Disclaimer: deze transcriptie is geautomatiseerd omgezet vanuit audio en dus geen officieel verslag. Om de transcripties verder te verbeteren wordt constant gewerkt aan optimalisatie van de techniek en het intrainen van namen, afkortingen en termen. Suggesties hiervoor kunnen worden gemaild naar info@1848.nl.

Rapport Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050 - thema Participatie en integratie

[0:00:00] zaak en werkgelegenheid het rond-de-tafelgesprek naar aanleiding van het rapport

[0:00:04] Staatscommissie Demografische Ontwikkeling 2050.

[0:00:08] Wij gaan vanochtend spreken over het thema participatie en integratie.

[0:00:13] Daarvoor hebben wij hier de heer Koopmans, mevrouw De Waal en de heer Van Galen.

[0:00:19] Welkom. Fijn dat u gekomen bent.

[0:00:22] Het idee is dat we vragen of iedereen even een paar minuten, naar aanleiding van de position paper

[0:00:28] die we hebben ontvangen, een korte toelichting geeft daarop dat er tussendoor alleen verduidelijkende

[0:00:35] vragen gesteld kunnen worden en dat we aan het einde van de drie sprekers een rondje vragen doen.

[0:00:43] Ik stel voor dat we dat bundelen, drie vragen, één per persoon en wellicht alleen een

[0:00:50] verduidelijkende vraag als vervolgvraag en zo het rijtje afgaan.

[0:00:55] en wij hebben tot vijf voor elf voor deze ronde tafel.

[0:01:04] Ik zou willen vragen, meneer Koopmans, omdat mevrouw de Waal iets later was

[0:01:09] en heel eventjes haar spullen bij elkaar moet zoeken, of u het vervelend vindt om te beginnen.

[0:01:16] Nee, dat vind ik niet vervelend.

[0:01:18] Dat is heel prettig, dan geef ik u graag het woord. Gaat uw gang.

[0:01:23] Oké, hartelijk dank aan de commissie voor de uitnodiging en ook mijn hartelijke dank aan de

[0:01:29] staatscommissie voor het rapport waarvan ik ook in mijn notitie heb opgemerkt dat het in heel

[0:01:34] veel opzichten zeer nuttig is en ook een aantal goede aanbevelingen heeft. Waar het rapport een

[0:01:43] beetje tekortschiet, ik wil beginnen met een element dat niet in mijn notitie wordt genoemd

[0:01:48] maar dat toch wel belangrijk is om op te merken waar we eventueel in de discussie het over kunnen

[0:01:53] hebben, is dat het rapport niet heel erg concreet wordt over hoe we nu migratie kunnen beperken.

[0:02:01] Want het is duidelijk uit de verschillende scenario's die in het rapport geschetst worden dat

[0:02:06] wanneer we op het scenario uit willen komen dat de staatscommissie aanbeveelt, namelijk gematigde

[0:02:13] groei, dat we dan de huidige trends in migratie naar beneden moeten ombuigen, zonder dat dat

[0:02:22] betekent dat we naar nul migratie moeten, maar wel een duidelijk gereduceerd migratieniveau

[0:02:27] ten opzichte van het huidige. En daar is niet heel duidelijk hoe dat bereikt moet worden,

[0:02:32] omdat migratie van binnen de Europese Unie natuurlijk door het vrije personenverkeer

[0:02:39] nauwelijks of niet te sturen valt. Arbeidsmigratie is ook nu al stuurbaar.

[0:02:45] Er zijn wel een paar nuttige aanbevelingen in het rapport om dat een beetje beter stuurbaar

[0:02:50] te maken, maar dat is niet de grote knop waar je aan kan draaien. De belangrijkste knop waar

[0:02:55] het om gaat om migratie daadwerkelijk te reguleren en ook te reduceren is de asielmigratie en daar

[0:03:06] blijft het rapport. Relatief vaag over hoe dat te bereiken is, dat is ook niet zo makkelijk,

[0:03:12] maar zoals u waarschijnlijk weet heb ik er onlangs een boek over geschreven. Er zijn wel

[0:03:17] een aantal ideeën op de markt om in die richting regulering te versterken. Dan het aspect dat ik

[0:03:28] in mijn notitie heb aangesproken. Dat is een aspect dat vreemd genoeg in het rapport van de

[0:03:33] commissie vrijwel niet aan bod komt en dat is de rol van culturele verschillen. Uit migratie en

[0:03:42] integratieonderzoek dat ik zelf verricht heb, maar ook wat andere verrichten hebben, blijkt dat

[0:03:46] culturele afstand een hele belangrijke factor is voor het succes van integratie en ook voor het

[0:03:52] maatschappelijk draagvlak van migratie. Hoe groter de culturele verschillen zijn, hoe groter de

[0:03:59] zijn bij de opnemende samenleving, hoe sneller mensen zich vervreemd voelen van hun leefomgeving,

[0:04:07] hoe groter ook het potentieel is voor discriminatie van migranten. Ik heb een grote internationaal

[0:04:13] vergelijkende studie ook gedaan, samen met anderen, onder andere aan de Universiteit

[0:04:16] van Amsterdam, waar het blijkt dat culturele afstand de belangrijkste factor is die de

[0:04:22] van discriminatie op de arbeidsmarkt beïnvloedt die migranten ervaren. En verder is culturele

[0:04:31] afstand ook voor de sociale-economische kant van integratie van groot belang. Een factor die het

[0:04:41] rapport duidelijk naar voren brengt is de rol van de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen,

[0:04:47] die in het verleden natuurlijk een heel belangrijke rol heeft gespeeld.

[0:04:51] Waarschijnlijk de belangrijkste factor die ervoor gezorgd heeft,

[0:04:54] dat we de gevolgen van de vergrijzing tot nu toe relatief goed hebben weten op te vangen.

[0:04:59] En het rapport haalt ook naar voren dat als we de arbeidsmarktparticipatie verder zouden vergroten

[0:05:04] naar het niveau van mannen en ook het verschil in het aantal gewerkte uren

[0:05:08] tussen mannen en vrouwen zouden halveren,

[0:05:11] dat we daarmee in feite 700.000 nieuwe arbeidskrachten creëren, voltijds arbeidskrachten.

[0:05:19] Er zijn enorme aantallen die natuurlijk voor de opvang van de vergrijzing enorm belangrijk

[0:05:23] zijn, maar als we zien dat juist bij migranten uit niet-westerse landen, en dat zijn natuurlijk

[0:05:29] ook weer de migranten die vooral via de asielmigratie binnenkomen, dat daar de arbeidsmarktparticipatie

[0:05:34] van vrouwen sterk achterblijft bij het arbeidsmarktparticipatieniveau van de gemiddelde Nederlandse bevolking,

[0:05:44] dan zie je natuurlijk dat dat soort migratie de problemen of de oplossingsrichting zeg

[0:05:50] maar, het vergroten van de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen als antwoord op de demografische

[0:05:56] uitdagingen juist moeilijker maakt.

[0:06:00] Culturele verschillen zijn ook voor het succes van migranten op de arbeidsmarkt, dus de mate

[0:06:05] waarin migranten daadwerkelijk ook werk vinden en daarmee ook bijdragen aan de overheidsfinanciën,

[0:06:13] het betaalbaar houden van de welvaartsstaat, ook dat hangt zeer sterk samen met culturele

[0:06:18] verschillen.

[0:06:18] Hoe groter de taalverschillen, hoe groter de culturele verschillen zijn, hoe minder er

[0:06:22] bijvoorbeeld sociale contacten zijn tussen migrantengroepen en de autochtone bevolking,

[0:06:28] dat is wederom van groot belang voor de kansen op de arbeidsmarkt. Daarmee is, zeg maar, cultuur

[0:06:35] een belangrijke factor die bepaalt of migratie daadwerkelijk een positieve sociaal-economische

[0:06:43] bijdrage levert of niet. En dan zijn culturele verschillen ook nog met conflictpotentieel

[0:06:49] verbonden. De landen van buiten de Europese Unie van waaruit migranten naar Nederland komen zijn

[0:06:57] vaak landen met sterk patriarchale verhoudingen, sterk patriarchale culturen. Het zijn landen waar

[0:07:03] politieke conflicten, vaak gewelddadige politieke conflicten, burgeroorlogen en ook terrorisme

[0:07:10] wijdverbreid zijn. We weten natuurlijk uit het verleden en we zien het ook in de huidige tijd

[0:07:15] aan de hand van het conflict tussen Hamas en Israël en de reacties die dat in Europa met

[0:07:21] zich meebrengt, dat daarin een groot conflictpotentieel schuilt. En dat heeft aan de ene kant natuurlijk

[0:07:28] weer negatieve uitwerkingen op het draagvlak voor migratie, maar is ook schadelijk voor

[0:07:33] de positieve bijdrage die die migratie anders aan het vergroten van het innovatiepotentieel

[0:07:41] van de samenleving kan bijdragen. En je ziet dat weer spiegeld in de oververtegenwoordiging

[0:07:50] van migranten. Niet in het algemeen, maar uit bepaalde herkomstregio's in de criminaliteitsstatistieken

[0:07:56] met name in zware vormen van geweld en seksueel geweld. Ook specifieke geweldsvormen zoals

[0:08:03] geweld tegen homoseksuelen waar bepaalde herkomstgroepen sterk oververtegenwoordigd zijn. Dus de mate

[0:08:11] waarin migratie, waarin een bepaald aantal migranten, dat is het aspect van migratie

[0:08:19] waar het rapport van de staatscommissie op focust, ten dele ook op het opleidersniveau,

[0:08:25] maar het zijn vooral de aantallen waar het om gaat, maar voor het draagvlak en voor de mate

[0:08:31] waarin een samenleving een bepaald aantal migranten aankan, maakt het een groot verschil

[0:08:36] Of we, in dat gemiddelde scenario, in 2050 twee miljoen meer inwoners met een herkomst

[0:08:44] uit landen als Polen of Oekraïne hebben, of dat die twee miljoen mensen een herkomst

[0:08:50] hebben uit Syrië of Afghanistan.

[0:08:53] Daar hoef je geen helde ziende voor te zijn, dat voor de mate waarin migratie zal bijdragen

[0:09:00] aan het betaalbaar houden van de welvaartsstaat, de mate waarin migratie zal bijdragen aan sociale

[0:09:08] cohesie of juist het conflictpotentieel zal vergroten en de mate waarin er binnen de samenleving

[0:09:14] draagvlak is voor migratie, dat het een groot verschil uit zal maken wat de herkomst of

[0:09:20] culturele samenstelling van de migratie in 2050 zal zijn.

[0:09:24] Meneer Koppens, mag ik? Ja, heel fijn.

[0:09:28] Ja, ik ben bij het afronden en we kunnen daar natuurlijk in de discussie ook verder over gaan.

[0:09:33] Maar de grote vraag is natuurlijk, kun je dan op culturele verschillen überhaupt sturen?

[0:09:38] En er zijn natuurlijk belangrijke normatieve redenen waarom we natuurlijk niet een migratiebeleid kunnen gaan voeren.

[0:09:45] Wat, nou weet ik veel, naar religie of naar, laat staan, naar raciale achtergrond of iets dergelijks zou selecteren.

[0:09:52] Maar er is meer mogelijk dan je denkt. Ten eerste een priorisering van EU-migratie.

[0:09:59] Daar zijn de culturele verschillen per definitie kleiner.

[0:10:02] Bij arbeidsmigratie hebben we sowieso te maken met een discretionaire bevoegdheid.

[0:10:07] En anders dan een arbeidsmarktmigratiebeleid dat zegt van nou we creëren algemene criteria

[0:10:12] waarop mensen uit de hele wereld kunnen solliciteren op een plek in een arbeidsmarktcontingent

[0:10:23] voor Nederland, kun je specifieke overeenkomsten met specifieke landen sluiten. En daar natuurlijk

[0:10:29] ook rekening houden met de mate waarin er culturele aansluiting is met die landen.

[0:10:36] Oké, dat is de tweede tenslotte. Dus als u nu echt af wilt ronden zou heel fijn zijn.

[0:10:42] Tenslotte kan je natuurlijk bij het vluchtelingenbeleid, als je er in slaagt, zoals ik in mijn boek bepleit,

[0:10:48] om van irregulieren naar gereguleerde vluchtmigratie om te sturen, ook via migratieovereenkomsten met derde landen,

[0:10:56] kun je natuurlijk daar bij de internationale verdeling en bij de samenstelling van die contingenten ook rekening houden met culturele verschillen

[0:11:03] of met het conflictpotentieel dat uitgaat van bijvoorbeeld een oververtegenwoordiging van jonge mannen.

[0:11:09] Daarmee ben ik echt aan het einde gekomen.

[0:11:11] Sorry dat wij streng zijn, maar we hebben altijd maar een korte tijd.

[0:11:15] Dus het is altijd fijn als er ook nog ruimte is voor vragen.

[0:11:17] Dank u wel.

[0:11:19] Ik zie niet dat er feitelijke vragen zijn.

[0:11:22] Ik zou u, mevrouw de Wouw, graag willen vragen.

[0:11:28] Oké. Nou, ik wil ook graag beginnen met het danken voor de uitnodiging

[0:11:33] en ook de staatscommissie voor het interessante rapport Gematigde Groei.

[0:11:38] Ik kijk even naar mijn collega wetenschappers.

[0:11:40] Is het goed als wij elkaar tutoieren, als we naar elkaar verwijzen?

[0:11:43] Ja, oké.

[0:11:45] Ik denk ook dat Gematigde Groei een rijk rapport is, waarin ook vooral een heel goed overzicht

[0:11:51] wordt geboden in alle mogelijke variabelen waar je rekening mee zou kunnen houden op

[0:11:58] het moment dat je over migratie wil nadenken.

[0:12:01] Hoe ik het las, en dat is niet helemaal hetzelfde als Ruud, denk ik, is het rapport vrij duidelijk

[0:12:08] over dat de migratiestroom maar het beste in gereduceerd kan worden arbeidsmigratie middels

[0:12:14] beleid, bijvoorbeeld door minder in bepaalde sectoren te stimuleren.

[0:12:19] Over vluchtelingen wordt toch wel gezegd dat dat een humanitaire opdracht is en dat daar wel

[0:12:25] altijd ruimte voor zou zijn, maar dat daarnaast ook de aantallen toch wel lager zijn, gemiddeld

[0:12:30] Als ik het boek van Ruud goed gelezen heb, zegt hij zelf ook dat de aantallen niet per se het probleem zijn nu,

[0:12:36] maar dat we misschien de selectie kunnen veranderen.

[0:12:40] Dat is hoe ik het rapport lees, dat de knop waar vooral aan gedraaid kan worden volgens de onderzoekers de arbeidsmigratie is.

[0:12:49] Ik heb twee punten in aanvulling van het rapport, dus niet direct kritiek op het rapport, in mijn position paper opgenomen.

[0:12:57] Het eerste gaat erom dat Nederland op verschillende manieren tegenstrijdig beleid kent als het

[0:13:03] aankomt op het aanwakkeren van de arbeidsparticipatie van migranten.

[0:13:07] Ik zal vooral spreken over migranten.

[0:13:10] Ik weet dat het rond de tafelgesprek ook naar vrouwen wil kijken, maar dat is niet per se

[0:13:14] mijn academische expertise.

[0:13:16] Dus als we kijken naar het beleid dat bestaat voor de arbeidsparticipatie van migranten

[0:13:21] in brede zin, dan zien we dat op niet alle migrantengroepen hetzelfde beleid van toepassing

[0:13:26] We zien vooral dat bij niet-EU-migratie, bijvoorbeeld gezinsmigratie en humanitaire migratie, dus

[0:13:34] vluchtelingen, zowel de participatiewet als de inburgeringswet tegelijkertijd op toepassing

[0:13:41] is.

[0:13:42] We zien ook dat de doelen van die verschillende wetten niet hetzelfde zijn.

[0:13:48] De inburgeringswet zet heel erg in op binnen drie jaar aan allerlei vereisten voldoen.

[0:13:52] Dat vereist investering, onderwijs en het halen van bepaalde verplichtingen binnen een bepaalde tijd.

[0:14:01] Tegelijkertijd hebben we de participatiewet en die eist eigenlijk zo snel mogelijk werken.

[0:14:06] Dus je kunt natuurlijk voor het ene en het andere kiezen.

[0:14:08] Dat is niet het punt.

[0:14:09] Het punt dat ik wil maken is dat als die wet tegelijkertijd van toepassing is op dezelfde groep,

[0:14:14] dan zien we dat ook in hoe bepaalde gemeenten naar statushouders kijken en met hen omgaan,

[0:14:20] ze dus eigenlijk in een onmogelijke positie plaatsen.

[0:14:22] Dus aan de ene kant worden ze via de participatiewet gestimuleerd om te gaan werken direct en zelfs

[0:14:28] om dat te bewerkstelligen kunnen ze gekort worden in hun bijstand.

[0:14:32] En tegelijkertijd hebben ze die inburgingsplicht die achter hen aanzit.

[0:14:36] Dit is slechts één voorbeeld waarvan ik denk op het moment dat er oprecht nagedacht wordt

[0:14:42] over dat arbeidsparticipatie belangrijk is, dan moeten we dit soort spanningen en tegenstrijdigheden

[0:14:48] in het beleid opsporen en oplossen.

[0:14:51] Daarnaast denk ik dat het ook in dit eerste punt nog belangrijk is om ook te kijken naar

[0:14:57] het feit dat we nu vrij ander beleid hebben voor bijvoorbeeld niet-Europese vluchtelingen

[0:15:03] en Oekraïnse vluchtelingen.

