van de MiCA-verordening met betrekking tot CASP's.
Met betrekking tot reeds gereglementeerde entiteiten, zoals beleggingsondernemingen, die cryptoactivadiensten mogen aanbieden zonder een vergunning als CASP te hoeven verkrijgen, zouden zij onder toezicht blijven staan van de bevoegde autoriteiten die hun uit hoofde van andere handelingen van de Unie een vergunning hebben verleend.
Indien het aanbieden van cryptoactivadiensten echter hun hoofdactiviteit van deze entiteiten wordt, wordt het toezicht op al hun activiteiten overgedragen aan de ESMA, met uitzondering van banken, aangezien zij reeds onderworpen zijn aan een sterk geharmoniseerd toezichtstelsel en rulebook. Cryptoactivadiensten worden beschouwd als de hoofdactiviteit van een entiteit wanneer meer dan 50 % van haar totale omzet in twee opeenvolgende jaren wordt gegenereerd door het aanbieden van cryptoactivadiensten.
De ESMA zal ook verantwoordelijk zijn voor het markttoezicht en de handhaving van de bepalingen om marktmisbruik op te sporen, te onderzoeken en te bestraffen.
In het amendement wordt een passende overgangsperiode voorgesteld om een soepele overdracht van toezichthoudende taken mogelijk te maken, waarbij rekening wordt gehouden met CASP's waarvoor reeds een vergunning is verleend en die nog in behandeling zijn en die nog op nationaal niveau worden beoordeeld.
- Hoe wordt het toezicht op aanbieders van cryptoactivadiensten verdeeld tussen NBA's en ESMA?
Er is geen gesplitst toezicht voor CASP's. De ESMA zou de enige toezichthouder voor CASP's zijn en als zodanig alle toezichtbevoegdheden uitoefenen en alle toezichtmaatregelen kunnen nemen die nodig zijn om haar taken uit te voeren, zoals bepaald in de ESMA-verordening.
Om de marktintegriteit en het vertrouwen in cryptoactivamarkten te waarborgen, zou de ESMA bovendien verantwoordelijk worden voor het toezicht op de MiCA-regels om marktmisbruik voor cryptoactiva die tot de handel op cryptoactivahandelsplatforms zijn toegelaten, te ontmoedigen, te onderzoeken en te bestraffen.
De nationale bevoegde autoriteiten kunnen de ESMA bijstaan bij de uitvoering van haar taken en samenwerkingsovereenkomsten zullen van kracht blijven, maar het toezicht op aanbieders van cryptoactivadiensten zal aan de ESMA worden toegewezen.
De bevoegdheid van de nationale autoriteiten blijft beperkt tot het toezicht op andere gereglementeerde entiteiten die cryptoactivadiensten verlenen op grond van een andere bestaande vergunning (bv. kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, instellingen voor elektronisch geld, fondsbeheerders), maar hun hoofdactiviteit is niet het aanbieden van cryptoactivadiensten. Ten slotte is er geen verandering in de huidige toezichtstructuur voor kredietinstellingen.
- Komt er een overgangsperiode? Hoe zorgt u voor continuïteit van de werkzaamheden?
Tijdens en na de aanname van direct toezicht door de ESMA zal de samenwerking worden georganiseerd door middel van op maat gesneden regelingen die de continuïteit, de overdracht van deskundigheid en operationele ondersteuning waarborgen. De samenwerkingsregelingen zullen een gestructureerde methode bieden om een geleidelijke en gecoördineerde verschuiving naar toezicht op EU-niveau te beheren in plaats van een abrupte vervanging van nationaal toezicht. Het doel is hiaten in het toezicht te voorkomen, lopende onderzoeken te beschermen, dubbele verzoeken van bedrijven te voorkomen en het institutionele geheugen in stand te houden terwijl de ESMA haar eigen toezichtscapaciteit opbouwt.
- Wat zijn de samenwerkingsregelingen?
Samenwerkingsregelingen zijn ontworpen om verschillende toezichtssituaties te bestrijken in plaats van één uniform model:
- Ten eerste zijn zij van toepassing wanneer de nationale autoriteiten in het verleden toezicht hebben gehouden op een entiteit of activiteit, maar de ESMA in de toekomst verantwoordelijk wordt en overgangsoplossingen en kennisoverdracht vereist.
