De EU is het eens over een klimaatdoelstelling voor 2040 die een duidelijke weg baant naar een koolstofvrije en concurrerende economie

De EU stelt een juridisch bindende klimaatdoelstelling vast van 90 % vermindering van de nettobroeikasgasemissies voor 2040. De Commissie is ingenomen met het voorlopige politieke akkoord van gisteravond tussen het Europees Parlement en de EU-lidstaten over dit kerndoel en de wijziging van de EU-klimaatwet. De overeenkomst omvat ook de mogelijkheid om hoogwaardige internationale kredieten te gebruiken om tegen 2040 de reductie van 90 % van de broeikasgasemissies ten opzichte van het niveau van 1990 te bereiken, met een passende bijdrage van maximaal 5 %.

De overeengekomen klimaatdoelstelling waarborgt een duidelijk en gestaag traject naar een koolstofvrije Europese economie tegen 2050. Het biedt investeerders en bedrijven zekerheid om de schone transitie, het industriële concurrentievermogen, de energiezekerheid en de onafhankelijkheid van de EU te bevorderen.

Op internationaal niveau toont de EU haar vastberaden inzet voor de verwezenlijking van de Overeenkomst van Parijs en haar leiderschap als koploper en betrouwbare partner op het gebied van wereldwijde klimaatactie. 

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie: “Vandaag toont de EU haar sterke inzet voor klimaatactie en de Overeenkomst van Parijs. Een maand na de COP30 hebben we onze woorden omgezet in daden - met een wettelijk bindende doelstelling van 90% emissiereductie tegen 2040. We hebben een duidelijke richting in de richting van klimaatneutraliteit. En een pragmatisch en flexibel plan om de schone transitie concurrerender te maken.”

Een pragmatische en flexibele manier om 2040 te bereiken

Dit voorlopige akkoord voorziet in een pragmatisch en flexibel traject naar 2040 dat de huidige economische en geopolitieke realiteit weerspiegelt. Het biedt de randvoorwaarden om het overeengekomen streefcijfer van 90 % te halen, met inbegrip van de volledige uitvoering van de Clean Industrial Deal.

Het bevat enkele flexibiliteiten en belangrijke elementen voor de doelstelling voor 2040 en voor het klimaatkader voor de periode na 2030, die de komende wetgevingsvoorstellen van de Commissie zullen sturen:

  • De wet voorziet in de mogelijkheid om vanaf 2036 internationale kredieten van hoge kwaliteit te gebruiken om een “passende bijdrage” te leveren aan de verwezenlijking van de doelstelling voor 2040. Deze hoeveelheid kan oplopen tot 5 % van de nettobroeikasgasemissies in de EU in 1990, wat overeenkomt met een vermindering van de nettobroeikasgasemissies in de EU met 85 % ten opzichte van het niveau van 1990 in 2040. Dit moet op een ambitieuze en kostenefficiënte manier gebeuren. Zij moet zorgen voor belangrijke waarborgen die een aanvulling vormen op die van artikel 6, lid 4, van de Overeenkomst van Parijs, en moet ervoor zorgen dat een proefperiode voor de periode 2031-2035 in overweging wordt genomen.
  • Het gebruik van binnenlandse permanente verwijderingen in het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS) ter compensatie van resterende moeilijk te verminderen emissies is opgenomen in de overeengekomen klimaatwet.
  • Er zal meer flexibiliteit zijn binnen en tussen sectoren en instrumenten om de doelstellingen op een eenvoudige en kosteneffectieve manier te helpen verwezenlijken. Concreet zou dit een lidstaat de mogelijkheid kunnen bieden om tekorten in één sector te compenseren zonder de algehele vooruitgang in gevaar te brengen.

In het voorlopige akkoord worden ook elementen genoemd die in het kader voor de periode na 2030 tot uiting moeten komen. Deze elementen houden onder meer in dat meer aandacht wordt besteed aan het concurrentievermogen van de Europese industrie en economie; een eerlijke, pragmatische, kosteneffectieve en sociaal evenwichtige transitie voor iedereen; innovatieve en schone technologieën op basis van technologieneutraliteit; en oplossingen op het gebied van hernieuwbare energie.

De medewetgevers hebben een tweejaarlijkse beoordeling van de uitvoering van de tussentijdse doelstellingen ingevoerd om rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke gegevens, technologische ontwikkelingen en het mondiale concurrentievermogen van de EU. De evaluatiebepaling is ook aangescherpt, zodat de Commissie in een toekomstige evaluatie de balans zal opmaken van de gevolgen voor het concurrentievermogen van de EU-industrieën, de ontwikkeling van de energieprijzen, de status van nettoverwijderingen op EU-niveau en de flexibiliteit voor de lidstaten om hoogwaardige internationale kredieten te gebruiken om hun streefcijfers en inspanningen voor de periode na 2030 te halen.

De overeenkomst stelt ook de toepassing van het EU-emissiehandelssysteem voor gebouwen, wegvervoer en kleine industrieën (ETS2) met één jaar uit, van 2027 tot 2028. Het uitstel heeft geen gevolgen voor de monitoring-, rapportage- en verificatievereisten in het kader van ETS2, die zoals gepland in 2025 van start zijn gegaan.

Volgende stappen

Na dit voorlopige akkoord zullen het Europees Parlement en de Raad van de EU de tekst formeel moeten aannemen. Daarna zal de wijziging van de Europese klimaatwet worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU en in werking treden.

Achtergrond

Door de koers voor decarbonisatie aan te houden, zal de EU investeringen in innovatie stimuleren, meer banen en groei creëren, onze weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering vergroten en energieonafhankelijker worden.

De Europese klimaatwet, die sinds juli 2021 van kracht is, verankert juridisch de verbintenis van de EU om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn en de nettobroeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. De EU heeft een wetgevingspakket voor 2030 aangenomen, “Fit for 55” genaamd, en de uitvoering ervan door de EU-lidstaten is aan de gang. De beoordeling door de Commissie van de nationale energie- en klimaatplannen bevestigde dat de EU op schema blijft om haar doelstellingen voor 2030 gezamenlijk te halen, waardoor de geloofwaardigheid van haar langetermijntraject wordt versterkt.

De klimaatwet vereist wettelijk een tussentijdse klimaatdoelstelling voor 2040 om het tempo in de richting van klimaatneutraliteit vast te stellen. De Commissie heeft haar wijzigingsvoorstel op 2 juli 2025 ingediend en dit vormt de basis voor de nieuwe nationaal bepaalde bijdrage (NDC) van de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs die voor de COP30 is ingediend.

Voor meer informatie

Europese klimaatwet

Voorstel voor een EU-klimaatdoelstelling voor 2040