[0:15:06] Ontheemden noemen we die strikt genomen juridisch, maar we zouden natuurlijk kunnen zeggen dat

[0:15:09] het allemaal groepen zijn die op de vlucht zijn voor oorlog en hier een humanitaire status

[0:15:15] hebben.

[0:15:16] Oekraïners vallen niet onder de inburgeringswet, terwijl de statushouders dat wel vallen.

[0:15:22] Tegelijkertijd zien we dat dit voor wetenschappers een natuurlijk experiment is die je nooit ethisch

[0:15:27] zou kunnen afdwingen.

[0:15:28] Maar we zien op dit moment dat er verschillende groepen, met een soortgelijke humanitaire

[0:15:32] achtergrond in ieder geval, onder verschillende ontvangstregimes vallen.

[0:15:36] We zien ook dat de resultaten van die ontvangstregimes anders zijn.

[0:15:40] Dus wat we vooralsnog zien, heel structureel onderzoek moet nog worden uitgevoerd, maar

[0:15:46] ik heb in het position paper ook het eerste voorlopige onderzoek daarnaar opgenomen in

[0:15:50] de bronnen.

[0:15:52] Die laat zien dat dus de arbeidsparticipatie van Oekraïners hoger lijkt te zijn dan van

[0:15:57] statushouders die onder de inburgeringswet vallen.

[0:16:00] Ik denk dat dit aantoon dat die vrijheid en onmiddellijke toegang tot de arbeidsmarkt,

[0:16:04] ook dus het overslaan van de individuele asielprocedure in het geval van Oekraïners, in ieder geval

[0:16:10] als het aankomt op arbeidsparticipatie, positieve uitkomsten kent.

[0:16:14] En ik denk dat als zo'n natuurlijk experiment zich voordoet...

[0:16:17] en we zien verschillen in resultaten...

[0:16:19] dat we natuurlijk de voordelen en de goede uitkomsten van het ene regime...

[0:16:24] moeten terugkoppelen naar groepen voor wie dat regime nog niet geldt.

[0:16:28] Dus ik zou zeggen, kijk naar die verschillende ontvangstregimes...

[0:16:31] en naar de verschillende resultaten ervan...

[0:16:33] zeker als het aankomt op arbeidsparticipatie.

[0:16:37] Nou, er valt nog heel veel meer over te zeggen...

[0:16:39] Maar dat is in grote lijnen mijn eerste punt.

[0:16:43] Mijn tweede punt gaat over gelijkwaardig burgerschap.

[0:16:47] Dus dit gaat niet zozeer over arbeidsparticipatie in de meest directe zin.

[0:16:51] Maar het gaat over een opmerking die ik zou willen maken bij het rapport...

[0:16:55] en ook een discussie over arbeidsparticipatie zoals we het vandaag hebben.

[0:16:58] Natuurlijk, Nederland is een ontvangend migratieland...

[0:17:02] en daarin is economie en arbeidsparticipatie van cruciaal belang.

[0:17:06] Maar tegelijkertijd zijn we ook een democratische rechtsstaat.

[0:17:09] En een democratische rechtsstaat kent naast een economische logica ook andere logica's.

[0:17:15] En één daarvan is dat we op termijn allemaal gelijkwaardige burgers zijn.

[0:17:21] Hiermee zeg ik niet dat we niet moeten nadenken over arbeidsparticipatie, geen migratiebeleid

[0:17:25] daartoe mogen ontwerpen, maar tegelijkertijd dat we ook altijd moeten blijven nadenken hoe

[0:17:30] de manier waarop we over migratie en migranten spreken een langdurig effect kan hebben op

[0:17:36] hoe we het medeburgerschap van bepaalde burgers zien.

[0:17:41] Dat is een beetje abstract geformuleerd, maar heel concreet.

[0:17:44] We moeten waken voor een samenleving, een democratische rechtsstaat...

[0:17:49] waarin toch op een bepaalde manier...

[0:17:52] het burgerschap van bepaalde mensen wordt bevraagd...

[0:17:55] op basis van hoe economisch rendabel ze eigenlijk zijn.

[0:17:59] Misschien ook op economische inschattingen die we eerder hebben gemaakt...

[0:18:03] op basis van dat we die migratie hebben toegelaten.

[0:18:05] Misschien zijn er economische redenen dat dat later wat minder positief uitvalt.

[0:18:09] Dit hebben we bijvoorbeeld ook bij de gastarbeiders gezien.

[0:18:12] Het had ook te maken met een brede economische malaise in de jaren tachtig.

[0:18:16] Maar dan moeten we toch niet hebben dat we zeggen dat als generaties daarna dat er toch altijd ja,

[0:18:20] maar die groepen zijn niet zo geïntegreerd.

[0:18:23] Die groepen horen cultureel niet zo bij ons.

[0:18:25] Het zijn wel burgers, maar we blijven op een bepaalde manier nog altijd kijken.

[0:18:29] Passen ze wel bij ons? Werken ze wel bij ons?

[0:18:32] terwijl het burgerschap van geboren Nederlanders zonder migratieachtergronden nooit op die manier

[0:18:38] blijvend ter discussie wordt gesteld.

[0:18:41] Dus nogmaals, ik zeg niet dat discussies over arbeidsmarkt of migratie onterecht zijn of op

[0:18:47] zichzelf een probleem, maar ik denk dat zeker ook politici altijd die balans moeten blijven vinden.

[0:18:52] Aan de ene kant zijn mensen aanvankelijk migranten, maar op een gegeven moment is het een streep

[0:18:58] eronder, dan is iedereen op dezelfde onvoorwaardelijke manier burger.

[0:19:02] Als ik dit rapport lees en ook als ik kijk naar discussies in de maatschappij en in de

[0:19:08] politiek, dan zie ik toch heel erg dat er wordt gedacht vanuit een soort oorspronkelijke

[0:19:13] bevolking die nadenkt over wat migratie allemaal voor ons zou kunnen betekenen of

[0:19:18] niet en onder welke voorwaarden die migratie achteraf jammerlijk zou zijn of

[0:19:23] burgers toch niet geïntegreerd of op culturele afstand van ons.

[0:19:28] En ik denk dat politici, en wij misschien ook allemaal als wetenschappers,

[0:19:31] een balans moeten vinden in die economische, meer pragmatische perspectieven.

[0:19:38] En tegelijkertijd ook altijd moeten nadenken over wij zijn een democratische rechtsstaat.

[0:19:42] Is normatief een gemeenschap van gelijkwaardige burgers?

[0:19:47] Wat een individuele migratieachtergrond of de migratieachtergrond van je ouders

[0:19:53] of zelfs je opa's en oma's. Wat ooit het economische perspectief op jouw rendabiliteit was,

[0:19:59] dat moet niet blijvend op onze debatten over verschillende groepen in de samenleving blijven

[0:20:06] leunen. Dus dat zijn mijn twee punten. Heel fijn. Net iets, net ietsje over de tijd,

[0:20:13] maar dank. Ik kijk even naar links. Nee, ik zie niet dat er vragen zijn. Dan wil ik de

[0:20:20] Ik zou graag vragen om het woord te nemen.

[0:20:23] Nou, eveneens hartelijk dank voor deze uitnodiging.

[0:20:25] Ik ben erg blij om hier toelichting te geven

[0:20:26] op de participatie- en integratiecijfers die het CBS maakt.

[0:20:30] Het CBS heeft ook een bijdrage mogen leveren

[0:20:32] aan het rapport van de staatscommissie,

[0:20:34] omdat we allerlei demografische varianten hebben kunnen berekenen, doorrekenen,

[0:20:38] op de middenvariant, zeg maar, de meest waarschijnlijke ontwikkeling.

[0:20:41] En interessant is, als je kijkt naar de ontwikkeling

[0:20:44] in al die verschillende varianten, dan zie je dat de bevolking

[0:20:47] met niet-Nederlandse herkomst eigenlijk in alle varianten groeit.

[0:20:49] Dus alleen al omdat mensen met een eerste generatie migratie achter ons,

[0:20:54] zoals we dat... Migranten krijgen ook nog steeds kinderen.

[0:20:57] Dus in alle varianten groeit de bevolking.

[0:21:01] En in bijna alle varianten zal de beroepsbevolking

[0:21:04] met een Nederlandse achtergrond met ongeveer een miljoen teruglopen.

[0:21:08] Dus de groei van de beroepsbevolking die in bijna alle varianten naar voren komt,

[0:21:12] komt geheel voor rekening voor migranten en hun kinderen.

[0:21:15] Omdat de arbeidsdeelname van een deel van de bevolking

[0:21:17] met niet-Nederlandse herkomst achterblijft.

[0:21:20] Bij bijvoorbeeld Nederlandse herkomst ligt daar dus een onbenut potentieel,

[0:21:23] dus extra arbeidsaanbod, net als onder deeltijdwerkende vrouwen

[0:21:27] en ook onder ouderen.

[0:21:29] Als je naar integratie kijkt en het belang van integratie

[0:21:32] of hoe het met integratie gaat, dan werkt het CBS altijd in opdracht

[0:21:37] van sociale zaken hier aan de rapportage integratie samenleven

[0:21:40] en we stellen ook kernindicatoren over integratie samen.

[0:21:43] En dan zie je, ook als je wat verdiepende analyses doet,

[0:21:45] ...dat de ene integratie in de krater samenhangt met de andere.

[0:21:49] Kijk, de hoofdlijn is dat de positie van personen met een herkomst buiten Nederland...

[0:21:53] ...die wijkt af van het gemiddelde van de totale Nederlandse bevolking.

[0:21:57] Dus gemiddeld kleiner behuist, een lager onderwijsniveau, minder vaak werk...

[0:22:01] ...lager inkomen, vaker uitkeringsafhankelijk. Dat is zo.

[0:22:04] Als je naar kinderen van migranten kijkt, de tweede generatie...

[0:22:08] ...dan zie je dat dat al aantrekt, dat het beter gaat.

[0:22:11] Dat die verschillen met de gemiddelde bevolking...

[0:22:13] echt kleiner worden.

[0:22:16] Kijken we heel specifiek naar subgroepen migranten,

[0:22:19] migranten uit vluchtelingenlanden.

[0:22:21] Die doen het op vrijwel alle sociaal- economische domeinen

[0:22:23] het minst goed, zou ik kunnen zeggen.

[0:22:25] Die nemen de minst gunstige positie in.

[0:22:28] Het hele motief om naar Nederland te komen was...

[0:22:30] ...had ook niks met de arbeid natuurlijk te maken.

[0:22:31] Had een militaire opdracht die de Nederlandse bevolking...

[0:22:34] ...of de opzicht heeft genomen.

[0:22:36] Dus er is ook helemaal geen reden geweest om hier te komen...

[0:22:38] ...om te participeren.

[0:22:39] En in het begin is het ook altijd moeilijk...

[0:22:41] in de arbeidsmarkt een plek te vinden.

[0:22:44] Dat duurt vrij lang.

[0:22:46] Maar het is gewoon wel zo dat de participatie achterblijft.

[0:22:50] Kijk je dan weer naar specifieke groepen,

[0:22:53] dan zie je dat de tweede generatie Nederlandse Afghaanse

[0:22:56] en Nederlands-Iraanse jonge mensen

[0:22:59] relatief hoog opgeleid zijn ten opzichte van het gemiddelde.

[0:23:01] Dat komt ook omdat het weer een selectieve groep was

[0:23:03] van mensen die in de jaren tachtig naar Nederland gekomen zijn.

[0:23:06] Die zelf ook, die ouders waren zelf ook relatief hoog opgeleid.

[0:23:10] Dus het is van belang om te kijken naar de onderliggende ontwikkelingen

[0:23:14] om iets te zeggen over die participatie en integratie van de verschillende groepen.

[0:23:17] Kijk je naar de onderwijscarrières van mensen met een niet-Nederlandse herkomst,

[0:23:23] dan zie je dat de tweede generatie het echt ook wel beter doet dan in het verleden.

[0:23:28] Dus als je kijkt naar het aandeel leerlingen

[0:23:29] dat een HAVO- of VW-onderwijs volgt in het leerjaar drie,

[0:23:32] en met name Turks-Marokkaans-Nederlandse jeugd doet het veel beter

[0:23:36] en maken veel meer progressie dan andere groepen.

[0:23:40] Ze hebben ook veel meer in te halen, natuurlijk.

[0:23:43] En ook het aandeel HBO-WHO-opgeleide, dat is lager, maar het neemt wel toe.

[0:23:50] Dus daar is zeker nog van alles aan te doen

[0:23:52] om die integratiecijfers omhoog te werken.

[0:23:57] Dat relateert natuurlijk ook aan lagere sociaal-economische statusen

[0:24:00] die die groepen hebben.

[0:24:03] Dus de participatiecijfers blijven achter,

[0:24:05] maar voor de tweede generatie zien ze er beter uit dan van hun ouders.

[0:24:10] Ook omdat ze gewoon hoger opgeleid zijn.

[0:24:12] Kijk je naar de specifieke groepen, migranten uit nieuwe EU-landen,

[0:24:15] dan zie je dat ze een bovengemiddelde participatie hebben.

[0:24:17] Dat zijn natuurlijk de arbeidsmigranten die hier gekomen zijn om te werken.

[0:24:22] En maken nauwelijks gebruik van uitkeringen.

[0:24:26] Blijven ze wat langer hier, dan komen ze in de buurt van het gemiddelde

[0:24:28] van de Nederlandse bevolking.

[0:24:32] Nou, dus we hebben heel specifiek verdiepende analyses gedaan

[0:24:35] naar die transitie, die belangrijke transitie van school naar werk.

[0:24:39] En als je dan binnen onderwijsniveaus mensen over de tijd volgt,

[0:24:43] jongeren die hun afsluiting, NBO4 of VWO of HAVO,

[0:24:47] en je gaat dan kijken van hoe is die aansluiting in de arbeidsmarkt nou,

[0:24:50] dan zie je dat, gegeven het opleidingsniveau,

[0:24:53] wat hetzelfde is, dat de participatiepercentage,

[0:24:56] de arbeidsparticipatie, is gewoon lager

[0:24:58] voor mensen binnen dezelfde onderwijsniveaus

[0:25:00] als een niet-Nederlandse herkomst hebben.

[0:25:03] Echter hebben ze werk, dan zijn er beloningen

[0:25:05] die zijn net zo hoog, dan zijn er nauwelijks verschillen.

[0:25:07] Ze hebben wel ook weer vaker een tijdelijke baan

[0:25:09] en ze worden vaker geconfronteerd met het niet-hebben van werk,

[0:25:12] dus ze verliezen eerder ook hun werk.

[0:25:14] Dat heeft ook weer een relatie met die tijd met dat tijdelijk werk.

[0:25:17] Maar je ziet dus eigenlijk dat als onderwijs verbetert,

[0:25:20] want de verschillen zijn echt wel kleiner binnen de hogere onderwijsniveaus,

[0:25:25] dus dan gaat die aansluiting met de arbeidsmarkt beter,

[0:25:27] maar het blijft echt nog achter,

[0:25:29] met name bij de mensen met een lager onderwijsniveau.

[0:25:33] En we hebben ook specifiek gekeken naar bijstandsafhankelijkheid,

[0:25:35] omdat dat voorzieningengebruik is wat vaak ook in de picture ligt en zo.

[0:25:40] Dan zie je ook dat die bijstandsafhankelijkheid

[0:25:41] inderdaad hoger is bij mensen met een niet-Nederlandse herkomst,

[0:25:45] met name met vluchtelingen.

[0:25:46] Dat is ook logisch, want die zijn aan het begin

[0:25:47] natuurlijk nog helemaal niet in staat om te gaan werken.

[0:25:49] En dan... Daarvoor is die bijstand, denk ik ook.

[0:25:52] Maar dan zie je dat het met de tijd ook wel beter wordt.

[0:25:54] Maar als je dus kijkt naar de samenstelling van die groepen

[0:25:56] en je relateert haar onderwijsniveau aan,

[0:25:58] met name het onderwijsniveau van mensen,

[0:26:00] dan zie je dat die verschillen eigenlijk veel kleiner worden.

[0:26:03] Dus verbetert dat onderwijsniveau,

[0:26:07] dan verlaagt ook het voorzieningengebruik van die groepen.

[0:26:10] Kijk je bijvoorbeeld naar de Turkse tweede generatie, dan is het zelfs negatief.

[0:26:13] Als je rekening houdt met onderwijsniveau,

[0:26:15] dan ontvangen ze minder bijstand dan gemiddeld.

[0:26:18] Dus die dingen hangen met elkaar samen.

[0:26:23] Er is, niet door het CBS, maar buiten het CBS, SCP

[0:26:26] en allerlei andere universiteiten, onderzoek gedaan

[0:26:28] naar de toegang tot de arbeidsmarkt voor mensen met niet-Nederlandse herkomst.

[0:26:31] En dan zie je dat er gewoon aangetoond wordt dat er geselecteerd wordt op herkomst

[0:26:37] wat betreft het überhaupt lezen van cv's.

[0:26:39] Dus het is moeilijker om een stageplek te veroveren,

[0:26:43] het is moeilijker om een baan te veroveren.

[0:26:46] Wij hebben wel als CBS aan mensen gevraagd van, ervaart u discriminatie?

[0:26:50] En dan zie je dat dat bij mensen met niet aan zijn herkomst,

[0:26:52] met name de tweede generatie, dat ze dat veel vaker rapporteren dan gemiddeld.