- Ten tweede zijn zij van toepassing wanneer andere Europese organen - zoals de ECB in het geval van CTP's - over relevante deskundigheid beschikken, ook al waren zij voorheen geen bevoegde toezichthouders.
- Ten derde zal er ook samenwerking nodig zijn op gebieden waar nationale autoriteiten bepaalde functies naast elkaar behouden, bijvoorbeeld lokaal markttoezicht of toezicht op niet-significante entiteiten. De ESMA zal over de flexibiliteit beschikken om regelingen af te stemmen op de specifieke sector, de aard van de betrokken taken en de vereiste mate van nationale betrokkenheid.
- Hoe werkt de samenwerking?
Deze regelingen kunnen verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de sector en de toezichtstaak, variërend van gezamenlijke toezichtteams en gedeelde inspecties tot lichtere coördinatie- en informatie-uitwisselingsmodellen. De ESMA zal de opzet bepalen op basis van de specifieke situaties. De nationale autoriteiten kunnen de ESMA bijstaan bij operationele taken, daarbij haar instructies opvolgen en relevante deskundigheid en gegevens delen, terwijl de ESMA volledig verantwoordelijk en aansprakelijk blijft voor haar toezichtbesluiten. De regelingen zullen in de loop van de tijd worden herzien om rekening te houden met de groeiende capaciteit van de ESMA en om een efficiënt en autonoom toezicht op het niveau van de Unie te waarborgen. Het model is daarom bewust adaptief en in staat om te evolueren.
De samenwerking beperkt zich niet tot de overgangsfase. Zelfs nadat de ESMA de volledige verantwoordelijkheid heeft overgenomen, kunnen de nationale autoriteiten de ESMA ondersteunen, met name voor operationele activiteiten of taken waarvoor fysieke aanwezigheid, lokale taal of landspecifieke kennis vereist is. In dergelijke gevallen behoudt de ESMA de eindverantwoordelijkheid en verantwoordingsplicht.
- Creëert u lokale ESMA-aanwezigheid in de lidstaten en houdt dit een gedecentraliseerde of dubbele toezichtstructuur in?
Het voorstel stelt de ESMA in staat personeel ter plaatse te plaatsen indien operationele behoeften, zoals aanhoudende werkzaamheden ter plaatse of geografische nabijheid, dit de meest doeltreffende oplossing maken. Lokale aanwezigheid blijft strikt functioneel, beperkt en afhankelijk van een kosten-batenanalyse. De ESMA zou blijven functioneren als één enkele EU-autoriteit met centrale besluitvorming. Het maken van afspraken is een praktische oplossing die het mogelijk maakt om tegemoet te komen aan de verschillende situaties.
- Zal de ESMA dezelfde bevoegdheden hebben ten aanzien van de onder direct toezicht staande entiteiten?
De ESMA krijgt een uniforme reeks toezichtbevoegdheden die van toepassing zijn op alle entiteiten die onder haar directe toezicht staan. Deze nieuwe aanpak vereenvoudigt en standaardiseert de procedures van de ESMA voor het opvragen van informatie, het uitvoeren van onderzoeken en inspecties en het opleggen van boetes en sancties.
Het kader heeft tot doel de efficiëntie te vergroten, de complexiteit te verminderen en meer voorspelbare en wettelijk bepaalde resultaten te bieden. Het kader is weliswaar aanzienlijk vereenvoudigd, maar blijft flexibel en maakt het mogelijk om waar nodig op maat gesneden procedureregels toe te passen in specifieke sectoren, waarbij de technische nauwkeurigheid en consistentie met de bestaande regelgeving worden gewaarborgd.
- Wat zijn de voorgestelde wijzigingen op het gebied van toezichtconvergentie?
Wij stellen drie belangrijke wijzigingen voor om de convergentie van het toezicht te versterken:
- Gestroomlijnde besluitvorming: we stellen voor individuele besluiten over toezichtconvergentie, zoals productinterventiemaatregelen, schending van het Unierecht, bindende bemiddeling of besluiten in verband met de nieuwe convergentie-instrumenten, over te dragen aan een nieuwe raad van bestuur. Dit zal ervoor zorgen dat rekening wordt gehouden met het EU-perspectief, terwijl de raad van toezichthouders inspraak heeft via een geen-bezwaarprocedure.