[0:26:58] Dus als je geïnteresseerd bent in participatie, integratie en defecten op het belang daarvoor,

[0:27:06] wat betreft de ontwikkeling van de bevolking, we hebben een vergrijzende bevolking, en de

[0:27:10] achterstanden die bepaalde groepen hebben wat betreft participatie en integratie, dan zie

[0:27:15] je dat die verschillende indicatoren met elkaar samenhangen en dat er verbetering en verhoging

[0:27:21] van die arbeidsparticipatie mogelijk is en misschien ook wel nodig om die gematigde

[0:27:25] groei te faciliteren en ook die samenleving draaiende te houden, omdat er gewoon mensen nodig

[0:27:30] zullen zijn om de banen te vervullen die vervuld moeten worden.

[0:27:35] Tot zover even.

[0:27:38] Hartelijk dank.

[0:27:39] Ik kijk even naar links of er hier nog feitelijke vragen zijn.

[0:27:42] Dan stel ik voor dat in groepjes van drie de vragen gesteld worden.

[0:27:49] Even voor uw informatie en voor thuis.

[0:27:51] We hebben hier de heer Boon van de PVV, mevrouw Becker van de VVD, de heer De Kort van de VVD,

[0:27:57] De heer Van Houdelingen van de FvD, de heer Vlag van de SGP en de heer Baminga van D66.

[0:28:04] En ik ben de maïn partij van GroenLinks Partij van de Arbeid.

[0:28:08] We stellen alle zeven vragen, maar ik stel voor dat de heer Boon begint.

[0:28:13] Gaan we gaan.

[0:28:15] Ja, dank u wel. De eerste vraag is...

[0:28:17] Ik wil de eerste, alle drie de sprekers hartelijk bedanken.

[0:28:20] Het verhaal van meneer Koopmans was voor mij heel duidelijk.

[0:28:23] Daar heb ik eigenlijk geen vraag over.

[0:28:24] Ik heb wel een vraag aan mevrouw de Waal.

[0:28:27] U zet heel erg een contradictie neer dat mensen moeten integreren, moeten kiezen als participeren

[0:28:33] of de integratie.

[0:28:34] Maar waarom niet beide?

[0:28:35] Waarom proberen we niet, want ik weet heel veel gemeentes, het is echt heel welwillend,

[0:28:39] zeker voor staatshebbers die werken, om het in burgering te schuiven, op andere tijdstippen,

[0:28:44] andere dagen.

[0:28:45] Dus het is echt wel mogelijk en ik denk dat we uit wel de slachtofferdenken moeten komen.

[0:28:50] En als we dat hebben, dat we dat wel allebei kunnen.

[0:28:52] U noemt nog het verschil tussen vluchtelingen en Oekraïense ontheden.

[0:29:00] We doen één vraag en ik wil ook graag vragen of u het kort wil houden.

[0:29:08] Politiek doen we met elkaar en u bent niet verplicht om politieke vragen, maar wel de

[0:29:14] feitelijke vragen, dus het is heel fijn.

[0:29:17] We houden de vraag voor de volgende ronde.

[0:29:20] Dank u wel.

[0:29:21] Dank aan de sprekers voor hun aanwezigheid.

[0:29:26] Volgens mij is de hoofdvraag die mevrouw De Waal een beetje neerlegt, dat je nog wel actief

[0:29:30] inburgering van nieuwkomers moet vragen.

[0:29:32] Dan verwijst ze ook naar Oekraïners.

[0:29:34] Ze zegt dat deze mensen automatisch de arbeidsmarkt mogen op.

[0:29:37] Ze hebben geen inburgeringswet waarmee ze te maken hebben.

[0:29:40] Ze doen het eigenlijk beter.

[0:29:41] Ik zou het interessant vinden om van de andere twee sprekers te horen.

[0:29:45] Is dat nou een vergelijking die je kan maken?

[0:29:47] Aan de heer Koopmans zijn toch ook culturele verschillen.

[0:29:51] In welke mate speelt dat een rol?

[0:29:53] En ook aan de heer Van Galen.

[0:29:55] Hoe zien we nou wat toch ook verschillen zijn met die groepen, waardoor je misschien toch zou moeten

[0:29:59] zeggen dat je wel inburgering moet vragen van mensen die hier nu naartoe komen, omdat ze misschien

[0:30:05] wel niet te vergelijken zijn met de Oekraïners wat betreft kenmerken?

[0:30:08] Dank.

[0:30:09] Dank u wel.

[0:30:10] De heer De Kort.

[0:30:12] Ja, dank, voorzitter.

[0:30:14] Ik heb een vraag aan mevrouw de Waal.

[0:30:16] Omdat zij aangeeft dat de integratieplicht en de participatiewet conflicterend met elkaar zijn.

[0:30:23] Ik denk juist dat die complementair aan elkaar is.

[0:30:26] Want een persoon die niet of nauwelijks meewerkt aan de integratie...

[0:30:30] de gemeente heeft door de participatiewet instrumenten om te sanctioneren bijvoorbeeld.

[0:30:37] Dus kunt u concreet maken waarin u die conflicterendheid ziet?

[0:30:50] Ik denk dat de vraag van de heer Boon en de vraag van de heer Kort enigszins wel overlappen.

[0:31:00] Die kan ik dus tegelijk beantwoorden.

[0:31:07] De vraag van mevrouw Bekker was niet direct aan mij, maar ik denk dat ik daar nog wel aan raak.

[0:31:12] Ik probeerde uit te leggen dat de participatiewet en de inburgeringswet met elkaar conflicteren.

[0:31:22] Dat is niet per se een opvatting van mij.

[0:31:24] Dat blijkt al uit meerdere onderzoeken, onder andere door de evaluatie van de inburgering uitgevoerd

[0:31:30] door Significant en ook door het recente onderzoek gedaan door Erasmus Universiteit Rotterdam,

[0:31:37] die ik ook in de bronnenlijst heb opgenomen van mijn position paper.

[0:31:42] Gemeenten geven zelf aan dat zij niet goed weten wat ze met deze verschillende

[0:31:46] beleidsregimes moeten.

[0:31:47] We zien ook dat bepaalde gemeenten ervoor kiezen om bijvoorbeeld de

[0:31:51] participatiewet niet in te zetten, omdat ze niet zien hoe deze goed kan werken

[0:31:55] met de inburgering.

[0:31:56] Zoals ik ook al kort uitlegde in de presentatie zelf, is het gedwongen worden

[0:32:06] om fulltime te werken via de participatiewet of iedere vorm van werk aan te nemen, dat maakt het

[0:32:11] moeilijker om te voldoen aan alle inburgeringsverplichtingen binnen drie jaar.

[0:32:16] Dus dat is meer een feitelijke constatering die uit meerdere onderzoeken naar voren komt.

[0:32:22] Ik zeg daarmee niet dat de gemeente moet kiezen voor de participatiewet of voor de inburgeringswet.

[0:32:29] Wat ik in het licht van de Oekraïners wel denk, en ook vanuit mijn eigen onderzoek,

[0:32:33] is dat afstemmen op het individu het beste werkt.

[0:32:37] Dus inderdaad, ik zou persoonlijk niet inzetten op het steeds trigenter maken van inburgeringsvereisten voor iedereen.

[0:32:45] Maar ik zou veel meer kijken naar wat er nodig is en wat iemand de beste start biedt in het individuele geval.

[0:32:52] En ik denk dat dat in bepaalde gevallen, als mensen willen doorstromen naar hoger onderwijs waar een bepaalde taalingangseis is,

[0:32:59] Dan is het halen van een certificaat inburgering op B1-niveau natuurlijk wel het beste,

[0:33:04] want dan kunnen ze naar het hoger onderwijs.

[0:33:06] In bepaalde andere gevallen, als mensen kunnen instromen in een beroepsveld waar ze geen B1

[0:33:11] voor nodig hebben, maar wel al aan de slag kunnen, dan denk ik dat van iemand vragen om

[0:33:17] drie jaar inburgeringsonderwijs te doen, dat dat iemand eerder kan vertragen om hem in

[0:33:23] zo'n onderwijssituatie te duwen in plaats van iemand al te laten werken.

[0:33:27] En ik denk ook dat dit uit onderzoeken van onder andere ook taalscholen en de inburgering zelf,

[0:33:32] nogmaals, er is heel veel onderzoek gedaan aan de inburgering door de ombudsman,

[0:33:35] door de eigen wetsevaluatie, door de Algemene Rekenkamer,

[0:33:38] dat dit al best wel lang uit de onderzoeken naar voren komt.

[0:33:41] Dus de Oekraïners moeten natuurlijk ook aanbod krijgen om de Nederlandse taal te leren.

[0:33:48] Oekraïners zijn ook geen groep die de Nederlandse taal al kent.

[0:33:51] Dus ik zou zeggen, denk daar ook over na.

[0:33:54] Dus het gaat me niet om wel of geen beleid.

[0:33:56] Het gaat me veel meer om afstemmen op individuen in plaats van op groepen

[0:34:01] en niet stringent worden om het stringent worden,

[0:34:04] omdat dat politiek streng klinkt bijvoorbeeld,

[0:34:07] maar echt nadenken vanuit wat arbeidsparticipatie echt stimuleert

[0:34:11] en wat wetenschappelijk empirisch onderzoek daarover aantoont.

[0:34:18] Dank u wel.

[0:34:19] Misschien eerst door de heer Koopmans naar aanleiding van de vraag van mevrouw Becker

[0:34:24] over de vergelijking met de Oekraïense vluchtelingen.

[0:34:29] Ja, graag. Bedankt voor de vraag. Ik wil er zelf ook wel eigenlijk graag op dat thema ingaan.

[0:34:36] Een natuurlijk experiment, zoals mevrouw de Walert heeft genoemd, heeft natuurlijk als

[0:34:43] voorwaarde dat je één bepaalde variable, dat is één bepaalde factor, varieert. In dit geval

[0:34:49] dan wel of geen inburgeringsplicht en dat voor de rest alle andere relevante factoren constant

[0:34:56] blijven. Dat is natuurlijk het probleem bij die vergelijking tussen Oekraïners en niet-Europese

[0:35:01] vluchtelingen. Want er is nog veel meer wat die groepen onderscheidt wat voor arbeidsmarkt

[0:35:06] participatie zeer belangrijk is. Het opleidingsniveau van Oekraïners is bijvoorbeeld zeer hoog in

[0:35:11] vergelijking met niet-Europese vluchtelingen. De culturele afstand waar ik het over had,

[0:35:18] die is natuurlijk veel geringer. Met name als het om vrouwen gaat. De arbeidsmarkt participatie

[0:35:23] van vrouwen. Veel Oekraïners zijn vrouwen. Dat is in de Oekraïne enorm hoog, hoger dan

[0:35:28] in Nederland. Dus dat die vrouwen ook in Nederland de arbeidsmarkt opgaan heeft ook culturele

[0:35:33] redenen. En dan hebben we natuurlijk überhaupt de samenstelling nageslacht die bij veel andere

[0:35:43] vluchtelingengroepen bestaat uit een dominantie van mannen, jonge mannen. En hier uit een

[0:35:48] dominantie van vrouwen, jonge vrouwen meestal. Dus er zijn heel veel dingen die daar verschillen

[0:35:53] wat niet wil zeggen dat ik het niet interessant vind daar onderzoek naar te doen. Ik denk dat dat

[0:35:57] soort onderzoek eerder kans heeft om interessante bevindingen op te leveren als het internationaal

[0:36:03] vergelijkend is. Want dan kun je kijken naar het beleid dat we in Nederland hebben ten aanzien van

[0:36:08] Oekraïners en het beleid dat we in andere landen hebben ten aanzien van Oekraïners. En we zien dat

[0:36:12] er ook tussen Nederland en andere landen grote verschillen zijn in de mate van arbeidsmarkt

[0:36:17] participatie van Oekraïners. En daar is misschien meer uit te concluderen omdat we dan over de

[0:36:23] zelfde groep spreken, met dezelfde culturele afstand, met min of meer dezelfde samenstelling

[0:36:28] in verschillende Europese landen. Dus ja, empirisch onderzoek is altijd goed, maar als je er echt

[0:36:34] iets uit wilt concluderen, dan denk ik dat het in dit geval internationaal vergelijkbaar

[0:36:39] moet zijn. En als het dan gaat om wat dan dat betekent voor arbeidsmarktparticipatie, denk

[0:36:45] ik dat het ook heel belangrijk is om na te denken over korte- en langetermijneffecten.

[0:36:49] Veel migranten, ook vluchtelingen, zijn zelf zeer sterk geïnteresseerd om zo snel mogelijk

[0:36:55] geld te verdienen.

[0:36:56] Ook omdat ze vaak, bij Oekraïna speelt dat minder een rol, maar bij de anderen wel, dat

[0:37:00] ze vaak heel veel geld hebben moeten betalen aan mensen-smokkelaars en het geld ook terugbetaald

[0:37:04] moet worden.

[0:37:04] De families willen ook iets terugzien.

[0:37:06] Maar dat is niet per se de beste strategie voor de lange termijn.

[0:37:09] Dus wat je met inburgering doet is natuurlijk mensen klaar te maken voor integratie in

[0:37:14] de samenleving op de langere termijn en daarvoor ook inderdaad op de koop toeneemt, dat natuurlijk

[0:37:21] gedurende het inburgeringstraject misschien de arbeidsmarktparticipatie iets lager zal

[0:37:26] zijn.

[0:37:27] Dus je moet wel korte- en langetermijneffecten beide in de analyse betrekken.

[0:37:33] Dank u wel en misschien dat u ook wat aanvult.

[0:37:36] Ja, aanvullend hoor.

[0:37:37] Er zijn wat cijfers inderdaad.

[0:37:38] Het is ook niet zo dat alle mensen met een Oekraïnse achtergrond nationaliteit hier

[0:37:41] aan het werk zijn.

[0:37:42] maar een substantieel deel, 55 procent, op 1 november 2023,

[0:37:47] van de 78.000 15- tot 65-jarigen.

[0:37:50] En als je kijkt naar de mensen met een vluchtelingenstatus,

[0:37:53] statushouders, dan bereik je die 55 procent misschien na tien jaar.

[0:37:56] Dus dat is echt een verschil.

[0:37:58] Ik ben het met de heer Koolmans eens, culturele afstand, taal.

[0:38:01] We hebben natuurlijk een diploma-samenleving.

[0:38:03] Die diploma's sluiten makkelijker aan bij de vaardigheden die nodig zijn.

[0:38:06] Dus dat is zeker zo.

[0:38:07] Het is ook wel zo dat mensen die hier een status hebben gekregen,

[0:38:09] daar een lang traject aan vooraf hebben moeten laten gaan.

[0:38:13] En er blijkt ook wel uit onderzoek, ook uit Zweden,

[0:38:16] dat ook de regionale arbeidsmarkten, die zijn in Nederland ook,

[0:38:20] en als je meer nadenkt over de vaardigheden die waar nodig zijn

[0:38:22] bij het verdelen van de mensen over het land en daar dan ook proactief in bent,

[0:38:27] dan zou het ook kunnen zijn dat de participatie een stuk hoger is en wordt.

[0:38:31] Maar het zijn wel twee heel moeilijk te vergelijke groepen, dat moet ik echt zeggen.

[0:38:37] Gaan wij naar de volgende vragen? Meneer Van Houwelingen.

[0:38:42] Dank aan de sprekers.

[0:38:43] Ik heb een vraag voor professor Koopmans.

[0:38:45] Ik heb in de positiepeper, trouwens ook uw boek, de asielloterij, met heel veel interesse gelezen.

[0:38:51] U heeft ook in de positiepeper over welke knoppen we nu nog kunnen draaien.

[0:38:54] Als het over de klassieke asielmigratie gaat, is dat, denk ik, heel beperkt binnen de Europese Unie.

[0:38:58] Dan zegt u ja, maar we kunnen misschien nog wel iets aan arbeidsmigratie doen.

[0:39:01] En nou is mijn vraag, kunnen we nou werkelijk via arbeidsmigratie ook op herkomst sturen?

[0:39:07] Want zoals ik het begrijp, en dat is mijn vraag aan u, is bijvoorbeeld als het gaat om uitzendkrachten binnen de Europese Unie,

[0:39:11] is het zo dat als bijvoorbeeld de Pools uitzendbureau, bijvoorbeeld, ik noem maar iemand uit Afghanistan of uit Irak,

[0:39:18] naar Nederland wil zenden binnen de Europese Unie, dat we dat niet kunnen tegengaan binnen de Europese Unie.

[0:39:22] Dus, en dat van die honderdduizend tewerkstellingen die er zijn op uitzendbasis binnen de Europese Unie,

[0:39:27] na Nederland per jaar, dat een kwart daarvan, als ik het goed begrijp, die komt ook buiten de Europese Unie.

[0:39:32] Dus dat is mijn vraag, kunnen we zelfs als het gaat om arbeidsmigratie,

[0:39:35] kunnen we eigenlijk binnen de EU zelfs nog aan die knop effectief draaien.

[0:39:39] Dank.

[0:39:41] Dank u wel. En de heer Vlag?

[0:39:45] Ja, mijn vraag is gericht aan mevrouw De Waal.

[0:39:49] Uw betoog over het gelijkwaardig burgerschap vind ik moeilijk te volgen, eerlijk gezegd.

[0:39:52] Als ik uw mondeling beluister, dan zegt u van de voortdurende focus

[0:39:57] en aandacht op die integratie is niet goed voor de arbeidsparticipatie.

[0:40:01] Zo heb ik dat beluisterd.

[0:40:02] En in het stuk wat u heeft aangeleverd, lijkt eigenlijk meer de trend te zijn

[0:40:08] van onvoorwaardelijk burgerschap betekent dat je op alle fronten

[0:40:11] gewoon niet zo veel eisen moet stellen.

[0:40:14] Dus geen zware eisen op het gebied van integratie,

[0:40:16] niet voortdurend vragen wat is je economische rentabiliteit

[0:40:20] en voortdurend mensen aanmoedigen om te naturaliseren.

[0:40:24] Met andere woorden, kunt u nog eens een keer verduidelijken

[0:40:26] wat u nu precies bedoelt met gelijkwaardig burgerschap

[0:40:28] en hoe zich dat verhoudt tot integratie?

[0:40:30] Want ik haal een beetje het beeld eruit dat vanwege de economische motieven

[0:40:35] we niet zo moeilijk zouden moeten doen over integratie.

[0:40:39] Dank u wel. De heer Maminga.

[0:40:41] Ja, dank u wel.

[0:40:43] Nou ja, volgens mij heeft de staatscommissie het inderdaad over gematigde groei

[0:40:47] en dat je inderdaad veel meer moet inzetten op potentieel die er eigenlijk al is,

[0:40:51] de talenten die er eigenlijk al zijn, om die beter te benutten.

[0:40:55] Ik wilde eigenlijk van alle sprekers horen welke knoppen er nog zijn

[0:41:00] om dat volledig te kunnen benutten.

[0:41:02] Want we weten allemaal dat er heel veel sprake is van arbeidsmarktdiscriminatie

[0:41:06] en dat we daar jarenlang dat proberen te bevechten,

[0:41:10] maar dat lijkt niet te lukken.

[0:41:12] Dus ik wil graag weten welke aanvullende adviezen hebben jullie

[0:41:16] om dat aan te pakken, om te zorgen dat het talent veel beter benut wordt in Nederland.

[0:41:23] Dank u wel. Gezien de tijd, ik laat mijn vraag...

[0:41:25] Die voel ik wel een beetje gesteld, dus ik laat mijn vraag even achterwegen.

[0:41:28] Ik zou graag de heer Koopmans het woord willen geven over de sturen op de arbeidsmigratie.

[0:41:36] Ja, dat is goed.

[0:41:37] Zal ik ook gelijk mijn antwoord geven op de vraag van meneer Mbamenga?

[0:41:42] Heel graag.

[0:41:44] Nee, heel fijn als u dat in één keer heeft.

[0:41:46] Ja, precies.

[0:41:49] Als het natuurlijk gaat om arbeidsmigratie van binnen de Europese Unie, dan is daar inderdaad

[0:41:56] niet veel op te sturen, want we hebben binnen de Europese Unie het vrije personenverkeer,

[0:42:00] Dus het enige, dat merkt de staatscommissie ook op, als er sprake zou zijn van uitbreiding

[0:42:06] van de Europese Unie, dan kunnen we natuurlijk onderhandelen over een overgangsperiode, misschien

[0:42:11] ook een langere overgangsperiode, bij het toekennen van dat vrije personenverkeer aan

[0:42:17] eventuele nieuwe lidstaten.

[0:42:18] Maar bij de bestaande lidstaten is daar weinig sturingspotentieel.

[0:42:23] Ik zou echt zeggen dat dat ook niet echt heel erg nodig is.

[0:42:27] Dus als we kijken naar de arbeidsmarktparticipatie van migranten uit EU-landen, is die over het

[0:42:36] algemeen heel erg bevredigend en in veel gevallen zelfs hoger dan die van de gemiddelde Nederlandse

[0:42:41] bevolking.

[0:42:42] Dus daar ligt ook niet echt een groot probleempotentieel.

[0:42:45] Daarom zeg ik ook in mijn notitie, als je wilt spreken over sturing van arbeidsmigratie,

[0:42:50] dan zou ik juist inzetten op een priorisering van arbeidsmigratie binnen de Europese Unie

[0:42:56] en te proberen dat potentieel zo veel mogelijk te benutten omdat we daar te maken hebben met mensen

[0:43:02] met een relatief goed opleidingsniveau, met een relatief geringe culturele afstand en daarmee

[0:43:07] juist het potentieel van een geslaagde arbeidsmigratie optimeren. Als het gaat om buiten

[0:43:13] de Europese Unie dan hebben we te maken met een volledig eigenlijk discretionaire bevoegdheid van

[0:43:19] de overheid. Daar kunnen we werkelijk gewoon zelf bepalen wie we toelaten en wie we niet toelaten

[0:43:24] En daar pleit ik voor gerichte overeenkomsten met specifieke herkomstlanden over arbeidsmigratie.

[0:43:31] Dat kun je ook combineren met overeenkomsten over het bijvoorbeeld terugnemen van afgewezen asielzoekers.

[0:43:38] Over meer algemeen regulatie ook van vluchtelingenmigratie, opnemen van vluchtelingencontingenten en dergelijke.

[0:43:44] Dat is denk ik de weg die we moeten volgen, want dan kunnen we inderdaad ook bij dat soort overeenkomsten,

[0:43:49] waar de landen met wie we zulke overeenkomsten sluiten ook rekening houden met culturele afstand

[0:43:55] en natuurlijk als één van de factoren die een rol speelt. Dan de vraag van de heer Bamenga over

[0:44:03] welke knoppen we dan hebben om het bestaande potentieel te vergroten. Daar hebben we een

[0:44:11] groot instrumentarium. Over één instrument hebben we al gesproken. Inburgeringsbeleid,

[0:44:16] Antidiscriminatiebeleid, dat zijn natuurlijk dingen waar we blijvend op moeten inzetten.

[0:44:22] Maar ik moet ook zeggen, ook op basis van mijn eigen onderzoek,

[0:44:25] ik heb lang gedacht dat er heel veel te bereiken was door integratiebeleid.

[0:44:31] En dat er daarom ook heel grote verschillen zouden zijn in het succes van integratiebeleid

[0:44:36] tussen verschillende Europese landen die vaak heel andere beleidstradities hebben

[0:44:40] en heel andere beleidsinstrumenten.

[0:44:42] En uiteindelijk is maar gebleken dat dat weliswaar een zekere rol speelt en daar hebben we in

[0:44:48] Nederland ook echt wel een voortrekkersrol gespeeld, met name waar het de inburgering

[0:44:53] betreft.

[0:44:54] Maar de grootste verklarende factor voor succes of het falen van integratie, ook in

[0:45:01] internationale vergelijking, is de samenstelling van de migrantenbevolking en de maten waarin

[0:45:07] dat gereguleerd is, ook over de tijd aantallen. Mevrouw de Waal merkte eerder op in mijn boek

[0:45:13] dat ik inderdaad niet ervoor pleit om per se minder vluchtelingen op te nemen, maar dat op

[0:45:18] een gereguleerde manier te doen. Maar dat betekent ook dat als je het gereguleerd doet, dat je de

[0:45:23] aantallen ook goed spreidt over de tijd en niet te maken hebt met de situatie waar we nu vaak mee

[0:45:28] geconsulteerd zijn, dat heel veel mensen in heel korte tijdsbestekken komen en dat natuurlijk een

[0:45:34] geslaagde integratie heel erg moeilijk maakt.

[0:45:38] Dank u wel. En mevrouw de Wouw.

[0:45:42] Ja, ik reageer op de vraag van de heer Vlag.

[0:45:46] Nee, wat ik zei en wat ook in mijn position paper staat,

[0:45:50] heeft niet direct te maken met welk inburgeringsbeleid of integratiebeleid we voeren.

[0:45:55] Waar ik aandacht voor probeer te vragen, is dat we moeten nadenken dat binnen een democratische rechtsstaat

[0:46:00] er verschillende waarden en logica's bestaan.

[0:46:03] Een deel daarvan is economisch, maar een deel daarvan is ook een waardegemeenschap.

[0:46:08] En een van die waarden is gelijkwaardig burgerschap.

[0:46:12] En inderdaad, in mijn position paper zeg ik...

[0:46:14] als mensen hier naartoe migreren en hier voor een langere tijd zijn...

[0:46:17] kun je nog over zoebatten hoe lang dat precies moet zijn...

[0:46:20] dan moet de houding van de overheid zijn...

[0:46:22] in principe willen we dat u naturaliseert.

[0:46:25] Want wij willen dat iedereen die hier langdurig onder wetten leeft...

[0:46:29] ook inspraak heeft in die wetten.

[0:46:31] Dat is hét democratische basisbeginsel.

[0:46:34] Maar nog voorbij die meer formeel-juridische gelijkheid...

[0:46:37] is het ook belangrijk in een democratische rechtsstaat...

[0:46:40] dat we naar het burgerschap van medeburgers op een gelijke manier kijken.

[0:46:45] En hiermee heb ik het dus niet per se over mensen die net zijn gearriveerd...

[0:46:48] maar ik heb het ook over mensen die hier al langere tijd zijn.

[0:46:51] Hun kinderen, hun kleinkinderen.

[0:46:53] En mijn punt is dat de manier waarop we over migranten en migratie praten...

[0:46:58] en hoe we ze klassificeren en hoe we ze bespreken,

[0:47:01] dat dat ook kan inwerken hoe burgers met verschillende achtergronden,

[0:47:07] en dat kan dus wel langer in de tijd geleden zijn, elkaar zien.

[0:47:11] Dus wie zijn de echte eigenaren van dit land?

[0:47:14] Wie mag onder welke voorwaarden zich als geïntegreerd zien?

[0:47:18] Waarom krijgt de ene wel het verwijt niet geïntegreerd te zijn

[0:47:21] op het moment dat hij geen baan heeft en iemand anders wel?

[0:47:25] En dat heeft vaak direct te maken met wellicht de migratieachtergrond van je opa.

[0:47:31] Dus ik zeg, we moeten uitkijken hoe die verschillende discussies, dus nogmaals discussies over goed

[0:47:36] ontvangstbeleid, de best mogelijke start voor mensen die hier zijn, hoe willen we humanitaire

[0:47:41] opvang vormgeven, dat allemaal kunnen we het eindeloos over hebben, denk ik, schat ik zo

[0:47:46] in met dit gezelschap.

[0:47:47] Maar het enige waar ik aandacht voor probeer te vragen, is dat we ook oog moeten houden

[0:47:52] dat we niet die migratiediscussies een blijvende impact moeten laten hebben op burgers

[0:47:59] in deze samenleving met verschillende achtergronden.

[0:48:02] En ik denk zelf dat als we kijken hoe dominant ideeën van integratie en migratie en wenselijkheid op dit moment zijn

[0:48:11] of wel dreigen te worden, dat we wel naar een democratische gemeenschap gaan

[0:48:15] waarin dus wel iets meer is, dit zijn de echte Nederlanders

[0:48:19] En dat zijn de misschien-Nederlanders op het moment dat ze een baan hebben exceleren in

[0:48:25] andere omstandigheden, terwijl ze allemaal een paspoort hebben.

[0:48:29] En ik zeg dat we die hiërarchie tussen burgers — ik heb het nu dus niet meer over migranten — daarvoor

[0:48:34] moeten uitkijken.

[0:48:35] En onze discussies over migratie zijn daar een onderdeel van.

[0:48:38] Ik bedoel, ook in andere discussies kunnen die gevoelens aangewakkerd worden, natuurlijk.

[0:48:42] En het is helemaal niet het enige punt dat inburgerings- en integratiebeleid daar een

[0:48:46] rol in heeft.

[0:48:47] Maar ik zie die rol wel.

[0:48:48] en ik vind dat de balans in Nederland op dit moment negatief aan het uitslaan is.

[0:48:52] Dus dat we eerder aan hiërarchieën tussen burgers werken

[0:48:55] dan dat we dat gelijkwaardige burgerschap stimuleren en uitdragen.

[0:49:01] Dan nog even kort de vraag over hoe we talent kunnen benutten.

[0:49:05] Ik heb daar niet heel veel aan toe te voegen,

[0:49:07] behalve ook dingen die al in het rapport staan.

[0:49:10] Mensen die er al zijn meer uren laten werken

[0:49:14] en discriminatie op de arbeidsmarkt tegengaan.

[0:49:17] een kleine opmerking die ik daar nog wel over wil maken, is dat ook in het verhaal van de

[0:49:22] heer Koopmans ook wel een soort spanning zit tussen aan de ene kant hebben we culturele afstand.

[0:49:27] Ik denk dat we ook langer zouden moeten spreken over wat we dan precies zeggen als we het over

[0:49:32] culturele afstand hebben.

[0:49:33] Want we hebben natuurlijk enorme diversiteit, ook in onze eigen geledingen.

[0:49:37] Niet iedereen in Nederland is even progressief en cosmopolitisch.

[0:49:41] Die termen vallen in het position paper van de heer Koopmans.

[0:49:44] Maar ook veel migranten willen juist naar Europa, omdat ze cosmopolitisch en progressief zijn.

[0:49:51] Ze vluchten juist daarvan en willen daar weg van.

[0:49:53] Ik bedoel, die diversiteit is natuurlijk ook heel groot, dus daar moeten we denk ik ook voor waken.

[0:49:58] Maar in ieder geval, als dat idee van culturele afstand ook weer inwerkt op arbeidsdiscriminatie,

[0:50:05] zoals dus ook blijkt uit onderzoeken van het CBS, dan vind ik het eigenlijk een oneigenlijke conclusie

[0:50:11] om te zeggen, ja, dan moeten we die mensen maar niet meer toelaten,

[0:50:13] want wij discrimineren.

[0:50:16] Dus ik zou zelf zeggen, laten we inderdaad die discriminatie aanpakken,

[0:50:20] want dat mag toch geen factor zijn om vervolgens mensen uit te sluiten.

[0:50:24] Dus dat was nog even een korte reactie op jouw vraag,

[0:50:29] maar ook op iets dat eerder gezegd werd tijdens de gesprekken.

[0:50:34] Oké, dan is er nog net even ruimte voor uw antwoord.

[0:50:36] Dus u maar voer vrij om daar wel goed en duidelijk over te zijn.

[0:50:39] Ja, nou, het meeste is, denk ik, gezegd.

[0:50:43] Als je kijkt naar integratieprocessen...

[0:50:45] ...maar ook als je kijkt naar algemene sociale mobiliteit in de samenleving...

[0:50:48] ...als ik naar mijn eigen ouders kijk of naar de generatie van mijn ouders...

[0:50:51] ...en je kijkt echt naar grondig onderzoek wat dit al vaker ter hand heeft genomen...

[0:50:55] ...dan zie je dat integratie, sociale mobiliteit tijd kost.

[0:50:58] En dat het met sociale economische ontwikkeling te maken heeft...

[0:51:01] ...dat je de codes op een gegeven moment kent...

[0:51:03] ...die in wat hogere sociale milieus nodig zijn om verder te gaan.

[0:51:08] En het is nou eenmaal zo dat er een achterstand is bij bepaalde groepen die naar Nederland zijn gekomen,

[0:51:16] die voor een heel groot deel uitgenodigd zijn, dus die niet alleen maar hier naartoe gevlucht zijn.

[0:51:21] Dus besef dat integratie tijd kost.

[0:51:23] En als je dat wil faciliteren, dan moet je investeren in onderwijs.

[0:51:28] Dat doen we natuurlijk als Nederland.

[0:51:30] En je ziet ook dat de ontwikkelingen in onderwijs verbeteren.

[0:51:34] En ik heb al geweest op de cijfers van de kans op werk is dan wel kleiner.

[0:51:40] Heeft men werk, dan doet men het net zo goed.

[0:51:43] Dus ja, de toegang tot die banen, daar kan je misschien als overheid iets op bedenken.

[0:51:48] Maar ik denk ook dat dingen gewoon tijd nodig hebben.

[0:51:50] En dat het niet zo negatief hoeft te zijn als dat het misschien op het eerste gezicht lijkt.

[0:51:56] En dat investeren in die toegang tot de arbeidsmarkt, dat dat loont.

[0:52:06] Dank u wel.

[0:52:09] Het is over vijf minuten.

[0:52:11] We zijn al iets over de tijd heengelopen, dus ik denk dat we gaan afronden.

[0:52:14] Ik hoop dat jullie ons dat niet kwijtnemen, maar we kunnen niet meer.

[0:52:17] We schorsen voor vijf minuten.

[0:52:20] Ik wil u hartelijk danken voor de voorbereiding, de position paper en de tijd die u heeft genomen

[0:52:26] om onze vragen te beantwoorden.

[0:52:30] Wij lichten tot een volgende keer.

[0:52:32] Dank u wel.

[0:52:33] Ja, graag gedaan.

[0:52:34] Tot de volgende keer.

[0:52:35] Dag.

[0:52:35] Tot de volgende keer.

[0:59:31] Intussen wordt er nog een beetje koffie en thee verzorgd, maar ik wou alvast wel beginnen.

[0:59:40] Geweldig dat jullie er allemaal zijn.

[0:59:41] We zijn hier bij een voor het tweede deel van de Commissie over Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

[0:59:49] We hebben een rond de tafel gesprek naar aanleiding van het rapport Staatscommissie

[0:59:54] Demografische Ontwikkeling 2050, Thema Participatie en Integratie.

[1:00:00] Voor dit tweede deel hebben we aan tafel de heer Onder de Zwart van het Verweij-Jonker Instituut,

[1:00:06] Petra Ginja van Divoza — excuus, anders zeg ik het straks nog verkeerd — maar je hebt Winsemius,

[1:00:13] van de directeur van de Stichting Voorwerkende Ouders en Peter Heijkoop van de VNG.