- Verbeterde convergentie-instrumenten: wij stellen voor de bestaande instrumenten te verbeteren om ze doeltreffender en gebruiksvriendelijker te maken. We verwijderen bijvoorbeeld de discretionaire bevoegdheid van de ESMA om onderzoeken in te stellen en aanbevelingen te doen in strijd met het Unierecht. We breiden ook het toepassingsgebied van bindende bemiddeling uit en stellen de ESMA in staat de bevoegde autoriteiten bij te staan bij het bereiken van overeenkomsten, met name in grensoverschrijdende situaties. In het pakket wordt ook verduidelijkt dat de ESMA overeenkomstig het Corneli-arrest het recht van de Unie moet toepassen. Dit omvat nationale wetgeving ter uitvoering van EU-richtlijnen, die moet worden geïnterpreteerd op een wijze die in overeenstemming is met die richtlijnen.
- Nieuwe convergentie-instrumenten: Met de wijzigingen worden nieuwe instrumenten ingevoerd om doeltreffend toezicht op grensoverschrijdende financiële diensten te waarborgen en het vertrouwen in het paspoortsysteem te vergroten. Deze omvatten samenwerkingsplatforms, die al succesvol zijn gebleken in de verzekeringssector. Nieuwe bevoegdheden zullen de ESMA ook in staat stellen van de bevoegde autoriteiten te verlangen dat zij advies inwinnen en corrigerende maatregelen eisen in geval van ernstige tekortkomingen in het toezicht, en het recht van een entiteit om grensoverschrijdende diensten te verlenen op te schorten indien zij een ernstige inbreuk op het Unierecht heeft gepleegd die de financiële stabiliteit, de integriteit van de financiële markten of de consumentenbescherming in gevaar zou brengen.
Bestuur
- Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in de governancestructuur van ESMA?
Het voorstel introduceert een nieuwe raad van bestuur die de huidige raad van bestuur zal vervangen. De raad van bestuur bestaat uit vijf onafhankelijke voltijdse leden en de voorzitter van de ESMA. Zij zal voornamelijk verantwoordelijk zijn voor toezichtbesluiten. De leden van de directie zullen ook lid zijn van de raad van toezichthouders, die toezicht zal blijven houden op regelgevingsbesluiten en algemene toezichtconvergentie.
- Welke voordelen kan worden verwacht van de oprichting van de nieuwe Raad van Bestuur?
In tegenstelling tot de raad van bestuur, die bestaat uit leden van de raad van toezichthouders, d.w.z. hoofden van nationale bevoegde autoriteiten, wordt verwacht dat de nieuwe raad van bestuur tot een effectievere en onpartijdigere besluitvorming zal komen, waarbij het Europees belang in aanmerking wordt genomen. Het zal ook bijdragen tot een meer geïntegreerde en gecoördineerde aanpak van het toezicht in de hele EU, wat uiteindelijk zal bijdragen tot een stabieler en veiliger financieel stelsel. Door te beschikken over een specifiek orgaan dat zich richt op toezichtbesluiten en -beheer, zal de ESMA sneller en doeltreffender kunnen reageren op nieuwe risico's en uitdagingen en eventuele inconsistenties of lacunes in het toezicht kunnen aanpakken.
- Wat is de samenstelling van het nieuwe College van Bestuur en hoe worden de leden benoemd?
De raad van bestuur bestaat uit de voorzitter van de ESMA en vijf voltijdse leden, die worden benoemd via een procedure waarbij de Commissie, de Raad en het Europees Parlement betrokken zijn. De leden van de raad van bestuur zijn onderworpen aan strikte regels inzake belangenconflicten en hun mandaat wordt beperkt tot vijf jaar, met de mogelijkheid van een verlenging met twee jaar. De leden zullen diverse toezichtervaringen hebben en een diepgaand inzicht hebben in de sectoren die onder toezicht van de ESMA staan. De benoemingsprocedure zal ervoor zorgen dat de leden van de raad van bestuur over de nodige deskundigheid en onafhankelijkheid beschikken om besluiten te nemen in het belang van de EU.