[1:00:21] Welkom, alle vier. Heel fijn dat u de tijd vrij heeft gemaakt.

[1:00:27] Wij vragen u straks een korte toelichting op het position paper te geven.

[1:00:31] Een minuut of twee, drie, dat is heel kort.

[1:00:33] We proberen een klein beetje die tijd ook aan te houden.

[1:00:38] En daarna is er een mogelijkheid voor het stellen van vragen.

[1:00:42] Wellicht is het goed om voor u ook even te weten wie er naast u zit.

[1:00:46] Dat is de heer Boon van de PVV, mevrouw Bekker van de VVD, de heer De Kort van de VVD, de heer

[1:00:51] Van Houwelingen van Voor Democratie, de heer Vlag van de SGP en de heer Baminga van D66.

[1:00:57] En ik ben Marje Patijn van GroenLinks Partij van de Arbeid.

[1:01:02] Ik denk dat het mooi is als we kunnen beginnen, meneer De Zwart, met uw toelichting.

[1:01:07] Dank u wel.

[1:01:08] Dank u wel.

[1:01:09] Dank ook voor de uitnodiging en dank ook voor het werk van de staatscommissie.

[1:01:13] Waar ik op met u wil focussen, is op wat overheden en maatschappelijke partners

[1:01:17] kunnen doen om participatie en integratie van alle groepen in Nederland te bevorderen.

[1:01:22] En ik wil hierbij putten uit het werk van het Kennisplatform Inclusief Samenleven,

[1:01:27] wat wij als VW Jonkereninstituut samen met Movisie organiseren

[1:01:30] en het diverse onderzoek.

[1:01:32] Want in alle scenario's en toekomstverwachtingen over Nederland

[1:01:35] is er sprake van een diverser Nederland.

[1:01:37] En diversiteit is in zekere zin dus een gegeven en het is een gezamenlijke keuze

[1:01:42] hoe we die diversiteit vormgeven. Hoe kunnen we inclusief samenleven?

[1:01:47] En ik wil focussen op een viertal aspecten die van belang kunnen zijn bij keuzes op landelijk en lokaal niveau.

[1:01:54] Allereerst, en dat kwam in het eerste deel van het gesprek ook al naar voren,

[1:01:57] het blijven inzetten op de bestrijding van discriminatie en racisme.

[1:02:01] En daarbij gaat het om sociale normen te versterken,

[1:02:04] te blijven inzetten op effectieve instrumenten,

[1:02:08] bijvoorbeeld objectieve werving, daar werd in het eerste deel

[1:02:10] ook al iets over discriminatie op de arbeidsmarkt gezegd,

[1:02:13] en hoe te zorgen dat overheden en andere organisaties

[1:02:16] transparant zijn over hun keuzes en processen.

[1:02:20] Mijn tweede en derde punt richtte zich op wijken,

[1:02:22] want die zijn, denk ik, vanuit meerdere perspectieven cruciaal.

[1:02:26] Het eerste punt, en daar ging het ook in de position paper over,

[1:02:29] gaat over publieke familiariteit.

[1:02:30] En dat lijkt soms klein, maar het gekend worden, het gezien worden,

[1:02:34] het weten wie er in je buurt en wijk wonen, het elkaar ontmoeten

[1:02:37] en juist het inzetten op die groepsoverstijging, die identiteit,

[1:02:41] die buurtbewoners, wijkbewoners ook met elkaar hebben,

[1:02:44] is juist van groot belang.

[1:02:46] En juist ook in het kader van de enorme woonopgave waar we voor staan,

[1:02:50] is het belangrijk om bij de inrichting van wijken en buurten

[1:02:53] daar rekening mee te houden, zodat ook eigenlijk van de start

[1:02:55] er al gelegenheid is tot ontmoeting.

[1:02:58] En een tweede manier waarop het wijkniveau belangrijk kan bijdragen,

[1:03:02] is het voorkomen van ongewenste polarisatie.

[1:03:04] De polarisatiedebat is soms heel goed,

[1:03:06] maar ongewenste polarisatie wil je voorkomen.

[1:03:09] En daar gaat het om hoe kan je inzetten op gemeenschappelijke doelen

[1:03:12] en identiteiten op wijkniveau

[1:03:14] en die verbinding tussen sociaal en veiligheidsdomein om dat te realiseren.

[1:03:19] En tot slot, aansluitend op het verhaal van mevrouw De Waal,

[1:03:22] denk ik, wilde ik nog even stilstaan bij de jaarlijkse KIS-monitor

[1:03:26] die we uitvoeren in samenwerking met die VOZA ook,

[1:03:29] en die heerlijk zich richt op de arbeidsparticipatie.

[1:03:32] En daar ging het erover dat die is vorig jaar weer onder 230 of 203 gemeenten uitgevoerd.

[1:03:37] En daar zien we dat vooral er praktische problemen zijn

[1:03:40] in die combinatie van inburging en participatie.

[1:03:43] Niet zozeer fundamentele, maar gemeenten willen dat graag combineren,

[1:03:47] maar lopen tegen een aantal dingen aan.

[1:03:49] Statushouders die al lang in een centrale opvang verblijven,

[1:03:52] We kunnen moeilijk lokaal beginnen met een vroege start van inbeugeling.

[1:03:57] Een deelname aan inbeugelingsaanbod staat vaak onder druk

[1:04:00] doordat het niet voldaan wordt aan benodigde randvoorwaarden,

[1:04:03] bijvoorbeeld kinderopvang, waardoor mensen die wel willen niet kunnen participeren.

[1:04:08] En het combineren juist duale trajecten waar het gaat om werken en de taal

[1:04:11] zijn er nog maar beperkt.

[1:04:13] En gemeenten proberen dat er wel aan te doen,

[1:04:15] maar het vraagt om verbetering in de randvoorwaarden.

[1:04:18] Afsluitend, inclusief samenleven is niet iets wat vanzelf ontstaat,

[1:04:22] maar ik denk dat alle keuzes daarbij van belang zijn

[1:04:24] en we hopen daar een aantal aanzet toe te geven.

[1:04:27] Bedankt.

[1:04:30] Mevrouw Ginger.

[1:04:33] Er was tegen mij gezegd, vergeet het knopje niet aan te zetten, dus...

[1:04:37] Dank voor de uitnodiging en het gesprek.

[1:04:43] Vanuit de gemeentelijke uitvoering, ik vertegenwoordig Divosa,

[1:04:48] een aantal reflecties en aandachtspunten.

[1:04:50] En voorop staat, meedoen is belangrijk.

[1:04:54] Meedoen is voor de migrant, voor de persoon belangrijk, maar het is ook voor de maatschappij belangrijk.

[1:05:01] En integratie is eveneens belangrijk.

[1:05:04] En soms staat dat inderdaad wel, is dat wel strijdig met elkaar.

[1:05:09] Er valt heel veel over te zeggen, er is al heel veel gezegd.

[1:05:15] Aandachtspunten, het is echt, we hebben met mensen te maken.

[1:05:20] De woord door het COA, door de asielopvang, gesleept met mensen, het geeft geen stabiele basis

[1:05:27] om vroeg te beginnen vanuit de asielopvang.

[1:05:31] Er valt ook heel veel te zeggen over de betaalbaarheid, absoluut een issue.

[1:05:37] Misschien dat Peter daar nog op ingaat, maar vanuit DIVOSA willen we graag drie specifieke

[1:05:43] aandachtspunten meegeven, gebaseerd op de ervaring van de afgelopen jaren.

[1:05:50] Het allereerste en belangrijkste is misschien wel alles begint met taal.

[1:05:54] Het is nu nog niet gezegd, maar alles begint met taal.

[1:05:57] Op het moment dat je de taal niet spreekt, kan je niet meedoen,

[1:06:01] heb je moeite om een baan te vinden, geeft het problemen op de werkvloer,

[1:06:07] maar ben je ook niet in staat om deel te nemen aan de sociale activiteiten.

[1:06:13] En dan blijf je in je eigen bubbel.

[1:06:15] Alles begint met taal.

[1:06:17] Een Nederlandse taalverwerving mag wat ons betreft echt hoger op de agenda.

[1:06:23] Het tweede punt werd net al genoemd.

[1:06:27] De toegang voor sociale voorzieningen, publieke voorzieningen,

[1:06:32] kan echt benoemd worden als een randvoorwaarde.

[1:06:35] Op het moment dat mensen geen toegang hebben tot de bibliotheek,

[1:06:40] niet of lastig tot de zorg doordringen,

[1:06:44] geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer,

[1:06:49] dan wordt het wel heel erg lastig integreren.

[1:06:51] Dan wordt het lastig om naar je werk te komen.

[1:06:56] Kinderopvang, sociaal-maatschappelijk werk, gezondheidszorg,

[1:07:02] het behoeft echt meer aandacht.

[1:07:06] Zeker het investeren in deze voorzieningen maakt dat ook vrouwen,

[1:07:12] Want met name vrouwen zijn hier de dupe van dat dat arbeidspotentieel beter benut kan worden

[1:07:18] en dat integratie beter vormgegeven kan worden.

[1:07:21] Als derde aandachtspunt willen we echt meegeven dat we als overheid, en dan heb ik het eigenlijk

[1:07:26] over alle overheden, het goede voorbeeld moeten geven.

[1:07:31] Op het moment dat we als overheid ons niet bewust zijn wat taal en toon doet, mensen

[1:07:38] wegzetten. Als we buurten, wijken overvallen met het huisvesten en de opvang van asielzoekers,

[1:07:49] dan is het bijna de bel aan de wortel van de draagvlak in de samenleving. Buitengewoon belangrijk.

[1:07:58] En tot slot, wij denken dat er heel erg veel kansen zijn waarbij eigenlijk alle maatschappelijke

[1:08:07] organisaties, gemeenten en het bedrijfsleven de handen in één moeten slaan, want we hebben ze nodig.

[1:08:15] Migratie, of het nou een beperkte of uitgebreide migratie is, maar vluchten is van alle tijden.

[1:08:23] Migratie zal ook de komende dertig jaar bestaan.

[1:08:26] Dank u wel, voorzitter.

[1:08:34] Dank aan uw Kamer voor de uitnodiging om hier vandaag aanwezig te mogen zijn om namens kinderen,

[1:08:39] ouders, opa's en oma's het woord te mogen voeren.

[1:08:42] Ook dank aan de staatscommissie voor het rapport.

[1:08:45] Wij hebben het met interesse mogen lezen.

[1:08:47] Die opa's en oma's in 2050 zijn wij.

[1:08:51] Het probleem is dat wij zo direct op geen zorg meer kunnen rekenen als we niet nu buiten die kaders

[1:08:57] gaan denken.

[1:08:58] Uit de staat van het gezin 2024 — ik heb een exemplaar voor u bij me — blijkt dat het nu al

[1:09:04] knelt voor ouders, voor gezinnen, voor kinderen.

[1:09:07] We hebben een lange lijst met voorbeelden

[1:09:09] die de knelpunten voor gezinnen van nu al duidelijk maken.

[1:09:12] Maar we moeten ook realistisch zijn en dat betekent dat we keuzes moeten gaan maken.

[1:09:17] Keuzes die misschien pijn doen of waarvan

[1:09:19] we denken dat het niet kan omdat we nou eenmaal regels en kaders hebben.

[1:09:22] Maar wat kiezen we? Kiezen we voor welzijn of economische groei?

[1:09:25] Kiezen we voor vrije tijd of kiezen we voor arbeid?

[1:09:29] Wij denken dat we heel veel kunnen doen, maar dat betekent wel dat we nu moeten gaan beginnen.

[1:09:33] We hebben samen met gezinnen een lange lijst met oplossingen waar we daarmee direct mee aan de slag

[1:09:38] kunnen, maar de vraag is of we in Nederland genoeg ambitie hebben om daadwerkelijk voor gezinnen te

[1:09:43] gaan staan. Durven we buiten de kaders te gaan denken?

[1:09:46] Wat is de maatschappelijke investeringsbereidheid in kinderen?

[1:09:50] Durven we het hebben over wat het oplevert versus wat het kost?

[1:09:54] Dit zijn allemaal vragen die voor ons liggen en die lef vragen.

[1:09:58] Het vraagt om ambitie.

[1:09:59] Het vraagt om visie.

[1:10:00] Het vraagt ook om beleid langer dan een kabinetsperiode duurt.

[1:10:05] Maar het vraagt vooral om lef en ik hoop dat wij het daar vandaag ook met elkaar over kunnen hebben.

[1:10:10] Dank u wel.

[1:10:12] Dank u wel, mevrouw Wissemius.

[1:10:14] Dan de heer Heiko.

[1:10:16] Ja, voorzitter, dank u wel.

[1:10:18] Dank voor de uitnodiging en goed dat uw Kamer uitgebreid tijd neemt om dit toch wel belangwekkende

[1:10:25] rapport van de staatscommissie goed te ontleden.

[1:10:27] Er zitten een aantal elementen in die zeer relevant zijn voor de samenleving als geheel

[1:10:31] en zeker ook voor de gemeente in het bijzonder.

[1:10:33] U heeft onze position paper kunnen lezen en daarin hebben we al de vinger gelegd bij een

[1:10:38] aantal zaken waar we ons zorgen over maken en waarbij we u ook oproepen om daarmee aan

[1:10:42] de slag te gaan.

[1:10:43] De belangrijkste boodschap van het rapport, gematigde groei, die onderschrijven wij van

[1:10:48] harte.

[1:10:48] Dat gaat ook over de toegang tot publieke voorzieningen, de draagvlak in de samenleving en de integratie

[1:10:53] van nieuwkomers.

[1:10:54] In die zin was het eerste blok heel interessant ook als toehoorder om ook vanuit het perspectief

[1:10:59] van de wetenschap en de kennisinstellingen daar kennis van te nemen.

[1:11:04] Onze inbreng zou ik graag op een aantal punten willen toespitsen, voorzitter.

[1:11:07] Dat gaat allereerst om de integratie, inburgering.

[1:11:11] Dit blokje heet praktijk en dilemma's en die zien we nogal in dat opzicht.

[1:11:15] Dat hebben we natuurlijk ook al nodig en van meegekregen in het eerste blok.

[1:11:17] En de 24-weken-eis, daar heeft uw Kamer veelvuldig over gesproken, die is afgeschaft in de zin

[1:11:23] dat asielzoekers meer mogen werken.

[1:11:25] En ik weet dat u in uw Kamer daar verschillend over gedacht wordt.

[1:11:27] Maar waar u het volgens mij wel met elkaar over eens bent, is dat mensen zo snel

[1:11:30] mogelijk moeten meedoen en ook naar vermogen bij moeten dragen aan ons land.

[1:11:34] En ik hoop dat u daar elkaar ook in kunt vinden.

[1:11:37] En als gemeente zijn wij positief over die verruiming van die mogelijkheden.

[1:11:40] Maar we zijn er nog niet, want in de praktijk zie je gewoon heel veel

[1:11:43] belemmeringen. Denk aan het aanvragen van bankrekeningen.

[1:11:46] Denk aan BSN-nummers, diploma's die moeilijk erkend worden.

[1:11:50] En wat we ook nadrukkelijk toch wel zien is van ja, wie gaat deze mensen nu helpen?

[1:11:54] Heeft COA daar een rol, het UWV of ligt dat toch ook bij gemeenten?

[1:11:58] Daar zitten veel ingewikkeldheden.

[1:12:01] En als het gaat over het meedoen, waarom we dat zo goed vinden en ook dat werken van die

[1:12:06] asielzoekers is dat het bijdraagt in economische zin, maar het draagt ook zeker bij aan het

[1:12:11] tegengaan van de polarisatie, want mensen komen meer in contact met de samenleving,

[1:12:15] ze dragen bij en dat verbetert ook in die zin de verhoudingen tussen nieuwe groepen en

[1:12:19] onze inwoners. De integratie wordt daarmee bespoedigd en integreren, als het daarover gaat,

[1:12:26] integreren en verhuizen, dat gaat niet lekker samen. En wat we nu nog steeds zien, en Petra gaf

[1:12:31] dat ook al aan, het verslepen van mensen, dat schiet niet op. Wij zijn ook hardgrondige voorstander

[1:12:37] van die spreidingswet, niet zozeer alleen vanuit solidariteit, maar ook omdat het hele stelsel

[1:12:41] voorspelbare maakt. Mensen landen op een bepaalde plek, iedereen weet waar hij naartoe is. Die

[1:12:45] Solidariteit is belangrijk, maar vanuit het perspectief waar we vandaag over spreken,

[1:12:51] denk aan kinderen die landen ergens gaan naar school, hebben al moeite om die taal te leren,

[1:12:55] moeten er dan volop inzetten en als je dan weer moet verhuizen, weer nieuwe vriendjes, weer gedoe.

[1:12:59] En het geldt ook voor volwassenen.

[1:13:00] Op het moment dat je ergens bij een werkgever aan de slag bent en je wordt vervolgens toch weer naar een

[1:13:03] ander AZC geplaatst of in een andere gemeente gehuisd als statushouder.

[1:13:08] Nou ja, ik denk dat daar echt winst te behalen is als je al snel kan beginnen met het inburgeren,

[1:13:12] Maar ook dat mensen worden opgevangen op de plek waar ze ook aan het werk kunnen integreren

[1:13:17] en uiteindelijk ook komen te wonen.

[1:13:19] En we zien nu nog te veel gesleep en te veel onrust.

[1:13:22] En welk instrument daartoe het beste het doel dient, dat is aan u als Kamer.

[1:13:27] Maar wij zien wel dat dit een probleem is dat opgepakt moet worden.

[1:13:30] Als het gaat over de Oekraïners wil ik ook nog even kort op ingaan.

[1:13:34] Ook in mijn eigen stad hebben veel Oekraïners, de grootste centrale hub ook volgens mij,

[1:13:39] waar het gaat over Zuid-Holland, 900 Oekraïners op één plek.

[1:13:42] En dat gaat eigenlijk best goed.

[1:13:43] Je moet nu wel nadenken dat je van opvang meer naar stabielere huisvesting gaat.

[1:13:47] Die mensen verblijven hier al lang.

[1:13:49] Er worden kinderen geboren, die gaan naar school.

[1:13:51] En het is gewoon belangrijk dat daar ook perspectief op komt.

[1:13:53] Maar dat is een ander verhaal.

[1:13:55] We zien wel dat deze mensen al volop aan het werk gaan.

[1:13:58] Dat werd net ook geschetst in het eerste blok.

[1:13:59] En dat bij asielzoekers en staatshouders dat veel minder goed loopt.

[1:14:03] En dat heeft ook weer, nou dat is ook een dilemma, een belemmering in de praktijk.

[1:14:07] Dat op het moment dat mensen, ze moeten eerst weer de GBA worden ingeschreven.

[1:14:10] dan moet ze een werkvergunning aanvragen, dan moet de IND er nog wat van vinden.

[1:14:14] Die asielketen loopt ook gewoon niet lekker als het gaat over mensen aan het werk helpen en het meelaten doen.

[1:14:21] Voorzitter, nog één kort punt over de participatiewet.

[1:14:24] Eventuele vragen over de inburgering kan ik wellicht straks beantwoorden.

[1:14:28] Die participatiewet, daar is al veel met uw Kamer over gesproken.

[1:14:32] Ik ben zelf ook al vier keer over de participatiewet hier bij u te gast geweest,

[1:14:34] maar wel bij een andere commissie.

[1:14:36] Dus ik noem het toch maar even, alleen de heer Van Houwelingen was daar volgens mij ook bij.

[1:14:39] Oh, de heer De Kort trouwens ook, excuse.

[1:14:42] Nou, het gaat dus dan over het vereenvoudigen.

[1:14:44] Voldoende verspelbaar inkomen.

[1:14:45] Dat zit hem ook echt in de fiscaliteit.

[1:14:47] Die prikkel naar werk moet beter.

[1:14:49] En we zien dat de huidige participatie, daar kun je aan tweaken en proberen te verbeteren.

[1:14:52] En er zijn nu verbeteringen bij u onderhanden bij de Kamer.

[1:14:56] Maar je zou ook echt naar de fundamenten moeten kijken.

[1:14:58] We zijn op dit moment bijvoorbeeld ook in gesprek met het kabinet over een bufferbudget.

[1:15:01] Om toch die armoedeval te voorkomen.

[1:15:03] Maar het is weer zo complex en ingewikkeld dat het al dreigt te sneuvelen gewoon weer in de uitvoering.

[1:15:07] Dus toch opnieuw de oproep om daar echt met gezwinderspoed prioriteit van te maken.

[1:15:13] Voorzitter, dat was hem.

[1:15:14] O ja, elke VNG-inbreng moet natuurlijk ook even de financiën worden aangeraakt.

[1:15:18] Zo kent u ons.

[1:15:19] Mevrouw Giniaar maakte er al opmerking over en er is altijd gedoe over gemeentefinanciën.

[1:15:24] Het is niet mijn hobby, al ben ik sinds enige jaren ook wethouder financiën, maar het verstoort

[1:15:28] eigenlijk de gesprekken waar het echt over zou moeten gaan.

[1:15:30] En wat ik wel wil meegeven, u financiert niet zozeer gemeenten, maar echt de taken van gemeenten.

[1:15:36] en of het nou gaat over het laten meedoen van mensen

[1:15:38] via die inburgeringswet of de participatiewet,

[1:15:41] uiteindelijk is het wel...

[1:15:42] Ja, kiezen of kabelen.

[1:15:44] De budgetten zijn uiteindelijk wel leidend.

[1:15:46] En je ziet er wel perverse prikkels lokaal,

[1:15:48] dat mensen die kansrijk zijn worden sneller bemiddeld

[1:15:50] omdat er beperkter integratiegeld is

[1:15:52] en dat de inburgering nu ook op onderdelen echt spaak begint te lopen.

[1:15:55] Ik weet niet of dat de randvoorwaarde was waar de heer De Zwart het over had.

[1:15:58] Ja, omdat de middelen dan niet toereikend zijn.

[1:16:00] En dat is eigenlijk gewoon heel erg zonde.

[1:16:01] En ik ga er niet heel ingewikkeld over doen, maar het is uiteindelijk wel...

[1:16:04] De lat wordt zo hoog als de middelen beschikbaar zijn.

[1:16:07] Dank u wel.

[1:16:08] Ik begrijp dat u deze pitch heel graag wilde doen en toe wilde voegen.

[1:16:12] En ik had nu pas willen uitleggen dat het niet helemaal de bedoeling was

[1:16:16] dat we hier echt politiek gingen bedrijven.

[1:16:18] Maar u heeft uw kans gegrepen en u bent een gast hier,

[1:16:22] dus we zullen u ook zodanig behandelen.

[1:16:26] Wat wij nu gaan doen, is per drie één vraag stellen.

[1:16:31] Ik wil u vragen om vooral bij feitelijke vragen

[1:16:33] Niet te veel politiek te bedrijven.

[1:16:35] Overigens was het dezelfde commissie alleen op een ander thema.

[1:16:38] De participatiewet, waar u was geweest, denk ik.

[1:16:42] De heer Boon, graag, van de PVV.

[1:16:44] Ja, dank u wel.

[1:16:45] Ik heb een vraag van de heer Heijboer van de VNG.

[1:16:48] En het gaat ook zo'n precision paper.

[1:16:50] En dan gaat het over arbeidsmigratie.

[1:16:53] En er wordt gesteld van...

[1:16:55] Onderweg naar andere stels van migratie hebben gemeenten nu nog hulp nodig...

[1:16:58] om de situatie van arbeidsmigranten beheersbaar en leefbaar te maken.

[1:17:01] en te houden op plekken waar sprake is van misstanden.

[1:17:04] Daar wil ik natuurlijk vragen van welke hulp is er nodig.

[1:17:07] En dat verbaast me, want ik ben laatste weken op zoek geweest,

[1:17:11] werkbezoek geweest bij gemeentes en alles.

[1:17:13] En ik merk juist dat gemeenten die heel veel tools hebben,

[1:17:15] bijvoorbeeld de gemeente Steenbergen,

[1:17:17] die op arbeidsimmigratie echt hele strenge eisen opgelegd hebben

[1:17:20] voor de huisvesting, waardoor het nu heel goed beheersbaar is.

[1:17:23] Dus in mijn optiek zijn die tools er al,

[1:17:26] maar kunt u daar iets over verduidelijken?

[1:17:31] Ja, dank u wel. Ook veel dank voor de inbrengen. Ik had in eerste instantie een vraag aan de heer

[1:17:39] de Zwart over het position paper van het Verwij Jonker Instituut, want ik denk dat het allemaal

[1:17:44] hele mooie aanbevelingen zijn hoe we het sociale contact en de publieke familiariteit in de

[1:17:50] samenleving kunnen bevorderen, maar ik lees eigenlijk en hoor ook vrij weinig over integratie

[1:17:55] en wat vragen we van mensen, terwijl we daar natuurlijk in het vorige blok uitgebreid over

[1:18:00] hebben gehad. En als je wil voorkomen dat er parallele samenlevingen ontstaan, dan lees

[1:18:07] ik dat natuurlijk de fysieke omgeving daar een bijdrage bij levert, dat we moeten voorkomen

[1:18:13] dat mensen met racisme te maken krijgen. Maar hoe kijkt de heer De Zwart aan tegen de tools

[1:18:18] die mensen zelf hebben om ook daadwerkelijk mee te kunnen doen?

[1:18:23] Dank u wel. De heer De Kort, graag.

[1:18:26] Ja, het zal niet heel verrassend zijn. Mijn vraag ligt eigenlijk in het verlengde van mevrouw

[1:18:30] maar we zijn ook van dezelfde partij.

[1:18:33] De heer De Zwart had vier punten,

[1:18:35] en het tweede punt van het belang van ontmoeten in wijken en buurten.

[1:18:39] Ik vraag me echt af waar dan de verantwoordelijkheid van de overheid ligt,

[1:18:42] omdat er ook een verantwoordelijkheid bij de samenleving ligt.

[1:18:45] Dan laat ik het aan de heer Heikoop stellen,

[1:18:47] vanuit zijn ervaringen in zijn stad, in Dordt.

[1:18:53] Dank u wel.

[1:18:54] Het is fijn als er meer vragen liggen en in één keer gesteld kunnen worden.

[1:19:00] Misschien mag eerst de heer Heijkoop beantwoord kunnen worden.

[1:19:06] Voorzitter, ja, excuus, nou ben ik de vraag van de heer De Kort...

[1:19:09] want ik was net een aantekening aan het maken over de vraag van de heer De Boon.

[1:19:12] Ik zal hem herhalen.

[1:19:13] De heer De Zwart had, gaf als tweede punt geloof ik aan...

[1:19:16] het belang van elkaar ontmoeten in de wijk, in de buurt.

[1:19:21] Ik denk ook dat dat belangrijk is.

[1:19:23] Maar ik vraag me wel af in hoeverre is dat niet een verantwoordelijkheid...

[1:19:26] die ook bij de samenleving zelf ligt.

[1:19:27] Dus waar houdt de verantwoordelijkheid van de overheid op en waar ligt die bij de samenleving?

[1:19:33] En ik ben benieuwd, ook vanuit uw ervaringen in uw stad, hoe u dat ziet.

[1:19:37] Dus het gaat over twee, het gaat over arbeidsmigratie en over mensen die weer nieuwkomen.

[1:19:42] Ja, voorzitter, soms ook wel vragen die het randje van de politiek raken.

[1:19:47] Maar goed, daar heb ik zelf natuurlijk ook toe opgeroepen en ik vind het zelf geen probleem.

[1:19:51] Dat was niet mijn bedoeling, overigens.

[1:19:52] Maar de VNG is meer van de beleid en de praktijk en dilemma's daarvan,

[1:19:57] waar Divoza misschien wat meer op de uitvoering zit in de dilemma's.

[1:20:00] Dus dat schuurt soms een beetje op het moment dat ik het over beleid ga hebben.

[1:20:03] Als het gaat over arbeidsmigratie ben ik het wel met de heer Boon eens

[1:20:06] dat er al best wel wat instrumenten zijn voor gemeenten

[1:20:08] die we ter hand kunnen nemen om dat in goede banen te leiden.

[1:20:11] Uw Kamer heeft ook de laatste jaren wel de nodige wet en regelgeving vastgesteld

[1:20:14] waar het gaat over die regulering van de volkshuisvesting die ook behulpzaam zijn.

[1:20:19] De wetregie, er is nog wat wetgeving onderweg

[1:20:24] En je ziet ook wel dat er het een en ander mogelijk is, ook met verhuurvergunningen in bepaalde wijken en buurten.

[1:20:29] Dus daar proberen we ook wel werk van te maken, ook in mijn eigen stad overigens.

[1:20:34] Wat je wel ziet, en waar het gaat over misstanden, is waar bepaalde gemeenten enorm afhankelijk zijn van laagbetaalde arbeidsmigratie.

[1:20:43] Dat het dermate de problematiek cumuleert, dat het ertoe kan leiden dat het ook bij omliggende gemeenten een enorme belasting voor bepaalde kwetsbare wijken zijn.

[1:20:53] Dus denk aan Rotterdam-Karnisse, denk bepaalde wijken in Den Haag.

[1:20:57] En dan zie je wel dat de leefbaarheid niet te goede komt.

[1:21:01] Ja, wat is er dan nodig?

[1:21:03] Wat belangrijk is, en volgens mij heeft uw Kamer daar ook al met het kabinet over gesproken,

[1:21:06] is dat die misstanden worden aangepakt bij de bron,

[1:21:09] dus dat uitzendbureaus net werk wegzetten,

[1:21:13] dat er goede omstandigheden zijn.

[1:21:15] En we zien dat het daar nog wel vaak misgaat.

[1:21:17] Ik zit zelf ook wel eens even bij het koffieapparaat bij ons in het stadskantoor.

[1:21:20] Er zitten vaak twee Poolse heren en eentje had een gebroken enkel,

[1:21:25] en die begon nu al een beetje te drinken ook.

[1:21:27] En dat is dan uiteindelijk begonnen dat hij van de steiger was gevallen,

[1:21:30] gelijk uit zijn huis zich gezet, is ontslagen, op straat beland.

[1:21:33] En dan hebben wij ook overlast waar het gaat over dakloosheid van arbeidsmigranten.

[1:21:37] Maar uiteindelijk, zeg ik richting de heer Boon, zou het gewoon heel erg helpen

[1:21:40] als je aan de voorkant strakker kijkt naar de toelating van arbeidsmigranten,

[1:21:44] de voorwaarden waaruit zijn bureau's zou moeten voldoen.

[1:21:46] En dan denk ik dat wij inderdaad, waar het gaat over die volkshuisvesting,

[1:21:48] dat we best wel wel de nodige instrumenten in handen hebben.

[1:21:53] Gelet op het feit dat er gewoon algehele krapte is op de woningmarkt.

[1:21:56] Het andere punt van de heer De Kort.

[1:21:59] Ja, ik verraad daarmee misschien ook mijn politieke achtergrond,

[1:22:02] maar ik vind dat het inderdaad heel erg ook bij de samenleving ligt.

[1:22:04] Ik geloof ook in de kracht van de samenleving.

[1:22:06] En ik vind ook dat we soms te ver gaan

[1:22:10] de aap op de schouder bij de overheid te leggen.

[1:22:13] Zeker waar het gaat over het ontmoeten.

[1:22:15] Ik geloof heel erg in de kracht van vrijwilligers.

[1:22:17] vrijwilligers. Het vluchtelingenwerk doet daar veel in.

[1:22:21] Wat natuurlijk ook een betaalde organisatie is, maar we zien ook heel

[1:22:23] veel vanuit kerken. Die kunnen daar op een hele goede manier in faciliteren

[1:22:27] de ontmoeting van mensen. Wat wel zo is, en dat werd ook al aangegeven,

[1:22:31] is dat taal, het beheersen van de taal, dat is wel vaak een sleutel tot die

[1:22:35] samenleving. Je ziet dat mensen best wel mee kunnen doen, maar op het moment dat

[1:22:39] de taal op nog geen enkel niveau zit, is dat wel lastiger.

[1:22:42] En dan zie je weer dat mensen dreigen te vereenzamen dat ze hun huis niet uitkomen.

[1:22:46] en maakt ook verdere participatie in de samenleving lastiger.

[1:22:49] Maar ik ben het met de heer De Kort van harte eens

[1:22:50] dat we zeker niet alle heil van de overheid moeten verwachten.

[1:22:56] GESPREKSLEIDER DE JONGEREN BENNET

[1:22:56] Dank. Allereerste vraag van mevrouw Becker over wat vragen we van mensen.

[1:23:03] Volgens mij gaat het om vier punten die van belang zijn.

[1:23:06] Allereerst, en dat sluit denk ik ook aan bij het verhaal van Divoza, taal.

[1:23:09] Hoe zorg je dat mensen zo snel mogelijk en zo goed mogelijk de taal kunnen leren

[1:23:13] en ook de taal in de praktijk kunnen leren?

[1:23:16] en welke faciliteiten hebben we daarvoor, zowel vanuit de overheid

[1:23:20] als vanuit maatschappelijk middenveld en organisaties, om dat te doen?

[1:23:22] En hoe zorgen we dat mensen dat ook kunnen doen?

[1:23:26] Aansluitend is, denk ik, het onderwijs.

[1:23:27] Hoe zorgen we dat onderwijs daar ook een bijdrage aan kan leveren

[1:23:31] en ook de discussies over bijvoorbeeld over- en onderadvisering die er zijn,

[1:23:37] over opstromen van verschillende groepen, hoe zorgen we dat ook?

[1:23:40] en daar heeft de nieuwe regels over de toetsen,

[1:23:45] dragen daar allebei om het potentieel van iedereen

[1:23:47] daar zoveel mogelijk te benutten.

[1:23:51] Derde element is, denk ik, heel erg inzetten op actieve participatie.

[1:23:54] Werk aansluiten, kan werk zo snel mogelijk.

[1:23:58] En als werk niet mogelijk is, is dan vrijwilligerswerk mogelijk.

[1:24:01] Alle vormen die daar ook in heel veel gemeenten al zijn uitgeontwikkeld.

[1:24:07] En het vierde, denk ik, gaat ook heel erg...

[1:24:09] En dat platform Eren en Vrijheid, wat aan KIS verbonden is,

[1:24:13] ook over emancipatie binnen gemeenschappen.

[1:24:16] Want in het vorige blok kwam naar voren...

[1:24:19] ...er zijn culturele verschillen, gemeenschappen zijn niet homogeen...

[1:24:22] ...en mensen zoeken ook naar...

[1:24:24] ...hoe kunnen vrouwen binnen gemeenschappen hun eigen positie versterken?