- Hoe zullen de raad van toezichthouders en de raad van bestuur samenwerken en wat zullen hun respectieve rollen zijn?
De raad van toezichthouders blijft het belangrijkste orgaan van de ESMA voor algemene richtsnoeren en besluitvorming over regelgevingskwesties en toezichtconvergentie, terwijl de raad van bestuur zich zal richten op toezichtbesluiten en -beheer. Beide raden zullen nauw samenwerken en worden gebonden door een systeem van checks-and-balances. De raad van toezichthouders heeft de bevoegdheid om bezwaar te maken tegen bepaalde belangrijke toezichtbesluiten van de directie. De leden van de directie zijn leden van de raad van toezichthouders, brengen hun deskundigheid in en stemmen over algemene toezichtconvergentieaangelegenheden. De directie brengt ook tweemaal per jaar verslag uit aan de raad van toezichthouders over haar toezichtactiviteiten, waarbij zij ervoor zorgt dat de raad van toezichthouders wordt geïnformeerd en in staat is richtsnoeren en toezicht te verstrekken.
- Welke gevolgen zullen de voorgestelde wijzigingen in de governancestructuur van de ESMA hebben voor de rol van de nationale toezichthouders?
Nationale toezichthouders zullen een cruciale rol blijven spelen in de governance van de ESMA, aangezien zij lid zullen blijven van de raad van toezichthouders en met de ESMA zullen samenwerken op het gebied van toezichttaken. Ten eerste zal de raad van toezichthouders algemene richtsnoeren blijven vaststellen, besluiten nemen over regelgevingskwesties (maatregelen van niveau 2 en 3, zoals ontwerpen van technische reguleringsnormen, technische uitvoeringsnormen, richtsnoeren, aanbevelingen enz.) en het recht hebben bezwaar te maken tegen belangrijke toezichtbesluiten van de raad van bestuur. Daarom zullen de nationale bevoegde autoriteiten een integrerend deel van de besluitvorming van de ESMA blijven uitmaken. Ten tweede zullen de nationale bevoegde autoriteiten de ESMA ondersteunen door middel van samenwerkingsregelingen om toezichthoudende taken uit te voeren. Dit zal de ESMA in staat stellen om tijdens de overgang van toezichtsbevoegdheden een beroep te doen op bestaande middelen. Het samenwerkingskader zal ook zorgen voor de voortdurende integratie van de deskundigheid van de nationale toezichthouders, waardoor een grondig inzicht in de marktdynamiek en -complexiteit in de verschillende EU-lidstaten wordt bevorderd, terwijl ook een meer flexibele, consistente en gecoördineerde aanpak van het toezicht in de hele EU wordt bevorderd.
Begroting
Financiering van vergoedingen
- Hoe worden de in dit pakket voorgestelde wijzigingen gefinancierd?
Voor de uitvoering van het pakket zouden aanzienlijke middelen en infrastructuurontwikkeling bij de ESMA nodig zijn. Het directe toezicht op belangrijke handelsplatformen, centrale effectenbewaarinstellingen en CTP's en aanbieders van cryptoactivadiensten zal door die marktdeelnemers tegen vergoeding worden gefinancierd, hoewel de voorbereidende kosten door de EU-begroting zouden worden gedekt. De beginselen die van toepassing zijn op toezichtsvergoedingen (volledige kostendekking, evenredigheid) zullen worden geharmoniseerd. Voor de nieuwe activiteiten die niet door vergoedingen worden gefinancierd en aangezien sommige nationale toezichthouders zich in een moeilijke financiële situatie kunnen bevinden, wijzigt het voorstel de verdeelsleutel voor de financiering van de ESMA voor de nieuwe taken die in het voorstel worden beoogd, zodat de nationale toezichthouders 50 % van de begroting van de ESMA zouden betalen in plaats van 60 %, terwijl de bijdrage uit de EU-begroting ook 50 % zal bedragen (in plaats van 40 % op dit moment).
Voor meer informatie