[1:24:27] Hoe kan de LHBTI-gemeenschap hun positie versterken?

[1:24:30] En juist ook daar verwacht je van mensen...

[1:24:33] ...de waarde van de democratische rechtsstaat te eerbiedigen.

[1:24:36] En daar zie je ook dat initiatieven er zijn en ondersteund worden.

[1:24:40] Dus dat zijn voor mij ook dingen waar het gaat over

[1:24:42] wat kan je voor mensen zelf verwachten en hoe faciliteer je ze daar ook in.

[1:24:47] Misschien de aansluitende vraag, van de heer De Kort,

[1:24:50] ligt de rol niet teveel bij de overheid.

[1:24:53] Misschien een voorbeeld.

[1:24:54] We hebben de afgelopen jaren samen met Novisi en Platform 31

[1:24:59] een onderzoek in Almere gedaan, naar de sociale staat van Almere.

[1:25:03] En dat richtte zich ook heel erg op van hoe komt ontmoeten in Almere nu tot stand

[1:25:08] als een stad die een soort new town is,

[1:25:11] waar veel mensen geen geschiedenis direct hebben,

[1:25:14] waar veel mensen forenzen naar werk buiten Almere en dus ook minder tijd hebben.

[1:25:19] En een van de verschillen die daar in de praktijk was,

[1:25:21] dat in sommige wijken waren eigenlijk voorzieningen voor mensen er vanaf de start

[1:25:25] en in andere wijken kwamen er voorzieningen als de wijk helemaal af was.

[1:25:30] En dat is dan iets waar in de praktijk van Almere bleek dat,

[1:25:34] als je het pas heel laat doet, het ontmoeten ingewikkelder is.

[1:25:38] Dus daar zie ik een rol voor de overheid.

[1:25:41] En tegelijkertijd sluit ik me ook aan bij het eerdere verhaal,

[1:25:43] dat het ook over de samenleving gaat.

[1:25:45] Dat zagen we ook in Almere over de religieuze gemeenschappen,

[1:25:49] variërend van het ontmoeten ook gewoon bij de kapper

[1:25:51] die die ontmoetingsfunctie had.

[1:25:53] Dus het kunnen vrijwilligersorganisaties zijn,

[1:25:56] maar het kunnen ook ondernemers zijn die die functie verschillen.

[1:25:59] en ik denk vooral dat de overheid in het infrastructuur en faciliteren daar een bijdrage kan leveren,

[1:26:05] maar het vooral niet moet overnemen, want het gaat ook over de samenleving die van mensen en gemeenschappen zelf is.

[1:26:13] Dank u voor de bijdrage, en ook voor mevrouw Winsemus en de heer Heikop weer te zien.

[1:26:21] Ik heb een vraag voor de heer Heikop, een beetje politiek gelaten, maar volgens mij kan de heer Heikop dat wel aan.

[1:26:25] En dat is de heer Heikop zijn net eerste presentatie van de VNG, dus een vraag die ik eigenlijk al lang aan wil stellen aan de VNG.

[1:26:30] Die VNG is voor die spreidingswet, wij noemen dat de dwangwet.

[1:26:32] En nou is mijn vraag, want ik begrijp het oprecht niet,

[1:26:35] hoe kan de VNG hier nou voor zijn?

[1:26:37] Behalve dat je natuurlijk een belangrijke bevoegdheid overdraagt aan het Rijken,

[1:26:39] waar de gemeente dan niet meer over gaat, is het natuurlijk zo dat het belang van de gemeente,

[1:26:42] volgens mij wordt gedefinieerd door de gemeenteraad, die staat aan het hoofd van de gemeente,

[1:26:46] en uiteindelijk ook door de inwoners.

[1:26:47] En ik kan me gewoon niet voorstellen dat de gemeenteraden, laat staan,

[1:26:50] inwoners van gemeenten zijn, als je een referendum over zou houden,

[1:26:52] die zeggen, nou, laat de Rijk maar bepalen of hier een asielzoekerscentrum komt.

[1:26:55] Dus ik begrijp niet hoe de VEG uiteindelijk die positie kan innemen als we ervan uitgaan

[1:27:00] dat de VEG het belang van de gemeente en van de gemeenteraden vertegenwoordigt.

[1:27:04] Dus dat is eigenlijk mijn vraag.

[1:27:05] Dank.

[1:27:07] Dank u wel.

[1:27:07] Dit is wel een andere commissie, maar ik laat het even aan de heer Heiko op of die antwoord wil geven of niet.

[1:27:15] De gemeente waar ze naar herkenning zullen verblijven, zou je zeggen dat is in de buurt van werk.

[1:27:21] En als de spreidingswet nou iets niet doet, is spreiden naar werk.

[1:27:25] Die spreidt op numerieke aantallen, dus aantal inwoners, en op vermogenspositie van gemeenten.

[1:27:31] Dat zijn nou niet criteria op basis waarvan je kunt verwachten dat mensen daadwerkelijk ook

[1:27:36] zullen verblijven in de gemeente waar ze na die spreiding terechtkomen.

[1:27:39] Dat andere woord, ik proef daar een discrepantie in uw betogen.

[1:27:42] Misschien zou u dat wat kunnen toelichten.

[1:27:45] Ja, ook dit is toch echt wel de spreidingswet, maar...

[1:27:49] Nee, voorzitter.

[1:27:50] Maar prima.

[1:27:51] Nee, nee, maar ik laat het gewoon bij de heer Heijken.

[1:27:53] Ja, de heer Marwinga.

[1:27:54] Ja, dank u wel.

[1:27:57] Ik kan me heel erg inleven in wat er net ook al gezegd is over de rol die ook de samenleving heeft.

[1:28:04] Naast de overheid als het gaat om zorgen voor integratie en participatie.

[1:28:09] Nu is het zo dat ik een keer een werkbezoek heb gehad in de Verenigde Staten.

[1:28:14] Waarin de samenleving inderdaad ook veel meer een rol daarin heeft.

[1:28:18] Maar dan is het wel de overheid die daar een stukje in faciliteert.

[1:28:22] Dus vandaar de vraag ook hoe denkt u dat de overheid dat nog verder zou kunnen faciliteren

[1:28:28] op het moment dat wij dus veel meer taken dus eigenlijk bij de samenleving zullen neerleggen

[1:28:32] als het gaat om integratie.

[1:28:34] En aan wie wil u deze vraag stellen?

[1:28:36] In ieder geval aan de heer Heikoop, maar als anderen daar ook een antwoord op willen geven

[1:28:40] is het heel fijn.

[1:28:42] Dan ga ik toch ook weer naar de heer Heikoop kijken, maar voel u vrij om daar aanvullingen

[1:28:48] op te doen.

[1:28:51] En nou ja, laten we proberen geen politiek debat te voeren hier, maar vooral ook bij de antwoorden te blijven op de vragen die gesteld worden.

[1:28:59] Ja, voorzitter. Dank u wel.

[1:29:01] Ja, en ik realiseer me dat ik dit op mijn afgroep heb.

[1:29:04] En ook echt wel bereid om hierop te reflecteren.

[1:29:06] In de zin dat, als het gaat over die spreidingswet, dan zou ik niet willen beweren dat het een pareltje van een wet is.

[1:29:13] Ik vind dat er heel veel tekortkomingen aan zitten en de heer Vlag benoemde er al één.

[1:29:18] En ook de heer Van Houwelingen legt wel de vinger bij de zere plek,

[1:29:21] als het gaat over subsidiariteit.

[1:29:24] Wat zou je op landelijk niveau moeten beslissen als je lokaal daar eigenlijk van bent?

[1:29:29] En ondergraaf je daarmee ook niet de positie van de lokale gemeenteraad?

[1:29:33] Kijk, ik ben maar een eenvoudige wethouder van een 100.000 plus stad

[1:29:36] met een wat kwetsbare sociale en economische status.

[1:29:39] En ik bekijk het ook gewoon van wat ik zie gebeuren.

[1:29:41] En welke dilemma's we daarin tegenkomen.

[1:29:43] En in die zin vind ik de spreidingswet eigenlijk ook wel dat wij als gemeente...

[1:29:51] Het is wel een vraag uit armoede, omdat we het niet zelf geregeld krijgen in solidariteit.

[1:29:57] En we zien gewoon in de praktijk dat in de huidige gepolariseerde samenleving...

[1:30:00] dat er best wel veel gemeenten zijn die onvoldoende bijdragen aan die collectieve opvang.

[1:30:05] En we zien ook dat onze inwoners daarmee onevenredig belast worden.

[1:30:09] Dus wij denken dat het hier gepast is om die bevoegdheid elders te leggen.

[1:30:14] En kijk, je hoopt natuurlijk dat het helemaal niet nodig is, want ik heb zelf gemerkt dat

[1:30:17] de aankondiging van die spreidingswet en hoe verder die kwam in de wettelijke, in de procedure

[1:30:23] ook richting Raad van State en uw Kamer, dan zag je al iets gebeuren bij ons in de regio.

[1:30:27] En ik heb dat ook van andere regio's begrepen.

[1:30:31] Dus ik denk dat het mooiste is als je in de wet vaststelt dat je er nooit een beroep op

[1:30:34] hoeft te doen, omdat de wet op zichzelf al preventief werkt.

[1:30:38] En dat was eigenlijk mijn verwachting van die spreidingswet.

[1:30:39] En in mijn regio zag ik dat al gebeuren.

[1:30:41] Helaas zie ik nu ook het omgekeerde gebeuren en hier en daar wat terugtrekkende bewegingen maken.

[1:30:46] Maar als u zegt van ja, die spreidingswet heeft niet alleen maar goede kanten,

[1:30:49] dan ben ik dat van harte met u eens.

[1:30:50] En een zo'n punt is de spreiding naar werk.

[1:30:52] Dat klopt op het moment dat je voorziet in de spreiding.

[1:30:55] Zoals die spreidingswet is opgenomen, dan heb je niet automatisch de match

[1:30:57] tussen de achtergrond van migranten, maar het gaat over de passendheid van werk.

[1:31:04] Maar ook hiervoor geldt, beter is de vuiland van het goede.

[1:31:07] Je geeft wel een bepaalde voorspelbaarheid aan het hele systeem.

[1:31:10] Je weet wat er gaat gebeuren in de verschillende landsdelen, de verschillende gemeenten.

[1:31:14] Je kunt daar ook het bedrijfsleven vroegtijdig op aanhaken.

[1:31:16] Je kunt daar goed op voorstellen waar het gaat over je aanbod, ook vanuit inburgering.

[1:31:20] En die voorspelbaarheid, daar zijn we wel naar op zoek.

[1:31:22] En dat hebben wij als gemeente ook wel nodig.

[1:31:24] Ook gewoon vanuit de praktijk, om onze inburgeringstaak op een goede manier vorm te kunnen geven.

[1:31:28] En ook de participatie van nieuwkomers op een goede manier in te vullen.

[1:31:31] Dan het tweede punt, waar het gaat over het faciliteren van vrijwilligers, het maatschappelijk

[1:31:38] middenveld.

[1:31:39] Dat vind ik een mooie vraag.

[1:31:40] Ik heb zelf gezien toen wij in een hele korte tijd heel veel Oekraïners gingen opvangen,

[1:31:45] meer dan duizend, dat er honderden vrijwilligers zich erachter gingen stellen en die hebben

[1:31:50] ontzettend veel werk verricht om die mensen ook mee te nemen in de samenleving.

[1:31:55] Ja, en wat er op dat moment eigenlijk nodig was, was dat wij zoveel mogelijk de belemmeringen

[1:31:59] een wegname vanuit de wetgeving, plaatselijke verordeningen,

[1:32:03] dat we meedachten in bepaalde toegang tot voorzieningen,

[1:32:08] maar ook vrijwilligers de ruimte gaven om bepaalde zaken te regelen.

[1:32:11] Ik heb dat toen heel praktisch ingeregeld door gewoon mijn mobiele

[1:32:13] nummer te geven aan de coördinator van de vrijwilligers en elke keer

[1:32:16] daar ook de signalen op te pakken en ook in de organisatie weg te zetten.

[1:32:20] Dus wij moeten vooral vrijwilligers en de samenleving niet belemmeren

[1:32:23] om hun goede werk voor die samenleving te verrichten.

[1:32:26] En wij als overheid maken het soms ook moeilijker

[1:32:28] om een goede werk te verrichten.

[1:32:30] En daar moeten wij in ieder geval altijd naar onszelf kijken.

[1:32:32] En dat kan op verschillende niveaus zijn, maar zeker ook op gemeentelijk niveau.

[1:32:36] Ja, voorzitter, ik kan me voorstellen dat de spreidingswet...

[1:32:37] Ik hou het toch een beetje oppervlakkig, want het standpunt van de VNG mag bekend verontsteld zijn.

[1:32:42] En ik denk inderdaad dat dat niet gepast is.

[1:32:43] Als ik daar nog meer op inga, laat onverlet dat ik daar natuurlijk wel een opvatting over heb.

[1:32:49] Wel, kijk, heel voorzichtig.

[1:32:50] Nee, volgens mij worden er geen vervolgvragen.

[1:32:52] Zijn er aanvullende, van uw kant, nog een aanvulling hierop op de vragen die gesteld worden?

[1:32:57] Anders doen wij nog een nieuwe rondje.

[1:32:59] Misschien op het laatste punt over het faciliteren van de samenleving.

[1:33:04] Ik denk belangrijk is op lokaal en landelijk niveau hoe voorkom je ook dat er in zekere

[1:33:11] geren overspannen verwachtingen ontstaan over wat het maatschappelijk middenveld kan oplossen.

[1:33:16] Je ziet het nu bijvoorbeeld in de discussies over de zorg waar verwacht wordt dat de sociale

[1:33:20] basis allerlei andere partijen zaken gaan oplossen en het risico is dat het dan mensen

[1:33:26] Ze doen het veelal vanuit een intrinsieke motivatie.

[1:33:29] En dan is het risico dat zij het gevoel krijgen...

[1:33:31] ...wij worden nu voor deze taak van de overheid ingezet.

[1:33:35] En dat wil je voorkomen, want het gaat juist om die gelijkwaardige relatie.

[1:33:39] Dus de overheid kan het, denk ik, heel erg faciliteren...

[1:33:42] ...maar de overheid kan het ook, in zekere zin, te hoge verwachtingen hebben...

[1:33:46] ...en daarmee, ja, bijna kapotmaken.

[1:33:48] GESPREKSLEIDERAAR.

[1:33:49] Dank u wel. Als ik namens ouders praat, dan heb ik het vooral over tijd.

[1:33:56] Want aan die keukentafel is er niet zoveel tijd, zeker niet als je een jong gezin hebt,

[1:34:01] tegen de tijd dat je de kinderen op het bed hebt liggen dan het enige wat je wil slapen.

[1:34:07] En dan heb ik het nog niet over mantelzorg.

[1:34:09] Dan heb ik het nog niet over wat ik allemaal nog meer moet regelen.

[1:34:11] Wij kregen laatste vraag over de energietransitie voor werkende ouders,

[1:34:15] dat daar weinig respons van ouders was.

[1:34:17] En dat is heel simpel.

[1:34:19] Sorry, maar ik heb gewoon geen tijd.

[1:34:20] Aan het einde van de dag, we hebben het over de arbeidsparticipatie van vrouwen,

[1:34:24] We moeten allemaal meer uren gaan werken, hartstikke goed.

[1:34:27] Maar er is gewoon geen tijd.

[1:34:30] Dus ik voel me al in een spagaat tussen hoe ik het op mijn werk regel en hoe ik het thuis regel.

[1:34:37] Daar krijg ik de zorg voor ouders bij.

[1:34:39] Dus het dilemma met vrijwilligerswerk en hoe wij dit in de maatschappij moeten doen, zit hem in tijd.

[1:34:46] Dank u wel.

[1:34:48] We hebben een kort rondje nog.

[1:34:52] Dus als u het zo kort mogelijk wil houden, dan doen we nog één rondje vragen.

[1:34:55] Of is er een vervolgvraag?

[1:34:56] Sorry. Nee? Nee, we doen even een kort rondje.

[1:35:02] We doen natuurlijk deze hele ronde tafel, omdat we het rapport hebben van de staatscommissie die

[1:35:07] verschillende scenario's schetst en zegt dat we wel eens in 2050 in dit land 22 miljoen inwoners

[1:35:13] kunnen hebben, grotendeels de groei afkomstig van migratie.

[1:35:18] U doet allemaal hele nuttige aanbevelingen over hoe we ervoor kunnen zorgen dat al deze mensen

[1:35:22] participeren, meedoen, zich thuisvoelen in de samenleving en er sprake is van familiariteit.

[1:35:29] Maar wat is nou uw visie op deze potentiële ontwikkeling van die enorme groei? Maakt u zich

[1:35:34] zorgen? En wat is uw aanbeveling aan de politiek? Dus kunnen we het oplossen door al deze dingen te

[1:35:40] doen of moeten we toch ook, eigenlijk wat de staatscommissie zegt, naar die groei zelf kijken,

[1:35:46] vanuit uw praktijkervaring? Aan welke één persoon wil u de vraag stellen?

[1:35:51] Ja, ik zou natuurlijk vanuit iedereen interessant vinden.

[1:35:55] Ja, maar niet tijd hebben we niet.

[1:35:57] Ehm, ja.

[1:36:00] Mag ik dan in ieder geval aan de heer Ono de Zwart vragen?

[1:36:03] Maar ik vind het ook vanuit het VNG perspectief wel heel interessant.

[1:36:06] Ja, maar dan houden we het bij één.

[1:36:07] Dan kies ik voor VNG.

[1:36:08] Oké, tenzij de heer Rekords de aanvulling doet.

[1:36:12] Nee, dank.

[1:36:13] Voorzitter, mevrouw...

[1:36:14] Nee, je moet eerst nog even...

[1:36:15] Wij maken even, we doen drie vragen en dan, ja, sorry.

[1:36:20] Ik heb een vraag aan mevrouw Ginja van Divosa.

[1:36:23] In het vorige blokje gaf mevrouw de Waal aan...

[1:36:26] dat zij van mening is dat de integratieplicht...

[1:36:31] en de participatiewet conflicterend met elkaar zijn.

[1:36:34] Ik denk juist met die nieuwe inburgeringswet...

[1:36:37] dat die complementair op elkaar zijn.

[1:36:39] Ik ben heel benieuwd hoe u dat vanuit de uitvoering ziet.

[1:36:45] Ik heb een vraag voor mevrouw Winsemius.

[1:36:46] U merkt dat veel werkende ouders het gevoel hebben...

[1:36:51] Dat is mijn vraag.

[1:36:52] We zagen het net ook in de vorige ronde, denk ik, dat er toch veel druk is, denk ik, in

[1:36:56] Nederland voor beide ouders om te gaan werken.

[1:36:59] Ik ben wel benieuwd, in uw achterban hoort u hem zelf het geluid van, het kan van vaders

[1:37:03] en moeders natuurlijk allebei zijn, dat die druk, omdat je allebei tegenwoordig eigenlijk

[1:37:07] wel moet werken, al was het maar om rond te kunnen komen, dat dat op zichzelf ook als

[1:37:11] een probleem wordt gezien.

[1:37:12] Dank u.

[1:37:12] Ik maak het rondje en hij maar af.

[1:37:14] Heer Vlag.

[1:37:16] Ja, voorzitter.

[1:37:17] Ik zit met een dilemma, want de heer Eikoop heeft de veronderstelling die ik had

[1:37:20] dat het plaatsen van asielzoekers in de gemeente waar ze naar herkenning zullen verblijven

[1:37:24] niet geholpen is met de spreidingswet.

[1:37:26] Maar ik besteed daar liever niet mijn vervolgvraag aan.

[1:37:29] Die stel ik liever aan mevrouw Winsemius.

[1:37:32] U zegt het gaat om tijd.

[1:37:36] Er speelt nog ook iets anders mee in die staatscommissie.

[1:37:38] Demografische groei wordt gezegd.

[1:37:39] We zullen een gematigde groei nodig hebben om al onze voorzieningen intact te laten.

[1:37:44] Daarvoor zal migratie nodig zijn.

[1:37:45] Maar er wordt ook gezegd dat groeiende gezinnen daaraan zouden kunnen bijdragen.

[1:37:49] Niet op korte termijn, maar wel op langere termijn.

[1:37:51] Welke mogelijkheden ziet u daarin voor een gezinsvriendelijke beleid

[1:37:55] wat daaraan zou kunnen bijdragen?

[1:37:58] Minder. Heeft u nog een vraag?

[1:38:00] Ja, misschien wel ter aanvulling op mijn collega hierop.

[1:38:05] Inderdaad, daar waar het gaat om tijd, wat heel erg knelt.

[1:38:09] Welke aanbevelingen heeft u om daar dus meer tijd te creëren?

[1:38:13] En volgens mij heb ik u al daar een aantal dingen over horen zeggen.

[1:38:17] Maar misschien kunt u daar wat meer toelichting over geven.

[1:38:22] Ja, ik heb de verleiding om allemaal...

[1:38:23] Dat zou ik ook nog vragen, maar ik ga het toch niet doen,

[1:38:25] want dan redden we het niet.

[1:38:28] Ik geef toch eerst weer het woord aan de heer Uitkamp.

[1:38:32] Ja, voorzitter.

[1:38:33] Dit is de tweede ronde die u zelf bescheiden inschikt aan het eind.

[1:38:39] Ja, de vraag van mevrouw Bekkers is een terechte vraag.

[1:38:42] Ik moet zeggen, het thema voor vandaag is natuurlijk participatie en integratie,

[1:38:45] dus daar hebben wij onze inbreng ook op gericht.

[1:38:47] We zien dat het absorptievermogen in onze gemeenten en wijken echt onder druk staat.

[1:38:52] En dat is enerzijds door de omvang, maar ook al door de onvoorspelbaarheid.

[1:38:58] En ja, we kunnen echt wel stellen dat voorzieningen lokaal, als het gaat over onderwijs, als het

[1:39:02] gaat over huisartsen, kinderopvang, die staan echt onder druk.

[1:39:07] Dus daar moeten we naar kijken.

[1:39:08] Dat is echt absorptievermogen en ook al gewoon plat de ruimtevraag.

[1:39:11] Het is gewoon een schaarse puzzel, of een puzzel van schaarse ruimte die je moet leggen.

[1:39:16] Dus enerzijds, daarom zei ik ook, wij zijn echt wel voor die gematigde groei en niet die ongebreidelde groei,

[1:39:21] om het zomaar te zeggen, hoewel dat misschien alweer een beetje een ongenuanceerd woord is.

[1:39:26] Dus daar moet je goed naar kijken, ook om juist de mensen die je wel ontvangt op een goede manier mee te kunnen laten doen.

[1:39:31] En hoe je dat absorptievermogen wel kan verbeteren, is toch de snelheid te verhogen.

[1:39:35] Dus die richt je niet alleen op migratie, maar ook echt op die asielketen, op opvang.

[1:39:40] Dus snelheid, snel die taal, snel die definitieve plek, snel laten werken en meedoen.

[1:39:46] Op het moment dat je dat echt kan verkorten, en we hebben heel veel concrete punten die

[1:39:50] echt in kleinere, die voor nu te ver gaan, maar waarmee je die asielketen wat vlotter

[1:39:55] kan trekken, mensen sneller kan laten bijdragen, en dat draagt ook bij aan dat absorptievermogen.

[1:39:59] Dus het is aan twee kanten, denk ik, van belang dat u daar beleid op formuleert.

[1:40:14] Dank voor de vraag.

[1:40:20] Zijn ze complementair?

[1:40:23] Dat is wel interessant.

[1:40:25] Wat is de uitleg van complementair?

[1:40:27] Hoe werkt het in de praktijk?

[1:40:30] Wat ik zie, is dat er zowel landelijk als ook lokaal ambtenaren bezig zijn met de uitvoering

[1:40:37] ...van de participatiewet en ambtenaren bezig zijn met de inburgeringswet.

[1:40:42] En dat dat soms al verkokerd is georganiseerd.

[1:40:47] Dus is daar winst te halen? Jazeker.

[1:40:51] Wat zie ik in de praktijk?

[1:40:53] Mensen worden aangemoedigd om vrij snel fulltime te gaan werken.

[1:40:57] Ze spreken de Nederlandse taal nog niet...

[1:41:00] ...ze hebben nog geen kennis in de Nederlandse samenleving gehad...

[1:41:03] Ze hebben nog niet door hoe ons financieel systeem werkt,

[1:41:09] hoe het toeslaagsysteem werkt,

[1:41:11] maar ze worden wel gemotiveerd om fulltime te gaan werken.

[1:41:13] Dat doet iets met mensen.

[1:41:15] Maar in welke type baan komen ze dan vervolgens terecht?

[1:41:18] Dat zijn geen talige banen, want ze spreken nog geen Nederlands.

[1:41:23] Ze komen op distributiecentra terecht, ze komen in laagbetaald werk terecht,

[1:41:29] waar ze niet de Nederlandse taal leren.

[1:41:31] Dat is de ene kant van de medaille, als je ziet vanuit de participatiewet dat mensen

[1:41:36] aangemoedigd worden om fulltime te gaan werken.

[1:41:39] Aan de andere kant, bij de inburgeringswet zie je dat mensen begeleid worden, naar taallessen

[1:41:44] gaan.

[1:41:47] Veel al overdag, alhoewel er nu wel een beweging is om dat flexibeler te organiseren.

[1:41:55] En dan zie je dus werkgevers ook echt wel met hun handen in haar zitten van, ik reken erop

[1:42:00] dat je komt werken en ik merk dat je in de praktijk ook andere verplichtingen hebt.

[1:42:05] Dus dat staat haaks op elkaar.

[1:42:08] Vandaar eigenlijk ook onze oproep om taalverwerving echt hoger op de agenda

[1:42:13] te zetten, niet alleen bij de gemeente, bij de uitvoering of landelijk,

[1:42:21] ook in de hoofden van de inburgeraar, want die 400 of 600 uur taalverwerving

[1:42:26] is een investering aan de voorkant, waar je zometeen later profijt van hebt.

[1:42:31] En we zien het in de praktijk.

[1:42:34] Er zijn wijken, bestaande uit grote migratiegroepen,

[1:42:40] waarbij de kinderen op vier-, vijfjarige leeftijd al een taalachterstand hebben.

[1:42:45] En het werkt generaties door.

[1:42:48] Dus de Inburgingswet en de Participatiewet zouden elkaar kunnen versterken,

[1:42:52] maar daar is nog wel een wereld te winnen.

[1:42:54] Dank u wel.

[1:43:00] Als u een knopje uit wilt doen, mevrouw Wensemius, wil ik u graag het woord geven over de verschillende

[1:43:04] vragen die gesteld worden.

[1:43:05] Dank u wel.

[1:43:05] Ik heb geleerd dat het met de camera te maken heeft vandaag.

[1:43:09] En ik ga het een beetje illegaal doen, want ik ga ook de vraag van mevrouw Becker toch beantwoorden.

[1:43:14] Wij hebben het vandaag namelijk heel erg over integratie, migratie, et cetera, maar in het

[1:43:20] rapport gaat het ook over het dalende geboortecijfer, wat al jaren naar beneden gaat.

[1:43:25] En daar hebben we het eigenlijk nauwelijks over.

[1:43:27] En dat raakt gelukkig mij dan namens voorwerkende ouders wel degelijk.

[1:43:31] En ik denk dat, als het mijn aanbeveling mag doen, dan is dat om daar veel meer aandacht voor te hebben.

[1:43:36] Want wij gaan dit niet volhouden met elkaar in 2050.

[1:43:40] Dat redden we niet.

[1:43:41] Dus dit is een zorg die...

[1:43:44] Er gaat nu veel aandacht naar migratie en naar integratie.

[1:43:47] Maar eigenlijk te weinig naar wat hebben die gezinnen nou nodig.

[1:43:49] Dus ik heb illegaal gepakt.

[1:43:54] Op de vraag van meneer Van Houwelingen, ja, dat herkennen wij ook.

[1:43:59] Wij hebben veel ouders.

[1:44:00] We hebben net de onderzoekstaat van het gezin 2024 uitgebracht.

[1:44:04] Wij zien bij ouders dat ze eigenlijk aangeven dat je tegenwoordig alle twee wel moet werken om het vol

[1:44:10] te kunnen houden en om überhaupt de zwemles te kunnen betalen.

[1:44:13] Dus de druk van die financiële opvoeding voor je kind is groot.

[1:44:17] Waarbij ze ook aangeven, ik wil ook heel graag bij mijn kind zijn en ik wil heel graag ook de opvoeding van mijn kind gewoon zelf doen.

[1:44:25] Dus de kinderopvang speelt een enorme rol.

[1:44:27] Wij zijn heel blij met het voornemen van het nieuwe kabinet om daarmee door te gaan.

[1:44:31] Maar dus deze balans zien wij bij ouders echt terugkomen.

[1:44:36] Dus wij zien de zorg van hoe doe ik dit nou, waarbij ik ook nog de zorg voor mijn eigen ouders erbij krijg.

[1:44:41] Dus wij herkennen dit zeker dat de druk om allemaal, vooral fulltime, te gaan werken

[1:44:48] heel groot is, waarbij het man-vrouwverschil ook nog heel groot is, en dat wordt vooral

[1:44:53] gestimuleerd door bijvoorbeeld loonkloof en verlofregelingen die daar een rol bij spelen.

[1:44:58] Op de vraag van de heer Vlag, ja, mogelijkheden voor gezinsvriendelijk beleid.

[1:45:02] Ja, ik heb er duizenden, maar laten we beginnen met beleid.

[1:45:07] In 2021 heeft uw fractie mede een motie ingediend voor beleid naar onderzoek,

[1:45:15] wat nu door Verweij Jonker wordt ingevuld.

[1:45:17] Maar gezinsvriendelijk beleid hebben wij niet in Nederland.

[1:45:20] De laatste komt uit 2008, een gezinsnota.

[1:45:26] En ik denk dat wij — en dat speelt ook in uw Kamer, want waar praat u over gezinnen?

[1:45:32] Waar valt het in?

[1:45:33] Onder welk ministerie valt het?

[1:45:34] Wij lobbyen voor ouders, maar dat doe ik met minimaal vier of vijf ministeries.

[1:45:38] Maar er is niemand die daar overkoepelend beleid voor heeft.

[1:45:41] Er is zelfs beleid wat tegenstrijdig is aan elkaar.

[1:45:44] Er wordt nauwelijks over gezinnen gesproken.

[1:45:46] Als je dit aan ouders vraagt, zegt 67 procent in de politiek is er geen aandacht voor beleid.

[1:45:52] Voor het gezin, excuus.

[1:45:53] Maar gezinsvriendelijk beleid gaat ook op de werkvloer, gaat ook over scholen, gaat ook over hoe

[1:45:58] gaan wij partnerschap met ouders aan?

[1:46:00] Hoe gaan we ze steunen?

[1:46:02] Een heel simpel voorbeeld, ook uit demografisch oogpunt bekeken, maar ook puur locatie-technisch.

[1:46:09] Waarom vindt de BSO plaats in een ander gebouw dan op een school?

[1:46:14] Even logischerwijs, waarom moeten kinderen dus in een busje naar een andere locatie als

[1:46:19] wij die locaties al bij wijze van spreken zouden opheffen?

[1:46:22] Ik ben niet gelijkvoorstander van ikc's, maar als wij die locaties van die BSO's zouden

[1:46:27] opheffen en gewoon op school zouden gaan doen, hebben we ook gelijk locaties over om andere

[1:46:32] dingen invulling te geven.

[1:46:34] Kunnen we het kopje koffie waar het net over ging op die school laten plaatsvinden?

[1:46:37] Want daar komen ouders al en daar kan je met elkaar integreren.

[1:46:40] Daar kan je ook de jeugdzorg laten plaatsvinden.

[1:46:42] Daar kan je het consultatiebureau.

[1:46:44] Als wij anders gaan kijken, dan kom je tot dit soort oplossingen.

[1:46:47] Maar de vraag begint bij of we er überhaupt mee zullen beginnen, want dat doen we nu niet.

[1:46:53] ook niet hier in de Kamer. Er is nergens een plek waar u praat over hoe we gezinnen kunnen ondersteunen.

[1:46:59] Als ik het dan heb over het geboortecijfer, dan begint het dus ook hier.

[1:47:04] En dan tijd creëren. Ja, daar heb ik ook 100.000 oplossingen voor. Verlof is er bijvoorbeeld een

[1:47:12] van, waarbij je verlof hebt voor zowel partners die gelijkwaardig betaald worden als die van de vrouw.

[1:47:20] Het heeft te maken met anders kijken naar bijvoorbeeld werkafas kwam deze week met een fantastisch

[1:47:25] initiatief.

[1:47:27] Die zorgen ervoor dat elke vrijdag, en de telefoon wordt nog steeds opgenomen, dus voor

[1:47:31] sommige medewerkers op woensdag, dat je vrij bent, dat het hele bedrijf eigenlijk gesloten

[1:47:36] is, zodat je vrijwilligerswerk kan doen, zodat je mantelzorg kan doen, zodat je kinderen

[1:47:42] kan halen en brengen, ook eventueel voor een ander.

[1:47:45] Dus tijd is een begrip waar wij met elkaar veel meer over na moeten denken.

[1:47:50] En tijd wordt nu gevangen door kaders van half negen tot half drie,

[1:47:54] want dat zijn de schooltijden.

[1:47:55] Maar als je het lef hebt om daar anders naar te gaan kijken en te gaan zeggen,

[1:47:59] bijvoorbeeld de woensdag en de vrijdag zijn de tijden waarop wij minder werken,

[1:48:04] want dan zijn die schooltijden beperkter.

[1:48:06] Dus tijd zit hem vast ook in tijden waarop wij werken.

[1:48:10] Tijden waarop wij dus kinderen naar school brengen en halen

[1:48:13] en sportcomplexen er wel of niet aanwezig zijn of leegstaan.

[1:48:18] Dus het heeft met heel veel dingen te maken en er zijn heel veel oplossingen voor.

[1:48:23] Daar praat ik graag een keer met u over verder.

[1:48:25] Maar tijd gaat ons wel in de toekomst apart verspelen.

[1:48:29] Dank u wel.

[1:48:31] Ik denk dat we wel min of meer aan het einde zijn gekomen.

[1:48:34] Ik zie geen echte dingen in vervolg gegaan.

[1:48:37] Dan wil ik u hartelijk danken voor de tijd die u heeft genomen.

[1:48:42] Het is in die tijd toch spaarzaam en ik denk dat het ons ontzettend zal helpen in het nadenken over de toekomst.

[1:48:52] Daarmee eindigen we deze vergadering.

[1:48:54] Dank u wel.